Enkele mooie nadenkertjes uit reeds besproken boeken
Dat wat we zien, dat wat in onze ogen overduidelijk is, heeft vaak een andere betekenis. Feiten bestaan, maar alleen betekenissen tellen. Maar heel weinig mensen realiseren zich dat, en de chaos op de wereld is enorm. Feiten kunnen duizenden verklaringen hebben, op duizenden manieren geïnterpreteerd worden. Elke interpretatie is er één, en niet meer dan dat.
Mens onder de mensen zijn biedt de mogelijkheid te geven, niet alleen te ontvangen.
Er zijn relaties in het leven die de loop van alles kunnen veranderen, zelfs al duren ze niet eeuwig. Zelfs al duren ze geen leven lang, maar slechts een ogenblik.
Griezelig, hoe gemakkelijk ze hun vertrouwen in je handen legden, hoe gemakkelijk ze jou beslissingen lieten nemen.
Als ik één ding kan is het liefhebben. Dat lijkt niet veel bijzonders, maar ik ben er trots op.
Autisten zijn op het eerste zicht perfect normaal. Vandaar dat je autisten vaak niet kunt herkennen. Het zijn integendeel vaak een beetje onaards mooie en sprookjesachtige wezens.
Kate en ik zijn als een Siamese tweeling, met het verschil dat je in ons geval simpelweg niet kunt zien waar we met elkaar verbonden zijn, wat de scheiding des te moeilijker maakt.
Dat we iets niet begrijpen of weten, betekent nog niet dat er geen reden voor is.
Ik vind het jammer dat het een leven duurt om te leren hoe je moet leven.
Hopend dat er toch iets in hem zou achterblijven, zoals je met een blindelings opgehouden beker regen kunt opvangen.
Elkaars hand vasthouden is bijvoorbeeld een manier om je te herinneren hoe het aanvoelt om samen niets te zeggen.
'Ik wil niet klagen, maar ik voel een steen in mijn keel.' zei Aga Djan tegen de rivier. Zijn ogen brandden, een traan viel op de grond. De rivier pakte de traan, nam hem stil in het donker mee en liet het niemand weten.
'Tijd is als zand waarin je schrijft,
een krabbel die ergens achterblijft.
Hoe schrijf je in zand wanneer iets nieuw begint ?
Schrijf je met zon of water ?
Gebruik je te veel wind
zijn al je krabbels voor later.'
(Joris)
Hilde Van Driessche: '...dit vind ik echt het sublieme zelfportret!!!'
In een paar
oer-Hollandse protestantse dorpen langs de rivier de IJssel komen voor het
eerst vreemdelingen wonen. Ze beginnen aan een nieuw bestaan in een nieuw land.
Het duurt niet lang totdat de rivier, de IJsselbrug en de pont deel uitmaken
van hun identiteit. Papegaai vloog over de IJssel, de nieuwe roman van Kader
Abdolah, vindt plaats in en rond de stad Zwolle en vooral in Zalk, Wilsum, 's
Heerenbroek en Veecaten, in een landschap dat honderden jaren hetzelfde is
gebleven. De kou is niet uitnodigend, de fabuleuze luchten zijn dat wel. De
nieuwkomers, even vreemd voor elkaar als voor het land waar ze nu wonen,
beseffen dat ze hun reis moeten voortzetten, langs het water, naar de IJsselbrug,
naar de stad, voor een nieuw bestaan. Zullen ze daar een thuis vinden?
Op vrijdagavond 24/6/2016 keken we met de leesgroep naar
de film The help.
Iedereen was het erover eens dat dit een hele mooie verfilming was van het boek
Een keukenmeidenroman van Kathryn Stockett.
We lazen het boek en zagen dat de film ook ruimschoots voldeed aan de hoge
verwachtingen die we hadden!
De film
speelt zich af in Mississippi tijdens de jaren '60. Skeeter (Stone) is een
meisje uit het Zuiden dat terugkeert van school en vastbesloten is om een
schrijfster te worden. Ze zorgt echter voor heel wat ophef bij haar vrienden -
en bij de rest van de bevolking van het kleine stadje - wanneer ze besluit om
de zwarte vrouwen te interviewen die hun hele leven lang zorgen voor de
prominentezuidelijke
families. Aibileen (Davis), de huishoudster van Skeeters beste vriendin, is de
eerste die openlijk durft spreken. Aibileen en Skeeter blijven samenwerken en
al gauw komen meer vrouwen hun verhaal vertellen. Ongewone vriendschappen
worden gevormd en een nieuw soort zusterschap ontstaat, maar niet vooraleer
iedereen in het stadje z'n eigen zegje heeft gehad.
De kleine Odessa, het levende boek / Peter van Olmen
Odessa mag niet veel van haar moeder. Ze krijgt thuis les en mag
niets met de buitenwereld te maken hebben. Bovendien wil haar moeder niets
kwijt over haar vader, van wie Odessa niets weet. Om te ontsnappen aan haar
benauwde leven, zwerft Odessa 's nachts over de daken. En dan verandert alles.
Op een nacht wordt Odessa's moeder ontvoerd. Odessa gaat met een pratende
kanarie op zoek en komt terecht in Scribopolis, een stad waar alleen schrijvers
wonen. Voor ze het weet, belandt ze in een avontuur met monsters, Muzen,
schrijvers en personages die tot leven gebracht worden. Zal Odessa haar moeder
- én haar vader - vinden?
De
verhalenvertelster is fictie met de Holocaust als historische achtergrond. Het
morele thema van de roman is het vermogen tot vergiffenis. Om vergeving te
krijgen moet de dader eerst tot inkeer komen (tesjoewa), wat een langdurig
proces is. Monsters kunnen een geweten hebben, maar al trek je een zwijn een
rokkenkostuum aan, hij zal nooit de prins van het bal worden.
Sara Singer is een
jonge, niet-religieuze Joodse vrouw; een eenling, getraumatiseerd door een
litteken in haar gezicht, die de dood van haar moeder niet kan verwerken. Pas
een eind verder in de roman wordt duidelijk waarom ze drie jaar later nog
altijd deel uitmaakt van een therapiegroep rouwverwerking. Ze is een
uitstekende bakker die 's nachts onder de leiding van een gewezen non in een
katholieke instelling werkt. Haar privéleven zit volledig in de knoop: ze heeft
een verhouding met een getrouwde begrafenisondernemer, met haar zussen heeft ze
geen contact en alleen met oma Minka onderhoudt ze de traditionele Joodse
familiebanden.
Haar leven neemt een
totaal andere wending als Jozef Weber, een deelnemer van de therapiegroep, haar
vraagt hem te helpen sterven. Deze 95-jarige knuffelopa, een gerespecteerde
gewezen leraar Duits, toont haar een foto van hem in SS-uniform en vertelt haar
over zijn oorlogstijd aan het oostfront en in het vernietigingskamp Auschwitz.
Bijna zeventig jaar na
de feiten is het voor de lezer onmogelijk om enig begrip op te brengen voor
deze nazibullebak, en blijft het onbegrijpelijk dat hij daarna een
gerespecteerd anoniem leven kon opbouwen in een ander land. Dit is ook het
geval voor Sara, die zich wendt tot de FBI, waardoor een nazi-jager ook zijn
plaats krijgt in de roman.
Het verhaal speelt zich af in het diepe zuiden van de VS toen de
zwarte bevolking nog te lijden had onder discriminatie en segregatie. In 1962
waren zwarte vrouwen geliefd als keukenmeid en als nanny, maar ze hadden geen
rechten en konden zomaar worden ontslagen. De kloof tussen blank en zwart wordt
pijnlijk voelbaar als de blanke Hilly Walters het plan oppert dat zwarte
keukenmeiden van een apart toilet gebruik moeten maken. Dit plan stuit haar
vriendin Skeeter tegen de borst. Skeeter, die net is afgestudeerd en
schrijfster wil worden, besluit een boek te schrijven waarin zwarte vrouwen
anoniem hun aangrijpende levensverhaal kunnen vertellen. Het boek is een
aanklacht tegen het blanke racisme en slaat in als een bom. Hilly ontdekt in
het boek enkele details die de identiteit van Skeeters vriendinnen aan het
licht brengen.
Joe
Speedboot is een roman over liefde en rivaliteit, over een verlosser zonder
belofte en een heroïsche odyssee. Het toont het lot van nieuwkomers in een
Nederlands dorp, waar de last van het onverwerkte verleden op de inwoners
drukt. De tragikomische maalstroom van gebeurtenissen geeft het ingeslapen dorp
een onverwachte dynamiek waar het niet meer van zal herstellen.
Ruim zeshonderd mannen en vrouwen reageren op de advertentie 'Heb
je zelfmoordplannen?' Enkele tientallen zitten uiteindelijk in een touringcar
op weg naar het noordelijkste puntje van Finland om zich daar in de ijskoude
zee te storten. Tussen dit voornemen en de werkelijke eindbestemming van de bus
- een prachtige kaap in het zuidelijkste puntje van Portugal - vinden
onverwachte en absurde gebeurtenissen plaats waardoor het oorspronkelijke plan
steeds meer op losse schroeven komt te staan. Maar terwijl de groep een steeds
hechtere eenheid wordt en de aspirant-zelfmoordenaars vriendschappen voor het
leven sluiten, wil de buschauffeur koste wat het kost aan het oorspronkelijke
plan vasthouden.
Max
Cerulus, leraar aan het Heilig-Hartinstituut in Heverlee, wordt aangeklaagd
wegens intimidatie van een leerling. De ouders van het meisje eisen een
tuchtmaatregel, de directie tracht de gemoederen te bedaren, de leerkrachten
reageren verdeeld. Kort daarna wordt een vrouwelijke collega dood aangetroffen
in de kelders van de school. Thomas Berg, hoofdinspecteur bij de Leuvense
politie, probeert de misdaad op te lossen. Hij moet zich daarbij een weg banen
door een kluwen van professionele conflicten en seksuele intriges. Wanneer een
week later een tweede slachtoffer valt, wordt de zaak nog gecompliceerder.
Terwijl Berg de handen vol heeft met het ontrafelen van de dubbele moord, wordt
hij zelf het mikpunt van een stalker die zijn prille relatie met Manon
bedreigt. Alsof dat niet genoeg is, lijkt een angstvallig verzwegen seksueel
schandaal op school verband te houden met de twee doden. Het onderzoek mondt
uit in een psychologisch steekspel tussen Berg en enkele verdachten.
Vlak
voor zijn dood in de jaren tachtig van de vorige eeuw gaf de grootvader van
Stefan Hertmans zijn kleinzoon een paar volgeschreven oude cahiers. Door de
verhalen uit zijn jeugd vermoedde Hertmans dat de inhoud wel eens onthutsend
kon zijn. Jarenlang durfde hij de schriften niet te openen. Tot hij het wél
deed, en onvermoede geheimen vond. Het leven van zijn grootvader bleek getekend
door armoedige kinderjaren in het Gent van voor 1900, door gruwelijke
ervaringen als frontsoldaat in de Eerste Wereldoorlog en door een jonggestorven
grote liefde.
Hij
sublimeerde zijn verdriet in de stilte van de schilderkunst. In een poging dat
leven te doorgronden schreef Hertmans zijn herinneringen aan zijn grootvader
op. Hij citeert uit diens dagboeken en kijkt naar diens schilderijen,om
uiteindelijk de ware toedracht te ontsluieren. Hertmans vertelt dit verhaal met
een verbeeldingskracht waarover alleen grote schrijvers beschikken, en in een
vorm die een onuitwisbare indruk op de lezer achterlaat.
Oorlog
en Terpentijn vormt een aangrijpende zoektocht naar een leven dat samenviel met
de tragiek van een eeuw en een postume, bijna mythische poging dat leven
alsnog een stem te geven.
Vele hemels boven de zevende van Griet Op De Beeck
Lou is
twaalf, Eva zesendertig, Elsie tweeënveertig, Casper zesenveertig, en Jos
eenenzeventig. Vijf mensen, met elkaar verbonden, vertellen hun verhaal. Elk
proberen ze op hun manier overeind te blijven in dit bestaan dat belachelijk
mooi en geweldig lastig is, allemaal tegelijk.
Vele
hemels boven de zevende gaat over blijven proberen, tot waar geen mens meer
verder kan. Over hard voelen en veel denken. Over blijven hopen, willen,
wensen. Over het leven dat lang is, en over hoe dat besef de inzet alleen maar
verhoogt. In deze roman zijn mensen heftig op zoek, en wat ze vinden nodigt
bovenal uit tot nog meer zoeken.
Griet
Op de Beeck Lou is
twaalf, Eva zesendertig, Elsie tweeënveertig, Casper zesenveertig, en Jos
eenenzeventig. Vijf mensen, met elkaar verbonden, vertellen hun verhaal. Elk
proberen ze op hun manier overeind te blijven in dit bestaan dat belachelijk
mooi en geweldig lastig is, allemaal tegelijk.
Vele
hemels boven de zevende gaat over blijven proberen, tot waar geen mens meer
verder kan. Over hard voelen en veel denken. Over blijven hopen, willen,
wensen. Over het leven dat lang is, en over hoe dat besef de inzet alleen maar
verhoogt. In deze roman zijn mensen heftig op zoek, en wat ze vinden nodigt
bovenal uit tot nog meer zoeken.
Na een
beroerte raakt een amateur-actrice en schrijversmoeder haar spraakvermogen
kwijt. Langzaam en onherroepelijk takelt ze af, steeds minder in staat om te
communiceren met wie haar lief is. Daarover schrijvend maakt Tom Lanoye een
meervoudige balans op. Van zijn kleurrijke jeugd in een volkswijk, van zijn
worsteling met de liefde, van zijn rol als schrijver, van zijn conflicten met
de kleine moederdiva, van de strijd die zij manmoedig voert en waarin ze
reddeloos en redeloos ten onder gaat _ en van de blijvende woede en pijn die
dat oplevert.
Wanneer
de Dood een verhaal vertelt, kun je maar beter luisteren. Het is het jaar 1939.
Nazi-Duitsland. Het land houdt de adem in. De Dood heeft het nooit drukker
gehad en het zal nog drukker worden. Het leven van Liesel Meminger verandert op
slag als ze bij het graf van haar broer een voorwerp vindt dat gedeeltelijk
onder de sneeuw ligt bedolven. Het is Het Doodgravershandboek, dat daar per
ongeluk is achtergelaten.
Zo
begint een liefdesaffaire met boeken en woorden, terwijl Liesel, met behulp van
haar pleegvader, leert lezen. Al spoedig steelt ze boeken uit de
boekverbrandingen van de nazi's, de bibliotheek van de vrouw van de
burgemeester, waar er ook maar boeken te vinden zijn. Maar dit zijn gevaarlijke
tijden. Als het pleeggezin van Liesel een jood in de kelder verbergt, gaat er
een wereld voor Liesel open, maar ook dicht...
Emma (1816)
wordt algemeen beschouwd als Austens grootste prestatie. De heldin, die in de eerste
zin van het boek al mooi, slim en rijk wordt genoemd, is zo weinig sympathiek
dat de schrijfster er zelf van uitging dat behalve zijzelf niemand haar aardig
zou vinden. Toch wint ze al snel het hart van de lezer met haar goedbedoelde
pogingen haar vriendin Harriet aan de man te helpen.
Ik ben Moenaert Annie
Ik ben een vrouw en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is Bibliotheekbediende.
Ik ben geboren op 03/12/1959 en ben nu dus 65 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen, lezen en praten over wat ik gelezen heb..
Over mijn maatje - mijn medebegeleidster
Mijn FANTASTISCHE medebegeleidster van de Paterlina’s is Hilde Van Driessche. Ook zij woont in Lokeren (België). Haar beroep is leerkracht, zij geeft les aan het 5e leerjaar. Zij is geboren op 14 oktober 1956. Haar hobby's zijn uiteraard ook lezen en praten over boeken.
Als ik lees verdwijn ik helemaal in het landschap.... (Hilde)
Een goed boek is je beste vriend, voor nu en altijd. Martin Tupper
Een boek is een plaats waar je naar toegaat, een eerlijke plek in jezelf waar je jezelf vragen kunt stellen over je ware gevoelens. In een goed boek vind je een taal waarin je met jezelf kunt praten, waarin je emoties kunt beschrijven zonder ze te reduceren of triviaal te maken. (Jeanette Winterson)
"Sommige boeken moeten worden geproefd, andere moeten worden opgeslokt, en slechts enkele moeten worden gekauwd en verteerd." (Francis Bacon)