Het
archief van het Bureau of Catholic Indian Missions en de immer enthousiaste
archivaris Mark Thiel boden ons ook vandaag weer heel wat moois. Natuurlijk
heel wat fotos van het katholieke leven op de reservaten, nu vooral van de
scholen, we maakten een 250-tal opnamen , maar ook boeiende verhalen over
interessante figuren. Over catechist Black Elk, voor wie de indiaanse
religieuze inzichten evenwaardig waren aan het katholieke geloof, hadden we het
gisteren al. We moesten aan hem denken toen we vandaag de fotos zagen van de
jezuïet Paul Steinmetz, die in Pine Ridge indiaanse elementen in de liturgie
integreerde, zoals bijvoorbeeld de pijpceremonie. [Zie foto; op de foto klikken om te vergroten]
Ook over
Francis Craft kwamen we vandaag meer te weten. [Zie foto 96] Deze Amerikaan met indiaanse roots had ambities om
jezuïet te worden, kwam voor zijn studies naar Leuven, werd in 1884 tot
diocesaan priester gewijd door de Zwitserse benedictijn Martin Marty, nog zon
boeiende persoonlijkheid, die de eerste bisschop van South Dakota was. Craft kwam
als priester terecht op een van de reservaten en kreeg het snel aan de stok met
de Amerikaanse overheid en ook met de kerk. Hij was o.m. betrokken bij Wounded
Knee en was ook in Cuba werkzaam. Kortom, een controversieel figuur die meer
toelichting verdient, niet het minst omdat in de De Smet-collectie op KADOC een
brief van Craft blijkt te zitten ... die we dus dringend moeten lezen. Er is
dus een link met onze Pieter Jan De Smet ....
En die
link vond ik ook, onverwacht, tussen De Smet en de Marquette University. Op de
website van de universiteit las ik dat de oprichting van de universiteit mee
mogelijk was gemaakt door een financiële injectie van de Belgische zakenman
Guillaume Joseph DeBuey. DeBuey deed me denken aan De Boey, een van de
weldoeners van De Smet uit de kring van de Turnhoutse zakenman Pieter De Nef. Bij
nader ondezoek bleek het inderdaad om die De Boey te gaan. Hij gaf op het einde
van de jaren 1840 16.000 dollar (nu een 400.000 euro) voor de stichting van een
jezuïetenschool in Milwaukee. 40 jaar later groeide daar de universiteit uit.
Een andere
band tussen Milwaukee en België vonden we in het Milwaukee Public Museum, waar
we na ons archiefonderzoek even op bezoek gingen om er de rijke etnografische
collectie te bekijken. Die werd tentoongesteld in en tussen dioramas waarin mens,
dier en plant naast en door elkaar werden gepresenteerd. [Zie foto 97] Lekker ouderwerts en aandoenlijk, maar niet meer
beantwoordend aan hedendaagse normen. Dat was evenmin het geval in het European
Village dat in het museum is ingericht en vroeger de vele migranten in
Milwaukee ongetwijfeld wist aan te spreken. In het dorp krijgt elk land zijn (negentiende-eeuws)
kamertje, met al zijn clichés. België blijkt alleen maar kant te produceren. [Zie foto 98]
We zullen
overmorgen even controleren. Dan zijn we terug in eigen land.
PS Sommige
dioramas in het Milwaukee Public Museum kunnen ook een nieuwe invulling
krijgen ... [Zie foto 99]
Het was
Pieter Jan De Smet die ons opnieuw welkom heette in de archieven van de
Marquette University. Bij het verlaten van de lift op de derde verdieping van de
universiteitsbibliotheek stuitten we onmiddellijk op een kleine tentoonstelling
over de geschiedenis van de jezuïeten in de Verenigde Staten Marquette is een
jezuïetenuniversiteit opgericht in 1881 en De Smet nam in deze presentatie
een belangrijke plaats in. In het archief zelf ontving archivaris Mark Thiel
ons. Het eerste document dat we te zien kregen, was een grote affiche van de
Pater De Smet Feesten in Dendermonde in 1923! [Zie foto 90]
We zijn
nochtans niet in Marquette voor De Smet zelf, maar voor de periode na hem. In
Marquette worden immers de archieven bewaard van het Bureau of Catholic Indian
Missions (BCIM), dat in 1874, een jaar na het overlijden van De Smet, in
Washington werd opgericht, om de katholieke missies bij de Native Americans te
ondersteunen. Het bureau bestaat nog altijd en houdt zich nu vooral bezig met
fondsenwerving. Het maakt deel uit het Black & Indian Mission Office waartoe
ook de Catholic Negro American Mission Board, opgericht in 1907, behoort. De
archieven kwamen in Marquette terecht via pater Francis Paul Prucha SJ, dé
historicus van de relatie tussen de Native Americans en de Amerikaanse
overheid.
Die
archieven worden nu beheerd door Mark Thiel, die zelf in de jaren 1980 in het Oglala
Lakota College in het Pine Ridge reservaat werkte en dus de problematiek van
het onderwijs voor de Native Americans bijzonder goed kent. We waren vooral op
zoek naar fotos van de Boarding Schools, de kostscholen die de indaanse
meisjes en jongens tot echte Amerikanen moesten maken en hun indiaanse
identiteit moest doen vergeten. Die tijd is gelukkig al jaren voorbij. Nu
bewandelen de scholen meestal een dubbel spoor, met erkenning van de cultuur
van de Native Americans. Een mooi voorbeeld is de Red Cloud School in Pine
Ridge die we vorig jaar bezochten (zie blogbericht van 11 oktober 2014).
Met witte
handschoentjes aan namen we vandaag een twaalftal archiefdozen door met fotos
van de verschillende katholieke missies waaraan de naam van Pieter Jan De Smet in
min of meerdere mate is verbonden. Het leverde ons een rijke oogst op van fotos
van het katholieke leven op de reservaten, paters en zusters, scholen,
processies, congressen, katechisten .... . [Zie
fotos 91-93] Graag vermeld ik de Lakota medicijnman Black Elk die in 1907
catechist werd, zonder zijn Lakota-identiteit te vergeten. Op een foto met
andere catechisten, genomen op het katholiek Sioux-congres van 1911, staat hij
(zesde van links) als enige met mocassins! [Zie
foto bovenaan dit bericht; klik op de foto om te vergroten; zie ook foto 94]
Deze avond kwamen we rond 17u30 aan in Milwaukee, in een
hotel in de onmiddellijke buurt van de Marquette University. We hadden er dan
een halve dag Chicago opzitten, waar we een bezoek brachten aan het Field
Museum, het oude natuurhistorisch museum dat over een immense collectie meer dan
20 miljoen objecten beschikt. Het museum is deels vernieuwd en aangepast aan
de nieuwe eisen van de museologie, met veel aandacht voor een educatieve
werking en een presentatie die vooral kinderen moet aanspreken, maar de
collectie over de Native Americans wordt nog op de ouderwetse manier
gepresenteerd. Heel veel objecten, in grote vitrinekasten, met nauwelijks enige
datering, laat staan duiding, met enkel de naam van de tribe. [Zie foto] Het deed me denken aan de
oude manier van presentatie in het Afrikamuseum van Tervuren. Mooie objecten
dus, maar om inspiratie op te doen voor de vormgeving van onze tentoonstelling
was een bezoek niet nodig.
Naar het einde van de namiddag reden we door naar Milwaukee,
de grootste stad van Wisconsin en ook gelegen aan het Michiganmeer, het
grootste van de Grote Meren. Pater De Smet combineerde beide steden ook soms,
zoals in 1855, 1869 en 1870. Hij zag beide steeds groter worden, met vele, vaak
Duitse migranten. Milwaukee lijkt wel Chicago in het klein, met ook, zij het
kleinere, art-decogebouwen afgewisseld met hedendaagse architectuur. Een opvallende
uitbreiding van het Milwaukee Art Museum is van de hand van de Spaanse
architect Santiago Calatrava.
Bij het binnenrijden van de stad passeerden we het
Potawatomi Casino, dat pas in 2014 werd geopend. Het is nu dé goudmijn van de
Potawatomi, die hier hun oorspronkelijk thuisland hadden, maar in de jaren 1830
verplaatst werden naar het noordwesten van Saint Louis, op de grens van het
huidige Iowa en Nebraska, en naar Kansas. De Smet was hun missionaris in
1838-1839, vooraleer hij zijn groot missieavontuur begon in de Rocky Mountains.
Een kort bericht
vanuit Chicago waar we namiddag zijn
naartoe gevlogen vanuit Saint Louis op weg naar Milwaukee.
Voormiddag
waren we dus nog in Saint Louis, waar we de kathedraal hebben bezocht, een
imposante neoromaanse kerk van George D. Barnett, voltooid in 1914. Het
interieur is neobyzantijns met een overvloed aan mozaïeken. [Zie fotos 86 en 87]
De missen
waren, aldus de kathedraalwebsite, om 9 en 11 uur .... dus gingen we er om 10
uur naartoe. En aangezien het de hoogdag van Pinksteren was, begon de mis om 10
uur .... Die hebben we dus bijgewoond,
onder het oog van Pieter Jan de Smet. Want een van de vele mozaïeken stelt De
Smet voor, met over zijn zwart kleed de Indiaanse jas die we donderdag in het
universiteitsarchief konden bewonderen. Hij heft het kruis naar enkele Natives.
[Zie foto; klikken op de foto om te
vergroten] Naast hem, in een bootje, staat de jezuïet Jacques Marquette, een
voorloper van De Smet, die in de 17de eeuw in de streek van de grote meren
actief was, onder meer bij de Huronen, en mee de Mississippi verkende. Naar hem
is de Marquette University van Milwaukee genoemd, waar we morgen naartoe rijden.