Een buurvrouw van mijn ouders neemt de wagen om naar de bakker en de beenhouwer te gaan. De beenhouwer ligt exact twee straten verder, een wandeling van krap 300 meter, ja : 300 METER, dus : DRIEHONDERD METER. Akkoord, ze staat niet zo hoog op de poten en kan best een kilootje spekvet kwijt, maar ze mankeert niets lichamelijks wat haar ervan zou moeten weerhouden gewoon beenhouwerwaarts te tijgen.
Wanneer ik 's ochtends naar mijn werk fiets, kom ik niet veel fietsers tegen. Dat komt niet omdat het te koud is of omdat de fietspaden er zo slecht bij liggen (ok, er liggen er, maar het blijft een hindernissenparcours). De reden is dat wij het te goed hebben en te veel willen doen zonder voor de acties wat tijd te laten. We willen 's ochtends lekker ontbijten, krant lezen en dan nog snel naar het werk, liefst met de wagen want de fiets gaat te traag, dat kost moeite, je moet jezelf douchen en na het werk nog gauw boodschappen doen (en die geraken uiteraard wel in een fietstas), snel naar huis, snel naar een tennisclub, snel naar huis om een Amerikaans tv-serie te bekijken voor we al facebookend, twitterend en e-mailend onder het dekbed verdwijnen. We hebben het te goed en we beseffen het niet. Het vergt een inspanning om een andere levenswijze erop na te houden. Is de drempel dan zo hoog? Bijlange niet, we zijn lui, we zijn verwend, we zijn een bende nietsnutten, vastgeroest in gewoonten. Quasi iedereen kan fietsen. Begin er best mee wanneer het slecht weer is, dan kan het enkel maar beter worden. Het is goed voor het milieu, het is ontspannend, je lichaam heeft de broodnodige beweging en de fietsvergoeding wordt niet belast. Alleen maar pluspunten. Is het negatief dat het meer tijd kost? Wat is tijd? Vliegt de tijd? Bijlange niet. Tijd is er altijd geweest maar wordt in onze postmoderne samenleving verheerlijkt dat het een lieve lust is. Tijd is gewoon, juist zoals de zon, de wolken. Tijd kan je nooit verliezen. Aan het begin van je leven heb je tijd gekregen. Gratis. Tijd verliezen kan dus nooit. Je kan nooit meer tijd verliezen dan je gekregen hebt. Tijd is dus positief. Altijd en overal. Dat is al een reden meer om de fiets te nemen. Hoe meer mensen overtuigd geraken van de fiets als luxe vervoersmiddel, hoe sneller ik op een kraaknet geasfalteerd fietspad naar mijn werk kan slenteren. Zalig !
Allen gecreëerd om zichzelf voort te planten. Doen we dat niet, is een zingevingsproblematiek ons deel. Wat moeten we met al die tijd aanvangen? Hebben we wel zoveel tijd? Gisteren vierden we het nieuwe millennium en morgen acht de maatschappij ons al te oud om aan een nieuwe job te beginnen. Toch worden we verondersteld nog tot 67 jaar te werken wanneer de gezondheid het toelaat.
We kunnen tijd spenderen aan eigen vertier, hobby's, excentriek amusement louter in functie van de eigen bevrediging. Je tijd op de aarde zal dan redelijk onopgemerkt voorbij gaan tenzij je grandioos bent in wat je onderneemt. Aan de andere kant kan je ook je blik naar de omgeving, waarin de andere zich tracht te ontplooien, richten, even nadenken en voor jezelf uitmaken wat beter kan. Je kan dan politicus worden, een vereniging met een zinvol doel steunen en actief in participeren of neerslachtig en mopperend je dagen doorbrengen zonder enig geëngageerd initiatief aan de dag te leggen, vaak tot grote frustratie van uw naasten die zich te pletter ergeren aan zoveel negativisme. Deze groep weet duidelijk niet waartoe het leven dient. Het dient nl. tot niets, naast de vaststelling dat we allen zijn gecreëerd om onszelf voort te planten.
De hedendaagse samenleving is een kluwen, een sneltrein die je kan nemen zodat je regenbogen ziet maar ook verderf, je kan ook op het perron blijven staan en wachten tot je het licht ziet of van je sokken wordt geblazen. Zowel hij die de trein neemt als hij die blijft staan, zoeken verklaringen zodat wij ons veiliger en minder angstig voelen. Psychisch - emotionele kalmte wordt van langsom meer razend belangrijk voor meer en meer mensen.
We willen ons een beetje gelukkig voelen, verlicht, zodat wij de vele prikkels die ons overvallen uit onze directe omgeving, beter kunnen plaatsen, en wat meer glimlachen wanneer ons buikgevoel ons vertelt iets negatief te moeten onthalen.
Het gaat heel snel voor velen.
Gelukkig zijn er zeer veel wagonnetjes, maar ooit komt de laatste trein.