Vandaag, maandag 29 september, stond de verdere verkenning
van Portland op het programma, in afwachting van de tocht naar het oosten die morgen,
dinsdag, aanvangt met een bezoek aan de Washington State University in Pullman.
Portland werd rond 1850 gesticht door pioniers die via de Oregon Trail naar het
westen waren getrokken. Die migranten zijn nog altijd aanwezig in de stad. De uithangborden
van heel wat winkels verraden bij voorbeeld hun Duitse herkomst. Zij waren via
de zogenoemde Oregon Trail naar het verre westen gekomen, een meer dan 3400 km
lange route over land van de Missouri tot aan de monding van de Columbia River,
iets boven Portland.
Ook De Smet kende die route en volgde die deels om zijn
missies in de Rocky Mountains te bereiken. Ze lag ca. 1830 min of meer vast. De Smet schreef erover; in 1841 trok hij zelfs met een van de eerste
karavanen naar het westen mee. Hij zag hoe de weg breder en breder werd, hoe de migranten steeds meer bomen wegkapten en een spoor van vernieling achterlieten. In een brief van 24 februari 1852, die op het
einde van dat jaar gepubliceerd werd in de Annalen
van het Genootschap tot Voortplanting des Geloofs, vertelt hij over de vele
voorwerpen die de migranten dumpten op hun tocht en waarover de indianen
hem uitleg kwamen vragen. Het ging om messen, lepels, vorken, kommen, koffypotten
en andere keukengerieven, alsook om beenderen van de huisdieren en graven van
overledenen, naast talrijke stukken van wagens, karren en gereedschappen. De
Oregon Trail was dus bezaaid met afval. Morgen volgen we een deel van die weg
richting Pullman. Het afval zal nu wel opgeruimd zijn
Portland,
de belangrijkste plaats in Oregon, in het noordwesten van de VS, is een mooi
stadje, dat niet onmiddellijk Amerikaans aandoet. Het is minder big dan het
clichébeeld van Amerika wil. De stad doet het nu economisch vrij goed, hoewel
de armoede zichtbaar is met de vele daklozen die zich in de straten ophouden. Portland
profileert zich als de city of beer, books, bikes, blooms and bridges. Ze is
de bierhoofstad van de Amerika en telt heel wat kleine brouwerijen; boekhandel
Powells City of Books heeft meer dan 1 miljoen boeken in het rek staan; er is
een dicht netwerk van fietspaden in de stad; door het gematigde klimaat worden
er al sinds het einde van de negentiende eeuw verschillende rozenvariëteiten
gekweekt; de vele bruggen ten slotte zijn te verklaren doordat Portland aan de
Willamette River ligt, die even verder in de Columbia River stroomt.
En hier komt pater De Smet in ons verhaal. Toen we vanavond aan de oevers van
de Willamette stonden, zagen we als het ware De Smet 170 jaar terug, in 1844, voorbij
varen samen met zes zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Namen. Die had De Smet in
1843, tijdens zijn tweede terugreis naar Europa, kunnen overtuigen om mee te komen
naar Oregon. Om hen een zware tocht over het Noord-Amerikaanse vasteland naar
het westen te besparen, charterde hij een boot, de Infatigable, die hen onder
zijn begeleiding vanuit Vlissingen langs Vuurland en kaap Hoorn en via de kust
van Chili naar de Amerikaanse westkust zou brengen. Die avontuurlijke reis
duurde meer dan zeven maanden. Midden augustus kon het schip bij Fort Vancouver
de Columbia opvaren om dan via de Willamette de nog te bouwen nieuwe missiepost
van De Smet, genoemd naar Sint-Franciscus Xaverius, te bereiken. Die post werd
het administratief en logistiek centrum van zijn verder gelegens missies bij de
indianen in het Rotsgebergte, waarop we later nog terugkomen.
5u15,
toch al iets van mijn jetlag ingehaald.
Gisteren zijn we dus rond 11u30 in Portland geland. Professor Jacqueline
Peterson Jackie en haar echtgenoot John hebben ons op de luchthaven, op een
20 km van de stad, opgehaald. Peterson is emerita van Washington State
University, waar ze doceerde over de geschiedenis van de Native Americans. Zij
maakte naam als curator van de tentoonstelling Sacred Encounters. The Society
of Jesus and the Indians of the Northwest (1993) en kent dus de geschiedenis
van pater De Smet en zijn missies in de Rockies als geen ander. Zij zal de
volgende dagen onze gids zijn.
Gisteren zijn we toch al zelf even op verkenning geweest in Portland, meer
bepaald naar het Oregon History Museum van de Oregon Historical Society. Het is
een klein museum waar de geschiedenis van de staat Oregon op een bevattelijke
manier, met veel voorwerpen, wordt getoond. Er wordt natuurlijk stilgestaan bij
de oorspronkelijke bewoners, de Native Americans, onder wie de Nez Percé, met
wie De Smet vanaf 1840 in aanraking kwam. Ook de verkenning van het Westen,
met de belangrijke expeditie van Lewis en Clark in 1804, komt er aan bod. Op
vraag van president Jefferson brachten Lewis en Clark het toen nog onbekende
gebied tussen de Mississippi en de westkust in kaart. Zij openden de weg naar
het westen. Deels in hun spoor stapte pater De Smet een kleine veertigtal jaren
later.
De Smet wordt niet specifiek vermeld in het museum, maar de katholieke (en
ook protestantse) missionarissen zijn wel van de partij, onder meer met een
mooie katholieke ladder, een visuele voorstelling van de vooruitgang van het
christendom sinds Adam en Eva.
Van zulke ladder maakten De Smet en zijn confraters gebruik tijdens hun
catechese. In de eerste uitgave van zijn eerste publicatie, Letters and Sketches with a Narrative of a
Years Residence among the Indian Tribes of the Rocky Mountains (1843),
werd de ladder als bijlage opgenomen. Deze en latere publicaties en hun
vertalingen in het Frans, Nederlands en zelfs Duits en Italiaans maakten van De
Smet een BB bekende Belg avant-la-lettre. Ze openden de geldbeugels van
zijn sponsors en lokten nieuwe rekruten. Hen komen we later nog tegen.
Deze avond, 27 september, zijn we aangekomen in Schiphol; morgenvoormiddag om 10 uur is onze vlucht naar Portland, waar we rond 11 uur na een vlucht van een tiental uur er is een tijdsverschil van 9 uur zullen aankomen. Ook Pieter Jan De Smet is in 1821 van hieruit, Amsterdam, vertrokken bij zijn eerste reis naar de Verenigde Staten. Hij was, samen met acht andere jongens, gerekruteerd door priester Charles Nerinckx, die hij in juli op het kleinseminarie van Mechelen enthousiast had horen spreken over de kerk in Amerika en de beginnende missies bij de indianen. De Smet en zijn lotgenoten kwamen hier in Amsterdam op 26 juli toe, in het geheim, want noch hun familie, noch de Nederlandse overheid die de katholieke kerk niet gunstig gezind was het latere België behoorde tot het Koninkrijk der Nederlanden mocht op de hoogte zijn. Enkele dagen later scheepten ze in naar Texel, van waaruit de Columbia hen op 15 augustus oppikte voor de oversteek naar Amerika. 42 dagen later, op 23 september 1821, bereikten ze Philadelphia. Daar begon De Smets Amerikaanse avontuur. Het onze begint morgen.
De jezuïet Pieter Jan De Smet (1801-1873) verwierf grote bekendheid als missionaris bij de indianen in Noord-Amerika. Hij verkende er de nauwelijks in kaart gebrachte Far West en won het vertrouwen van de autochtone bevolking. Hij verdiepte zich in haar cultuur en levenswijze, die onder toenemende druk stonden, en trad op als bemiddelaar in conflicten en vredesgesprekken tussen native americans en de Amerikaanse regering. De Smet - de indianen noemden hem de Grote Zwartrok - geniet tot op vandaag grote erkenning in de Verenigde Staten. Archieven van en over hem worden er gekoesterd en bestudeerd, terwijl hij hier nagenoeg onbekend is. Een samenwerkingsverband tussen KADOC - Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving van de KU Leuven (http://kadoc.kuleuven.be), het Antwerpse MAS/Museum aan de stroom (www.mas.be) en de provincie Oost-Vlaanderen zal dat verhelpen. Zij bereiden tegen 2016 een prestigieuze tentoonstelling voor in het Gentse Caermersklooster (www.caermersklooster.be). Dankzij een projectsubsidie van de Vlaamse overheid kan bovendien een degelijke prospectie worden uitgevoerd. Die bracht ons onder meer al in musea in Stuttgart en Freiburg, liet ons in Parijs kennismaken met joviale Amerikaanse experten en maakte het mogelijk ons te verdiepen in het generalaatsarchief van de jezuïeten in Rome. Van zondag 28 september tot woensdag 16 oktober trekken we KADOC medewerker Luc Vints en MAS-collega Mireille Holsbeke in het spoor van De Smet rond in het noordwesten van de Verenigde Staten van Amerika, van Portland in de staat Oregon naar Bismarck in de staat North-Dakota via Washington, Idaho, Montana, Wyoming en South-Dakota. Over die tocht langs onderzoekscentra, musea en reservaten en over de vele contacten met lokale experten en native americans zullen we hier de volgende weken berichten.