Inhoud blog
  • Week 10: The wind that shakes the barley
  • Week 10: The wind that shakes the barley (beeldfragment)
  • Week 9: Het verhaal van een slechte rat (deel 1)
  • Week 9: Het verhaal van een slechte rat (beeldfragment)
  • Week 9: Het verhaal van een slechte rat (deel 2)
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Maxim De Greef - Afstandsleren PAV 3
    Plamuur via cultuur...
    10-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Week 8: Dier, bovendier (deel 1)

    DIER, BOVENDIER

    Frank Westerman

    Ik stuur mijn moeder naar de Standaard Boekhandel in Leopoldsburg om het nieuwe boek van Frank Westerman te kopen. ‘U gaat een mooi boek lezen, mevrouw’, zegt de plaatselijke boekhandelaar, alsof hij het zelf geschreven heeft. ‘De recensies zijn zeer lovend.’ Natuurlijk zijn de recensies lovend, Frank Westerman schrijft nu eenmaal geen slechte boeken. De graanrepubliek, Ararat, ingenieurs van de ziel en het bekroonde El Negro en ik zijn stuk voor stuk meesterwerken van deze grootmeester in de literaire non-fictie.

    ‘Het hoeft niet van je zakgeld, dit boek krijg je van mij’, zegt mijn moeder opgetogen, waarschijnlijk omdat de boekhandelaar haar literaire smaak zo hoog heeft ingeschat. Het is inderdaad een mooi boek, een wit paard dat je glinsterend tegemoet steigert is als het ware op een donkerblauwe achtergrond gekleefd. Daaronder de vreemde titel Dier, bovendier. Ik draai het boek om en lees op de achterkant: ‘De tragedies van de twintigste eeuw verteld aan de hand van een paard – de lipizzaner.’ Verder volgt een korte beschrijving van de inhoud waarbij één zin eruit springt: ‘Als je een lipizzaner aanraakt, raak je geschiedenis aan.’ Een geschiedenis die ons brengt langs het Weense hof, het Habsburgse Rijk en beide wereldoorlogen.

    Er is op de achterflap ook sprake van raszuiverheid en genetisch gesleutel, onderwerpen die Westerman nauw aan het hart liggen. Ten slotte is er ook het volgende om ons te overtuigen het boek te lezen: ‘Dier, bovendier is een moderne fabel waarin het reinbloedige paard de mens onontkoombaar op zijn eigen tekort wijst.’ Kortom, alle ingrediënten lijken aanwezig om er een geslaagde ‘Frank Westerman’ van te maken.

                       

     

    Wat verwacht ik van dit boek? Ik kom vast en zeker alles te weten over dit edele paardenras. Frank Westerman kennende zal ik ook a.d.h.v. nooit vermoedde details een deel van de wereldgeschiedenis voorgeschoteld krijgen. Maar bovenal verwacht ik dat de auteur me zoals steeds aan het denken zal zetten.

    Hoe ga ik het aanpakken? Een gewaarschuwd man is er twee waard! Tijdens het lezen van El Negro en ik verloor ik mezelf zowat halverwege het boek. Frank Westerman lees je immers niet zomaar even tussendoor. Samen met de lezers van deze blog ga ik hoofdstuk per hoofdstuk op zoek naar de ware toedracht van dit boek. Even verduidelijken: ik lees een hoofdstuk, duid met ‘steigerend’ potlood mooie citaten aan, typ dan a.d.h.v. die citaten een korte samenvatting en geef ten slotte mijn eigen mening over het hoofdstuk.

    Nog even duidelijk stellen dat ik nog geen letter van het boek gelezen heb. Misschien kunnen we dat samen doen, beste blogger. Samen bestijgen we Frank Westermans lipozzaner en gaan in draf door de wereldgeschiedenis.

     

    De inhoudstafel leert ons dat het boek bestaat uit drie grote delen die elk worden aangegeven met een Romeins cijfer. Net na de inhoudstafel volgt een bladzijde met een stamboom (waarschijnlijk van de lipizzaners) en dan krijgen we drie Europese kaarten met de deportaties, evacuaties en vluchten van de lipizzaners op diverse tijdstippen in de wereldgeschiedenis.  

     

     

    Proloog (p.15)

     

    De proloog speelt zich af op een hengstendepot in het zuiden van Polen, nabij Auschwitz, tijdens de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. Een tienjarige jongen beschrijft hoe hij zich samen met zijn familie voorbereid op de vlucht voor de oprukkende Sovjettroepen. Daarbij gaat de zorg van de vader vooral uit naar het in veiligheid brengen van de paarden waaronder Engelse volbloeds, twee lipizzaners van de Spaanse rijschool in Wenen en vijf berbers. Tijdens de vlucht worden de paarden toch buitgemaakt door vrouwelijke soldaten van het Rode Leger.

     

    Auschwitz lag stroomafwaarts op vijfendertig kilometer. Wij kinderen wisten niet wat een Konzentrationslager was. Het was een te moeilijk woord, en daarom zeiden we Konzertlager. (p.15)

     

    …en de beide lipizzaners van de keizerlijke manege in Wenen: Conversano Olga en Conversano Gratiosa – twee zilverwitte heertjes van zestien en tweeëntwintig jaar. Om ze uit elkaar te houden gebruikten we alleen hun moedersnamen, Olga en Gratiosa, wat natuurlijk grappig klonk voor twee dekhengsten. (p.19)

     

    Maar ze bleken helemaal niet geïnteresseerd in een stroblonde knul van tien jaar. Wel in de twee lipizzaners. Ik moest de leidsels afstaan en dat was het. (p.21)

     

     

    Met de informatie over de lipizzaners (Conversano Olga en Gratiosa) raadpleeg ik opnieuw de stamboom, maar enkel Conversano komt voor, van Olga en Gratiosa is geen spoor. Conversano gaat terug tot 1767 in Napels.

     

    Even internet erbij halen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lippizaner

    De lipizzaner is een warmbloed paardenras oorspronkelijk afkomstig uit Lipica in het huidige Slovenië. Er bestaan vandaag nog zes lippizaner stamlijnen die teruggaan tot de 18de eeuw en één daarvan is Conversano (Napels 1767). Op deze stamlijn zal Westerman zich waarschijnlijk gaan toeleggen.

     

    Maar wat is een warmbloed paardenras? Na enig zoekwerk op internet vind ik dat de term warmbloed aangeeft dat het paard Oosters (voornamelijk Arabisch) bloed in zijn stamboom heeft.

     

    Nog een kleine opmerking en dan lezen we verder. In de proloog beschrijft de tienjarige jongen Auschwitz als ‘Konzerlager’ wat even doet denken aan de gedachtewereld van de jongen uit de ‘boy with the striped pyjama’.

    http://nl.wikipedia.org/wiki/The_Boy_in_the_Striped_Pyjamas

     

    10-12-2010 om 21:51 geschreven door Maxim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Week 8: Dier, bovendier (deel 2)

                I

    De ‘ts’ van lipizzaner (p.25)

     

    Frank Westerman beschrijft hoe hij als staljongen in de rijschool De Tarpan voor het eerst in contact komt met lipizzaners. Hij beschrijft het machtige gevoel dat hij ervoer bij het eerste bestijgen van een halfbloedlipizzaner. Daarnaast krijgen we ook al een brok geschiedenis over de lipizzaners voorgeschoteld.

     

    Een raskenmerk van de lipizzaner is de ingefokte buigzaamheid van de dertiende wervel waardoor hij soepeler dan andere paarden een levade (beheerste vorm van steigeren) kan maken. Conversano Primula, de lipizzaner van De Tarpan, stond ook ingeschreven bij een castingbureau en zo figureerde hij in enkele filmen. Voorts krijgen we in dit hoofdstuk prachtige, algemene beschrijvingen over de lipizzaners.

     

    (Westerman zou Westerman niet zijn als hij terzijde niet even de Holocaust aan bod laat komen, geschiedenis wordt verweven met geschiedenis!)

     

    Toen ik dit opmerkte, vertelde Freddy dat Pjotr zwart was geboren, en in een paar jaar tijd helemaal wit zou worden. ‘Hij is een halfbloedlipizzaner. En de veulens van lipizzaners worden zwart geboren. Als ze acht of negen zijn, zijn ze wit.’

    Het was de eerste keer dat ik de naam lipizzaner hoorde, een fabelachtig woord waarin geen ‘z’ weerklonk, maar wel een ‘ts’ die knalde als een circuszweep. (p.28)

     

    Omdat ik een korte broek droeg, zat ik huid tegen huid, waardoor ik heel precies de motoriek van de schouderbladen voelde. Het ging opwaarts-voorwaarts, als de aandrijfstangen van een locomotief. Krachtig, regelmatig. Ik zat en bewoog, zonder zelf te bewegen. (p.29)

     

    Terwijl Primula kauwde op een handvol krachtvoerbrokken, vertelde Piet dat er al eeuwen aan het lipizzanerras werd geschaafd… Kracht en gratie, loyaliteit en leergierigheid – het was allemaal in dit ene dier samengebracht door selectie en kruising. (p.31)

     

    Ik dacht dat hij me wilde laten voelen dat zijn hengst niet eens nat was van het zweet, maar dat was hij wel.

    ‘En? Voel je dat?’

    ‘Wat moet ik voelen?’

    ‘Als je een lipizanner aanraakt,’ zei Piet, ‘raak je geschiedenis aan.’ (p.32)

     

    Het paard was om te beginnen tot slaaf gemaakt, volgzaam en tam. Dat had zesduizend jaar in beslag genomen, maar het resultaat was er dan ook naar: anders dan de zebra at het paard uit je hand… Menige beschaving was op vier hoeven van de grond getild, en kwamen die beschavingen met elkaar in botsing, dan beslisten de snelheid en wendbaarheid van het paard niet zelden de uitkomst van de strijd. (p.36)

     

    Aan de gedaante van de lipizzaner als oudste ‘cultuurpaardenras’ lag meer dan vier eeuwen veredeling ten grondslag… Zij klommen op tot de top van de beschavingspiramide en kregen onderdak in het paleis, waar ze aten uit roodmarmeren troggen. Tien tot twaalf jaar dressuur vergde het vervolgens om de individuele hengst te scholen in alle disciplines van de hoge rijkunst. (p.38)

     

    Precies op dit moment dat ik deze citaten typ, komt mijn oudere broer Gertjan over mijn schouder meekijken. ‘Wel wat veel citaten, Maxim’, zegt hij, ‘het zal weer lang duren, zeker?’ Hij heeft feitelijk gelijk. Aan dit tempo geraak ik nooit door het boek. ‘Waarover gaat het boek?’ vraagt Gertjan nieuwsgierig. ‘Over lipizanners. Als je die aanraakt, dan raak je geschiedenis aan.’ Achteloos antwoordt Gertjan: ‘Dan heb ik die geschiedenis al aangeraakt.’ Onbegrijpend kijk ik hem aan. Even later komt hij aangedragen met zijn laptop waarop hij enkele afbeeldingen van zichzelf heeft staan met op de achtergrond een lipizzaner. ‘Waar heb je die vandaan?’, vraag ik verwonderd. ‘Twee jaar geleden wilde jij niet mee naar Wenen met mama en papa, ik wel’, antwoordde hij met een voldane lach. Het lot van mijn eigen, kleine geschiedenis. Ik had de lipizzaners binnen handbereik, maar moet het nu stellen met mijn broer in de hoofdrol bij deze foto’s.

     

                                           

     

    Blutauffrischung  (p.39)

     

    De auteur zakt af naar Wenen waar hij een afspraak heeft met Hans Brabenetz, een hippoloog (paardenkenner) die in zijn hoogdagen bekend stond als ‘beëdigd vakman voor de paardenteelt’. Eerst geeft Westerman een beschrijving van het huidige Wenen om uiteindelijk uit te komen bij de Spaanse Hofrijschool. Daar woont hij een voorstelling bij van de ‘paarden des keizers’ en brengt daarna ook een geleid bezoek aan Stallburg, de ‘stallen van de lijfpaarden van het huis des keizers sinds 1565’. Bij Hans Brabenetz komt Westerman meer te weten over het fokken van  lipizzaners en wordt hij uitgenodigd voor een excursie naar Lipica, het heiligdom in Slovenië waar het lipizzanerras zijn oorsprong kende.  

     

    Roth beschreef minutieus de niet te stuiten val van de ooit zo vredig-gezapige veelvolkerenstaat die zich uitstrekte van de Alpen tot voorbij de Karpaten. Dit zeshonderd jaar oude, door vierentwintig Habsburgse vorsten bestierde ‘Heilige Roomse Rijk’ – klemgehouden tussen het Pruisische, Russische en Ottomaanse-

    was aan het begin van de twintigste eeuw een verweerd, in zijn voegen krakend huis… ‘Deze tijd wil ons niet meer! Deze wil zelfstandige, nationale staten scheppen! Aan God wordt niet meer geloofd. De nieuwe religie is het nationalisme.’  (p.42-43) 

     

    …Spaanse Hofrijschool. Die was ooit in 1580 begonnen met de invoer van negen Andalusische dekhengsten (vandaar het adjectief ‘Spaanse’) als stamvaders van een keizerlijk, nieuw te fokken paardenras: atletisch gebouwd en welgemanierd, het Habsburgse Huis waardig. (p.44)

     

    Maar als mensen zo goed in staat waren om diersoorten naar hun hand te zetten, waarom liepen pogingen ter verbetering van het mensenras dan altijd uit op moord en doodslag? (p.47)

     

    Ik moest weten dat een goede fokker vooral naar de merrie keek. Je kon het ook zo zien: het lipizzanerras kende welgeteld zes hengstenfamilies, de bloedlijnen met de vadersnamen Conversano, Favory, Pluto, Neapolitano, Siglavy en Maestoso. Dat waren de stichters van de zes dynastieën binnen het ras, die van generatie op generatie hun naam doorgaven. (p.52)

     

    Het van tijd tot tijd vermengen van kuddes, zei Brabenetz, was noodzaak. Of dit nou in vredestijd tot stand kwam met weloverwogen uitwisselingen van hengsten of door oorlogsgeweld-  het bracht de broodnodige Blutauffrishung. (p.52)

     

    Toen begon ik over mijn idee om via het paard – of beter: de menselijke bemoeienis met het paard – meer inzicht te krijgen in de eigenaardigheden van onze eigen soort. Hoe kon ik het uitleggen? Ik zei dat ik het paard, en zeker de lipizzaner, was gaan zien als een menselijke schepping. Ik wilde datgene wat de mens in de loop van de geschiedenis aan het paard had toegevoegd losweken, afstropen en tegen het licht houden. Het kon niet anders of dat gaf een scherper zicht op het naakte dier, homo sapiens. (p.53) (DIT IS EEN VIJFSTERREN CITAAT!!)

     

    Een hoofdstuk vol potloodaanduidingen. Een doorgedreven selectie dringt zich op, maar Westerman schrijft zo mooi dat je als het ware op elke bladzijde vermeldenswaardige pareltjes vindt. Het overtypen van geschikte citaten geeft je nog een beter zicht op zijn heldere, informatieve schrijfstijl.

    Een mooi staaltje van Westermans kunde krijgen we als hij een verband legt tussen het euvel van de genetische verschraling bij de lipizzaners en de inteelt bij de Russische tsarenfamilie Romanovs die leidde tot hemofilie (bloederziekte) bij de kroonprins. (p.52)

    Ik laat Gertjan de beschrijvingen lezen over de ‘Winterrijschool’ en hij beaamt dat hier werkelijk niets meer aan toe te voegen valt. Onderstaande foto’s van Gertjan sluiten perfect aan bij het volgende citaat:

     

    Om in deze paleisvleugel te komen hoefden de paarden maar één overkapt steegje over te steken. ‘Stallen van de lijfpaarden van het huis des keizers sinds 1565,’ stond er op de buitenmuur. ‘In 1945 zwaar beschadigd door vliegtuigbommen. Herbouwd in 1947/1948’. (p.45)

     

                       

     

     

    De kraanvogelpoot (p.54)

     

    Frank Westerman gaat in 2007 op bezoek bij Piet Bakker en zijn vrouw. Hij verneemt daar dat de lipizzaner Primula intussen overleden is. De voormalige rij-instructeur en eigenaar van de Tarpan vertelt hoe hij destijds een echte lipizzaner hengst kon kopen, wat niet zo evident is. Uiteindelijk geeft Piet Bakker een demonstratie met Conversano Nobila, de zoon van Primula.  

     

    PEDIGREE. Ik kijk naar de met de hand ingevulde afstammingskaart van Conversano Primula. Wat in de menselijke genealogie een geslachtstafel heet, heet bij dieren pedigree. ‘Dat komt van het Franse pied de grue,’ zegt Leny. ‘Poot van de kraanvogel.’ Pied de grue was ooit verbasterd tot het lelijke ‘pedigree’, terwijl het idee erachter juist mooi was: de vertakking van de poot van de kraanvogel leek op een stamboom. (p.58)

     

    Zijn herkomst terug in de tijd ging hink-stap-sprong door de twintigste eeuw: volgde je de sporten van de verschillende generaties vader- en moederdieren dan daalde je vanzelf af in de krochten van de Midden-Europese geschiedenis. (p.58)

     

    Ik zeg Piet dat ik hem nog nooit heb zien rijden, en vraag hem waarom hij eigenlijk voor de lange teugel heeft gekozen. ‘Dit is gelijkwaardiger,’ antwoordt Piet. ‘Er is geen andere omgang tussen mens en dier die zo dicht het ideaal benadert van twee gelijke partners.’ (p.63)

     

    ‘Toe maar,’ zegt Piet, waarop de lipizzanerhengst een paar passen achterwaarts zet, zijn rug onder zijn lichaam kantelt en zijn gewicht naar achteren brengt, steeds verder, tot zijn voorbenen loskomen van de grond en hij zich verheft in een levade. Een paar seconden lang torent Nobila boven zijn meester uit.

    Wat ik zie, raakt me: ik kijk naar een viervoeter die zijn aandoenlijke best doet zich op te richten tot een tweevoeter, als in een versnelde animatie van de evolutie. (p.65)

     

    Na het samenvatten en selecteren van citaten bij dit hoofdstuk, ga ik op internet op zoek naar een uitgebreide uitleg over ‘levade’. Daarbij stoot ik op volgende site die me voor het eerst de sierlijke passen van lipizzaner laten zien. Zelfs een leek kan zien dat we het hier te maken hebben met de ‘Porsche’ onder de paarden! l http://www.paardenbegrijpen.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=430&Itemid=141

     

     

    Bij dit hoofdstuk stel ik me ook de vraag wat zo’n lipizzaner kost. Zo kom ik ondermeer op volgende site waar ik de nodige inlichtingen krijg over een lipizzaner die te koop staat, maar ze zijn wel discreet als het om de prijs gaat.

    http://www.vestar.nl/handelTeKoop_Nashville.php?lang=nl

    Wel interessant om te zien hoe donker van vacht de lipizzanerveulens zijn!

     

    Blijven doorzoeken en toch gevonden: de prijs van een jonge lipizzaner schommelt tussen de 4 000 à 5 000 euro, wat in feite nog meevalt.

    http://www.bokt.nl/forums/viewtopic.php?f=69&t=917152

    Anders wordt het als je gaat zoeken bij volwassen lipizzaners (en vooral de dekmerries). Daar worden de eigenaars alweer discreet als het over de prijs gaat.

    http://www.lipizzaner.be/_html/main.php?taal=nl&page=51&num=4&vid=006

     

                                                      

     

    K.u.k.-Leute  (p.66)

     

    In dit hoofdstuk gaat Frank Westerman mee met de touringcar van Hans Brabenetz naar Lipica in het huidige Slovenië. De overige leden van het gezelschap hebben naast hun interesse voor lipizzaners ook hun heimwee naar de dubbelmonarchie gemeen; vandaar de k.u.k.-Leute, kaiserlich und königlich. De gids geeft een overzicht van de geschiedenis beginnende in 1580 tot na de Eerste Wereldoorlog.

     

    Het kustgebergte langs de Adriatische Zee was de beste keuze. De stalmeesters van het Habsburgse Huis hadden het landgoed Lipica in 1580 gekocht van de bisschop van Triëst… Aldaar, vierhonderd meter boven de zeespiegel, waren ’s werelds beste, in Spanje gekochte dekhengsten ondergebracht om nageslacht te verwekken bij de pronte merries uit Triëst en omgeving – en vanaf 1584 ook bij hoogstaande, speciaal uit Andalusië verscheepte moederdieren. (p.68)

     

    Als dekhengst had hij deze kwaliteiten (‘grondslagen’) zonder mankeren doorgegeven aan zijn nakomelingen, wat hem in vaktermen tot een stempelhengst maakte.

    ‘Ja,’ zei mijn buurman, ‘je kunt nog zo’n goeie hengst hebben, als hij zijn eigenschappen niet doorgeeft, is zijn zaak niks waard.’ (p.70)

     

    Bij onze excursiepapieren zat een historisch overzicht van Lipica waarin stond dat de stoeterij (‘de alma mater van de lipizzaner’) alleen al rond 1800 driemaal halsoverkop was ontruimd. En steeds om dezelfde reden: de nadering van Napoleon. (p.71)

    (alma mater is Latijn voor voedende en verzorgende moeder)

     

    Toen werd het oorlog. De keizer, de tsaar en de sultan waren uit hun paleizen verdreven; de lipizzaners uit Lipica. (p.74)

     

    Zodra Oostenrijk-Hongarije en Duitsland in 1918 waren verslagen, was het lipizzanerras een vogelvrije, bedreigde diersoort. In de uiterwaarden van de Elbe en de Donau hadden ze de heerschappij overleefd van hun scheppers en schutspatronen, de familie Von Habsburg-Lotharingen… De lipizzaners raakten versnipperd over een half dozijn nieuwe staten in Midden-Europa- als in een diaspora (p.79)

    (uiterwaarden zijn gebieden aan beide zijden van een rivierbedding)

    (diaspora betekent ‘verstrooiing, verspreiding) 

     

    Oostenrijk moest een deel van zijn lipizzaners afstaan. In een separaat verdrag werd de herverdeling van de kuddes vastgelegd… Italië kreeg als overwinnaar iets meer dan de helft van de uit Lipica weggevoerde lipizzaners toegewezen: 109 stuks (p.80)

     

    Naast de geschiedenis van de stoeterij in Lipica krijgen we als lezer ook een brok wereldgeschiedenis voorgeschoteld. Zo passeert ondermeer Napoleon en de Eerste Wereldoorlog de revue. Op geen enkel moment heb ik bij het lezen nood gehad aan achtergrondinformatie bij de brokken wereldgeschiedenis, wat veel zegt over de deskundige uitleg van mr. Neutelaers!

     

    Meer informatie over Lipica:

    http://www.lipicatravel.com/

    Let vooral op de afbeeldingen van de velbanca (precies zoals Westerman ze beschreven heeft!)

     

    De Oostenrijkers in de touringcar kunnen het moeilijk verkroppen dat de Slovenen de lipizzanerpaarden afbeelden op hun ’20 Eurocents’. Maar ja, Lipica maakt nu eenmaal deel uit van Slovenië.

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:20_Euro_cents_Slovenia.jpg

     

                                                              

     

    Het zwart mendelt uit  (p.82)

     

    Eindelijk is Westerman aanbeland bij één van zijn stokpaardjes, de evolutieleer. Namen als Darwin en Lamarck kennen we natuurlijk nog van El Negro en ik. Zij vormen echter maar een aanloop naar Johann Mendel  en zijn befaamde ‘erwtentheorie’. Prachtig hoe Westerman uiteindelijk opnieuw aanbelandt bij zijn zwarte lipizzaner!  

     

    Telkens wanneer men dacht: Nu is het gedaan! – dook er toch weer ergens een veulen op dat zwart of bruin bleef. Vanwege zijn zeldzaamheidswaarde kreeg de zwarte lipizzaner een bovennatuurlijke status, - even begeerlijk als de zwarte tulp voor bollentelers. (p. 83)

     

    Charles Darwin, niemand minder dan hij, had het raadsel van de verdwijnende, maar na enkele generaties toch weer sporadisch opduikende kenmerken zorgvuldig bestudeerd- maar niet doorgrond. (p.84)

     

    Aanleg én omgeving bezorgden een plant of een dier zijn uiteindelijke gedaante. Alleen: in welke mate droegen beide factoren bij? En waren ze wel los van elkaar te zien? De hardheid van de lipizzanerhoef, was die toe te schrijven aan de rotsbodem van het Karstgebergte, aan de omgeving dus, of was het (inmiddels) een erfelijk kenmerk geworden? (p.85)

     

    Mendel concludeerde daaruit dat er bepaalde dragers van erfelijke eigenschappen bestonden die bij de voortplanting niet mengden, maar juist onveranderd werden doorgegeven. Je moest onderscheid maken tussen de aanleg voor een bepaalde eigenschap en die eigenschap zelf. Die laatste hoefde niet per se tot uitdrukking te komen en kon generaties lang verborgen blijven om pas in het zoveelste geslacht weer op te duiken.

    Zoals: de zwarte vachtkleur van de eerste Conversano. (p.88)

     

    Anno 2007 was de lipizzanerfok op een degelijke mendeliaanse leest geschoeid. Aan de landbouwuniversiteit van Wenen, gelegen aan de Gregor Mendelstrasse, werkte de halve vakgroep dierkunde aan weinig anders dan de genetica van de lipizzaner. Werd er ergens een lipizzanerjong geboren dat niet vergrijsde, dan kon je de vaklieden horen zeggen: ‘Het zwart mendelt uit.’ (p.93)

     

    De lezing van El Negro en ik heeft me enigszins gewapend tegen het lezen van  moeilijke informatie. Dat doe je best traag, en als je een bepaalde paragraaf niet echt begrijpt, dan herlees je die gewoon.

     

    Volgende site sluit perfect aan bij dit hoofdstuk:

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Wetten_van_Mendel

     

     

                                                              

    De gehoorzaamheidstest  (p.95)

     

    Frank Westerman bevindt zich in het filmarchief van Berlijn waar hij op zoek gaat naar beelden van Conversano Bonavista, maar uiteindelijk ziet hij in de Duitse documentaire van Wilhelm Prager een levade van de oude Conversano Savona. Tijdens het bekijken van de beelden laat Frank Westerman naar gewoonte zijn gedachten de vrije loop. Hij wijdt uit over de aansluiting van Oostenrijk aan Duitsland in 1939 en licht ook al een tip van de sluier betreffende het Arische ras.   

     

    Daar kwam ik voor. Of beter gezegd: voor de meest omstreden documentaire die er ooit over de Spaanse Rijschool was gemaakt. Door de Duitsers, een jaar na de Anschluss. Met enig geluk zou ik Conversano Bonavista te zien krijgen. (p.96)

     

    Bewust of onbewust toonde Wilhelm Prager het paard, in dit geval de veredelde en gedresseerde lipizzaner, als een Übertier. (p.102)

     

    Op 18 juni 1939 was de inlijving van de Spaanse Hofrijschool door het Duitse Opperbevel gevierd als een kleine Anschluss binnen de grote. (p.102)

     

    Ik was van verschillende kanten gewaarschuwd: wilde ik het wedervaren van de lipizzaners in het Derde Rijk begrijpen, dan mocht ik één ding niet over het hoofd zien: dat Adolf Hitler Oostenrijker was… Maar Hitler was geen paardenman. Hij droeg laarzen zonder sporten. Ingewijden beweerden zelfs dat hij bang was voor paarden. (p.104)

     

    Ik zette het beeld stil om Savona beter te kunnen bekijken. Achtentwintig was hij, en nog altijd vol temperament. Zijn hogeschoolcarrière was hij begonnen voor de glorie van de keizer; daarna had hij – van zijn zeven tot zijn zeventwintigste – opgetreden voor de republiek en nu – op zijn oude dag – betuigde hij haast speels en onwetend zijn gehoorzaamheid aan het Duizendjarige Rijk. (p.106)

     

    Extra informatie over de regisseur Wilhelm Prager

    http://www.deutsches-filminstitut.de/dt2tp0130.htm

     

     

    Ook Leni Riefenstahl komt even aan bod in dit hoofdstuk. Ze was een Duits cineaste en fotografe die vooral bekend werd met de propagandafilmen die ze maakte voor het nazi-regime.

    10-12-2010 om 21:48 geschreven door Maxim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Week 8: Dier, bovendier (beeldfragment)
    Levade

    10-12-2010 om 21:42 geschreven door Maxim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Week 8: Dier, bovendier (deel 3)

                II

     

    De terugkeer van de tarpan  (p.109)

     

    In dit hoofdstuk gaat de schrijver dieper in op genetica en laat daardoor de lipizzaners even in de wachtkamer. Alles staat in het teken van rassenpolitiek, en alweer worden Darwin en Lamark van stal gehaald.  Westerman staat lang stil bij het ‘terugfokken’ naar een oerras, eerst bij wijze van proef bij dieren, later ter verbetering van het Arische ras.

     

    Aan Hitlers rassenpolitiek was een proef met paarden en koeien voorafgegaan. Twee dierentuindirecteuren, de gebroeders Heinz en Lutz Heck, waren sinds de jaren twintig druk doende om aan te tonen dat het oerrund en het oerpaard, beide uitgestorven, zich lieten ‘terugfokken”. Uit de vermengde genenpoel van gedomesticeerd vee poogden zij puurheid te scheppen.  (p.109)

     

    Lutz wist als geen ander het maatschappelijke belang van het terugfokexperiment te duiden. Uit kruisingsproducten, bastaards, kon je de zuivere lijn weer naar boven halen. Dat betekende dat – ‘door passende selectie’ – de voortschrijdende degeneratie van het Germaanse volk nog te keren viel. (p.110)

     

    Ik zal Marx voor u citeren: “Vroeger bestudeerden wetenschappers de wereld om haar te doorgronden, wij bestuderen haar om haar te veranderen.” (p.117) 

     

    In 1920 voorzag de voorzitter van de Amerikaanse eugeneticabeweging de grootst denkbare revolutie voor de mensheid ‘wanneer de menselijke paring op hetzelfde hoge niveau wordt getild als die van de paardenteelt’. (p.121)

     

    In Scandinavië en Amerika kwam de eugenetica voortvarend van de grond. Californië, waar castratie van misdadigers praktijk was, liep voorop. Tienduizenden straatarme vrouwen werden, om de natuurlijke selectie een handje te helpen, tegen hun wil onvruchtbaar gemaakt. (p.122)

     

    ‘Het recht te leven dient te worden onderscheiden van het recht om nieuw leven te geven,’ zo stond het in een Nederlands pleidooi voor eugenetiek uit 1926. (p.123)

     

    Er was een ‘volksarts’ nodig, betoogden de ideologen van Hitler, die het Germaanse volk zou ontdoen van kwalijke, uitheemse smetten. Een gewone dokter genas het organisme, maar dat was toch sterfelijk. Het gen daarentegen leefde voort – het was veel belangrijker om dat gezond te houden. Rasverbetering door uitroeiing werd de kern van dit menselijke terugfokproject. (p.123)

     

    ‘Geen jongen of meisje,’ schreef Hitler in Mein Kampf, ‘zou de school mogen verlaten zonder te zijn gebracht tot een ultiem begrip van de noodzaak van zuiver bloed.’ (p.124)

     

    Eugenetica = wetenschap der erffactoren, waarvan een verbetering kan leiden tot een beter en gezonder nageslacht. (de leer inzake verbetering van het ras door sexuele teeltkeuze)

     

    In dit hoofdstuk (niet toevallig deel II) maakt Westerman de stap van het ‘paardenfokken’ naar het ‘mensenfokken”, dat kan je duidelijk merken bij de opgesomde citaten. Hij  geeft aan hoe we geleidelijk in de eerste helft van de 20ste eeuw terecht zijn gekomen bij het streven naar een zuiver Arisch ras.

     

                                                                                   

     

    Heim ins Reich  (p.125)

     

    In dit hoofdstuk brengt Westerman opnieuw de hippoloog Hans Brabenetz.ten tonele. Opnieuw staan de gesprekken in het teken van de zoektocht naar de voorouders van Primula. Zo vertelt Brabenetz hoe in 1939 grote delen van de lipizazanerpopulaties door de Duitsers werden overgebracht naar het dorp Hostau, in het Sudetenland.

    Dit hoofdstuk gaat ook dieper in op het oorlogsverleden van Hans Brabenetz die als Duits soldaat vocht aan het Oostfront. Hij vertelt ook over zijn lotgevallen in Kroatië waar hij de strijd aanging met de partizanen.

     

    De Führer, begreep ik, had er werk van gemaakt om zo veel mogelijk lipizzaners heim ins Reich te leiden. Hij liet ze uit heel de Balkan ophalen. (p.131)

     

    Hitlers verzamelplaats van lipizzaners lag verscholen in het Bohemer Woud, in het huidige Tsjechië pal aan de grens met Duitsland. (p.132)

     

    Het jongvee meegeteld stonden er in Hostau in mei 1945 zo’n vierhonderd lipizzaners: ruwweg twee derde van het voor de voorplanting beschikbare deel van het ras. Ik moest bedenken dat kolonel Podhajsky in Wenen slechts veertig hengsten onder zijn hoede had – en dat alleen hij, Alois Podhajsky, op een voetstuk was geplaatst als ‘de man die de lipizzaners uit het krijgsgewoel van de Tweede Wereldoorlog had gered. Dat was unfair… Het was allemaal de schuld van Hollywood, van producent Walt Disney om precies te zijn: die had een speelfilm laten maken , zogezegd op basis van de memoires van Podhajsky.

    Ik wilde de titel van die film weten, maar Brabenetz wuifde het weg, hij vond dat ik meer had aan de werkelijkheid. (p.133-134)

     

    Over welke titel heeft Westerman het in dit laatste citaat? Het kost me wat opzoekingwerk voor ik terecht kom bij een film van Walt Disney uit het midden van de jaren ’60; ‘The miracle of the White Stallions’.

    http://www.ultimatedisney.com/whitestallions.html

     

    In deze film wordt kolonel Podhajsky onterecht voorgesteld als de ‘redder van de lipizzanerpaarden’. Het grootste deel van de lipizzaners is veilig door de oorlogsjaren gebracht door Wehrmachtmajoor Rudofsky die de zorg had over meer dan driehonderlipizzanerfokmerries en enkele dekhengsen.

     

                                           

     

    Plant 4711  (p.136)

     

    Frank Westerman wil nog meer documentatie over de militaire stoeterij in Hosteau. Zo komt hij in contact met Friedel Brandts die werkt aan een boek met daarin kaarten waarop hij de vluchtroutes van de oorlogspaarden weergeeft. Een aandachtige lezer merkt al gauw dat deze Friedel Brandts de tienjarige jongen is uit de proloog van het boek. Uit de gesprekken blijkt dat Friedels vader een groot deel van de paarden verloor tijdens zijn vlucht en dat de overige paarden in beslag werden genomen door de Russen. Uiteindelijk stierf overste Brandts kort na de oorlog in gevangschap.

     

    In dit hoofdstuk introduceert Westerman ook Duitslands opperstalmeester Gustav Rau, een excentrieke figuur die er vreemde standpunten op nahielt. Zo stoorde hij zich niet aan de strikte rassenscheiding, maar streefde naar een nuttig ‘soldatenpaard’, ook al ging het om gemengdbloedigen.

     

    ‘Ik weet dus ook maar weinig van de lipizzaners in de Tweede Wereldoorlog. Behalve dan dat er twee onder mijn handen vandaan zijn gestolen… Zijn vader, hernam hij zich, had wel met Hostau te maken: hij was commandant van een militair hengstendepot in het bezette Polen, en in die hoedanigheid een directe collega van majoor Hubert Rudofsky, die de scepter zwaaide over Hostau. (p.140)

     

    Een volksplanting van in totaal vijf miljoen Duitsers zou borg moeten staan voor de germanisering van landen als Polen, Wit-Rusland, de Oekraïne – die met hun vruchtbare akkerbouwgebieden moesten uitbotten tot de graanschuur van het Duizendjarige Rijk. (p.141)

     

    ‘Zuviel Vollblut macht verrükt!’ Het maakte in ieder geval duidelijk dat de opperstalmeester een praktijkman was die gebruikspaarden wilde leveren, iemand die zich niet stoorde aan onzinnige conventies.  (p.146)

     

    Het lipizzanerpaard was ooit geconcipeerd uit Deense (Pluto), Italiaanse (Conversano en Neapolitano), Egyptische (Siglavy) en Tsjechische (Maestoso en Favory) stamvaders van uiteenlopende rassen. Je kon dus ook beweren dat hij een bastaard was, ontstaan uit een gemengdbloedige kudde waaruit fokkers een bepaalde raciale lijn hadden gedistilleerd, die men van lieverlee ‘zuiver’ was gaan noemen. (p.147)

     

    Voor dit hoofdstuk zou ik net als bij El Negro en ik gebruik moeten maken van een tijdlijn en degelijke landkaarten. Het gaat er in dit hoofdstuk namelijk bijzonder technisch aan toe, en op zulke momenten is een tijdlijn en landkaart geen overbodige luxe. Helaas ontbreekt me daarvoor de tijd.

     

    Het belangrijkste is dat we in het spoor blijven van lipizzanerpaarden op het einde van de Tweede Wereldoorlog, en dat lukt nog steeds!

     

    Volgende internetsite geeft meer informatie over Gustav Rau: http://www.paardenbegrijpen.nl/citaten/oberlandstallmeister-dr-hc-rau-1880-1954

     

                                                                                  

     

     

    Oproep tot de dekplicht  (p.155)

     

    In de Alpen gaat Westerman in de archieven van Piber op zoek naar bijkomende informatie over Conversano Bonavista. Na lang opzoekwerk komt hij tot de vaststelling dat Conversano Bonavista op vraag van Rau werd overgebracht van Wenen naar Hostau om daar te fungeren als dekhengst.

     

    Ter afsluiting stond er in het voorjaar van 1970: Wegens het niet bereiken van de vereiste afmetingen, voor de verkoop bestemd. Daaronder: Verkocht aan dhr. P.C.Bakker, Holland.  (p.158)

     

    Ook zaten er in notulen tussen die bevestigden dat de fokdieren van Piber, 103 in totaal, op 4 oktober 1942 op transport waren gesteld naar Hostau. Podhajsky maakte er in zijn memoires geen geheim van hoe rampzalig hij die verplaatsing vond. Tijdens zijn leven had hij Oostenrijk zien verschrompelen van keizerrijk tot provincie van Duitsland, en nu kwam daar het verlies van de 350 jaar oude lipizzanerteelt nog bij. Hostau lag niet alleen buiten die nieuwe provinciegrenzen, het landschap was er te lieflijk, het klimaat te mild. Als afnemer van jonge hengsten had de leider van de Spaanse Hofrijschool gewaarschuwd voor de verweking van het ras. (p.161-162)

     

    Frank Westerman duikt in dit hoofdstuk de archieven in en volgt op die manier het spoor van Conversano Primula en zijn voorvaderen. Hij vindt uiteindelijk de missing link tussen Wenen en Hostau!

     

     http://www.hostau.de/html_en/lipizzaners.html

     

                                                                                  

     

    Het fokstation  (p.165)

     

    Frank Westerman gaat op zoek naar de overblijfselen van de stoeterij in Hostau. Hostau was na de oorlog gelegen aan de oostelijke zijde van het IJzeren Gordijn, en dat feit geeft de auteur de kans om uit te wijden  over het communisme. Daarna gaat hij in op de plannen van Rau tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door een ver doorgedreven vorm van inteelt (Bluttanschluss)  trachtte hij op korte termijn een ‘zuivere lijn’ te creëren van een nieuw, sterk paardenras waarvan de lipizzaners aan de basis lagen. Deze ‘lijnenteelt’ was echter risicovol en bracht soms misvormde schepsels voort.

    Echt onthutsend wordt dit hoofdstuk als Westerman een vergelijking maakt tussen het ‘fokstation’ voor paarden in Hostau en het ‘verwekkingsbevel’ van Himmler dat in speciale hotels moest zorgen voor de uitbreiding van het Arische ras. In ss-kraamklinieken werden zowat 12 000 Lebensbornkinderen geboren. De lipizzanerfok en de geboortehuizen van Himmler worden hier door Westerman aan elkaar gelinkt.

     

    Om zijn fokdoel van een forsere, lenigere lipizzaner zonder tijdsverspilling te bereiken, had Rau omstreden kruisingsschema’s opgesteld… Kruiste je een langmanige vader met een van zijn langmanige dochters, dan was de kans groot op een veulen met nog langere manen… Inteelt bevorderde de koppeling van gelijke allelen.  (p.170)

     

    Er waren door Himmler speciale verloven toegekend aan ss-officieren om zich in fraaie hotels in de bergen voort te planten. ‘Elke oorlog is een aderlating van het beste bloed’ – had Himmler al in oktober 1939 in zijn ‘verwekkingsbevel’ geschreven…

    In diezelfde lijn lag ook Hitlers Kleinkrieg tegen voorbehoedsmiddelen en abortus. ‘Het geslachtsverkeer bepalen wij,’ had de Führer gezegd. En: ‘Door de verliezen aan mannen zal een volk niet uitsterven, maar wel als er een tekort aan vrouwen is.’

    De merries waren belangrijker. (p.175)

     

    Vanwege de heersende obsessie met blondharigen/blauwogigen kende Scandinavië de grootste dichtheid aan deze ss-kraamklinieken; de beroemdste van alle 12 000 Lebensbornkinderen, die door dolkoplegging werden ‘gedoopt’, was zangeres Anna-Frid van ABBA. (p.176)

     

    De stoeterijen van de opperstalmeester, met hun vredig grazende merries met ieder een speels veulen naast zich, waren net als de Lebensborntehuizen gericht op de vermeerdering en verbetering van het uitverkoren ras. (p. 176)

     

    Als er gerechtigheid bestaat, dan krijgt Westerman opnieuw de Gouden Uil, al was het alleen al maar voor dit hoofdstuk. Dit is Westerman op zijn allerbest!!!

     

    Ik heb even moeten zoeken naar een geschikt artikel over het feit dat Anni-Frid Lyngstad, de zangeres van Abba, bekend staat als het bekendste Lebensbornkind.:

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Lebensborn

    Niet voor alle kinderen die geboren werden in deze kraamklinieken liep het zo gunstig af. Velen werden na de oorlog gestigmatiseerd en de zelfmoorden bij deze Lebensbornkinderen lag beduidend hoger dan het gemiddelde.

     

                       

     

    Operatie Cowboy  (p.179)

     

    Westerman komt in contact met Ulrich Rodofsky, een neef van majoor Hubert Rudofsky. A.d.h.v. zijn getuigenissen en notities van zijn oom kan Westerman de laatste uren van stoeterij in Hostau reconstrueren. In dit hoofdstuk gaat de auteur ook uitvoerig in op de Disney-film ‘Miracle of the White Stallions’ uit 1963. Langzaam maar zeker komen we te weten dat Podhajsky zijn aandeel in het redden van de lipizzaners kleiner is dan deze film laat blijken. Vooral Rudofsky, en ook Lessing, heeft door onderhandelingen het grootste deel van de lipizzaners uit de handen van de Russen kunnen redden. De paarden van Hostau worden in kudden overgebracht naar de Amerikaanse zone. Aan de grens gaat bij schermutselingen met de Tsjechen een deel van de kudde lopen. Vier van die hengsten staan ’s avonds terug in hun stallen in Hostau bij Rudofsky.

     

    Deze twee mannen, de een overwinnaar, de ander overwonnene, hebben kennelijk samen bekokstoofd dat het lipizzanerras het Westen toebehoort, en niet de bolsjewieken uit Moskou. (p.189)

     

    Walt Disney had alleen commandant Podhajsky op de schouders genomen door te suggereren dat Operatie Cowboy op zijn doortastende initiatief was gelanceerd. De chronologie van de film zat zo in elkaar dat Pattons troepen niet al eind april in actie waren gekomen, maar pas na Podhajsky’s verzoek om ook de merries en de veulens te beschermen. (p.192)

     

    ‘De redding van de lipizzaners van Hostau was niet Podhajsky’s verdienste’, zei Rudofsky. ‘Dat was het werk van Lessing en mij.’

    In 1985, zei Ulrich, diende zich onverwacht het hoogtepunt aan in het leven van zijn oom: het eerbetoon dat Oostenrijk hem bereidde met een galaoptreden van de Spaanse Rijschool. (p.194)

     

    Zodra deze laatste barrière is genomen, draven de paarden de heuvel af, de Amerikaanse zone in.

    Zo was het gegaan. Althans op één detail na: ongeveer vijftien hengsten waren op de drempel tussen Oost en West uit de kluwen gebroken. Zij stoven in rengalop door de omliggende velden, in steeds wijdere bogen. Na een tijdje verdwenen ze uit zicht in tegengestelde richting, terug de Russische zone in. (p.196)

     

    Nu begrijp ik waarom Westerman in het hoofdstuk ‘Heim ins Reich’ zo terughoudend was i.v.m. de film ‘Miracle of the White Stallions’. De tijd was toen nog niet rijp om grote onthullingen te doen. Daarvoor wachtte hij op de getuigenis van Rudofsky’s neef. Dit is echt onderzoekjournalistiek van de bovenste plank!

     

    Ook onderzoeksreporter Maxim De Greef draagt zijn steentje bij. Ik tik op Google ‘Patton en lipizzaner’ samen in en kom op heel wat resultaten uit, waaronder deze:  http://findarticles.com/p/articles/mi_qa3723/is_200606/ai_n17177005/

     

    Dit boek wordt nu wel echt spannend. Volgens mij gaat de auteur nu op zoek naar wat er met de paarden gebeurd is die opnieuw in de Russische zone terecht kwamen. Vlug verder lezen, dat is de boodschap!

    10-12-2010 om 21:39 geschreven door Maxim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Week 8: Dier, bovendier (beeldfragment)
    Miracle

    10-12-2010 om 21:34 geschreven door Maxim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Week 8: Dier, bovendier (deel 4)

              III

     

    Bratstvo i jedinstvo  (p.201)

     

    Westerman begint dit hoofdstuk met een krantenbericht uit 2007 dat aangeeft dat lipizzanerpaarden die vermist raakten bij het uitbreken van de oorlog in Joegoslavië, totaal uitgemergeld waren teruggevonden. Waar kwamen deze paarden vandaan? Daarvoor gaat de schrijver terug naar het begin van de Koude Oorlog, en de verspreiding (verdeling) van de lipizzaners over Europa. Naast de Amerikanen die lipizzaners mee naar huis namen als oorlogsbuit, maakten ook Italië, Roemenië, Hongarije  en Joegoslavië aanspraak op de overgebleven lipizzaners. Vooral Tito, de partizanenleider, en latere uitbouwer van Joegoslavië toonde grote interesse voor dit edele paardenras. Hij brengt de paarden onder in Lipik waar ze 11 jaar na zijn dood in 1980 midden in oorlogsgebied komen liggen.

    De auteur staat lang stil bij deze oorlog die het einde inluidde van Joegoslavië. Westerman was destijds verslaggever in dit oorlogsgebied en kan dus spreken met kennis ter zake. Na jarenlange inspanningen van Tito om verschillende bevolkingsgroepen als Joegoslaven een eenheidsgevoel bij te brengen, komen er in het begin van de jaren ’90 verschrikkelijke etnische zuiveringen. Westerman gaat geduldig in op de tegenstellingen tussen Serviërs en Kroaten, en heeft zo zijn twijfels bij de ‘Statement on race’ van de UNESCO. ‘Er is geen biologische rechtvaardiging voor rassenhaat en of vooroordelen

     

    Belgrado, 1 aug 2007. Prachtige lipizzanerpaarden die de bombardementen van de Joegoslavische oorlog in de jaren negentig hebben overleefd, riskeren nu in vredestijd de hongerdood als verwaarloosde ‘krijgsgevangenen’. (p.201)

     

    Terwijl ik naar dit knokige dier keek, drong zich de vergelijking op met de foto die icoon was geworden van de Joegoslavische oorlog: de spekloze ribbenkast van een jongeman achter het prikkeldraad van het gevangenkamp Omarska. Het actuele beeld van de lijdende lipizzanermerrie kwam als een naschok van diezelfde, anno 2007 alweer bijna vergeten oorlog. (p.206)

     

    Daarom werkte Tito aan de genese (ontwikkeling – wording) van een nieuw volk dat zich niet langer Sloveen, Montenegrijn, Albanees of Serviër zou voelen, maar sec Joegoslaaf. De kazernes van het leger werden omgevormd tot kweekscholen, waar rekruten een zware dosis vaderlandsliefde kregen toegediend… De jonge dienstplichtigen werd zo ver mogelijk van huis gelegerd met de expliciete bedoeling dat ze een vrouw zouden trouwen van een andere bevolkingsgroep, en dat uit deze etnisch gemengde, door de staat aangemoedigde huwelijken een halfbloedgeslacht zou voortkomen dat zich in de eerste plaats Joegoslaaf zou voelen. (p. 208)

     

    Maar niemand kon me uitleggen waarin een Kroaat van een Serviër verschilde – qua lichaamsbouw, gedragingen, geestesgesteldheid of stugheid van het haar voor mijn part. Laat staan waarom de een inferieur zou zijn aan de ander. De volken van de Balkan, zelf kluwens van verstrengelde bloedbanden, gingen als razenden tekeer om de bastaardisering van maarschalk Tito, om wiens dood ze hartstochtelijk hadden geweend, ongedaan te maken. Door steden, dorpen, straten en zelfs families etnisch uiteen te rafelen - met de klop op de deur en het geweer in aanslag. (p.212)

     

    Westerman doet het weer! Op onnavolgbare wijze neemt hij een feilloze bocht naar een stukje wereldgeschiedenis en laat dat ook nog perfect aansluiten bij zijn verhaal van de lipizzanerpaarden. Kort en helder doet hij de oorzaken uit de doeken die hebben geleid tot de oorlog in Joegoslavië.

     

    Maar waarvoor staat ‘Bratstvo i jedenstvo’, de titel van het hoofdstuk?

    Dat was het motto van het beleid van Tito na de Tweede Wereldoorlog waarmee hij het nationaliteitenvraagstuk wilde oplossen.

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Broederschap_en_eenheid

     

    Informatie over het kamp in Omarska geeft ook een betere kijk op de oorlog:

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Kamp_Omarska

     

    Hoor ik in de verte een uil die koekoek roept? Laat het een Gouden Uil zijn!

     

                                           

     

    Animal farm  (p.215)

     

    Westerman breidt zijn opzoekwerk uit naar de Sovjet-Unie van vlak na de Tweede Oorlog, en stoot daarbij op de pseudowetenschapper Lysenko, de huisbioloog van Stalin. Het communisme indachtig verwerpt Lysenko de genetica en zet daarmee de leer van Mendel op de helling. Geheel in de lijn van Lamarck stelt hij dat je de evolutie enkel naar je hand kan zetten door het leefmilieu drastisch te veranderen. Niet enkel de leer van Mendel maar ook die van Darwin trekt Lysenko in twijfel, en met behulp van de partijideologen herschrijft hij de geschiedenis van de natuurwetenschappen.  Dit zal in de jaren vijftig en zestig leiden tot catastrofale gevolgen voor de landbouw en veeteelt in de Sovjet-Unie. Uiteindelijk valt Lysenko van zijn voetstuk en wordt Mendel in ere hersteld.

    Westerman vraagt zich af welke invloed de leer van Lysenko had op de kweek van lipizzaners in de Sovjet-Unie en daarvoor gaat hij ten rade bij de biograaf van Mendel, Dr.Orel. Het interview verloopt stroef, maar uiteindelijk komt de auteur aan de weet dat de lipizzaner dekhengsten geselecteerd werden op grond van hun uithoudingsvermogen. Daarvoor werden ze onderworpen aan een ‘prestatietest’. Voorts lieten de fokkers de lipizzanerhengsten paren met logge koudbloedmerries.

     

    Lysenko zette de discussie op scherp. Genen? Die bestonden niet. Had iemand ze ooit gezien? Ze waren een fictie van de bourgeoisie, van lieden die meenden dat je afkomst je toekomst bepaalt, dat je geboren wordt met een gegeven reeks onveranderlijke ‘dragers van de erfelijkheid’. Dat riekt naar voorbestemming en goddelijkheid, naar Duitsland en Amerika, naar gaskamers en slavenzweet. (p.217)

     

    Ik vroeg me af hoe het zat met de paarden – waren die ook aan Lysenko’s therapieën blootgesteld? Jarenlang deed een hardnekkig verhaal de ronde dat de Russen na de oorlog genoeg lipizzaners bijeen hadden gebracht voor een eigen stoeterij ‘achter de Oeral’. (p.223)

     

    Pas toen Leonid Brezjnev zijn voorganger uit het Kremlin verjoeg, in oktover 1964, viel het doek over Lysenko. ‘Een pseudogeleerde,’ heette hij tien dagen na de machtswissel, wiens kwakzalverij de USSR aan de bedelstaf had gebracht. (p.227)

     

    Tussen 1948 en 1965 waren alle voortschrijdende inzichten in de genetica aan het Oostblok voorbijgegaan. Wat ervoor in de plaats kwam was gepruts. (p.233)

     

    De auteur verbindt in dit hoofdstuk ideologie aan wetenschap. Hij laat zien hoe de Sovjet-Unie achter het IJzeren Gordijn de wetenschap heruitvindt en naadloos laat aansluiten bij hun partijleer. Dit zal uiteindelijk zorgen voor een niet bij te benen achterstand op gebied van landbouw.

     

    Met de titel van het hoofdstuk wordt een verwijzing gemaakt naar het boek van George Orwell. Het werk bekritiseert het politieke systeem van de Sovjet-Unie.

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Animal_Farm

     

    Meer over Lysenko:

    http://www.worldlingo.com/ma/enwiki/nl/Lysenkoism

     

             

     

    De cavalerie van de Koude Oorlog  (p.236)

     

    In dit korte hoofdstuk komt Westerman te weten dat Conversano Soja, de verwekker van Primula, heeft meegespeeld in de film ‘Miracle of the White Stallions’. Hij beschrijft nauwkeurig in welke scènes van de film het paard te zien is. Daarnaast beschrijft de auteur de spektakeltournee door de VS waaraan Conversano Soja samen met de andere lipizzaners van Wenen deelneemt o.l.v. Kolonel Podhasky.

    Voorts komen op politiek vlak ook de hoogtepunten van de jaren zestig aan bod, met ondermeer de bouw van de Berlijnse Muur en de Cubacrisis. Uiteindelijk schetst Westerman ook het belang van het openstellen van de grenzen tussen Oost en West voor het fokken van lipizzaners.

     

     

    ‘Conversano Soja speelt de hoofdrol van de paarden in Miracle of the White Stallions.’ Atjan Hop beweerde dat Conversano Soja de lichtgrijze hengst was die in de slotscène de schoolquadrille aanvoerde. (p.236)

     

    Tijdens zijn verblijf in de Alpen verwekte Conversano Soja tweeënveertig nakomelingen, waaronder in 1967 zijn atletisch gebouwde, ietwat kleine zoon Conversano Primula, die uiteindelijk in Nederland, op twee kilometer van mijn ouderlijk huis, tot volle wasdom zou komen. (p. 241)

     

    Het herpesvirus, dat in het voorjaar van 1983 door de stallen waarde, wist in een mum van tijd veertig moederdieren te besmetten, die allemaal hun vrucht verloren… Na de verwerking van deze tegenslag, die door sommige deskundigen werd toegeschreven aan een te hoge inteeltgraad, had stoeterijdirecteur dr. Lehrer het veld moeten ruimen. (p. 242)

     

    Otto von Habsburg, een aimabele oude heer met bril en snor, had er met zijn actie indirect toe bijgedragen dat ook de uitwisseling van lipizzaners tussen Oost en West kon worden hervat – wat hard nodig was voor de te lang verzaakte Blutauffrischung… Alle stoeterijen traden weer met elkaar in contact – alsof er nooit een schisma had bestaan. (p.243)

     

    Dit is een hoofdstuk dat alles zowat in zijn plooi laat vallen. Wonderbaarlijk hoe de vader van Conversano Primula de hoofdrol heeft gespeeld in die Disney-film waarover er al enkele hoofdstukken sprake is.

     

    Zijn jullie ook even nieuwsgierig als ik? Gaan we samen op Youtube op zoek naar Conversano Soja, de lichtgrijze hengst die in de slotscène de schoolquadrille aanvoerde?

     

    Nog even wachten. We sparen het fragment op voor na het laatste hoofdstuk.

     

     

     

    Het mensenpark  (p.244)

     

    In dit hoofdstuk gaat Westerman ondermeer in op het ‘klonen’, waarvan ook de lipizzaners niet gespaard blijven. In Florida werd in mei 2010 de geboorte gemeld van Pluto Marcella de jongere, wat de toezichthouders van het stamboek in Wenen voor een dilemma plaatsten. Konden ook klonen worden ingeschreven als raszuivere lipizzaners?

    Westerman heeft het ook over het lot van de lipizzanerpaarden die werden gedood in Kroatië in 1991. Ook hier trekt hij opnieuw de lijn door naar de menselijke slachtoffers van deze ‘laatste grote oorlog van de 20ste eeuw’.

     

    Het geneesmiddel BiDil – en dit was geen fictie, maar feit – maakte sinds 2005 in Amerika furore als het eerste ‘racistische medicijn’: een bloedvatverwijderer toegesneden op ‘hartpatiënten die zichzelf tot de groep Afro-Amerikanen rekenen’.   (p.244)

     

    Elk levend organisme was teruggebracht tot een gecodeerde filmrol, waarvan de montage te wijzigen was. (p.246)

     

    Nu ook de menselijke kloon binnen handbereik lag, trokken de meeste landen haastig een streep in het zand. Het klonen van mensen was een brug te ver… Peter Sloterdijk, de filosoof, was onmiddellijk teruggefloten toen hij in 1999 ‘het gentechnologisch telen van mensen’ ter sprake bracht tijdens een lezing getiteld Regels voor het mensenpark. (p.247)

     

    De ‘achtste scheppingsdag’ is allang aangebroken. De menselijke soort heeft niet alleen de werking van de evolutie doorgrond, hij is erin geslaagd de motor ervan te demonteren, de onderdelen bij te vijlen en weer in elkaar te zetten tot een opgevoerde brommer waarop hij zelf voortjakkert- helmloos en parmantig. (p.250)

     

    Je zag dat in Europa: hoe groter de Unie, hoe krachtiger het nationalisme. Voor je het wist stond er ergens een leider op die de handen opeen kreeg voor een ‘eigen volk eerst’-programma. Via de eeuwige keten actie-reactie sloeg de pendule altijd te ver door: in dit geval van het accent op nature (in de eerste helft van de twintigste eeuw) naar nurture (in de tweede) en, aan het begin van de eenentwintigste eeuw weer krachtig terug naar nature. (p. 255)

     

    Het brein van Westerman draait naar gewoonte op volle toeren, en legt verbanden die gewone stervelingen over het hoofd zien. Hij zet je ook constant op het verkeerde been: zo gaat hij nature en nurture haast met elkaar verweven. Zijn verworven eigenschappen overerfbaar? Natuurlijk zou je dit moeten ontkennen, maar Westerman is een meester in het scheppen van twijfel.

     

     

    Conversano Batosta  (p.257)

     

    In dit laatste hoofdstuk brengt Frank Westerman een bezoek aan de gerestaureerde stoeterij van Lipik waar sinds kort de lipizzaners zijn teruggekeerd op Kroatisch grondgebied nadat ze in 1991 werden buitgemaakt door de Serviërs. Dat is alleszins de officiële versie. Uiteindelijk komt de auteur aan de weet dat Mile Komasovic, de vroegere stalmeester, de paarden destijds heeft geëvacueerd om hen te beschermen tegen het wrede oorlogsgeweld. Na omzwervingen in Servië kwam Komasovic terecht op een hondenfokkerij waar de paarden slecht werden behandeld. Het is de stalmeester zelf die in 2007 de foto’s van de uitgemergelde paarden naar de pers stuurt. Zo wordt er druk uitgeoefend op Servië om de lipizzaners terug te halen naar Lipik.   

     

    Zodra de laadbakken opklapten en de eerste paarden aarzelend naar buiten stapten, joeg er een huivering door de toeschouwers. Zesenzestig paarden uit Lipik, lipizzaners, nationale schat van Kroatië, keerden na zestien lange jaren terug naar hun eigen stallen.    (p.260)

     

    Hier kijk ik van op: het lijden van de lipizzaners heeft Kroaten en Serviërs elkaar de hand doen reiken…Maar zover willen ze niet gaan. Het is eerder een generatiekwestie. Wie is opgegroeid met het wereldwijde web, Serviër of Kroaat, kijkt niet naar het verleden maar naar de toekomst. (p.261)

     

    ‘Van mijn ouders heb ik één ding ingeprent gekregen: als het weer oorlog wordt, verstop je je in de heuvels. Er bestaat geen goede oorlog. De waarde van een mensenleven daalt in een oorlog tot 1 Deutschmark: de prijs van een kogel.’ (p.270)

     

    Westerman is uitgeschreven over de lipizzaners, hij heeft ze overal in Europa beschreven tot op het heden en brengt ook de verloren gewaande lipizzaners van Lipik naar huis. Daarmee is de cirkel rond  en rest ons nog enkel te verwijzen naar  een handvol recensies.

     

    10-12-2010 om 21:32 geschreven door Maxim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Week 8: Dier, bovendier (beeldfragment)
    Vanaf 4.30 min.

    10-12-2010 om 21:24 geschreven door Maxim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Week 8: Dier, bovendier (deel 5)

    Recensies 

     

    http://knack.rnews.be/nl/actualiteit/nieuws/boeken/recensies-volwassenen/romans/frank-westerman-dier-bovendier/article-1194838481907.htm

     

    http://www.tzum.info/2010/10/recensie-frank-westerman-dier-bovendier/

     

    http://www.humo.be/tws/boeken-reviews/6805/frank-westerman-dier-bovendier.html

     

    http://www.cobra.be/cm/cobra/boek/boek-recensie/100924-sa-frank_recensie_westerman_dierbovendier

     

    Even een kort citaat uit de boekbespreking van Humo

    Helaas heeft Westerman zijn paardenhistorie ingedikt met allerlei beschouwingen over de erfelijkheidsleer, de nature/nurture-discussie, de carrière van Gregor Mendel enzovoort. Machtig interessant, maar het lijntje naar de lippizaners is dun. (Humo)

    Hoezo ‘helaas’? Heel vreemd dat de hoofdstukken die ik er als sterkste eruit haalde, door deze recensieschrijver als overbodig worden beschouwd. En wat dat ‘dun lijntje’ betreft: Zijn het niet de allergrootsten die zich in evenwicht kunnen houden op een ‘dun lijntje’?

    Ook de andere recensenten beschouwen deze Frank Westerman niet als een ‘grand cru’. Dat belooft voor zijn overige boeken!

    Wat heeft ‘Dier, bovendier’ me bijgebracht over lipizzaners? ALLES! Maar vooral dat je een lipizzaner niet zomaar een paard mag noemen.

    Wat heeft Frank Westerman me met dit boek bijgeleerd over onze geschiedenis? VEEL! Maar vooral dat je als aandachtig lezer steeds op zoek moet gaan naar verbanden tussen de vele feiten.

    Waarom is elk boek van Westerman een unieke belevenis? Omdat je naast een schat aan informatie het allemaal ook mooi verwoord krijgt. Net als in El negro en ik pakt ook Westerman in dit boek uit met tal van mooie zinnen. Wie zei ook alweer dat als je een lipizzaner aanraakt, dat je dan de geschiedenis aanraakt. Wel, als je Westerman leest, dan lees je geschiedenis.

    Mogen we dit boek beschouwen als een gepaste ‘cultuurprik’? Neen, dit is eerder zo’n grote ouderwetse spuit die nog maanden zal nazinderen!

                       

    10-12-2010 om 21:18 geschreven door Maxim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)


    Archief per week
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs