Ondanks de ongerustheid hebben we toch goed geslapen, om 4 uur kreeg ik het wel weer koud. Om kwart na 6 worden we wakker en we besluiten maar op te kramen, voor alles goed en wel is ingepakt is het toch alweer 7 uur. Vandaag gaan we aankomen in Vezelay, daar hebben we al zo lang naar uitgekeken, eindelijk aan de officiële start als het ware.
In La Jarrie eten we ons ontbijt op. Nu is het nog maar 12 km en het is gek maar op één of andere manier wil ik het moment dat we aankomen precies nog uitstellen en verzin dan (onbewust) allerlei vertragingsmanoeuvres. En weer moeten we flink klimmen maar het is een mooie klim langs weides vol wilde bloemen. Boven aan de klim staan 2 huizen de mensen zijn er gastvrij want overal zie je schelpen en aanmoedigingen en er is zelfs een kraantje met een bordje " drinkbaar water voor de pelgrims" een oud mannetje wenst ons "courage" We denken nog genoeg water te hebben en vinden het lief van het oude mannetje, maar hij wist waar hij het over had! De afdaling is keistijl en gevaarlijk, een deel van het pad en de stenen zijn zelfs weggespoeld. Ik ga dan voor de eerste keer en ook de laatste keer op mijn poep. Halverwege de klim zien we ineens Vezelay liggen ,6 kilometer verder, impossant zo op de berg! We zijn onder de indruk. Onder aan de helling bij het croix rouge eten we een vroeg middagmaal. Dan begint de voorlaatste klim van 2 km naar Vezelay. Onder aan de muren van de kathedraal staat het grote kruis dat de plek aangeeft waar Sint Bernard, priester van Clairvaux predikte voor de 2de kruistocht, hij bracht veel enthousiastelingen op de been. Nu kan je met een asfaltweg langzaam klimmen rond de berg of een stokoud pad met kasseitjes waarlangs honderden jaren pelgrims ons zijn voorgegaan nemen. De klim is 150 meter en lijkt erg stijl maar op één of andere mysterieuze manier (echt waar vraag het aan Paul als je me niet gelooft) is het totaal niet moeilijk en lijkt het of je echt een duwtje in de rug krijgt. Dan eindelijk na 4 jaar of eigenlijk 5 want vorig jaar hebben we overgeslagen, staan we voor de kathedraal van Heilige Magdalena. Het is er zonnig maar zo als we ook van de kerk van Hoogstraten herkennen, waait het er hard. We vragen iemand om een foto te nemen en het is toevallig een Belg, iemand uit Boom. we praten nog wat hem en zijn vrouw en dan gaan we de kerk binnen voor deze belangrijke stempel, de laatste van deze trip en ook een hoofdstuk in onze tocht. We mogen omwille van de terreurdreiging onze rugzak niet aan de ingang laten maar we mogen hem wel mee binnen nemen. We vinden de kerk erg mooi maar ook eenvoudig. We bezoeken nog de crypte met de relekwieën. Voor Paul binnen gaat houdt een nonneke hem nog tegen om te checken of hij wel een dopje op zijn wandelstok heeft (wat hij heeft). Beneden ligt voor het altaar een groot tapijt, daarop zitten een mama met haar 2 kleine kindjes. Ineens komt de papa naar ons en vraagt of zijn zoontje( Leon, een jaar of 5 ) met ons mag kennis maken, hij vraagt al de hele tijd waar die pelgrims nu wel zijn. We laten onze schelp op onze rugzak zien en hij mag onze credentiaal met al onze stempels zelf vasthouden om te bekijken , hij is onder de indruk en wij gestreeld in ons ego. Misschien gaat hij zelf ooit wel eens de tocht maken omdat hij ons ontmoet heeft?! Het gezin is uit Mechelen.
Na ons bezoek aan de kerk gaan we langs bij de vrienden van de pelgrims. Er zit een ouder Engels koppel dat 2 refuges in het zuiden van Frankrijk uitbaat. Ze hebben er ook één uitgebaat in Spanje. Ze vertellen vol enthousiasme en we stellen vele vragen over de verdere weg. We weten nog niet goed welke route we van hier gaan nemen, dat hadden we ook niet gepland. We hebben nog tijd en Paul is nog helemaal in orde en ik zou ook nog wel graag 2 dagen doorstappen maar ik heb toch last van blaren, mijn schoenen zijn eigenlijk op en welke weg nemen we dan en morgen wordt er regen en kouder weer verwacht. Na lang wikken en wegen besluiten we toch om huiswaarts te keren. De man van het genootschap zoekt voor ons uit hoe we terug aan de auto of toch al tot in Troyes geraken. We moeten in Vezelay de bus nemen tot Sermizelles. De bus komt pas over 3 uur , we eten nog iets, schrijven kaartjes en wachten. We komen Leon nog verschillende keren tegen en hij zwaait ons elke keer toe, zo leuk! Mijn voeten doen te veel pijn om nog in de vele straatjes rond te dalken, mijn pijnstiller die ik vanochtend vroeg nam is uitgewerkt. Ik ga in een apotheek nog iets voor mijn lippen kopen want ik krijg uitloop en mijn lippen zijn ook wat verbrand van de hete dag in de wijngaarden.
Er is nog een speciaal moment, ik besluit mijn wandelschoenen ceremonieel in Vezelay in de vuilbak te gooien, de veters bewaar ik en knoop ze rond mijn hals. Hoewel ceremonieel: Paul neemt een foto en de zon schijnt in mijn ogen en de vuilbak stinkt dus trek ik een raar gezicht.
We nemen de bus , hij is wat laat maar we zijn de enigen op de bus en de chauffeur peert door omdat hij weet dat we de trein moeten hebben. We halen hem net, we hebben wel maar 1 ticket kunnen kopen omdat de bus te laat was. In Sermizelles stapt er nog een pelgrim op, we vinden het sneu dat hij blijkbaar net niet tot in Vezelay geraakt is. De trein brengt ons naar een dorpje een half uur verder op, Hier moeten we op de bus naar Auxerre wachten. We geraken aan de praat met de pelgrim, het is Patrick Dujardin hij komt uit België, Ter Hulpen bij Brussel. Hij is professor plantkunde bij de bio- ingenieurs van de unief van Gembloux. Het is een aangename man die zeer goed Nederlands spreekt. Hij heeft 3 kinderen en heeft ooit een vliegtuigticket gekregen naar Compostella van zijn vrouw, vandaar heeft hij naar Finesterre gewandeld en daar is het idee gegroeid om de hele tocht te doen. Hij is ook 4 jaar geleden gestart. Blijkbaar had hij 2 jaar geleden wel goed weer. Hij is in Arcy -sur -Cure gestopt omdat hij anders niet tijdig thuis zou geraken en we snappen elkaar perfect als we zeggen dat de 20 km naar Vezelay eigenlijk niet zoveel uitmaken in de hele tocht. Hij trouwens tijdens een vakantie al eens in Vezelay geweest. Hij geniet van het alleen op pad zijn en vind het niet zo erg, wij vinden het voor ons wel een meerwaarde dat we samen de tocht doen. Zijn kinderen krijgen ook wel kriebels om eens mee te gaan en wij vertellen van Lysander die samen met ons maar in de tegenovergestelde richting op stap is. Wat ik ook wel leuk vond dit jaar is dat Lysander, die normaal niet vaak berichtjes stuurt nu elke dag een berichtje stuurde met hun vooruitgang en hoewel zij meer kilometers deden ,meer moesten klimmen en 20 jaar jonger zijn liepen de tochten verrassend gelijklopend, we hadden zelfs op dezelfde dag een slechte dag en zijn op dezelfde dag klaar. Maar waar het bij ons 's avonds altijd opklaarde waardoor we telkens nog een terraske kunnen doen , begon het bij hun steeds 's avonds te regenen wat natuurlijk niet zo leuk is en hoewel je zou denken dat het bij hen onherbergzamer is, konden zij gemakkelijker aankopen doen.
Omdat we nog nooit in Auxerre geweest zijn en al tweemaal in Troyes, besluiten we te overnachten in Auxerre. Het is misschien nog wel een mooiere stad dan Troyes met ook veel vakwerkhuizen. Ik moet wel erg wennen aan de vieze geuren en het tamelijk agressief verkeer van de stad , na dagen waarop we amper een levende ziel, behalve een ree tegen kwamen. De rivier met zijn plezierbootjes en de boulevard zijn erg tof met veel waterpartijen waar de kinderen in spelen. We eten lekker en 's avonds is er in de kathedraal nog een klank en lichtspel. We kunnen een koptelefoon krijgen met een Engelse vertaling. Het vertelt het verhaal van de kerk maar 700 jaar duurt erg lang en net voor de wereldoorlog houden we het niet meer uit en verlaten de kerk (nee niet voor het zingen). Het lichtspel stelde ook niets voor, er werden enkel stukjes van de kerk opgelicht, niets in vergelijking met het spektakel in Reims.
Het is nog erg warm en het is bijna niet te geloven dat ze voor morgen zo'n slecht weer geven.
|