Elke dag veranderen onze vreugden en onze zorgen, doch het begrip overmorgen is en blijft, morgen, morgen. Tijd is als begrip, bepalend voor een mens maar toch onmenselijk vaag, maar vast en zeker, wordt morgen, gisteren, onze vandaag.
Zo, vandaag is morgen, gisteren en ook was eergisteren, gisteren, gisteren en gisteren was morgen, vandaag en soms vordert en vergaat de tijd heel snel en soms ook traag.
Tijd is het begrip waarmee Elkerlyck verplicht moet leren leven en dat ons bij het doorknippen van de navelstreng wordt ingegeven. Van tijd blijven wij afhankelijk en worden wij dan eerst bevrijd, wanneer de dood ons verlossing brengt en ons van dit leven scheidt.
De tand des tijds verslindt alles wat men bemint of haat, maar tijd heelt ook soms wonden en brengt meteen dikwijls raad. Tijd leert relativeren en berecht steeds wie goed was of kwaad, terwijl ook diezelfde tijd beslist wat zonder genade valt of misschien voor altijd staat!
Het is om te spelen met en te strijden tegen deze tijd, dat wij worden geboren om te sterven en dat ook alles verslijt en slechts wanneer iemand dat aanvaardt met een lach, schept hij ruimte door zo uit te stijgen boven het gedoe van elke dag.
Een zekerheid in dit woordenspel is : morgen wordt morgen onze overmorgen. Welke dag beleven wij en was reeds gisteren onze morgen ook overmorgen? Ook sprak men eergisteren toch spontaan over vandaag als overmorgen, maar wat blijft toch steeds en zeker de dag van morgen voor ons prachtig verborgen!
Ik wil een goed leven en het is mijn droom en mijn streven, hier dat tijdelijk leven steeds meer kleur te geven en gedurende die levensweg voel ik mij enorm gedreven, dit gekleurde leven, intens, echt en innig te beleven.
Doch hoe meer wij het einde dichter ervaren dan het begin, hechten wij meer waarde aan dat leven en krijgt het meer zin. Wat heeft ons leven opgebracht en betekend, of was het misschien een mislukking en zijn wij erdoor getekend.
De tand des tijds knaagt, doch tijd als geduld is soms helend, maar dezelfde tand des tijd is uiteindelijk allesvernietigend. Ethiek en andere waarden gaan teloor en geen mens die zich daaraan stoort. De wereld trekt het zich niet aan en de boer, hij ploegt maar voort!
Ik pluk nu de dag, en geniet van elke wens die vader is van de gedachte! Vroeger, nu, morgen, overmorgen wens en relativeer ik en blijf ik bij machte, mijn dag te maken en hoop dat weldra de oerkracht zal bemiddelen en eens antwoord zal geven op de vraag : "Welk doel wettigt welke middelen?"
|