Heeft U interesse in de plaatselijke geschiedenis, genealogie of heemkunde in en rond Boortmeerbeek, Hever en Schiplaken?
Waarom dan geen lid worden van de heemkundige kring Ravensteyn vzw? U ontvangt 4 nummers van ons tijdschrift (samen 200pagina's info) per jaar en U krijgt korting op onze andere publicaties.
Stort 15,00 € als lidgeld of 20,00 € als erelidgeld op de bankrekening BE92 0682 0724 0123 van de heemkundige kring Ravensteyn vzw met vermelding van uw naam en (ere)lidgeld jaar.
Lokale geschiedenis en genealogie in Boortmeerbeek, Hever en Schiplaken
24-06-2008
Tiende genealogisch weekend
Heemkundige Kring RAVENSTEYN VZW
De TIENDE editie van ons jaarlijks genealogisch weekend gaat dit jaar door op zaterdag 22 en zondag 23 november 2008.
Dit jaar is het thema : OP DE SCHOOLBANKEN
Ter voorbereiding van dit thema is de kring op zoek naar alle mogelijke klasfotos uit Boortmeerbeek, Hever en Schiplaken, genomen in al de plaatselijke scholen tussen 1880 en 2008.
Kan U ons één of meerdere exemplaren bezorgen en/of weet U wie op deze fotos afgebeeld staat, geef dan een seintje aan :
Frans JACOBS, Kwaenijkstraat 40, Hever (015/51.11.88)
Vital OP DE BEECK, Sijsjeslaan 1, Schiplaken (015/61.42.39)
Guido SMETS, Peter Benoitstraat 21, Hever (015/51.39.05)
Georges WOUTERS, Pachthofstraat 51, 3191 Hever (015/51.25.35)
U krijgt Uw klasfotos gegarandeerd binnen de 48 uur onbeschadigd terug. We hoeven er alleen een scan van te nemen. Dit beschadigt de foto in generlei mate. Indien U ons namen kan noemen van diegenen die op deze klasfotos voorkomen, des te beter.
Met Uw medewerking wordt de tiende uitgave van ons genealogisch weekend eens te meer grandioos!
Wij danken U nu reeds voor Uw zeer gewaardeerde hulp,
In het boek Wielerparels uit de regio Haacht komen de profrenners aan bod uit negen gemeenten, waarvan Haacht zon beetje het middelpunt is. Zo zal u in dit boek de profrenners terugvinden uit de hoofdgemeenten Haacht Keerbergen Tremelo Rotselaar Herent Kampenhout Boortmeerbeek Bonheiden en Putte.
U zal in dit boek de mooie prestaties terugvinden van de renners die u vroeger hebt aangemoedigd en die u met hun overwinningen deden juichen.
Lode Anthonis - Maurice Croon - Roger De Coninck - Willy Derboven - Jos De Schoenmaecker - Frans De Wolf (den Bojé) - Richard Everaerts - Jules Geens - Marcel Goossens (den Tuup) - Alfons Hendrickx - Staf Hermans - Jos Huysmans - Raymond Impanis - Victor Jacobs - Marcel Laurens - Alfons Lauwers - Frans Loyaerts - Louis Nackaerts - Jef Scherens (Poeske Scherens) - Jan Storms - Alfons Sweeck - Willy Van den Eynde - Benjamin Van Itterbeeck - Willy Vekemans - Frans Verbeeck - Marc Verbeeck - Evert Verbist - Pé Verhaegen (+ zoon Pol) - Jos Wouters - Ludwig Wynants
Het boek bevat verder nog extra hoofdstukken, waarin onder meer de kampioenen van België in de Jeugdreeksen (Mathieu Maes (Boortmeerbeek)- Walter Naegels - Herman Vander Merken (Boortmeerbeek)- Jozef Scherens) en de veldrijders van Baal-Tremelo (Sven Nys - Niels Albert - Kipcho Volckaerts aan bod komen. Ook aan wijlen sportdirecteur Florent Van Vaerenbergh en het thans niet meer verreden Wielercriterium van Rijmenam werd de nodige aandacht besteed.
De uitgave van Wielerparels uit de regio Haacht wordt verzorgd door de Haachtse Geschied- en Oudheidkundige Kring (HAGOK) vzw. Auteur : Jozef HAMELS
Michel Wuyts, wielersportverslaggever VRT, schreef het voorwoord.
PRIJS Voorintekenprijs (tot 1 mei 2008): 16 (+ evt. 4 verzendingskosten) Prijs vanaf 1 mei 2008: 20 (+ evt. 4 verzendingskosten) De lijst met voorintekenaars wordt achteraan in het boek opgenomen.
De voorstelling van het boek zal plaats vinden op zaterdag 21 juni 2008 om 9.30 u. in de parochiezaal achter de kerk van Winksele-Delle en dit ter gelegenheid van de 8ste VOETBAL- en WIELERBEURS
Geinteresseerden kunnen een intekenformulier of bijkomende inlichtingen bekomen bij Jozef Hamels 016/60.73.33 of via e-mail
jozef.hamels@telenet.beDit e-mail adres is beschermd door spambots, u heeft Javascript nodig om dit onderdeel te kunnen bekijken
of intekenen via het intekenformulier op www.hagok.be
De belangstelling voor de locale geschiedenis zit overal in de lift. In de omliggende gemeenten hebben diverse gemeentebesturen het belang hiervan ingezien en infrastructuur ter beschikking gesteld van de locale heemkundige kringen. Zo stelt Haachthet oud-gemeentehuis van Wespelaarter beschikking van HAGOK, Keerbergen stelt het domein van het Kasteel ter beschikking van de Botermolen, Kortenberg stelt de oude pastorij van Erps-Kwerps ter beschikking van de 4 locale heemkringen, Zemst stelt de oude school van Zemst ter beschikking van de Semse, Sint-Katelijne-Waver stelt een deel van een oude wijkschool ter beschikking van Erf en Heem, Mechelen stelt het oude gemeentehuis van Hombeek ter beschikking van Hoembeka.
Ook onze heemkundige kring Ravensteyn ijvert reeds meer dan twintig jaar voor het verspreiden van de kennis over het plaatselijk verleden en alles wat daar mee samenhangt. In die periode heeft de kring een aanzienlijk archief opgebouwd dat evenwel door het ontbreken van een aangepast locaal niet toegankelijk kan worden gesteld voor belangstellenden.
Binnenkort komt het kasteel de Ravestein vrij door het in gebruik nemen van een nieuw rusthuis. Ravestein heeft steeds een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van onze gemeente. Emile de Meester de Ravestein heeft bij zijn testamentaire schenkingop 20 maart 1885 bepaald datzijn kasteel en domein steeds moest ter beschikking gesteld worden van de inwoners van de gemeente.
Het zou dan ook ideaal zijn dat de heemkundige kring, die naar het domein Ravestein genoemd is, aldaar zijn plaats kon krijgen in een beperkt deel van het gebouw.
Woont U in Boortmeerbeek, Hever of Schiplaken, onderschrijf dan met ons deze vraag en teken de bijgaandepetitie. Laat ook Uw familieleden en vrienden meetekenen.
U kan ook via de mailknop onze petitie steunen door een mail te zendenIk (naam+adres) ondersteun de vraag van de heemkundige kring Ravensteyn naar een lokaal in kasteel Ravestein.
U kan ons het petitieblad ingevuld ook terugbezorgen als pdf via de mailknop op deze weblog of op het volgende adres:
Heemkring Ravensteyn vzw,
p/a G. Wouters, Pachthofstraat 51, 3191 Hever
De heemkundige kring Ravensteyn vzw dankt U bij voorbaat.
Driënnegentig jaar geleden was Schiplaken tot twee maal toe de plaats waar Belgische en Duitse troepen hevig slag leverden. Van 24 tot 26 augustus 1914 probeerden Belgische troepen een eerste maal zoveel mogelijk Duitse troepen staande te houden om aan andere fronten hun strijdmakkers te ontlasten. Dit gebeurde ten koste van vele Belgische slachtoffers. Tussen 27 augustus en 11 september, datum van de tweede slag trok het gros van de Belgische troepen zich richting Antwerpen terug. Tussen 9 en 13 september werd op aansturen van de Franse opperbevelhebber een offensief gelanceerd in onze streken. Eens te meer was het de bedoeling zoveel mogelijk Duitse strijdkrachten te immobiliseren opdat deze niet richting Frankrijk (slag aan de Marne) zouden kunnen opmarcheren.
Niet alleen de militairen telden talloze slachtoffers in hun midden, ook de Schiplakense bevolking had heel wat te lijden onder de gevechten, zowel op materieel als lichamelijk gebied. Verschillende gebouwen werden zeer zwaar beschadigd. Bvb. de kerk, de pastorij en het kasteel Terlinden. Enkele inwoners verloren het leven door represailles van de Duitse invaller.
Op zondag 26 augustus 2007 wordt in en rond de kerk H. Familie eens te meer deze Slag van Schiplaken herdacht en wordt nogmaals gewezen op het zinloze van elke oorlog.
Zoals elk jaar wordt er om 10.00 uur een herdenkingsmis gehouden. Daarna volgt een bloemenhulde op het oorlogskerkhof. De herdenking wordt opgeluisterd door het parochiekoor, de harmonie De Eendracht en de aanwezigheid van vele delegaties van oud-strijdersbonden en andere vaderlandslievende verenigingen.
Iedereen is van harte uitgenodigd op deze herdenking!
15 JULI 1852: BLIKSEMINSLAG OP DE KERKTOREN VAN HEVER MET NOODLOTTIGE GEVOLGEN
Pastoor Petrus Van der Auwera noteerde:
"Op 15 juli 1852 omtrent 6 uren namiddag heeft het vuer des hemels gevallen sijnde op den toren der kerck, is den toren gans afgebrand en gebarsten, de 2 klokken in stukken gesprongen en gebarsten, den beffroi tot kool verbrand. Omtrent 8 uren 's avonds de drij brandspuyten van de statie van Mechelen ter hulp gesneld sijnde, is het vuer seffens overmeesterd geworden"
Dit zou niet de laatste maal worden dat de kerk door blikseminslag getroffen wordt: In augustus 1994 herhaalt de geschiedenis zich. De kerktoren wordt door bliksem getroffen met een bescheiden brandje tot gevolg. Gelukkig is het vuur vlug bedwongen en kan de schade binnen de perken gehouden worden.
De blikseminslag met de er op volgende brand in 1852 bracht wel de reeds jaren gevraagde uitvoering van een vergroting van de kerk in een stroomversnelling. De toren moest toch afgebroken worden.
(uit: de Onze-Lieve-Vrouw-kerk te Hever, een uitgave van de heemkundige kring Ravensteyn, 1996.) (19de eeuwse tekening van J.F. Mardulyn)
Een (ere-)lid klom in zijn pen: de memoires van Achiel Selleslach
VROEGER IS VOORBIJ
Het levensverhaal van Achiel Selleslach
Een (ere-)lid van de heemkundige kring Ravensteyn klom enige tijd geleden in zijn pen.
Achiel Selleslach,geboren en getogen in Hever-Schiplaken, die steeds zeer actief geweest is in het verenigingsleven, eerst in zijn geboortedorp, daarna ook in de rest van Vlaanderen, blikt in zijn driedelige memoires terug op zijn lange niet altijd rimpelloos verlopen levensweg in de culturele sector.
Deel1: Uit het verste verleden (1927-1963).
In dit eerste deel vertelt de auteur zijn persoonlijke ervaringen uit zijn jeugd in het landelijke Hever-Schiplaken. Hij blikt terug op zijn collegetijd en de oorlogsperikelen, zijn belevenissen in zijn eerste beroep aan den ijzeren weg,het pionierswerk bij de scouts, de kritische geest van Fonske van t Deurp in Het Hele Dorp, het verenigingswerk voor volwassenen, zijn eerste stappen in de wereld met de bijhorende verhuis van het dorp naar de stad.
Het werd een indringende getuigenis van een eerste doorleefde cultuurshock, een indrukwekkend tijdsdocument.
Deel 2: Mijn jaren bij het Davidsfonds (1964-1975)
Een voor velen onbekend gebleven verhaal over de diepe crisis in het Davidsfonds in de zeventiger jaren van de vorige eeuw.
Met de waarheid werd in de officiële geschiedschrijvingvan de beweging mèèr dan een loopje genomen. De auteur geeft in dit deel een waarheidsgetrouwe weergave van de interne spanningen en scherpe meningsverschillen in de beweging, zoals hij ze van op de eerste rij meemaakte en ook pijnlijk onderging. Gelukkig kreeg hij steun van de basisbeweging en niet in het minst van uit zijn geboortedorp.
Voor het eerst wordt hier een boekje opengedaan over de meest sombere periode uit het Davidsfondsverleden.
Deel 3: Met recht van spreken (1975-1988)
Hierin vindt de lezer een helder overzicht van zijn verder turbulent beroepsleven.
Als gangmaker van de B.V.V.O. (Bond van Vormings- en Ontwikkelingsorganisaties), de eerste koepelorganisatie op pluralistische grondslag,zette hij menig nieuw initiatief op de sporen. Eén ervan dat ook vandaag nog weerklank vindt is de regionale televisie.
Jammer genoeg werd Achiel voor de tweede maal het slachtoffer van sinistere manipulaties binnen zijn werkomgeving en stond hij na 13 jaar trouwe dienst op straat.
De waarheid heeft ook in deze afrekeninghaar rechten.
Pas verschenen: een boek over Vlaams-Brabantse tuinen en parken, waaronder enkele uit onze gemeente
In de reeks cahiers van Monumenten en Landschappen verscheen deel nr. 14, Historische tuinen en parken van Vlaanderen, inventarius Vlaams-Brabant, het Hageland en Noordoosten van Vlaams-Brabant.
Hierin worden voor Boortmeerbeek, Hever en Schiplaken de volgende parken en tuinen behandeld:
Audenhoven (pp. 73-75) hof ter Hoye (pp. 76-77) de villa Van Gorp (p. 78) Ravestein (pp. 79-82) pastorij van Hever (pp. 83-85) ter Biest (huis dr. Coen) (pp. 86-87) Popuilierenhof (pp. 88-89) villa Van Horenbeeck (pp. 90-91) Trianon (pp. 92-94) Bunselhof (pp. 95-96) Gottendijs (pp. 97-100) Schiplaken (pp. 101-108)
Ook buurgemeenten zoals Haacht, Wespelaar, Tildonk, ... komen aan bod.
Technische specificaties van het boek: D/2007/3241/015 ISBN 97890-403-0264-0
Formaat: 21 x 29,7 cm (DIN A4) Aantal pagina's: 334 pp. + 391 kleurenillustraties Papier: kunstdruk Galerie Art Silk 135 g/m² Afwerking: garengenaaid gebrocheerd Prijs: 45 euro
Besteladres: via een erkende boekhandel of
Agentschap RO-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed (t.a.v. mev. Diane Torbeyns), Koning Albert II-laan 19 (bus 3) - 1210 Brussel, (02) 553 16 13 - Fax (02) 553 16 05 - Rekeningnummer 091-2206040-95 of via mail: DianeP.torbeyns@rwo.vlaanderen.be
Een illustere dorpsgenoot ziet zijn naam vereeuwigd in een straat
Jan Baptist CEULEMANS (1880-1943)
Enkele weken geleden besliste de Boortmeerbeekse gemeenteraad over de naamgeving van enkele nieuwe straten.
Op advies van de heemkundige kring Ravensteyn vzw werd voor een nieuwe zijstraat van de Venstraat (op de terreinen van de oude camping Bolle) in Schiplaken als naam gekozen : PastoorCeulemansstraat.Met recht en reden kunnen we zeggen dat Jan Baptist Ceulemans (1880-1943), want over deze telg uit de Schiplakense familie Ceulemans gaat het, zijn straat meer dan verdiend heeft.
Thans gaan we nader kennismaken met Jan Baptist Ceulemans, die in 1904 naar de Verenigde Staten van Amerika vertrok en er een Vlaamse parochie stichtte voor de talrijke Vlaamse uitwijkelingen naar de nieuwe wereld.
Jan Baptist Ceulemans wordt geboren te Hever-Schiplaken op 13 november 1880. Hij is de oudste zoon van het gezin Joannes Ceulemans (° Muizen 02 maart 1854) en Maria Rosalia Borré (° Hever 25 december 1958).
Vader Joannes Ceulemans werd eigenlijk geboren in het Muizense gehuchtHofstade [1]. Hij verbleef er met zijn ouders Petrus Lambertus Ceulemans (° Muizen 19 januari 1822 - + Mechelen 31 oktober 1893) en Maria Verhaegen (° Muizen 18 maart 1817 - + Hofstade 19 mei 1904) op de Tervuursesteenweg in het huis met het toenmalige huisnummer 18.
Op 28 januari 1880 huwt Joannes Ceulemans met Maria Rosalia Borré uit de Molenheide in Hever. Maria Rosalia is de enige dochter van Joannes Antonius Borré en Maria PaulinaPerremans. De kersverse bruid en bruidegom gaan bij de schoonouders op het Goor inwonen.
Joannes Ceulemans is landbouwer van beroep en waarschijnlijk een man met een grote kennissenkring, veel ambitie en doorzettingsvermogen want na amper vier jaar woonachtig te zijn in Hever wordt hij reeds in 1884 tot gemeenteraadslid gekozen. Bij een volgende verkiezing in 1892 brengt hij het tot schepen en daarna zelfs tot burgemeester. Hij oefent dit laatste ambt uit van 1899 tot 1903. Het zou tot in 1994 duren om opnieuw een Schiplakenaar als burgervader aangesteld te zien worden.
Het gezin Ceulemans - Borré telt vijf kinderen, waarvan, zoals reeds vermeld, onze illustere dorpsgenoot Jan Baptist Ceulemans de oudste was :
- Jan Baptist° Hever 13 november 1880
- Maria Paulina° Hever 3 maart 1882
- Maria Elisabeth ° Hever 31 oktober 1884
- Joannes Victor ° Hever 15 januari 1889
- Catharina Seraphina ° Hever 13 juni 1890
Jan Baptist Ceulemans loopt lager onderwijs in de Heverse gemeenteschool aan de Leuvensesteenweg. Die school was toen nog maar een tiental jaar gebouwd als uitvloeisel van de eerste schoolstrijd. Zijn middelbare studies voltooit hij als intern aan het Klein Seminarie te Mechelen om daarna aan de Leuvense Universiteit de zware studies leidende tot het priesterschap aan te vatten en met glans te voltooien.
Op 27 oktober 1899 ontvangt hij in de kapel van het aartsbisdom te Mechelen van kardinaal Goossens de eerste tonsuur [2].
In 1901 behaalt hij met grote onderscheiding de graad van magister en doctor in de Thomistische wijsbegeerte en filosofiemet een proefschrift, getiteld : La certitude du souvenir[3]. Jan Baptist Ceulemans verblijft danin het Amerikaans College te Leuven. Toen reeds was duidelijk dat hij zich voorbereidde op een toekomst als zendeling in het verre Amerika
Op 12 juli 1903 [4] wordt Jan Baptist tot subdiaken ad titule missione [5] in het Amerikaans College aan de Naamsestraat te Leuven gewijd.
Een goed jaar later op 2 april 1904 volgt dan zijn wijding tot diaken in datzelfde Amerikaans College en wordt hij aangewezen voor het bisdom Peoria (Illinois) in de Verenigde Staten van Amerika.
Op 10 juli 1904 wordt Jan Baptist Ceulemans in de kapel van het Amerikaans College tot priester gewijd door Jean François Vanderstappen, sedert 1869 professor aan het Groot Seminarie van Mechelen, titelvoerend bisschop van Jaffa en sedert 1893 hulpbisschop van kardinaal Goossens. Vanderstappen is ook sedert zijn benoeming tot hulpbisschopkannunik van st. Rombouts benoemd.
Nog in hetzelfde jaar 1904 vertrekt Jan Baptist Ceulemans naar de Verenigde Staten van Amerika, waar hij in 1906 de stichter is van een Vlaamssprekende parochie in Moline [6], gelegen in de Mississippivallei en deeluitmakend van het diocees Peoria in de staat Illinois.
Pastoor of father Ceulemans zal deze parochie, toegewijd aan het Heilig Hart en thans één der grootste parochies van het bisdom, gedurende de eerste 37 jaar leiden.
Father John was er gekend als de vliegende priester. Hij wordt er dan ook sterk geassocieerd met het vliegwezen. Als tijdgenoot van Lindbergh is Jan Baptist Ceulemans sterk aangetrokken door de opkomende nieuwe manier van transport en in 1924 kiest hij voor het eerst het luchtruim. Onze dorpsgenoot wordt heel snel voorzitter van het Aviation Committee of Moline Association of Commerce [7].
Benevens zijn dagelijkse taak van parochieherder heeft Jan Baptist Ceulemans nog diverse andere meer burgerlijke interesses waarvoor hij zich ten volle inzet. Zo is hij direkteur van het Moline City Hospital en ook voorzitter van de Moline Welfare Association.
Jan Baptist Ceulemans is een vurig bewonderaar van kardinaal Mercier, zijn vroegere professor in het Seminarie Leo XIII te Leuven en zodra hij te weten komt dat de kardinaal in 1919 een bezoek wil brengen aan de Verenigde Staten, inviteert hij hem om tevens een bezoek te brengen aan Moline, de grootste Vlaamse nederzetting in de U.S.A. [8].
Verder is father Ceulemans ook een fervente aanhanger van Abraham Lincoln en vurig verzamelaar van souvenirs met betrekking tot Lincoln, zodanig zelfs dat een kamer van de pastorij in Moline door zijn vele vrienden de kamer van Lincoln genoemd wordt omdat ze zoveel aandenkens aan de vroegere president bevat.
Jan Baptist Ceulemans vergeet ook zijn heimat niet. Vooreerst blijft hij schriftelijk in contact met zijn neven en nichten (kinderen van zijn broer Joannes Victor) en zendt hij hen bij de jaarlijkse nieuwjaarswensen telkens een attentie, bijvoorbeeld een dollar om op hun spaarboek te zetten [9].Hij verloochent ook zijn boerenafkomst niet. Father John heeft een grote tuin aan zijn originele pastorij. Hij verbouwt er persoonlijk vele soorten groenten en werkt dikwijls in zijn tuin, maar steeds met zijn priesterboord aan.
Hij is een vroege voorstander van het gebruik van mais om alcohol te produceren, die gemengd met diesel, voor de boeren een goedkopere brandstof voor hun tractoren kon betekenen en alzo de toestand van zijn parochianen in de hard aankomende crisis van de jaren 1930 kon verbeteren.Hoe hij die produktie van alcohol kon laten rijmen met de Prohibition weten wij niet.
Pastoor Ceulemans was ook medestichter van de eerste Vlaamse krant in de U.S.A., de Gazette van Moline.
Niettegenstaande zijn bekwaamheid en zijn onverdroten werkzaamheid en inzet, niet alleen voor zijn parochie, maar ook in zijn strijd tegen de sociale problemen van zijn tijd, blijft father Ceulemans bescheiden en weigert hij de titel van Monseigneur die hem in 1931 door de paus wordt aangeboden.
Twee van de momenten in zijn leven waarop hij zelf met fierheid terugblikte waren :
- zijn allereerste solovlucht in 1924
en
- de begeleiding van kardinaal Mercier bij de eerste steenlegging van de huidige kerk van het Heilig Hart te Moline in 1919.
Ook bij de bouw van de parochiekerk van Moline geeft Jan Baptist Ceulemans blijk van aanpakken. Binnen weinige jaren zijn de bouwkostenvan de kerk volledig afbetaald.
Twee weken voor zijn overlijden op tweede Kerstdag van 1943 schrijft hij nog in een artikel van de Moliner Dispatch(in vrije vertaling) :
Vanaf het ogenblik dat we bewust toegevingen doen aan een bovenaardse kracht die groter is dan die van de mens en die aan de oorsprong van de mensheid ligt en ons als dusdanig inspireert om op ons best te zijn, dan geven we onze menselijke waardigheid en persoonlijkheid over.
Wat gebeurt er met de broer en zusters van Jan Baptist Ceulemans terwijl hij in het verre Amerika het beste van zichzelf geeft ?
Zijn zuster Maria Paulina huwt ene Camiel Wegge en emigreert naar Rock Island in de buurt van Moline. Haar echtgenoot wordt daar begrafenisondernemer. Maria Paulina overlijdt kinderloos op 28 augustus 1919. Zij wordt begraven in Moline.
Maria Elisabeth Ceulemans treedt op 09 september 1904 in het klooster van de Zusters van Opwijk. Zij wordt op 22 augustus 1906 geprofest onder de naam van zuster Maria Eduarda. Zij overlijdt in het moederklooster te Opwijk op 04 november 1911.²
Joannes Victor, de enige broer van pastoor Ceulemans, huwt met Maria Ludovica Pauwels en zorgt voor enig nageslacht te Schiplaken.
Catharina Seraphina , zijnjongste zuster trouwt met ene Buelens.
[1]Het is pas op 01 januari 1871 dat Hofstade een zelfstandige gemeente werd.
[2] Eerste tonsuur of primn tonsuram : eerste en laagste wijding voorbereidend op de latere wijdingen (subdiaken, diaken, priester)
[3] Wijsgerig leven in Nederland en België 1880-1980, De filosofie van Leuven, dl.6, p. 35.
[4] Lijst van de wijdingen, bewaard in A.A.M.
[5] Ad titule missione : hierdoor staat het bisdom tot hetwelk de wijdeling behoort hem af voor het missioneringswerk.
[6] Kunnen we in Moline geen Malines of Mechelen herkennen ?
[9] Wij danken de familie Ceulemans, en speciaal Hendrik Ceulemans, voor de inzage inde bewaarde briefwisseling met hun heer-oom.
Dit artikel is een vrije bewerking van Illustere dorpsgenoten, Jan Baptist Ceulemans (1880-1943) van de hand van Frans Jacobs in Tijdschrift Heemkundige Kring Ravensteyn vzw, jg. 13 (1999) nr. 2, pp. 59-65.
14de herdenking van de aanval op het Twintigste Konvooi
14deherdenking van de aanval op het XXste konvooi.
Deze herdenking zal doorgaan op zondag, 6 mei 2007, om 10u30 bij het monument van het XXste konvooi, aan het station van Boortmeerbeek.
Het is de afsluiting van het archiefproject XXste konvooi Geef hen een gezicht van het Joods Museum van Deportatie en Verzet (JMDV). Uitgangspunt hierbij vormen de ongeveer 1.070 bewaarde portretten van de 1.636 gevangenen die met het XXe konvooi werden getransporteerd. Aan de hand vandeze portretten zal het XXste treinkonvooi opnieuw (op zeildoek) samengesteld en zichtbaar worden. Het museum wil met dit project niet alleen de racistische vervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog visualiseren maar ook de gedeporteerden van het XXste konvooi voor een stuk hun identiteit teruggeven.
De herdenking in Boortmeerbeek wil naast de herinnering van de slachtoffers en de aanvallers ook inzicht geven in de mechanismen die genocide mogelijk maken. Het monument in Boortmeerbeek is de plaats waar de gedeporteerden van toen, de levenden van nu,blijvend kunnen herinneren aan hun opdracht te herdenken en te gedenken.
Na de herdenkingsplechtigheid volgt er een panelgesprek in de raadzaal van het gemeentehuis en een wandeling naar de plek waar de aanval op het konvooi plaats vond.
Wie dacht dat spoken slechts te vinden waren in oude Engelse kastelen of in de verhalen die vroeger rond de Leuvense stoof door onze grootouders verteld werden over klopgeesten, de kwade hand, dwaallichten, heksen en de witte madam [1], die heeft het mis. Ook in ons eigenste dorp hebben er ooit spoken rondgewaard. En wel op Gottendijs. Misschien dwalen ze er nog steeds over de resten van de slotgrachten of zitten ze te zuchten in de ruïnes van de kelders van het kasteel !
Het verhaal van de spoken van Gottendijs is tot ons gekomen via een zeer geloofwaardige bron, namelijk een notariële akte opgesteld door de Mechelse notaris Roucx op 3 januari 1665 [2]. Kunnen we een meer geloofwaardige bron vinden dan een notarisakte als we weten dat een notariële akte dient omauthenticiteit aan een gebeurtenis te geven en dus vrij moet zijn van enige sensatiezucht.
Toch kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de toenmalige instrumenterende notaris bij het aanhoren van de jongelui die voor hem hun verhaal kwamen doen de kriebels moet gekregen hebben enhij bij het opstellen van zijn akte met zijn pen in de haren heeft moeten krabben.
We geven hier eerst de oorspronkelijke tekst van de minuut die de notaris opstelde.
Op heden den derden january 1665 syn gecompareert voor my openbaer notaris ende ter presentie van de getuygen naegenoemt jouffr. Clara Swerts, out vierentwintich jaeren, jouffr. Catharina Swerts, out twintich jaeren, Maria De Groot, out eenentwintich jaeren, Jan Fleuniau, conditeur van artillerie, Guilliam Le Febure, Jan Oudaert, alle meerderjaerich synde, welcke jouffr. comparanten hebben verclaert ende geattesteert, gelyck sij verclaeren ende attesteeren by desen, waerachtich, hen kennelijck ende wel indachtich te syn, dat sy geleden ontrent den tyt van vierthien daegen, off daer ontrent wesende ten huyse van mevrau Tollenaers op het huys, genoempt Gottendijs onder Hever ende sijnde in hunne ruste, aldaer bij nachte hebben gehoort boven op de camers van den selven huyse een merckelijck gerucht ende beroerte van eenige taefels oft ander haudwerck, daer sij nochtans verstaen hebben de selve camers ledich te wesen, mitsgaeders hebben verscheyde reysen oock iemand by nachte hooren gaen, kloppen, ende vrempt gerucht maecken ter wijlen geen andere persoonen binnen het huys als sij lieden attestanten en waeren, ende tot dyen gehoort te hebben eenige dommelinge ende geruys, daer het nochtans nyet en waeyde ende dat oock diversche reyse de deuren int voors. huys by avonden wel gesloten sijnde, snachts syn geopent sonder eenige sleutels de welcken in eene andere camere waeren gesloten ende heeft de voors. Maria De Groot, beneffens Jan Fleuniau hooren kloppen snachts op de deuren met een groot gewelt, sulcx dat sij door het groot gerucht verbaest sijnde nyet en coste slaepenende dat op verscheyde deuren soo boven als ondere, hebbende de selve Maria bij nachte noch gevoelt dat iet beneffens haer op het bedde quam liggen nyet wetende oft het een lichaem off eenen geest was.
Item heeft de voors. jouffr. Cath. Swerts particulier int voors. huys gehoort ende gevoelt beneffens haer daer sij in het bedde was liggendeontrent haer hoofft is gecomen iet levendich gelijck een handt oft diergelijck, het welck tersijden haer hooft was crabbendeende sich roerende endetot dyen in den claeren dach gehoort te hebben merckel. gerucht op den solder in der vuegen all al off eenich haever oft graenbij een wierde gekrabt, daer sij nochtans bevonden hebben dat doentertijt geene persoonen op den solder en waeren, ende de vensters gesloten .
Ende ten desen mede comparerende Joanna Claes, out ontrent de viertich jaeren ende Maria Verhaegen, out ontrent de XXV jaeren, hebben insgelijckx verclaert dat sij op eenen nacht als sij in het voors. huys waeren wassende snachts in de keucken, hebben gehoort groot gedommel ende geruys boven op de kamer off solder, al off het geweest hadde eenen grooten windt, daer sij nochtans buytenshuys saegen dat het nyet en waeyde, ende dat bovengeene persoonen, catten oft honden en waeren, dwelck bij naer soo den heelen nagt was duerende.
Meede oock comparerende Lenaert Thomas ende Niclaes du Boys bijde meerderjaerig sijnde hebben insgelijckx verclaert ende geattesteert gelijck sij doen bij desen waerachtig te sijn dat sij oock verscheyde reysen gehoort hebben in de keucken van den voors. huyse groote dommelingen, kloppen ende gerucht, dwelck nu in de bottelrije ende dan in de keucken was, ende soo den voors. Lenaert met eene keersse ginck daer naeren heeft daer nyet bevonden, maer ter wijlen hij met de keirsse was in den kelder, heeft hij het voors. gerucht gehoort in de bottelrije ende wederom boven gecomen sijnde hoorden dat beneden in den kelder de steenen scheenen uytgetrocken te worden ende soo gesmeeten in het waeter.
Oock comparerende Guilliam Le Febure ende Jan Oudaert hebben verclaert gehoort te hebben in het voors. huys geduerende den tijt dat sij daer waeren slaepende op de kamers ende solders groot gerucht ende gesammel, soo dat daer door de schotelen ende gelaesen van de kamers waeren rammelende sonder dat daer nochtans eenige menschen inne waeren, waer door sij oock seer verschruckt ende verbaest waeren.
Gevende alle de voors. attestanten voor redenen van wetenschap van alle hunne respective attestatien dat sij int voors. huys present sijn geweest ende tselve alsoo respectivelijck gehoort ende gesien te hebben in sulcker vuegen dat sij in het voors. huys nyet meer en soude dierffne slaepen offte woonen, want sij nyet anders en connen oordeelen ofte int voors. huys hen sijn haudende eenige geesten off vremde spoockerijen, die door de vremde geruchten ende voors. verschrickingen oorsaeckdat aldaer geene mensche bij nachte genoeggel. en can comen rusten, oordelende daer omme dat het voors. huys nyet well bewoonbaer est, welck sij alsoo verclaeren waerachtich te wesen met presentatie van 't selve met solemniteytenende voor alle heere, hoven ende wetten daer des noodich ende versocht sal worden te verclaeren, bevestigen ende affimeren.
Het gebeuren dateert dus van enige dagen vòòr Kerstmis 1664, een vredige tijd. In het kasteel van Gottendijs, dat in die tijd gehuurd wordt door mevrouw Tollenaere, logeren een drietal jongedames. Ze worden gewekt door gestommel in enkele kamers van het kasteel en door geschuifel van tafels, stoelen en het kloppen op hout en geruis dat zich over het ganse kasteel verspreidt. Geklapper van deuren, terwijl het buiten een rustige nacht was en windstil, gerucht op de zolder alsof er haver of graan werd bijeen geborsteld (zaten er dan tochmuizen of een kat èn muizen ?),dat is niet normaal.Het nachtelijk lawaai was overal. Eén der dienstmeiden was aan het afwassen in de keuken en ze hoorde het gestommel en gerucht, dat ze op zolder lokaliseerde.
De jongedames waren nochtans van mening dat ze alleen in het kasteel waren. Tenminste, zijzelf en .... enkele jongemannen en enkele dienstbodes.
Ook de jongelieden laten zich niet onbetuigd in het verstrekken van de nodige details.
Eén der jongemannen, die zich wat stoerder voordeed dan de anderen, Lenaert Thomas, ging met een brandende kaars kijken of hij niets verdachts vond, maar als hij in de kelder was, hoorde hij gerucht in de keuken en kwam hij terug naar boven, leek het of er beneden in de kelder stenen uit de muur werden getrokken en in het water werden geworpen.
Klap op de vuurpijl is de verklaring van één der jongedames die in haar slaap gehoord en gevoeld had dat er iets bij haar in bed was komen liggen, dat haar zelfs had aangeraakt!Ze kan evenwel niet zeggen of het een lichaam of een geest was die zo kort bij haar vertoefde !
Het gespook blijft de ganse nacht duren zodanig dat ze de volgende morgen besluiten dat het er meer niet leefbaar is. Ze durven er niet meer verblijven.
Ze wachten veertien dagen om met hun verhaal naar een Mechelse notaris te stappen. Waren ze misschien bang om uitgelachen te worden ? Uiteindelijk rapen ze hun moed bij elkaar om het daar als eerlijke en eerbiedwaardige personen onder eed te laten noteren om het kracht bij te zetten.
Hoe moeten we die geschiedenis nu beoordelen ? Welk spel werd hier gespeeld ?
De waargenomen geluiden moeten wel erg ongewoon geweest zijn, zonder dan nog te spreken van de geesten die zomaar naast jonge maagden in diens bed glijden.
Hebben enkele van de aanwezigen de anderen met spookachtig geluiden de daver op het lijf gejaagd ? Zo ja, dan moeten er enkele van de attestanten een serieuze meineed gepleegd hebben.Of liegen ze allemaal om één of ander extreem drinkgelag te verdoezelen ? Er is immers sprake van een bottelrij (wijnkelder), waarin sommigeattestanten misschien nogal graag afdaalden om na te gaan of er iets aan de hand was.
Misschien werden de vreemde geluiden wel door torenuilen gemaakt, alhoewel er te Schiplaken vooral bosuilen zaten.
Waarom hebben de pachters van de twee neerhoven van Gottendijs [3] niets gemerkt. Zij woonden met hun neus op het kasteel.
Het verhaal is niet te geloven !
Maar misschien zit er toch een kern van waarheid in.
Nadat Gerard Van Uffel, baron van Heembeecken ontvanger van de domeinen van Mechelen, Vilvoorde en Tervuren het domein Gottendijs op 26 juni1659 [4][5] van Philip Van Varick in een openbare verkoop aankoopt, gaat hij en zijn vrouw Susanna Catharina Bolarte het niet direct als hoofdverblijfplaats gebruiken. Het kasteel en de omliggende landerijen zijn meer bedoeld als investering en als huys van plaisantie. De baron van Heembeeck verblijft meer in zijn woning naast de huidige zetel van het O.C.M.W. (Leliëndael) in de Bruul te Mechelen.
De levenswandel van de baron was niet altijd voorbeeldig. Zo wordt hij in 1659 vervolgd wegens smaad en het uitbrengen van doodsbedreigingen [6].
In de lente van 1664 verhuurt baron Van Uffel het domein t Oliviers [7] voor een termijn van zes jaar aan mevrouw Joanna Van Oistwinckel, weduwe van Adriaen Tollenaers [8].
Negen maanden na het ingaan van het huurcontract speelt de spookgeschiedenis zich af.Zou één van de slachtoffers van de doodsbedreigingenvan enkele jaren tevoren misschien de spookgeschiedenis geënsceneerd hebben om nieuwe kandidaat-huurders schrik in te boezemen of was douarière Tollenaers de aanstichtster om alzo van haar huurcontract af te raken ? Het kan allemaal.
Wat er ook van zij, aan het bestaan van spoken, geesten en heksen werd veel geloof gehecht. Ook tot in de twintigste eeuw werden s avonds achter de Leuvense stoof bij de dansende vlam van een kaars of petroleumlicht straffe verhalen verteld waarnaar de de jeugd en ook vele volwassenen met ingehouden adem en het klamme zweet op hun rug sprakeloos bleven luisteren.
De spektakelwaarde van zulke verhalen was honderden malen groter dan diegene van de spannendste hedendaagse thriller op T.V. of in de bioscoop want de verteller had het dikwijls allemaal zelf meegemaakt en het moesten al sterke persoonlijkheden zijn om aan de duivel, de spoken of de boze geesten te weerstaan of ze met bijna bovenmenselijke krachtinspanningen te kunnen overmeesteren of verdrijven !
Waarom zouden er dan in 1665 geen van die spoken eventjes in een donker, afgelegen verlaten kasteel hebben vertoefd, waar tegelijkertijd enkele angstige jonge mensen de nacht doorbrachten ? Denk U even in de plaats van deze jongelui ! Zou U ook niet angstig zijn bij al die onverklaarbare geluiden ? Zou U ook niet serieus van de kaart zijn als U niet weet of het een lichaam dan wel een geest is, die zich naast U in uw bed neervleit, temeer dat die geest of dat lichaam verder niets gedaan heeft.
Ziet U wel, die jonge mensen hebben echt spoken gezien !
******
[1] Zie hierover A. Ver Elst, Spokerijen in de witloofstreek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1990.
[2] S.A.M., Notarisprotocollen, nr. 1.544, not. Roucx, 03 januari 1665.
[3] Van oudsher was het kasteel omgeven door twee neerhoven. In moderne vorm zijn deze nog terug te vinden in het huis van prof. Van Steenbergen en de langgevelige hoeve die doorwijlen Rik Baudet bewoond werd.
[4 S.A.M., Notarisprotocollen, Otto Hartius, nr. 933, 29 november 1659.
[5] Philip van Varick had Gottendijs eerst verkocht aan ene Petrus Snijers, die evenwel niet bij machte was de koopsom van 20.000 gld. te betalen. Ingevolge deze rouwkoop diende men over te gaan tot herverkoop van het domein waarbij Van Uffel zijn kans waarnam.
[6] F. De Crée, Het Voormalige kasteel Gottendijs, stille getuige van een roemrijk verleden, p. 34, Heemkundige Kring Ravensteyn vzw, 1997
[7] t Oliviers is de oudere benaming van Gottendijs die minstens van in de 15e eeuw voor hetdomein gebezigd werd. De benaming Gottendijs komt slechts te berde wanneer de familie de Gottignies het domein verwerft.
[8] S.A.M., Notarisprotocollen, Otto Hartius, nr. 936, 01 maart 1664.
Dit artikel verscheen in het tijdschrift van de heemkundige kring Ravensteyn vzw, 1999, nr. 4, pp. 164-168
We weten allemaal hoe moeilijk het is om in Boortmeerbeek aan genealogisch onderzoek te doen. De parochieregisters zijn quasi volledig verdwenen, de akten van de burgerlijke stand beginnen erg laat, ... Toch zijn er een aantal secundaire bronnen beschikbaar. De heemkundige kring heeft trouwens reeds een aantal ervan reeds ontsloten en te boek gesteld (zie publicatielijst). Indien via E-mail (zie rechterkolom) de nodige basisgegevens worden aangereikt, willen we proberen elke geïnteresseerde van dienst te zijn om via deze secundaire bronnen de nodige gegevens aan te reiken om de missing link te vinden en alsdus (gratis) een vastgelopen stamboomonderzoek in Boortmeerbeek los te trekken. Natuurlijk is er geen garantie op sukses, maar baat het niet, het schaadt ook niet.
Vanzelfsprekend geldt dit aanbod ook voor Hever.
Zo hoef je niet steeds te wachten op ons jaarlijks genealogisch weekend om een onopgelost genealogisch vraagstuk in Boortmeerbeek of Hever een aanzet tot oplossing te geven!
Wie kent deze krasse dame nog? Zij werd ondanks de penibele omstandigheden die er toen in de gemeente heersten door de ganse Boortmeerbeekse bevolking omwille van een zeer speciaal feit gevierd. Zij verscheen reeds meerdere malen in woord en beeld in de publicaties van de heemkundige kring.
Deze kranige dame is Maria Antonia Verlinden, beter gekend als Madder van den Dille
Zij vierde haar honderdste verjaardag in volle Tweede Wereldoorlog. Een mooie stoet werd aan haar opgedragen.
De reporters van toen schreven over haar het volgende:
Zij werd geboren op St. Elooisdag 1842, in de landelijke gemeente Boortmeerbeek, halverwege Leuven en Mechelen, als dochter van een gekende herbergiersfamilie die de herberg "De Zwaan" op den Lierenhoek uitbaatte, waar zij flink opgroeide en als een lief en net boerenmeisje op 3 januari 1867 huwde met Jozef Livinus Verlinden, ook van Boortmeerbeek. Zij bracht negen kinderen ter wereld, drie zonen en zes meisjes, waarvan er nog twee in leven zijn. Haar man overleed op 12 maart 1896." Maddertje" noemden de mensen haar in het dorp, en later voegde men er dan nog van den Dille" bij.
Zij heeft het nochtans niet gemakkelijk gehad in haar leven. Voor haar 47stejaar werd ze weduwe en moest toen alleen haar vijf meisjes en drie jongens groot brengen. Één meisje was al op vroege leeftijd overleden.
Verder mag zij zich verheugen in het bezit van negen klein‑ en elf achterkleinkinderen. Dat Madder van den Dille in heel de streek een bekend figuur is ligt voor de hand. Gewonnen en geboren te Boortmeerbeek heeft zij er lange jaren een herberg opengehouden, evenals haar moeder trouwens, die het tot den leeftijd van 94 jaar gebracht heeft, dit terwijl haar zuster na 92 jaren het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Dit wijst er tevens op dat zij uit een sterk ras stamt. Zijzelf heeft overigens nooit doktershulp nodig gehad. En eetlust dat de eeuwelinge nog heeft; ze moet een goede maag hebben, doch het is spijtig dat ze zoveel heeft moeten derven. Het is jaren geleden dat het oude vrouwtje nog spek gegeten heeft en de melk, die ze voor haar zegels krijgt, zal haar ook niet vet maken. Het is dan ook niet te verwonderen dat de eeuwelinge sinds den oorlog verscheidene kilo's afgevallen is. Ze verliest daarom geen moed, want als ze zich zondags opkleedt dan moet haar dochter zorgen dat er geen haartje meer op haar mantel hangt. Ja, ze is fier en staat nog meermaals voor de spiegel om te zien of haar haren wel in orde liggen en of ze niet zwart is in het aangezicht.
Niettegenstaande de slechte tijd werd ze feestelijk gevierd als honderdjarige: om 10 uur 30 werd aan het huis der feestelinge de stoet gevormd; namelijk een aantal puik uitgedoste rijtuigen, de schoolkinderen, de plaatselijke bonden, en de grote familie, die aldus de eeuwelinge kerkwaarts brachten en waar om 11 uur de plechtige jubelmis werd opgedragen en gezongen door E.H. Michiels, pastoor, en E.H. Leemans, onderpastoor der parochie en bijgestaan door E.H. van Pevenage, oud‑onderpastoor alhier, thans kapelaan te Opwijk, en E.H. Geens, onderpastoor te Rijmenam. Nadien werd "Madder" officieel ten gemeentehuis ontvangen. Van aan de kerk tot aan het gemeentehuis vormden de schoolkinderen een haag, waartussen de eeuwelinge met haar familie opstapte. Namens de gemeente hield burgemeester Van Gorp een feestrede en overhandigde haar, na den erewijn, een kostbare zetel, als blijvende hulde der bevolking. In een bijzonder lokaal had het feestbanket plaats (44 aanzittenden) en in de namiddag kreeg zij bezoek van kapitein Rombauts, militair secretaris van het Koningshuis, die in naam van koning Leopold III haar een prachtig juweel ten geschenke bracht.
Een ding is spijtig, begon de eeuwelinge en dat is dat ik niet goed meer hoor. Dat doet me dikwijls pijn dat ik de mensen rondom mij zie spreken en geen woordje mee kan praten, omdat ik niet weet waarover het gaat. Anders zijn al haar zinnen nog zeer gaaf. Ze stopte zelf haar kousen en las ook nog graag het dagblad voor den oorlog, wanneer de letters een weinig groter waren. Dan nam de dochter weer het woord, "af en toe vertelt ze nog van haar jonge tijd, wanneer ze naar Haacht‑kermis ging. Van kermissen heeft ze altijd gehouden; deze zomer trok ze nog naar Muizen, waar familieleden haar aan de kermis hadden uitgenodigd. Mechelen en Brussel bezocht ze ook, hoewel eenieder weet dat het reizen niet gemakkelijk gaat in de huidige omstandigheden.
Madder overleed op 26 mei 1945.
(Uit: N. VANDENBORRE. Eeuwelingen uit Boortmeerbeek, Hever en Schiplaken en hun voorouders, Heemkundige Kring Ravensteynvzw & V.V.F. Leuven, 2002)
Huldezang door de leerlingen van de Boortmeerbeekse gemeenteschool o.l.v. schoolhoofd Leo Fannes t.g.v. de stoet voor de 100-jarige Madder van den Dille in 1942 (1)