Het zijn de laatste dagen voor ook Nele naar België afreist.
Tijd voor een terugblik op jaar 1 in Senegal.
Een grote
opstartinspanning.
Minder dan 3 maanden was er tussen contractondertekening
midden juni en verhuis naar Senegal eind augustus. Werkgevers informeren, school
verwittigen, tijdskrediet aanvragen, auto verkopen, huis verhuren, administratie
voor België in orde brengen, huis ontruimen, cargo versturen, afscheid nemen.
Zelfde oefening in Senegal: een leeg lek huis huren, vier
weken bij een ander gezin logeren, het huurhuis bewoonbaar maken, verblijfspapieren
voor Senegal in orde brengen, een auto kopen. De weg vinden in de administratie
en de bureaucratie, in de dienstverlening waar de klant weinig betekent, in het
ritme van het land. Er is niets dat in één keer in orde komt. Patientez is het
codewoord.
De kinderen.
Niet dat we dat nog niet wisten, maar Daan en Nette zijn de
meest fantastische kinderen. Eén week na aankomst, starten ze op hun nieuwe
school, met nieuwe kindjes, in een nieuwe taal. Vijf maanden lang zijn ze niet
in staat zich in het Frans uit te drukken. En toch zijn ze elke dag even
vrolijk: op weg naar school, in hun spel, thuis. Zo onbevangen laten ze alles
op zich afkomen. De drie andere Vlaamse kindjes hebben daarin een grote rol
gespeeld. En de nieuwe wereld die voor hen openging: halve dagen school, de
hobbys die ze konden doen, meer tijd doorbrengen met ons. En voor Nette was leren
lezen een echte openbaring.
Veiligheid.
Senegal is heel relax, heel toegankelijk. Veiligheid is geen
issue. Kamikaze-chauffeurs en een dodelijke malaria-variant zijn de grootste
bedreigingen hier.
Heel gewoon maar in
een andere context.
We leven hier een erg on-Afrikaans leven. We wonen in een
huis zoals in België. We brengen de kinderen elke dag naar school. We gaan naar
de winkel in een supermarkt waar je alles kan vinden. Nele werkt meestal op haar
laptop aan haar bureau. Daan en Nette gaan bij Vlaamse vriendjes spelen. Met
werk, school en gezin, is ons leven niet zo verschillend van dat in België. Het
is geen interculturele onderdompeling. Geen van ons spreekt Wolof. We bewegen ons
wel in een andere context. Een context waar we glimpen van opvangen via het
werk, door te reizen, door de elektriciteitspannes, door het zien van lege
waterputten tijdens de 9 maanden droogte per jaar, door het warme contact met
Senegalezen uit onze directe omgeving. Betti die bij ons poetst en als
minderjarige werd uitgehuwelijkt. Sidi die tijdens afwezigheden op ons huis past
en niet rondkomt als chef de ménage van een grote familie met maar één
deeltijdse job. Omar de buurman die de politie belde bij huiselijk geweld op ons
achterbuurjongetje en graag geld zou lenen. Mamadou de open-minded collega met een
polygaam huwelijk.
Een privilege.
We hebben dit jaar in Senegal vooral ervaren als een
privilege. Een privilege om nog eens in een ander land te wonen. Nieuwe
vaardigheden te verwerven op werkvlak. Mooie reizen te kunnen maken met nijlpaarden,
leeuwen en pythons. Meer tijd voor mekaar te hebben. Met meer afstand naar ons
leven kunnen kijken. Vast te mogen stellen dat alle gezinsleden zich
comfortabel voelden uit hun comfortzone. En we alle vier gezond zijn.
|