Vandaag reden onze gastheren ons naar Tauranga, een redelijk grote stad aan de Bay of Plenty. Er is een grote haven, waar onder andere hout wordt verscheept naar Taiwan en Korea. Onderweg zagen we dus heel wat trucks met boomstammen. Vrachtwagens van Europese makelij zie je hier trouwens eerder zelden ; je ontmoet veel meer trucks van Japanse en Amerikaanse merken. Tauranga is echter vooral een toeristische stad, met een grote jachthaven en aan de Stille Oceaan zo`n heerlijk fijn zandstrand. Heel wat surfers trotseerden de golven van de Stille Oceaan. Mount Manganui overheerst het strand, een gigantische heuvel aan het einde van een landtong. We maakten een wandeling met Carol op een rotsige hoogte die in zee uitstak en lunchten in de stad, waar er nu summer sales zijn. De dames bleken resistent. Vanavond is er een barbecue bij Carol en Maurice waar zij enkele vrienden op uitnodigden om ons voor te stellen. Het blijkt een gewoonte te zijn in Nieuw-Zeeland dat elk dan iets meebrengt voor de dis. We zorgden voor de aperitiefhapjes. Mia had al verrassing voor elke gast een zelfgemaakt kantwerkje mee. Succes verzekerd : Belgian Lace.
Vandaag zijn we dan aangekomen in Nieuw-Zeeland na een reis van 38 uur, gerekend van onze voordeur te Veurne tot in Katikati aan de voordeur van Carol en Maurice. Hiervan brachten we 24 uur op een vliegtuig door. We legden in totaal ongeveer 20.000 km. af. Gijs bracht ons naar Rijsel, waar we de TGV tot de luchthaven Charles de Gaulle van Parijs namen. Vandaar vertrok de eerste helft van onze vlucht naar Osaka (Japan). Deze luchthaven is aangelegd op een kunstmatig eiland in de baai van Osaka. Groot, maar niet zo mooi. Ze probeerden er gras tussen de taxi- en landingsbanen te zaaien, maar duidelijk zonder veel succes. Een grote brug verbindt de luchthaven met het vasteland. Hier moesten we een 5-tal uur wachten op onze volgende vlucht, nu naar Auckland. Een shuttlebus zette ons af aan de voordeur van Riverdale, de woning van Carol en Maurice. De chauffeur stelde zich op de luchthaven meteen hartelijk voor als Stan. Typisch Nieuw-Zeelands, naar al bleek ; als ze geld gingen wisselen in de bank, had de bankbediende na de verrichting nog tijd voor een babbeltje. Waar vind je dat nog in Belgie ? Vanmorgen was er al meteen bezoek bij Carol en Maurice en maakten we al kennis met Kevin en Robyn, familie die eventjes ten noorden van Wellington woont en toevallig in de streek voorbijkwam. Ze hielden ons bij het afscheid eraan, dat we zeker bij hen langs moeten. Vanmiddag na de lunch gingen we een lekker ijsje eten en wandelen aan het naburige strand. Een ruim privestrand bijna, zo weinig volk was er ondanks het mooie zeer (23 graden vandaag). Mia stak al even haar voeten in de Stille Oceaan.
Langzamerhand beginnen we allerlei spullen samen te leggen die we niet mogen vergeten. Een pakketje apart is voor de 'tramping' (Nieuw-Zeelands Engels voor trektocht) zowat halverwege onze reis langs het Heaphy Track. Dit pad bevindt zich grotendeels in het Abel Tasman National Park in het Noordwesten van het Zuidereiland. Hierbij een kaart van Nieuw-Zeeland. We landen in Auckland, de belangrijkste stad van Nieuw-Zeeland als internationaal handelscentrum. Vandaar reizen we naar Katikati, waar Carol en Maurice wonen, dicht bij de 'Bay of Plenty'. We blijven er drie dagen. Dan gaan we terug naar Auckland om er een binnenlandse vlucht te nemen naar Christchurch. Vandaar gaan we met de Tranz Alpine Express door het gebergte naar Greymouth aan de westkust. Met een huurauto toeren we dan door het land van bergen, gletsjers en meren op het Zuidereiland, naar Nelson. Daar pikt John ons op voor de wandeltocht. Nadien reizen we per bus naar Picton, waar we de ferry nemen naar Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Dan zijn we alweer op het Noordereiland. We reizen langs de Oostkust via Napier en het 'Eastland' (de streek van Gisborne) om opnieuw terecht te komen in Katikati. Onze reis sluiten we immers af waar we begonnen, bij onze vrienden.
Op 15 februari 2011 vertrekken we naar Nieuw-Zeeland. De verste reis die we ooit maakten en wellicht ooit zullen maken.
Je vraagt je wellicht af wat de aanleiding is.
Reeds jaren kennen wij Carol en Maurice, twee sympathieke Britse senioren, die in Poynings (West Sussex) een rustige bed and breakfast hebben op een oude 'manor farm'. Regelmatig gaan wij bij hen logeren, want we zijn verliefd op de mooie South Downs, waar je zo veel verrassende hoekjes vindt, zoveel tuinen, kunstenaarswoningen, ... Ondertussen zijn we vrienden geworden.
Sinds een aantal jaar verblijven Carol en Maurice zes maand per jaar in Poynings en zes maand op het Noordereiland van Nieuw-Zeeland, waar Mandy, dochter van Carol, woont met haar man Tom en hun gezin. Zij nodigden ons al enkele keren uit maar wij vinden dat je voor zo'n verre reis aan twee weken niet genoeg hebt. En dat is precies in de winter het maximum dat Mia weg kon zolang zij les gaf. Nu zij sinds september 2010 op TBS is, kunnen we in de winter wat langer weg. We wachten dus niet langer en reizen naar 'down under'.