5u15,
toch al iets van mijn jetlag ingehaald.
Gisteren zijn we dus rond 11u30 in Portland geland. Professor Jacqueline
Peterson Jackie en haar echtgenoot John hebben ons op de luchthaven, op een
20 km van de stad, opgehaald. Peterson is emerita van Washington State
University, waar ze doceerde over de geschiedenis van de Native Americans. Zij
maakte naam als curator van de tentoonstelling Sacred Encounters. The Society
of Jesus and the Indians of the Northwest (1993) en kent dus de geschiedenis
van pater De Smet en zijn missies in de Rockies als geen ander. Zij zal de
volgende dagen onze gids zijn.
Gisteren zijn we toch al zelf even op verkenning geweest in Portland, meer
bepaald naar het Oregon History Museum van de Oregon Historical Society. Het is
een klein museum waar de geschiedenis van de staat Oregon op een bevattelijke
manier, met veel voorwerpen, wordt getoond. Er wordt natuurlijk stilgestaan bij
de oorspronkelijke bewoners, de Native Americans, onder wie de Nez Percé, met
wie De Smet vanaf 1840 in aanraking kwam. Ook de verkenning van het Westen,
met de belangrijke expeditie van Lewis en Clark in 1804, komt er aan bod. Op
vraag van president Jefferson brachten Lewis en Clark het toen nog onbekende
gebied tussen de Mississippi en de westkust in kaart. Zij openden de weg naar
het westen. Deels in hun spoor stapte pater De Smet een kleine veertigtal jaren
later.
De Smet wordt niet specifiek vermeld in het museum, maar de katholieke (en
ook protestantse) missionarissen zijn wel van de partij, onder meer met een
mooie katholieke ladder, een visuele voorstelling van de vooruitgang van het
christendom sinds Adam en Eva.
Van zulke ladder maakten De Smet en zijn confraters gebruik tijdens hun
catechese. In de eerste uitgave van zijn eerste publicatie, Letters and Sketches with a Narrative of a
Years Residence among the Indian Tribes of the Rocky Mountains (1843),
werd de ladder als bijlage opgenomen. Deze en latere publicaties en hun
vertalingen in het Frans, Nederlands en zelfs Duits en Italiaans maakten van De
Smet een BB bekende Belg avant-la-lettre. Ze openden de geldbeugels van
zijn sponsors en lokten nieuwe rekruten. Hen komen we later nog tegen.
Deze avond, 27 september, zijn we aangekomen in Schiphol; morgenvoormiddag om 10 uur is onze vlucht naar Portland, waar we rond 11 uur na een vlucht van een tiental uur er is een tijdsverschil van 9 uur zullen aankomen. Ook Pieter Jan De Smet is in 1821 van hieruit, Amsterdam, vertrokken bij zijn eerste reis naar de Verenigde Staten. Hij was, samen met acht andere jongens, gerekruteerd door priester Charles Nerinckx, die hij in juli op het kleinseminarie van Mechelen enthousiast had horen spreken over de kerk in Amerika en de beginnende missies bij de indianen. De Smet en zijn lotgenoten kwamen hier in Amsterdam op 26 juli toe, in het geheim, want noch hun familie, noch de Nederlandse overheid die de katholieke kerk niet gunstig gezind was het latere België behoorde tot het Koninkrijk der Nederlanden mocht op de hoogte zijn. Enkele dagen later scheepten ze in naar Texel, van waaruit de Columbia hen op 15 augustus oppikte voor de oversteek naar Amerika. 42 dagen later, op 23 september 1821, bereikten ze Philadelphia. Daar begon De Smets Amerikaanse avontuur. Het onze begint morgen.
De jezuïet Pieter Jan De Smet (1801-1873) verwierf grote bekendheid als missionaris bij de indianen in Noord-Amerika. Hij verkende er de nauwelijks in kaart gebrachte Far West en won het vertrouwen van de autochtone bevolking. Hij verdiepte zich in haar cultuur en levenswijze, die onder toenemende druk stonden, en trad op als bemiddelaar in conflicten en vredesgesprekken tussen native americans en de Amerikaanse regering. De Smet - de indianen noemden hem de Grote Zwartrok - geniet tot op vandaag grote erkenning in de Verenigde Staten. Archieven van en over hem worden er gekoesterd en bestudeerd, terwijl hij hier nagenoeg onbekend is. Een samenwerkingsverband tussen KADOC - Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving van de KU Leuven (http://kadoc.kuleuven.be), het Antwerpse MAS/Museum aan de stroom (www.mas.be) en de provincie Oost-Vlaanderen zal dat verhelpen. Zij bereiden tegen 2016 een prestigieuze tentoonstelling voor in het Gentse Caermersklooster (www.caermersklooster.be). Dankzij een projectsubsidie van de Vlaamse overheid kan bovendien een degelijke prospectie worden uitgevoerd. Die bracht ons onder meer al in musea in Stuttgart en Freiburg, liet ons in Parijs kennismaken met joviale Amerikaanse experten en maakte het mogelijk ons te verdiepen in het generalaatsarchief van de jezuïeten in Rome. Van zondag 28 september tot woensdag 16 oktober trekken we KADOC medewerker Luc Vints en MAS-collega Mireille Holsbeke in het spoor van De Smet rond in het noordwesten van de Verenigde Staten van Amerika, van Portland in de staat Oregon naar Bismarck in de staat North-Dakota via Washington, Idaho, Montana, Wyoming en South-Dakota. Over die tocht langs onderzoekscentra, musea en reservaten en over de vele contacten met lokale experten en native americans zullen we hier de volgende weken berichten.