De Nieuwe Orde
De Wandeling van Ra
12-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Indian Summer

Van dag één is Ra vol trots ontvangen.

Vader zag hem in zijn voetstappen treden.

Moeder pronkte al met hem bij haar vriendinnen.

Grootvader zag hem als de voortzetter van zijn geslacht.

Oom pater en tante non zagen hem al de leer verkondigen en de wereld lag aan zijn voeten.

Hij was de eerste zoon, de eerste kleinzoon, de eerste opvolger.

Ra vermoedt dat hij als een prins ter wereld is gekomen.

Op de eerste van de maand, na een lange heerlijke zomer.

De eerste dag van de Indian-Summer van ’62.

Alles leek hem in de schoot geworpen.

Hij is snel opgegroeid in deze beschermende omgeving.

Eerst volgzaam en leergierig, dan eigenwijs, en al snel met het vooruitzicht voor mezelf te zorgen, en uit deze ivoren toren te ontsnappen.

Al de liefde die hij dacht te krijgen voelde al snel aan als betutteling en bemoeizucht. Het aanschijn van de buitenwereld bleek het hoogste doel, en daar boetten oprechtheid, en ware gevoellens al snel mee in.

De mooie versieringen aan het leven bleken al snel klatergoud, en niemand in zijn omgeving die zich daar aan stoorde.

Laat staan, die het zag.

Hij werd als prinsje behandeld.

Op de duur kon hij die dienstbaarheden niet meer verdragen.

Hij las achter elke handeling een onderliggend zelfbelang en begon het te verafschuwen.

Hij moest geen hulp meer.

Hij wilde niets meer krijgen.

Hij hoefde geen kansen meer.

Hij wilde niets meer vragen.

Hij begon te nemen.

Hij besliste zelf, hoe absurd ook, hoe tegendraads.

Hij kon niet snel genoeg weg uit dit kille nest van mogelijkheden, luxe, schijnheiligheid.

 

 

 

De priester spreekt zijn afgewogen woorden.

Maar hij heeft een andere weegschaal, of gewoon een andere maatstaf.

Het gaat over Ra heen, zonder dat hij de inhoud ervan naar waarde schat.

Het laat hem koud.

Hij ziet geen verband tussen de woorden en het ogenblik waarin wij ons nu bevinden. Gestommel begint van achteraan en komt in een golf naar voren.

Iedereen gaat staan, en een paar mensen maken een kruisteken.

De geloofsbelijdenis vermoed Ra zonder echt mee te luisteren.

Hij kijkt naar iemand die dit teken met zijn rechterhand maak, en vraag zich in zijn plaats af in hoeverre hij dit bewust doet.

Is het voor hem oprecht of is het een aangeleerd gebaar dat hij nu al jaren doet terwijl hij de betekenis ervan reeds lang vergeten is?

Of toch, dat die betekenis er vandaag niet inzit.?

Of denk hij daarmee zichzelf veilig te stellen voor het onvoorspelbare van morgen?

Of doet hij dat omdat hij zich bekeken voelt door de mensen rondom hem?

 

 

12-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
11-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In een kist

Links naast Ra.

 Een kleine anderhalve meter.

Staat tussen de rouwkaarsen een bleek-houten kist, sober afgewerkt met de vergulde sluitbouten en handvaten.

Er flitst hem steeds weer en beeld voor de ogen.

Elke keer is het wel anders.

De ene maal is het vreedzaam, de andere, schrikbarend tot zelfs afschuwelijk.

Hij probeert zich voor te stellen wat daar in die kist ligt.

Het lijkt hem allemaal zeer “clean”.

Elk deel zorgvuldig afgewassen, alle kleine keitjes eraf gewassen.

Elk deel bijna ontsmet.

Waarom probeert hij zich dit beeld steeds weer voor de geest te halen.

Uiteengerokken, geplet, verscheurd, verbrijzeld.

De kleine splinters in de spieren en het weefsel doen hem pijn als hij het ziet.

Wat is er met het hoofd gebeurd?

Is het los van de rest? Is het heel.

Het geeft hem een angstgevoel over zijn eigen lichaam.

Het bewijst hem dat hij zo breekbaar ben.

Dat hij maar een fragiel evenwicht is dat het leven erin houd.

Dat het zo broos is en zo snel uit je kan vloeien of zelfs met een klap verdwijnen.

Hij ziet losse ledematen, een verbrijzelde voet.

Hij krijgt een koude rilling als hij zich probeer voor te stellen hoe de geslachtsdelen eruit zien.

Fantoompijnen kun je het noemen.

Het is een zelfpijniging, dat denken, dat beeld.

Hij wendt snel zijn blik af en laat die vallen op zijn eigen schoot.

Maar dat brengt geen soelaas.

Want onder de stof van mijn kostuumbroek voelt hij zijn eigen lichaam.

Een walging borrelt tergend langzaam op, te sterk om weg te denken, en hij voelt zichzelf in stukken vallen, zijn armen afgerukt, zijn borst met longen en ruggengraat doormidden gehakt, zijn gezicht is van zijn hoofd afgerukt, zijn geslachtsdelen verpletterd.

Hij krijgt een smaak van bloed in zijn mond.

Een warme duizelig makende geur zweeft door zijn neus.

Het zweet parelt zijn op het voorhoofd.

Ra voelt het licht prikkelende koele vocht uit zijn okselholte langs de krullende haren naar beneden lopen.

Al het bloed is uit zijn billen gelopen en zijn bekken drukt tonnenzwaar op de veel te dunne bekleding van de stoel.

Hij moet dringend zijn ogen sluiten, even het hoofd schudden.

Zich wat verplaatsen.

Luister nu even naar de muziek.

Is de priester wat aan het voorlezen?

Iemand anders? 

11-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
10-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ruthie Lingle

Ra lag in een lekker warm bad.

Het was donderdag.

De zondag daarvoor, had Hij zich tijdens de doelloze zwerftocht op het internet, ingeschreven op “Rendez-vous.be”.

Hij had een profiel aangemaakt met volledige beschrijving van interesses, lievelings muziek, favoriete Film, Acteur enzovoort.

En hij had zorgvuldig een foto van zichzelf uitgezocht en deze erbij geplaatst.

Heel snel was hij er al door enkele dames uitgepikt en had enkele korte E-mails gewisseld.

Een Dame van veertig met vier kinderen uit de omgeving van Gent.

Ze was enkel op zoek naar vriendschap en vond het leuk met verschillende mensen te chatten of via E-mail te communiceren.

Een meisje van rond de vijfentwintig was net uit een lange relatie en blijkbaar ontgoocheld door haar jeugdige vriend, op zoek naar een oudere rustige man om mee te praten.

Een gekke meid vroeg hem om raad in verband met een vriend die ontrouw was en haar blijkbaar zeer slecht behandelde. 

Tot laat in de nacht bleef hij met verschillende vrouwen mailen en chatten. Zijn oordeel werd goed onthaald en dat gaf hem vertouwen en dat voelde goed aan.

Met een goed gevoel kroop hij in bed. Klaar om de laatste korte week van de klus in A. aan te vangen.

 

Hij lag in bad en zijn mobilofoon liet hem weten dat er een nieuw bericht was binnengekomen.

Hij herkende het nummer van de afzender niet, maar opende het bericht en las het.

“Ruthie Lingle wil graag met u kennis maken op Rendez-vous.be”

Hij dacht meteen; “ Dit is ze!”

Op een onverklaarbare wijze maakte een gevoel van welbehagen zich meester van zich.

Hij voelde een onstuitbaar zelfvertrouwen en een overweldigend ongeduld om eraan te beginnen.

Waaraan te beginnen?

Hij wist het niet, maar hij voelde het.

Meteen maakte de eenzaamheid en radeloosheid plaats voor een dol enthousiasme met de mooiste vooruitzichten.

Hij zou iemand liefhebben, iemand die hem zou liefhebben.

Hij vergat alle pijn die geleden was er liep over van levensvreugde en optimisme.

Deze kans zou hij niet laten schieten.

 

Hij liet er geen gras over groeien.

Een week later ging hij haar opzoeken.

Ze aten spaghetti bij haar thuis, en die nacht deelden zij het bed.

Ruin veertien maanden later zit ze hier naast hem en houd hij haar hand vast.

 

10-04-2014 om 20:54 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
09-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Handjes houden

Bah, al dat werk.

Hij wendt zijn blik af van de zoldering.

Hij wordt er al moe van.

Er klinkt muziek door de speakers.

De klank is goed.

Net luid genoeg voor hem, maar hij kent de naam van dit nummer niet, of zelf de groep. Hij kent het nummer wel, maar kan het niet samenbrengen met een herinnering die hem hier vandaag van nut kan zijn.

Hij heeft een heel deel van zijn leven niet mee gemaakt.

Het komt hem voor dat hij ver van alles en iedereen is.

Hoe hij zich hier nu probeer in te leven, of voor te stellen.

Niets brengt hem dichterbij.

Als hij rondkijkt, ziet hij zoveel gezichten die hij ken.

Allemaal brengen ze wel een verhaal mee.

Ook de gezichten van de mensen die hij niet kent.

Hij kijkt naar voor.

Ziet de jonge priester op zijn stoel, zo’n twee meter rechts achter het altaar.

Naast hem zit de onderpriester, of de koster, wat het ook mag zijn.

Hij ziet er in elk geval zeer koster uit.

Weet niet waar dit over gaat.

Kent de mensen in zijn kerk niet vandaag.

Kent de muziek niet.

Kent het verhaal niet en denk allicht niet veel goeds over dit volkje dat vandaag zijn kerk haast te klein maakt.

 

Hoe intens kan je “handje houden”?

Kan je doorgeven wat nu in je hoofd speelt?

Soms leeft in hem de overtuiging dat het hem lukt.

Soms krijgt hij een respons die dit lijkt te bevestigen.

Dan vult zijn lichaam zich, van de middel af naar boven toe.

Een warmte die vloeistofdik langs de binnenzijde van zijn vel naar boven kruipt, als was hij een bad dat met een heerlijke velouté wordt gevuld.

Ra verhoogt lichtjes de druk die hij uitoefen op haar hand, en denkt een verbondenheid te voelen.

Een heen en weer stromen van gevoellens die ze allebei verstaan, allebei ervaren.

Die verbondenheid is er niet.

Ze heeft de kracht niet op te kijken.

Ze zijn hier om verschillende redenen.

En dat ze met de hand verbonden zijn, maakt het vandaag alleen maar moeilijker.

Zwaarder.

Waarom zou ze opkijken.

Zij kent hier haast niemand.

Bijna niemand kent haar.

Degenen die hem herkennen, vragen zich allicht af wie zij is.

Denken dat zij met Ra is mee gekomen vandaag.

Dat ze Ra is gevolgd.

Dat ze hier buiten staat.

 

09-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
08-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondagen

Het was middag, twaalf uur, en iedereen werd in het salon verwacht voor het aperitief.

Voor de kinderen een glaasje Grenadine of Munt met water en een paar TUC koekjes.

 Voor de volwassenen een glaasje Muscadet en een kaaskoekje.

Iedereen nam rustig plaats in de Renaissance stijl zetels en stoelen.

Op de marmeren salontafel werden de koekjes in Afrikaanse schaaltjes en mandjes opgediend.

Malachiet asbakken, handgeslagen koper schaaltjes, tropisch zwarthouten onderliggertjes, Ivoren olifanten, biscuit Maria beeldjes, een grote glazen kast met daarin een in ivoor en hout  gesculpteerde kruisafneming, een groot schilderij aan de wand met de kroning tot keizer van Napoleon Bonaparte en zijn volledig gevolg met daarnaast een kleinere kopie in etsvorm met vermelding van alle namen van de edelmannen op het schilderij.

Je kwam ogen tekort in het Salon.

Het was twaalf uur, dus ging Tante Anne-Marie , Tante Ginette wakker maken.

Zij was een zwak kind geweest, altijd snel ziek, en dus als een kamerplantje verzorgt.

Zij slaapt tot op vandaag tot de middag uit.

Om dat te mogen, moest zij dan wel de zaterdag om zes uur naar de mis, ter vervanging van de zondagdienst.

Daarbij werd ze vergezeld van Tante Anne-Marie omdat zij op zondag, tijdens de hoogmis, thuis in de keuken moest blijven.

 

Op droge zonnige dagen, werden na het middagmaal, dat draaide meestal rond twee uur, de dubbele tuindeuren aan de “Sale a Manger” opengeslagen en werden koffie en ijs, op het terras opgediend.

De ronde smeedijzeren tafeltjes werden van een tafelkleedje voorzien, het delfts blauwe service werd uitgezet, en de kinderen kregen een hoorntje met een schep van het heerlijke vanille roomijs.

Daarna mochten zij onze zwartrubberen laarzen aantrekken, en op verkenning op het domein.

De meisjes gingen naar de bunker, met de grote boom ernaast, want daar hadden ze een keukentje opgesteld en speelden ze huisje met de vele poppen, kinderwagens en babybedjes.

De jongens gingen in de bomen klimmen of op exploratie in de bunkers die door grootvader gebruikt werd om cider te maken en te stapelen.

Soms ging Ra een ritje maken op de fiets, of hielden we een wedstrijd in de dreef.

Dan was het vertrekpunt van de wedstrijd op de straat aan het kanaal.

Vandaag ging de dreef eerst enkele meters in helling naar beneden, dan honderd meter vlak, dan een rechte hoek naar rechts, tweehonderd meter rechtdoor en weerom een rechte hoek naar rechts, de brug over de slotgracht over en eindmeet net aan de grote voordeur van het kasteel.

Op een van die zondagen, had Ra zijn twee broers en twee nichtjes in de bakfiets geladen aan het vertrekpunt bovenaan de dreef.

Ra zou met hen de helling afrijden en dan door tot aan de eindmeet.

Iedereen ingeladen, vertreksein gegeven, met volle druk rechtstaand op de pedalen de helling af.

Maar Ra kleine snotaap, kon de bak niet in bedwang houden, halverwege de helling slaat de bak met de vier in een klap naar rechts, stevent recht op de slotgracht af.

Ra springt van de bakfiets, grijp het achterwiel vast en probeer het gevaarte tot stilstand te brengen.

Veel te zwaar voor hem en Ra wordt een eind meegesleurd. Dan moet Ra loslaten, en zie de bakfiets, met inhoud over de rand van de slotgracht verdwijnen.

Het gevaarte kantelt helemaal over, en als Ra snel aan de rand kom kijken, zie Ra twee meter diep de bakfiets ondersteboven in het slijk en water liggen.

Niemand te zien, niets te horen.

Ra begin luid te roepen, in de hoop dat zijn ouders, ooms en tantes in de tuin hem kunnen horen en ter hulp snellen.

Ra spring in het slijk van de gracht en probeer de bak om te keren maar die is veel te zwaar.

De voorzijde van de bak is open en daaronder hoor Ra wat gekerm en gehuil.

Een voor een komen zijn broers en nichten zwart van het stinkende slijk vanonder de bak gekropen.

Er blijkt niemand gewond.

Het lijkt wel een mirakel. Iedereen komt er met de schrik vanaf, en ikzelf met een uitbrander.

Maar samen met het verwijt van zijn onbedachtzaamheid krijg Ra felicitaties voor zijn koelbloedigheid en heldenmoed om de bakfiets te trachten tot stilstand brengen, en zijn reddingsoperatie in het kniediepe slijk.

08-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
07-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Kerk

Boven het altaar, hangt hij dan.

Ra dacht,

“Wanneer ben ik me gelijk gaan voelen.

Wanneer ben ik die adoratie die ik voor hem had, kwijt geraakt?

Ik was zo’n ziels kindje, voorbeeldig op weg naar het altaar.

Plots was het weg, ik had hem doorzien.

Of was ik erachter dat zijn god en hemel niet bestaan?

Ik had aan mijn 12 ook keet kunnen schoppen in de tempel.

En dat heb ik dan ook gedaan.

Ik kwam in een systeem terecht doorspekt van corruptie en achterbaks gekonkelfoes.

Waar vieze paters aan de jongens prutsten.

Daar ben ik zo gedégouteerd geraakt dat ik hen verafschuwde.

Dus ook waar zij voor stonden!

De kerk! “

 

Vaak werd Ra daar zo woest van het onrechtvaardige.

Het vooringenomen, discriminerend systeem.

Dan zette hij het kot op stelten .

De leraar of liever de directeur zijn waarheid vertelde.

Waarna hij aan het oor werd weggevoerd.

Vader werd gebeld.

Vader mocht  het weer eens komen aanhoren hoe onhandelbaar zijn zoon wel is.

 Zich aan geen regels wil binden.

De  leraren belachelijk maakt voor de klas.

Maar vader is een belangrijk en voornaam man.

Het college gaat toch belangrijke uitdagingen ook niet zomaar uit de weg?

Maar hoe meer kansen Ra kreeg, hoe meer gelegenheden dat waren om alle oneerlijken hun verdiende loon te geven.

Ra werd opstandig tegen de lakse houding alom. 

 

Hij kijkt naar het beeld, schuin voor hem, op anderhalve meter boven de hoofden van de mensen voor hem.

Het brengt hem naar ander plaatsen, het brengt hem op andere gedachten, dus hij wendt zijn ogen af, op zoek naar wat anders.

Dit gebouw is oud, maar het is goed onderhouden.

Beroepsmatig, gaat hij op zoek naar gebreken, fouten, slechte afwerkingen.

Op zoek naar iets om een verbetering te kunnen aanbrengen.

Dit is niet vakkundig gedaan, dit zou hij anders doen, daar kan nog aan gewerkt worden.

Hij kijkt door de uitstraling heen en zie enkel noch het technische ervan, de constructie.

 Het heeft geen uitstraling op hem. Het maakt geen indruk als hij niet los raakt van de praktijk.

Hij voelt elke steen door zijn handen gaan, en telkens na het werpen van de afgemeten hoeveelheid mortel, legt hij steen na steen langs het koordje, tot de muren hoog zijn, de gewelven rond en de zuilen massief en steunvol zijn.

Hij smeert de verschillende lagen pleister, uitvullagen, primers en toplagen, op muren en zolderingen.

Zet de deuren is verstek, rolt de honderd lagen vernis op het zuivere hout en schroeft met grote zorg de koperen schroeven in het hang en sluitwerk.

De kleine stukjes gekleurd glas past hij geduldig in mekaar en last het lood met de bout in kleine vakjes tot een groot zonnespel waarin hij kan baden.

Hij kijkt door de zoldering heen en voelt het gewicht op zijn schouder, bij het dragen van de leien uit Portugal.

Langs de doorbuigende ladders die naar de hemel rijken, draagt hij bundel na bundel naar boven.

Hij kiest en keurt elke lei voor hij ze gaat plaatsen.

Met zijn puntige hamer maakt hij kleine gaatjes in de leisteen en plaatst ze dan, schuift een beetje bij, zet de eerste nagel aan, kantelt nog wat tot de onderkant mooi pas is en met drie, soms vier tikken van de hamer zet hij de tweede nagel in de lei.

Hij ligt vast, maar kan nog steeds bewegen, hij laat wat ruimte voor de haak, en kiest en keurt alweer de volgende die ernaast moet komen te liggen.

Tergend langzaam maar brandend van ongeduld gaat hij zo door tot aan de nok.

Hij kan haast niet wachten op de aansluitingen aan de randen af te werken.

De hele lijdensweg van het toedekken van het dak brandt het verlangen om af te werken.

Hij wou dat het al klaar was.

Dat hij op het detail kon springen.

Dat hij het kon tonen aan Jan en Alleman, dat hij een schouderklopje kon krijgen.

Dat heb je goed gedaan jongen.

07-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
06-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overvloed

Aan niets ontbrak het Ra.

Omringt door zorgzame zussen, later nog twee broertjes erbij, groeide Ra zorgeloos op in de rijke parochie van Christus Koning, letterlijk en figuurlijk in de schaduw van de kerk van onze zedelijke wijk.

Zijn ouders onderhielden nauwe banden met de vrome aristocratie van Brugge en omstreken.

Thuis en in de vriendenkring was het Frans de voertaal.

Het gewone volk werd in het  Nederlands aangesproken, maar daar begreep Ra in de eerste jaren toch niets van.

De zondag was de Hoogmis in de Sint Salvator kathedraal de vaste afspraak en daarna ging het linea-recta naar “Kasteel Norenburg” waar vaders familie de scepter zwaaide.

Grootvader Charles loodste hem dan mee naar zijn schattenzolder waar hij  aan de meest vreemde uitvindingen en experimenten werkte.

Er stonden op de houten rekken ontelbare grote en kleine glazen flessen en recipiënten met allerlei vreemde inhoud, zoals acides, strontium, zwavel, ijzersulfiet, bronsoxide, en nog een ellenlange lijst van vreemde namen die Ra hem probeerde in te prenten.

Alle recipiënten waren van een mooi kleef etiket voorzien waarop grootvader met zijn zwarte pen in sierlijke letter de inhoud had beschreven.

Ra was gebiologeerd door de vele angstaanjagende symbolen die op deze verzameling prijkten.

Zoals de vaalrood ronde gevaartekens waar een angstaanjagend doodshoofd op stond afgebeeld, met daar rond de vermelding “Poison”, of de gele driehoeken met een explosie afgebeeld.

Op de zelfgebouwde werktafel stonden de vijzels en reageerbuisjes, flacons, kolven, pipetten en bunsenbranders in overvloed en rommelig door elkaar.

Ra was vol ontzag voor de constructies die grootvader had opgesteld op de werktafel, met glazen pijpen en buizen met de vreemdste vormen en bochten, aan elkaar verbonden met oranje rubber slangen en met houten klemmen opgehangen aan metalen steunpoten.

Zo demonstreerde hij hem de werking van  zijn distillatie opstelling, de reactie van de samenvoeging van verschillende poedertjes en vloeistoffen uit de fascinerende collectie.

Leerde hem met de haarfijne weegschaal werken, en liet hem  de werking van de vacuümpomp uitproberen.

Met een oneindig geduld beantwoorde hij al zijn vragen over de inhoud van wat voor hem, schatkisten waren, en toonde hem de vreemde symbolen en aantekeningen die hij in zijn geheime schriftjes bijhield.

Het is hem zeer lang een raadsel gebleven wat hij daar uiteindelijk van brouwde, maar jaren later vertelden zijn tantes hem dat hij zelf medicijnen voor de dieren brouwde en deze met groot succes verkocht aan de boeren in de streek.

Hij stelde voer voor dieren samen en was gekend om zijn efficiënt krachtvoer voor legkippen.

Zo was hij zelf de geneesheer voor de schapen en varkens die op het kasteel werden gehouden en het zou hem niet verbazen dat hij ook bij tijd zijn inwonende tantes van kwaaltjes heeft verlost met zijn alchemistische brouwsels.

Die schattenzolder was in het dak van de grote schuur ondergebracht. En de deur naar die zolder bleef voor alle anderen gesloten.

Onder die zolder was een grote werkplaats ingericht met een grote poort als enige toegang.

Als je de zware groene poort opzij rolde trad je een paradijs aan techniek binnen.

Allerhande machines werden door drijfriemen verbonden aan een grote as die over de volledige lengte van het plafond was opgehangen.

cirkelzaag, draaibank, staande boor, slijpwielen, ponsmachine, lintzaag en andere onbestemde uitvindingen trokken hun werkkracht langs die lederen riemen naar zich toe.

Zwakke peertjes verspreidden in die ruimte een warm deinend licht dat bij het aanslaan van de drijfmotor zachtjes verzwakten en de omgeving levend maakten.

De wanden waren in de aanvang wit gekalkt maar waren nu overal beduimeld en verborgen achter de getimmerde rekken vol bruikbare en vreemde onderdelen van allerhande machines en motoren.

De wand boven de zware zwartbepotelde werktafel ging vol met werktuig dat grotendeels door grootvader zelf was vervaardigd.

Boogzagen, beitels, handboren, vijlen en raspen, schroevendraaiers in alle maten, tangen en klemmen in alle vormen en maten voor alle toepassingen.

Pasvormen en schablonen, touwen, kabels en kettingen van alle sectie, lengte, dikte of materiaal. 

Deze ruimte deed ook dienst om de imposante “traction avant” te stallen.

Een vooroorlogse Citroën waarin de hele familie in 1940 richting Cambrais was gevlucht om het naderend geweld van de oorlog te ontvluchten.

Toen enkele weken later de bezetter ook daar was gearriveerd besloot grootvader wijselijk terug te keren naar “Kasteel Norenburg” en dit terug te eisen van de officieren die er hun intrek wilden nemen als commandopost ter verdediging van de buitenlijnen van Brugge.

Een compromis werd gesloten.

De bezetter bouwde twee bunkers op het terrein, en een grote uitkijktoren aan de rand van het kanaal maar zouden het huis ongemoeid laten zodat grootvader en grootmoeder met hun acht kinderen  er opnieuw hun intrek konden nemen.

De waardevolle familie erfenis die grootvader voor hun vertrek in een geheime kelder had ingemetseld  was veilig gebleven en zou tot na de oorlog opgeborgen blijven.

Ra vond het heerlijk op de schoot van grootvader achter het stuur van het zwarte gevaarte plaats te nemen, zo de oprijlaan af te rijden tot aan de vaart, daar de vleugelvormige richtingsaanwijzers in de staanders tussen de deuren te laten opklappen en te trompen naar de duiven op de rijweg of te zwaaien naar de zondagse wandelaar in het Waggelwaterpark naast het kasteel.

Eens de wagen buiten kon je de vervaarlijke smeerput waarnemen die onder de zware afdekbalken was verborgen.

Deze deed vooral dienst als onfeilbare verbergplaats als Ra met broers en zussen, neven en nichten, verstoppertje speelde.

Zijn Peter Jean, had in die werkplaat zijn eigen hoekje voorbehouden.

Daar werkte hij aan allerhande fietsen en motoren.

Hij had er een eerste uitgave Vespa-Piagio staan waarop hij als jonge man zijn lief en latere vrouw Regine rondreed.

In een Italiaans grijs kostuum getooid en met de obligate zwarte zonnebril was hij het toonbeeld van elegantie als hij weer eens te laat aangereden kwam om aan te schuiven aan het Zondags middagmaal.

Grootmoeder en haar dochters waren sinds vroeg in de ochtend druk doende in de keuken.

De voorbereidingen moesten klaar zijn voor de hoogmis.

Dit bracht een rustpunt, een moment van inkeer in de lange voormiddag.

Monique was al vroeg naar de “potagér” getrokken om de rijpe boontjes te trekken, en een paar bontjes postelein.

De afgeschraapte schaapsbeentjes hadden ze die vroege mogen een uurtje in de oven laten aanbakken en daarna met wat wortelen en kruiden uit de tuin van Ginette laten inkoken tot een geurige bouillon.

Tante Anne-Marie had de dag ervoor vers roomijs klaargemaakt en tegelijkertijd had ze wat room tot boter geklopt.

De room had ze in een blik gegoten, daarbij had ze wat koffielepeltjes gestopt, en dit blik had ze een hele tijd staan schudden zodat de boter zich op de lepeltjes was beginnen afzetten.

Na  een uurtje was alle boter uit de melk gescheiden en kon ze de lepeltjes een voor een afschrapen en de blok boter wat inzouten en in vet papier platkloppen om de restjes vocht eruit te krijgen.

Terug van de kerk, begon grootmoeder snel aan de heerlijke kaassoufflé terwijl Cecile de aardappelen schilde op een oude krant.

De schapenbout bleef die hele ochtend rustig liggen braden op zijn slee in de met regelmatig bijgevulde houtoven.

Deze oven had Grootvader omgebouwd tot water-verwarmer en chauffage.

De ene helft van de gietijzeren en geel geëmailleerde oven was stookruimte, waar grootmoeder elke ochtend de warme assen opschudde en er opnieuw vlam in stookte.

Grootvader had de avond ervoor een grote rieten mand vol brandhout bijgezet.

De bovenplaat van de oven was voorzien van enkele ronde gaten met verschillende ringen en deksels.

Langs deze deksels werden de op maat gezaagde stronken in het vuur gegooid.

Vlak boven de vlam werden de potten gezet die snel moesten koken.

Zo kon een ervaren kok, door vakkundig te schaken met de potten, alle verschillende ingrediënten op de juiste temperatuur en tegelijkertijd gaar koken.

De andere helft van de oven bestond uit een hete- en een warm-houd- oven.

Waarin de Soufflé vol goede moed aan zijn zwelling begon, terwijl naast hem, de met veel look gepikeerde schapenbout lag te zweten in eigen nat.

Monique had de boontjes gewassen en van kop en staart ontdaan.

In een tinnen pot kokend water geblancheerd en daarna het water afgegoten.

Een punt verse boter in de pot laten smelten en daarin een gesnipperd uitje laten bruinen.

Daarop goot ze wat van de bouillon die in de grote pot de hoek op de oven stond in te trekken.

Een snuifje peper, en kneepje zout, en dan de boontjes onder deksel nog een lange tijd laten intrekken.

Daarna had ze de blaadjes van de postelein voorzichtig een voor een losgetrokken van de steeltjes en deze met koud water gespoeld.

Samen met een kopje doperwtjes en wat gestoofde uitjes had ze deze in een grote pot gedaan en met een deel van de door een handdoek gefilterd bouillon overgoten.

Een blaadje laurier erbij en nog wat posteleinblaadjes achtergehouden om net voor het opdienen samen met gesnipperde peterselie de heerlijke soep af te werken.

Eenmaal de aardappelen geschild, begon Cecile aan het dekken van de grote tafel in de “Sale a Manger” Het tafelzilver werd opgeblonken.

De borden perfect op een rechte lijn gezet.

Het zilveren besteksteuntjes moest ervoor zorgen dat het tafelkleed schoon zou blijven.

Onder de flessen wijn en de karaffen water lag een zilveren flessenschaaltje.

De kristallen wijn en waterglazen werden netjes op hun plaats gezet.

Iedereen had bij zijn geboorte een servetring gekregen, en op zondag werd daarin een vers gewassen en gestijfde witte servet gestoken.

Zo had ieder zijn aangeduide plaats aan de eettafel die grootmoeder dictatoriaal bepaalde.

De grote Cilindervormige gietijzeren houtkachel werd opgestookt en straalde een heerlijke warmte in de ruimte.

Het sierlijke smeedwerk leek door te hitte soms te fonkelen, en het imposante kroonstuk boven op de kachel droeg het wapenschild van de familie.  

De afbeeldingen van verre voorvaders en moeders hingen in vergulde kaders aan de met stof behangen wanden.

 De oudsten onder hen moeten Napoleon Bonaparte nog de hand hebben geschud en waren in etsvorm voor het nageslacht vereeuwigd.

Enkelen onder hen waren reeds met een camera obscure op de gevoelige plaat vastgelegd en hun statig voorkomen werd door de lichte flou in de sepia kleur bevestigd. 

De grote kerselaren bibliotheek beschermde met zijn glazen deuren de lederen ruggen van de handgebonden boeken.

Deze glazen deuren waren altijd gesloten en grootvader hield de sleuteltjes netjes aan zijn sleutelbos op zak zodat zij hun soms afvroegen of de boeken met de met goud afgewerkte blaren en sierlijke met de hand ingekleurde etsen en handdrukwerk  voor hun beschermd moesten worden, of zij moesten beschermd worden voor de inhoud van deze boeken. 

Het inkijken van deze boeken kon enkel op aanvraag en onder begeleiding van grootvader of tante Ginette.

Het leek wel of grootvader hun wilde beschermen van een wijsheid die in deze boeken verscholen zat en die hun geloof in het scheppingsverhaal zou doen wankelen.

Op volwassen leeftijd zouden zij ten gepaste tijde wel toegang krijgen tot deze Darwinistische en soms heidense wijsheden die op rationele wijze moesten geïnterpreteerd worden.

Toen Ra vele jaren later “De naam van de roos” op het grote scherm zag, overviel hem hetzelfde gevoel van onbereikbare wisdon bij het zien van de grote bibliotheek.

06-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
05-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Godzegenenbewareje

Sint Antonius van Patoe, zorg dat ik mijn sleutels terugvind, toe.

Zo zong hem overgrootmoeder dat, toen hij haar na het brengen van een dampende en stinkende kop karnemelk, slaapwel moest wensen.

Ze zat op de rand van het hoge bed.

Ze trok haar avond kleed tot in haar schoot.

Trok de rubber ring – het leek wel een Weckpot sluitring- van over haar grijsbruine wollen vooroorlogse kousen, legde die in het schuifje van het nachtkastje, waar ze trouwens ook van die heerlijk mooie metalen hemdsmouw ophoudt armbanden had liggen.

Ra mocht die van haar nu en dan eens over zijn mouw trekken, en dan paradeerde hij, als was hij een belangrijk klerk of  boekhouder  in de grote Brugsche Gist en Spiritus Fabriek.

Toen mocht hij haar helpen om die honderd maal op de houten bal herstelde lange kousen, uit te doen.

De bruine en grijze wollen draad die voor het stoppen was gebruikt, had nooit de kleur gehad van de kous, maar uiteindelijk leek het op een borduurwerk van kruisjes, halve en hele steken, die volledig bij de vaalkleurige kousen hoorden.

Onder die kousen, kwamen haar oude ledematen te voorschijn.

Ze moet toen reeds in de negentig geweest zijn, maar ze had  haar huid waarschijnlijk nooit aan de zon blootgesteld en door de wekelijkse wasbeurt met “Savon de Marseille” in grote onhandige blokken die in aanvang wel een halve kilo zwaar waren, maar zuinig werden opgebruikt tot het haast niet meer vast te houden kleine weg-floeppende schijfje, dat kleverig in het zeepbakje opdroogde en barsten vertoonde die nog steeds de richting aangaven waarin die waarschijnlijk 100 jaar geleden was gekneed en gevormd.

Het leek op zacht en broos perkament, maar dan zo soepel en dun, dat je er zelfs met een ganzenveer niet op had durven schrijven, de zwarte inkt, uit het kleine porseleinen potje, was zeker tussen al die minuscule nerven, die op een gebarsten kleivlakte onder een hete zon leken, uitgelopen tot een onleesbaar aquarel van grijstinten zonder boodschap en somber van uitstraling, terwijl je eigenlijk vrolijk je naam had willen schrijven als was het de gips op het been van je beste schoolkameraadje.

Hoewel het vel gelig bleek tot bijna kaarsvet wit was, kreeg het kleur door de kleine roestkleurige vlekjes die er hoe langer je ernaar keek, hoe meer het er waren, onregelmatig over het vel waren gespat.

De kleine adertjes onder het vel waren niet gesprongen, het leek hem dat die benen niet veel te verduren hadden gehad.

Hij wist wel beter, uit de vele verhalen van de harde tijden, de twee grote oorlogen, de armoede in de wintertijden, de vele kinderen, levend of vroegtijdig verloren, dat deze benen in die meer dan negentig jaren, hadden afgezien.

Maar het leek wel een wonder, dat  het lichaam niet weerspiegelde wat het allemaal had gezien, ondergaan.

Maar er ontbrak iets aan die benen.

Waardoor ze onwezenlijk fragiel leken.

Onder die zachte, breekbare bovenlaag, zag je de vorm van de beenderen en gewrichten.

De lang en dun uitgetrokken spieren gaven de benen geen volume.

De huid was losjes over dit mechanisme van hefbomen, steunpeilers, katrollen en klampen gespannen, als een vershoudfolie over de zondagse kip waar al het lekkers van af is gepeuzeld, maar die in de koelkast gaat om er maandag nog een bouillon mee te koken.

Er was helemaal niets van tussenlaag te vinden, geen vlees, dat het geheel kleur zou hebben gegeven, geen vet, die deze benen zestig jaar gelden waarschijnlijk onweerstaanbaar zouden hebben gemaakt.

Hier en daar een kleine bloeduitstorting, allicht van het stoten tegen stoel of bank, contrasteerde tegen het bleke broze vel.

Hij hielp haar bij het afrollen van de kousen, tot het twee kleine mutsjes waren.

Ze tilde met de hulp van haar handen eerst het ene, dan het ander been onder de dikke dons, en leunde tevreden achterover in het zalige hoofdkussen waar hij jaloers op was.

Ze keek even opzij naar het nachtkastje.

Zag het beeldje staan en zette in zachte toon een vrolijk deuntje aan.

Saint Antoine de Patoe, zorg dat hij de weg terugvind, toe.

Ze gaf hem een nachtzoen, gebaarde met haar duim op hem voorhoofd en prevelde zacht;

“Godzegenenbewareje.”

05-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
04-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gezegend Water

Hij kijkt om zich heen en probeer in de ruimte iets te vinden waar hij zich op kan concentreren.

Maar het lijkt hem allemaal zo vlak, oppervlakkig en vooral niet mooi.

Hij ziet muren, ramen, deuren, beelden, altaar... allemaal symbolen voor een geloof waar hij zich niet kan achter scharen.

Hij kan zich hier niet thuis voelen.

Niet dat hij zich door de plaats waar hij zit, op zijn ongemak voel, maar dit geeft hem niet de rust die nodig is om onbevooroordeeld na te denken.

Het voelt allemaal wel vertrouwd aan.

Het is hem niet vreemd.

Hij weet veel over de achtergrond van dit alles.

Hij is sinds zijn jonge jaren ingewijd in deze geloofsgemeenschap, maar voelt zich er nu helemaal niet in thuis.

Het geeft hem alleen maar een gevoel van bekrompenheid, kleinburgerlijke godsvrees, frustraties. Gewoon, een groot tekort.

 

 

Met dit gezegend water doop hij jou, Ra, in de naam van de vader, en de zoon, en de heilige geest, Amen.

Zoveel volk rond de doopfont.

Allemaal zo vol verwachtingen uitziend naar wat hij in hun leven zou brengen.

Iedereen zo trots op de nieuwe lang verwachte aanwinst voor de familie.

Alles leek goed te gaan in hun wereld, en daar hadden ze voor hem al een plaatsje vrijgemaakt.

Hij was een bevestiging dat het leven zoals het nu was, goed was en alleen maar beter kon worden.

De zware tijden van tijdens en na  de oorlog waren nu stilaan voorbij.

De doop van de eerste kleinzoon kondigde de gouden jaren aan.

 

Twee zusjes keken reikhalzend over de rand van de zwarte granieten font en wilden zijn lange witte doopkleed niet lossen.

Ook zij wilden een beetje van die zalf op zijn hoofdje smeren.

Iedereen dreef mee in de euforie van  het geloof in een door god uitgestippelde gouden weg naar de hemel voor dit kind.

 

Oom Jos en Oom Jacques leiden de dienst.

Wezen zijn Peter Jean en Meter Yvette op hun plichten en verantwoordelijkheden tegenover God en hem.

Dat ze hem zouden bijstaan in zijn weg naar god en steunen in goede minder goede dagen.

Zij zouden de taak van zijn ouders overnemen als deze er niet meer zouden zijn.

En daar hadden ze tegenover god verantwoording voor af te leggen.

Ook zijn ouders werden duidelijk ingeprent dat hun eerste taak erin bestond hem een godvruchtig leven te laten leven en onvoorwaardelijk voor hem klaar te staan.

 

Niemand vond deze voorwaarden vreemd of zwaar maar was vol vuur en overtuiging dat dit zou lukken.

Tegelijk legden zij alle hoop en verwachtingen in zijn schoot.

Was hij voor hen een deel van de belofte voor toegang tot de hemel en een eeuwig leven in vrede na de dood.

Zo’n heerlijk warm gevoel van ongenaakbaarheid, perfectie, samenhorigheid en vreugde was over de familie in lange tijd niet meer neergedaald.

De vreugde bij de geboorte van zijn eerste zus, het eerste kleinkind, was ver overtroffen.

De lichte ontgoocheling bij de geboorte van een tweede kleindochter was lang vergeten.

Iedereen was blij dat ze er waren, maar nu hij er was, was de voorzetting van het geslacht een feit en waren de verwachtingen ingelost.

Grootvader Charles stond trots naast zijn zoon Paul, glunderde als een gelukkig kind, en hield stevig de hand vast van grootmoeder.

Vaders zussen voelden zich zo opgewonden.

Het leek wel of ze persoonlijk de engel Gabriel op bezoek hadden gekregen  en nog nazinderden van het onbestemde orgasme die zij hadden gevoeld bij de aankondiging van hem geboorte.

Ze stonden er, rood aangelopen bij, dankbaar tegenover God, zachtjes kirrend en mekaar lichte trekjes van onderling begrip en gedeelde vreugde  gevend.

Tante Ginette zou hem alles over Latijn en planten bijbrengen.

Tante Monique zou hem alle weetjes over het kweken van groenten en dieren vertellen.

Tante Anne-marie zou voor hem de heerlijkste gerechte koken, zorgen dat hij altijd warm gekleed was en de schaafwonden ontsmetten die hij langs zijn speelweg zou oplopen.

Tante Guillaine zou altijd voor hem bidden in het klooster en hoopte dat hij op een dag voor haar de Eucharistie zou opdragen of haar zou voorgaan op weg naar de missiepost van Lubumbashi in Kongo.

Tante Cecile zou  hem alles tonen wat mooi is en boeken voorlezen  over heldendaden van ridders en ontdekkingsreizigers, of fantasten als Jules Verne.

En Tante Colette was vastbesloten hem op het rechte  pad te houden, te waken over zijn kuisheid en goede zeden als was het haar eigen voorwaarde om de hemel te verdienen.

Zijn Peter Jean wilde hem zo snel mogelijk handig maken zodat alle knepen van de techniek hem eigen zouden worden.

Aan moeders kant stond Bonpapa Richard ongeduldig te wachten tot hij hem kon voorstellen aan al zijn collega’s en vrienden.

In zijn Mercedes had hij reeds een grote doos sigaren klaarliggen.

Hij zou hem rond zeulen naar alle boeren in Vlaanderen waar hij op bezoek kwam als inspecteur van de Wateringen.

Hij zou ze aansporen hem het ploegen en eggen aan te leren.

De boerinnen zouden voor hem dikke boterhammen smeren met een heerlijke ”schelle van d’hespe” en hem zacht maar kordaat de warme melk uit de spenen van de koeien laten kneden. 

Later zou hij hem meenemen naar Brussel, met z’n tweeën, naar het beste restaurant van België, om er kreeftensoep te eten en heerlijke Sol Meuniere.

Als dessert zou hij hem op reuze Pêche Melba trakteren en dan zou hij tegen de chef, als die aan tafel kwam om te vragen of alles goed was verlopen, pochen over zijn kleinzoon die aan zijn jeugdige leeftijd reeds de fijne keuken kon appreciëren en later in zijn voetstappen zou treden.

Mamy wilde hem graag op sleeptouw als ze de zondag naar Knokke ging stappen, een wandeling in Het Zwin, een wafel bij Marie-Siska, of op de koffie bij haar vriendinnen voor een partijtje Bridge.

Zij was er gerust in.

Ze voelde meteen de eigenheid in die kleine persoonlijkheid en stond open voor alle verassingen die dit in haar leven zou brengen.

Meter Yvette wilde hem overladen met de liefde die zij voelde opborrelen telkens ze aan hem dacht, en zou dat doen tot op de dag van vandaag en alle dagen die nog mochten komen.

Tantes Matine en Anne waren gewoon blij met een nieuw klein popje om mee te spelen, om op het stand van Albert-Plage putten te graven en daarin een winkeltje in te richten om de zelfgemaakte papieren bloemen te verkopen voor een of twee handjes schelpen.

En slim als ze waren, zouden ze hem erop uit sturen om met zijn lief gezicht en kleine handjes bij de concurrentie de mooiste bloemen in te kopen, om ze dan zelf voor grote volle handen te verkopen.

Of hem achterna lopen op de pelouze voor de villa “Hurle Vent” en dan in het opblaasbadje met de gieter op een douche trakteren.

Zo speels zouden ze altijd wel blijven, die tweeling.

04-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
03-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Door het licht beschenen

Algauw kwam de tijd.

Het was Mei en de zon scheen.

Alle moeders waren blij!

Philips had een wasmachine die kon zwieren.

Ra zou zijn eerste communie doen.

Groot feest aan het kasteel.

Vlaggetjes, een taart, koffie en drank, tafels en stoelen,wat kleipijpen en een liter Dreft.

We gaan bellen blazen.

De voorbereidingen waren zenuwslopend.

Ra was onhebbelijk.

Hij gooide alles rond en brak voordurend spullen.

Vandaag zou het gaan gebeuren.

Zijn peter begeleide Ra naar het altaar.

Nu al een grasvlek op zijn broek.

Zijn moeder zag groen.

“Eindelijk” had hij willen zeggen.

Maar vol liefde sprak hij weloverwogen;

“Amen”

Hij stak zijn kleine tong vooruit.

Eerst wat onwennig.

Niet goed wetende hoe waar omhoog of omlaag?

Ra sloot de ogen.

Hij wilde zich op zijn tong concentreren.

De lichte druk waarmee de hostie op de tong werd gedrukt veroorzaakte een deining.

Een extatische schokgolf die microscopisch begint.

Door de hoogspanning in de receptoren accumuleren sensorgolven in algoritmische frequentie.

Aangevuld met de houterige smaak.

En opgefokt door de klieren in de keel

Ra voelde een straling opkomen vanuit zijn hart.

Hij voelde zich vervuld van warmte.

“Eindelijk” dacht hij.

Het pad lag open.

De weg kon bewandeld.

Hij geloofde rotsvast in zijn mogelijkheden.

En elke zondag was hij erbij.

Hij groeide en groeide op.

Hulpvaardig omringd door vader en moeder.

Als prins behandeld door zussen en broers.

Ra droomde zich door de jaren.

Het Eden waar hij van hoorde spreken was niet ver van huis.

Daar lagen leeuw en lam naast mekaar.

Daar hing het rijpe fruit aan de bomen.

Daar hielp hij zijn opa bij het scheren der schapen.

Daar hielp hij oma bij het maken van confituur.

En elke zondag naar de kerk.

Zoveel mogelijk de Hoogmis.

Maar toen daar de sport tussenkwam was zeven uur ook goed.

Toen stond iedereen om half zes op.

Allemaal wassen en kleden.

Volledig ontbijt.

Inpakken voor de hele dag.

Om zeven uur in de crypte van de Jeruzalemkerk.

Daarna tijd voor sport.

En winnen zou hij.

En winnen deed hij.

En Ra zou alweer de beste zijn.

En Ra werd alweer de beste.

03-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
02-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de naam van de vader

In de naam van de vader

En de zoon

En  de heilige geest,

Zegen hij u Ra, met deze zalf!

Zodat gij beschermd zijt door onze heer.

Met dit geweide water doop hij u.

Zoals zijn zoon ons is voorgegaan.

Hiermee was hij u van de erfzonde.

Want jij hebt de toorn Gods ontketend.

Jou vlees is zwak.

Jij bent uit de tuin van eden verjaagt.

En jij zal het strakke pak dragen.

Het keurslijf van opperste geloof.

Je vader,

je moeder,

Je meter,

Je peter,

Zij zullen jou begeleiden langs deze weg.

Zij zullen toezien hoe jij dit juk zal dragen.

Zij zullen jou onderrichten en instrueren in dit leven.

Want een leven zonder god is gedoemd.

Een leven in zonde leid tot de ondergang.

Ra was nu een kind van god.

Ra bewandelde het pad dat voor hem was uitgestippeld.

Hij groeide voorspoedig op tussen zijn broers en zussen.

Onder de vleugels van zijn toegewijde moeder.

Telkens weer aangemoedigd.

Getroost als hij pijn had.

En elke avond een gebedje.

Onze vader die in de hemelen zijt.

Op zondag morgen naar de kerk.

De hoogmis van elf uur.

En daar zat hij, Ra.

Op het lange rode kussen op de bank.

Tussen zijn twee zussen is.

Eerst had hij er helemaal geen benul van.

Hij zat daar, en het gebeurde maar.

Het duurde een uur.

Ra moest dat uur vol, stil zitten.

Tussen zijn twee zussen in.

Wat was hij jaloers.

Zij mochten al rechtstaan.

Als de priester welbepaalde woorden sprak,

Dan sprongen ze alle bij zo snel mogelijk recht.

Toen zat hij daar alleen.

Moeder keek nu en dan eens schuin over de schouder.

Of hij nog niet gevallen was.

Of hij netjes recht en stil zat.

Toen zat hij daar alleen.

Ra kon  links tot aan de grote zuil zien.

Daar hing een lange witte houten kist

De voorzijde overtrokken met een vaal witte doek

Daaruit sprak de stem uit het onbekende.

Rechts kon hij tot over de middengang kijken.

In de banken-rij tot aan de volgende zuil.

Ook daar weerklonk de stem uit het onbekende.

Hij zag de achterwerken van de mannen.

De ruggen van de jongens

Hun haren kort geschoren

Hemd en jas en kraag en das

Toen was hij jaloers.

Ook hij wilde gaan staan.

Zien wat er te zien was.

Zien waar de stem vandaan kwam.

Het duurde hem te lang.

Moeder beloofde hem dat hij volgend jaar mocht.

Als je jou eerste communie hebt gedaan!

Maar zolang zou Ra niet wachten.

De volgende zondag stond hij stilletjes recht.

Ra spiedde tussen de schouders van zijn zussen.

Hij zag de priester van achter het altaar komen.

De priester stapte naar de zijbeuk rechts .

Aan de eerste zuil, beklom hij de draaitrap.

Even verdween de priester uit het zicht.

Hij kwam opnieuw te voorschijn in de preekstoel.

Hij legde een boek open op de steun en schraapte zijn keel.

Ra was als betoverd door de gebeurtenis.

Het was een orakel.

Hij nam het allemaal in zich op.

Een basisindruk die veel betekenis zou hebben.

Hij voelde zich verliefd.

Al wist hij nog niet wat dat was.

Hij vond de woorden die de priester sprak “zo juist”

“zo goed”

“zo eerlijk”

Dat wilde hij ook.

Ra dacht zichzelf de heer.

Hij hoorde de engelen zingen.

Dàt kon hij ook!

 

Hij was van het heilige licht beschenen.

Ra begon te zingen waar hij stond.

Overal kon hij uitbarsten in een lofzang.

Die had hij de zondagen geoefend in de hoogmis.

Hij las en herlas de bijbel voor kinderen.

Hij tekende alle parabels met Wasko op de ruggen van oud behang.

Ra  tekende zichzelf als missionaris in Afrika.

Hij tekende zijn broer erbij, die zou het land bewerken.

Hij regisseerde en acteerde  Bijbelse schouwspelen.

Maar hij was te onrustig voor het misdienaarschap.

Dat wilde hij ook niet.

Die stap zou hij overslaan.

Hij wilde meteen Paus worden.

Dat was zij ambitie.

Soms zelfs nog meer.

Waarom was hij niet de nieuwe Messias?

Hij was de zoon van een bouwheer met aanzien.

De zoon van een godvruchtige moeder.

Voor zover Ra wist, was hij door god verzonden.

Door een ooievaar op aarde gebracht.

Hij zou straks zeven worden.

Waarom zou hij niet de volgende zijn?

02-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
01-04-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Den Aanvang

 

Hij had niets toen hij zijn leven aanvatte.

Geen herinneringen.

Geen verleden.

Lege handen.

Lege maag.

 

Daar zou hij meteen wat aan doen.

Hij zette de keel open.

Algauw legde zijn moeder hem aan de borst.

Gulzig zoog hij de warme melk uit de zachte tepel.

Energie stroomde over zijn tong, door zijn keel .

Alles in zijn lijf ontwaakte.

 Zijn maag begon een zacht kneden en stuwde de zuren bij de colostrum.

Het wei en vet scheidden van elkaar en gingen hun eigen weg.

Langs de dikke darm.

De flora kreeg er zijn eerste taak en verzamelde de bouwstenen.

Verder langs de dunne darm.

Telkens meer onderdelen winnend.

Zijn eerste taak zat erop.

Nu nam hij tijd voor rust.

Sloot de ogen en viel in een vredige slaap.

Geen weet had hij van de commotie die hij veroorzaakte.

Al dat volk dat rond zijn wieg was komen drummen.

Al die mensen die een glimp van hem wilden opvangen.

Die hem wilden vasthouden,knuffelen, doodknuffelen.

Hij liet het zich welgevallen.

Hij ging over van de ene arm op de andere.

Zijn ogen bleven gesloten.

Het leek hem een droom.

 Hij dobberde op een warme oceaan.

De speelse golven gooiden hen uit de ene schuimbaard naar de andere.

Ondergedompeld in een bad van welbehagen.

Iedereen draaide om hem heen.

De wereld draaide om hem heen.

Alles draaide om  hem.

 

Hij, Rasnic, Ra.

De zoon van de bouwmeester met aanschijn.

De kleinzoon van de landheer met status.

De drager van de naam des geslacht.

Drager van de titel der adel.

De voortzetter van de lijn der  Groubiose’.

 

Belast was hij.

Belast met de verwachtingen van een hoopvolle generatie.

Belast met de verwachtingen van de generatie die te laat was voor deze hoopvolle tijd.

Wij hebben het moeilijk gehad.

Wij zullen voor hem het pad effenen.

Hij zal onze dromen waarmaken.

Hij zal oogsten wat wij met bloed zweet en tranen hebben gezaaid.

 

De landheer nam Ra op de schoot.

De oude man geurde naar verbrand hout.

Naar gesmolten harsen en zachte zeep.

Een combinatie van lichte en scherpe geuren in perfect evenwicht.

Ra opende de ogen.

Hij keek de oude man scherp aan.

Een ongesproken taal werd tussen hen gesproken.

Geen woord werd gewisseld.

Deze man had geen plannen voor Ra.

Had geen verwachtingen.

Deze man zag alleen zichzelf.

Hij zag een leeg blad waar alles nog geschreven kon worden.

Een wankel evenwicht tussen vreugde en verdriet.

De verleiding om te schrijven, om te sturen, te dicteren aan de ene kant.

Het gelukzalige gevoel van de totale onschuld aan de andere.

De warme gloed die in de oude man was ontstaan, vloeide over in Ra.

Het vulde hem helemaal van kop tot teen.

Het vormde de kronkels in zijn hersenen.

Legde zich vast in de werking van zijn organen.

Het beïnvloedde  de wisselwerking tussen zuurstof en bloed.

Het opende de vaten in de verste uithoeken van zijn lichaam.

De oude man had hem besmet.

Gevuld met zijn eigen leegte.

Een leegte die vol was van vragen.

De patriarch die status had verworven.

Die zich een keurslijf had aangemeten.

Die voor zo velen de rots in de branding was.

Waar zoveel mensen op vertrouwden.

Hun toekomst in zijn handen hadden gelegd.

 

Hij was leeg.

Hij had geen verwachtingen.

Hij had geen plan voor Ra.

Zijn armen waren vol met Ra.

In zijn armen was Ra vol.

In zijn armen voelde hij zich heel.

En Ra plaste op de schoot van de landheer.

 

Het was tijd voor de doop.

 

Een erfenis.

Gesterkt door de overtuiging.

Gesterkt door de woorden uit een boek.

Geboetseerd uit verhalen van grootouders en ooms.

Uit de wil om orde te scheppen.

Uit drang tot macht.

Uit schrik voor stuurloosheid.

Uit angst voor chaos.

Uitzichtloosheid.

 

 

De angst voor het onbekende.

Wat ligt achter die muur?

Wat over de berg, in het volgende dal?

Geef ons allen en doel.

Geef ons hoop.

Wij die alleen en naakt op deze aardbol komen.

Wij die met elkaar nooit verbonden zijn.

Wij die stuurloos onze ondergang tegemoet gaan.

Geef ons een voorbeeld.

Want de nimmer beantwoorde vraag.

De alom aanwezige onzekerheid.

Het verlangen naar meer.

Het maakt van ons;

Razende roofdieren.

Sluipende slangen.

Ritselende ratten.

Krioelende kevers.

Wulpse wormen.

 

Als we elkaar te lijf gaan.

Voor een stuk brood.

Een plek in de zon.

Een partner voor de nacht.

Geef ons een voorbeeld!

Beloof ons de hemel!

Straf onze fouten!

Dood onze lusten!

Bekeer onze zondaars!

01-04-2014 om 00:00 geschreven door Rasnic Groubiose  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


Inhoud blog
  • Principes
  • Tijd en Ruimte
  • Eenvoud
  • Orleans
  • Pijn
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs