Liedje, Hansje en Grietje die gingen naar de school.
Hansje en Grietje *Hansje en Grietje die gingen naar de school. Het was er zo fijn en het was er zo mooi.* Hansje stak zich weg, Grietje stak zich weg, Hansje kwam terug, Grietje kwam terug. van * tot * herhalen. Hansje werd zo moe, Grietje werd zo moe, toen vielen ze in slaap tot de morgen toe!