Huisbezoek.
Leerling X ontvangt me bij me thuis in Heusden. X lijkt behoorlijk ontspannen. Hij
geeft aan de hele vorige procedure belachelijk te hebben gevonden. Hij vond
het belangrijk met Y (het slachtoffer) te hebben gesproken en zijn excuses te hebben
aangeboden, de HERGO vond hij geen meerwaarde.
Ik leg X uit waarom ik er ben: vanuit de school willen we
ergens heen, ik wil ook weten waar X naartoe wil. We beslissen niet zuiver
in te gaan op het agressiegeval maar X op school in zijn geheel te bekijken.
X geeft aan dat hij het nut van dit traject wel inziet. Hij wil zijn
schooljaar afwerken, derde graad behalen en volgend schooljaar diploma. School
is een belangrijk deel van zijn leven.
Schets van de problematiek van X op school: naar mijn
gevoel vooral een attitudeprobleem. X is een leider, trekt veel leerlingen
mee en beïnvloedt ze sterk. Jammer genoeg vaak ook negatief. X geeft spontaan zelf aan dat hij voelt veranderd te zijn in de afgelopen
maanden. Door fitness en door voetbal, en meer bepaald door de succeservaringen
hier, is hij gelijk een andere persoon geworden.
X geeft aan dat ook vrienden dit hem vertellen, en ze dit soms negatief
ervaren.
X is trots op wat hij bereikt heeft, maar vindt het zelf
ook jammer welke negatieve zaken erbij komen.
Dit gesprek is een aanleiding voor mij om verder in te gaan
waarop ik (de school) naartoe wil: zijn leiderschap is ok, maar het moet meer
positief zijn. X lijkt hier vatbaar voor te zijn. Op mijn vraag aan hem hoe
we dit kunnen bereiken, heeft hij niet meteen een antwoord.
Hij vertelt me dat hij trainer zal worden van de miniemen in
zijn voetbalploeg. Fitness is zijn passie. Sport in het algemeen eigenlijk.
Ik wil naar herstel toewerken voor wat gebeurde. Fysieke
agressie is niet ok. Als X terugkeert moet zijn traject anders zijn. X
moet positief leiderschap vertonen.
Ik vraag hem of hij dit zou willen tonen aan ons op een
andere manier. X ziet dit duidelijk zitten.
Persoonlijk zie ik twee opties: fitnessbegeleiding ten aanzien van zwakkere
groepen of sportbegeleiding ten aanzien van lagere schoolkinderen of kleuters. X wil zich hiervoor engageren. Lijkt oprecht gemotiveerd.
Afspraak: ik ga op zoek naar een herstelactiviteit voor X, waar hij de kans krijgt zijn positief leiderschap in de verf te zetten.
Ik denk aan SVS-activiteiten of contacten met de lagere scholen die ik heb.
Volgende week moet realistisch zijn.
X bedankt me voor de kans.
Na deze herstelactiviteit is het de bedoeling te reflecteren over wat we
leerden, en dit om te buigen naar positief gedrag op school.
Het traject wordt afgesloten met een herziening van de
begeleidingsovereenkomst en een gesprek met MALF en BRUJ.
16-10-2015, 00:00 geschreven door Tineke en Jorgen 
|