Ann was 28 jaar toen ze vermoord werd. Hij doodde haar met verschillende messteken. Haar mama Maggie Roëll
Benny was 22 jaar toen hij vermoord werd. Hij doodde hem door wurging. Zijn ouders Johan en Annie Aerts-Moelans
Carola was 21 jaar toen ze vermoord werd Hij heeft haar geslagen met een baseballknuppel toen ze sliep. Haar ouders Marcel en Ingrid De Smedt-Hooft
Glenn was 35 jaar toen hij vermoord werd. Hij doodde hem met een knipmes, recht in het hart. Zijn mama Gabby Dierckx Zijn vrouwke Natasja
Ingrid was 39 jaar toen ze vermoord werd. Hij heeft haar gewurgd. Haar mama Paula Nous
Jo was 19 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd dood geslagen. Zijn ouders Daniël en Els De Vlieger-Maes
Jeffrey was 17 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd neergestoken. Zijn ouders Chris en Linda Ottevaere-De Meestere
Joris was 9 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd doodgestoken met een scherp voorwerp. Zijn ouders Jos en Magda Viville-clinckx
Karoline was 16 jaar toen ze vermoord werd. Ze kreeg een kogel in haar hoofd. Gelukkig was ze op slag dood. Haar mama, Marina Maes
Melissa was 17 jaar toen zij vermoord werd. Hij vermoordde haar op een onbeschrijfelijk gruwelijke wijze. Haar mama Francine Slootmans
Melissa was 27 jaar toen zij vermoord werd. Hij mishandelde en wurgde haar met een touw. Haar mama Reneé Bossuyt Mia was 35 jaar toen zij vermoord werd. Hij doodde haar door verstikking, vuistslagen, stampen en een messteek. Haar ouders Emiel en Greet Verschuren-Faes
Nele was 31 jaar toen ze vermoord werd. Zij doodde haar met messteken. Haar ouders Georges en Annemie Verleene-Dangreau
Patrick was 20 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd laffelijk neergeshoten. Zijn mama Monique Matthys
Sandy was 25 jaar toen ze vermoord werd. Hij vermoorde haar op nieuwjaarsnacht. Haar mama Francine Meeuwes
Sally was 20 jaar toen zij vermoord werd. Zij werd dood geslagen. Haar ouders Michel en Lydia Van Hecke-De Decker
Stefanie was 18 jaar toen ze vermoord werd. Haar ouders Gilbert De Mulder Martine Bertelo
Steven was 20 jaar toen hij vermoord werd Zij reed hem opzettelijk dood. Zijn ouders Mil en Sonja Somers-Looymans
Sylvie was 26 jaar toen zij vermoord werd. Haar hoofd werd ingeslagen en hij gaf haar nog 26 messteken. Haar mama en vriend Chantal en Philippe Nerinckx-Depourcq
Ik hoop met het uitbrengen van een boekje, ik mijn steentje kan bijdragen om de dood, van jullie kind iets beter te kunnen verwerken. Ook wanneer niet lotgenoten dit lezen, dan weet ik dat ze meer begrip zullen opbrengen voor ons, “ Ouders van een gestorven kind ”
Het boekje ‘ Gevoelens weerspiegeld ’ is te verkrijgen bij: Marina Maes Maria Van Bourgondiëlaan 6 8000 Brugge Email: marina.maes2@telenet.be
Het boekje wordt opgestuurd na overschrijving van 15 € verzendingskosten inbegrepen. Op rekeningnummer 001-1868856-33
Vraag hulp, neem contact op met een justitiehuis in je buurt.
Weergave van gevoelens en emoties van degene die met moord werden en worden geconfronteerd. BEZOEK OOK DE SITE: WWW.OUDERSVANEENVERMOORDKIND.BE EN WWW.SPORTENVOORNABESTAANDENVANGEWELD.BE
26-12-2005
Je bent mijn kind
Je bent mijn kind Gegeven, meer dan mijn dromen Je was mijn kind Geroepen, mijn armen ontnomen Ik mis je zo.
Je bent mijn kind Mijn leven in jou herboren Je was mijn kind Een deel van mijzelf verloren Ik mis je zo.
Je was mijn kind Maar een stormvloed kan liefde niet doven En genade zal stromen van boven Een nieuwe dag worden geboren Vinden wat was verloren Je bent mijn kind.
Er waren eens tien kaarsjes met vlammetjes zo fijn, Ze wilden op het Kerstfeest graag goede lichtjes zijn ... Eén kaarsje viel het tegen altijd in vlam te staan Hij doofde snel zijn lichtje en is toen uitgegaan ... Er waren eens negen kaarsjes, één van de negen zei:
"Ik vind het hier niet prettig" en stapte uit de rij ... Er waren nog acht kaarsjes, het was een mooi gezicht Eén dacht: "ik ben de beste" en meteen verdween zijn licht ... Toen stonden van de kaarsjes, er zeven nog in vlam Maar één vergat te branden, hij wist niet hoe het kwam ... De vlammen van de kaarsjes die brandden honderduit Eén zei: "ik ben de mooiste" en ja, toen ging hij uit ... Nog maar vijf kaarsjes over, "Wat zullen we gaan doen?" Eén brandde veel te haastig, opeens verdween hij toen ... Er stonden nog vier kaarsjes, ze brandden feller op Eén werd uitgeblazen, hij lette niet goed op. Van die drie laatste kaarsjes, ging één met het donker mee Hij vond het niet meer nodig, toen stonden er nog twee ... Die beide kleine kaarsjes, wat waren ze alleen Eén ging van moeheid slapen, toen was er nog maar één ... Het laatste kleine kaarsje, dat eenzaam achter bleef, dacht: "Als ik mijn lichtje eens aan een ander geef"... Toen heeft dat ene kaarsje, het feest nog net gered Het heeft alle andere kaarsjes, opnieuw in vlam gezet. Nu branden alle kaarsjes, met een vlammetje zo fijn Ze wilden op het Kerstfeest graag goede lichtjes zijn ...
Hoe âgewoonâ al, vinden wij het dagelijks (zinloos) geweld?
Elke dag worden onschuldige mensen slachtoffer van geweld door gewelddadige berovingen, mishandeling, steekpartijen, verkrachting, poging tot doodslag en moord.
Bijna dagelijks voorpagina en journaal nieuws zijn gewapende overvallen, ernstige mishandelingen, steekpartijen, verkrachtingen, moordaanslagen en schietpartijen.
De boksbeugel, ploertendooier, knuppel, het zakmes en et knipmes hebben het veld moeten ruimen voor de stiletto, messen met de maat van een bajonet en het vuurwapen.
We lezen het dagelijks, en het is echt niet anders, bedreigd met vuurwapen, neergeschoten op straat, jongeren aangehouden met doorgeladen vuurwapen
Over gepleegde mishandelingen, verkrachtingen en moorden verschijnen veel sensatie makende artikelen en beelden.
Niet alleen media, maar ook politie woordvoerders en justitie woordvoerders werkt mee aan deze trend van sensatie verslaggeving en voorlichting
Het liefst met foto en/of beelden van slachtoffers op de achtergrond doen verslaggevers en woordvoerders hun berichtgeving.
Op voorhand gaat hun mening, visie de krant in, de buis op.
Een misdrijf in de relatiesfeer / wij vermoeden een afrekening in het criminele circuit / het moet hier gaan over drugs.
En zo nog veel meer suggesties / meningen, die het land ingaan.
Niemand denkt hierbij aan het slachtoffer en/of de nabestaanden van het slachtoffer
Slachtoffers, nabestaanden van slachtoffers zijn na herstel van letsel, na stille tocht en uitvaart voorlopig even geen nieuws meer.
De dader (op dat moment nog verdachte) is nu nieuws geworden.
Onbegrijpelijk dat een dader en advocaat wordt toegestaan dat zij aan interviews mogen en kunnen meewerken.
Slachtoffers, nabestaanden van slachtoffers moeten, helaas steeds vaker, ontwikkelingen uit de wandelgangen van de proces procedure uit de media vernemen.
Gesprekken met advocaten van verdachten, politie en justitie worden meestal geheel onverwacht voor slachtoffer en nabestaanden van slachtoffers in de krant gepubliceerd.
Zelfs op TV uitgezonden met het liefst met nog wat oude beelden van slachtoffers en de plek van misdrijf toegevoegd.
Geweldsmisdrijven en slachtoffers zijn altijd nieuws tot daders zijn veroordeeld zal media en medemens de ontwikkelingen blijven volgen
Daarna is het over!
Slachtoffers, nabestaanden van slachtoffers zijn sinds het geweldsmisdrijf en na een langdurige periode van herstel / angst die misschien nooit meer weggaat / poging tot verwerking / slopende rechtszittingen toe aan rust en bezinning.
De daders, geweldplegers / verkrachters / moordenaars zitten hun straf uit in gevangenissen
Zowel in gevangenissen waarstreng regime geldt of in open gevangenissen zitten zij ongeveer een derde van de hun wettelijk opgelegde straf uit
Na een derde van hun straftijd kunnen zij in aanmerking komen voor vervroegde invrijheidstelling een aftreksel van het eerder vrij komen door goed gedrag
Ongeveer een jaar voor hun vervroegde invrijheidstelling kunnen zij die in een gevangenis zitten waar een streng regime van toepassing is, overplaatsing aanvragen voor een open gevangenis. In een dergelijke open gevangenis kunnen zij ook verzoeken indienen voor weekend verlof en dergelijke.
Hetgeen betekent dat een geweldpleger / moordenaar die tot 18 jaar is veroordeeld na 6,5 jaar alweer lekker de bloemetjes kan buiten zetten tijdens weekend verlof
En, zoals bewezen bloemetjes buitenzetten kan fataal aflopen bij deze risico figuren
Hierin zit iets goed fout
Indien een rechter vindt dat hij een geweldpleger een langdurige straf moet opleggen, geeft hij deze geweldpleger zonder blikken of blozen ook de grootste kortingsbonus die je maar krijgen kan
Goed gedrag?
Een pleger van de ernstigste geweldsmisdrijven kan zijn daden en lusten in gevangenschap niet uitvoeren, waarom spreekt men dan over goed gedrag of vervroegde invrijheidstelling?
Deze regel kan en mag toch alleen maar van toepassing zijn voor een appel of fietsendief, die inziet dat zijn daad onjuist is geweest
Maar, geweldplegers / verkrachters / moordenaars op voorhand een beloning / korting geven?
Hoe gewoon al vinden wij het vrij rondlopen van de vele verkrachters en moordenaars? Stichting aandacht doet leven.
Er zijn veel beetjes die sterven , die ons midden in het leven overkomen. Daardoor voelt het leven soms pijnlijk aan. Je sterft een beetje: . als je gevoelens wegkwijnen · als je onderdrukt wordt en geen adem ruimte krijgt · als je vertrouwen beschaamd wordt · als je geen levensmoed meer hebt · als een vriendschap stukgaat · als iemand achter je rug kwaadspreekt · als je afscheid moet nemen van een mens die je lief is · als je futloos en moe bent · als ie vereenzaamd leeft · als er niets meer verandert · als je het gevoel hebt te zullen sterven van angst · als ie... Die kleine beetjes dood kan je al terugvinden in ons taalgebruik: · je kan iemand doodzwijgen · je kan over lijken gaan · je kan iemand de dood op het lijf jagen · je kan als de dood zijn voor iets · je kan iemand dood verklaren · je kan je dood vervelen · je kan de tijd doden · je kan iemand de doodsteek geven · je kan ... (Uit "Troost elkaar met deze woorden", Averbode)
Als kleine ukkepuk kon je, je tranen de vrije loop laten. Maar men wordt een jaartje ouder, en ..... Men wil zijn verdriet niet openlijk meer tonen. We zijn het huilen een beetje ontgroeid.
Waarom gevoelens verbergen? Waarom onze tranen verdringen? Waarom ons osluiten in zijn verdriet?
Een oude gezegde dat men lijden moet dragen zonder klagen, blijkt actueler te zijn dan ooit. Een vrouw vernam het overlijden van haar kind. "Je moet flink zijn", zegt iedereen tegen haar. "Je hebt nog kinderen" wees sterk. "Laat je niet gaan " het leven gaat verder. "Blijf niet piekeren" je slaat je er wel door.
Toe op een dag ... Een buurvrouw vroeg: "Hebt u al eens gehuild!" De vrouw staart eerst haar buurvrouw stomverbaasd aan, dan antwoord ze: "Ja, maar alleen als ik helemaal alleen ben en niemand mij hoort of ziet." De buurvrouw antwoordde: "Oef, daar ben ik blij om. Ik dacht al dat u het huilen verleerd had."
De buurvrouw zei: "Luister naar je hart, huil als je daar zin in hebt. Laat je tranen stromen, het lucht op. Tranen laten remmen los, ze zijn bevrijdend; Wenen is geen schande, ook niet voor je man. Schaam je niet voor je verdriet, het is echt geen teken van zwakte.
Als op een dag een mens is doodgegaan, sta je plots alleen in een smalle gang aan de donkere kamer waar 't leven verdween, je voelt enkel koude in de gang, je ziet de deuren niet die openstaan.
Als iemand is doodgegaan sta je verloren op een open plek in 't bos, een leegte waar wolken lijken neer te storten, een boomafgeboorde rauwe ruimte, waar je geen doorgang meer ziet.
Als die mens is doodgegaan verkies je soms de warmte van jouw bed, foetus je weer wie je was of liever wil zijn in moeders veilige onschuldige schoot, vergeten van dat je daar vertrok om vrij te zijn.
Als die lieve mens is weggegaan, verlaat de wolken die jou blokkeren, je bent vrij om mens te zijn, precies zo ontmoette je deze mens, zoek een weg om hem weer te vinden.
Als je de mens zoekt die is doodgegaan, verlaat jouw doolhof van dwalen en vindt een weg in het doolhof der sterren tot je die ene ster weer ziet waarvan je denkt dat zij is doodgegaan.
Bespeur weer alle mooie dingen die deze ene ster glans en kracht geven, want zij heeft het dode lichaam achtergelaten om eeuwenlang vrij en ongeremd te leven. Deel de pracht van jouw ster met de levenden.
Mijn armen zijn leeg nu jij er niet meer bent. Niemand anders past er in. Zo is het met mijn huis, met de stoelen rond de tafel en met het bed. En zo is het met de morgen, de middag, de avond en de nacht. Zo is het met mijn leven. Niemand anders past er in zoals jij er in paste. Er zijn er die lief voor me zijn, door mijn haren strijken en lieve zinnen zeggen, ze geven me moed en licht in het donker. Ze maken mijn bed op en zien hoe leeg het is. Ze halen voor mij de appels uit de kelder en nemen een voetbalwedstrijd voor me op. Ze komen in dichte drommen naar het huis waar ik liedjes zing en ze klappen in hun handen. En er liggen bloemen in het voetlicht avond aan avond. En toch... ook met de bloemen in mijn armen zijn ze leeg. Maar vergis je niet, ik ben niet eenzaam, ik ben niet alleen. Wel mijn lijf en mijn ogen, maar altijd zijn we samen. Ook hier in de kempen, in dit kleine hotel, waar we zo dikwijls sliepen in datzelfde grote bed. Mijn groet aan haar is een gebed geworden. Niet dat ik bid voor haar. Zij doet het voor mij. Zij maakt het beter dan ik. Zij is uitgestegen boven onze menselijke hulpeloosheid. Ik ben nog nergens. Zij is overal. Toon Hermans
Dacht je dat al het grootste leven, Dat hier op aarde heeft geleefd Ineens totaal is afgeschreven Ineens geen enkel nut meer heeft? Dat alle liefde die zij gaven Hun wijsheid of hun droefenis Onder de aarde ligt begraven En dat daar niets van over is?
Ze leven verder en ze slapen Niet één moment,
geen enk'le stond, Hij heeft de mensen niet geschapen om op te bergen in de grond.
Hoog als een vogel zou ik vliegen en boven de hoogste wolken speuren naar die plek helder van geluk waar zovele vogels leven die hun prachtige vleugelslag ruilden voor eeuwige dromen.
Als een mol zou ik graven tot in de diepste lagen van de grond waar het stemmig is en zo stil dat zelfs zwarte stenen mij vertellen van het onzegbare geluk van hen die eeuwig in de aarde wonen.
Maar ik kan niet eens komen tot in de gekende wijdse regionen van mijn eigen mooie dromen, en ik kan niet graven in die diepte waar je kan voelen wat zij voelen die in de hemel wonen.
Ik kan enkel zingen en spreken en hen in mijn hart bewaren, vertellen hoe het leven is en hoe lief zij zijn die ik mis. Dan zullen zij mij kunnen horen ieder, die na het sterven levend is.
Op vrijdagavond 26 maart 2004 was de E. Kübler-Ross stichting te gast te Wilrijk.
De zelfhulpgroep Ouders van een vermoord kind had de stichting uitgenodigd een lezing te geven over Omgaan met verlies. Met zn drieën, Lea, Maria en ik (Nele) werden we hartelijk ontvangen. Het werd een indrukwekkende avond door de openheid en de ongekunsteldheid van deze ouders, respect, moed, luisteren naar elkaar, mogen zijn wie je bent, gehoord worden.
Na een korte voorstelling van wie E. Kübler-Ross is, de stichting in Vlaanderen en haar werking, werd er tijd genomen om stil te staan bij het verlies in het leven. Schroomvol, omwille van de kwetsbaarheid van deze mensen, begon ik aan de lezing.
Hoe kan ik luisteren, respectvol aanwezig zijn met deze ouders die zo veel meemaken? Mijn hart klopte tot in mijn keel en gelukkig was er de geruststellende aanwezigheid van Lea en Maria. Tot onze verwondering kwam de warmte en de sterkte heel erg van deze ouders uit. Hun bereidheid om naar ons te luisteren, vanuit een niet-beoordelen, was een openbaring voor ons. Elke ouder - of het nu veertien jaar geleden was of één jaar of heel recent dat hun kind vermoord of vermist was stelde zich open vanuit eigen gevoelens. Hun levensloop, hun verlies, de impact op hun leven, het zoeken naar innerlijke rust en kracht en hoe met dit verlies in het leven te staan, het kwam allemaal aan bod. Verlies hoort bij het leven. Deze ouders bleven in verbinding staan met eigen gevoelens en probeerden ze voor elkaar te verwoorden. De geraaktheid omwille van het bespreekbaar maken van zon groot verlies, was herkenbaar. Een lach, een traan, het kon allemaal.
Het moeilijke onderwerp om de boosheid, de frustraties, de haat om wat de dader(s) hun kind en hen heeft aangedaan, los te laten en te proberen te voelen hoe het met je als ouder nu verder moet, werd openlijk vanuit ieders ervaring besproken. Een gemeenschappelijk visie was dat het inderdaad verloren energie (maar o zo menselijk) was om de dader(s) te proberen te raken. Integendeel, zo bleef de dader macht en geweld uitoefenen op hen en hun gezin. Om op deze manier enige rust te vinden was gaan sprake.
Lea, Maria en ik, we mochten getuigen zijn van de weg die deze ouders af te leggen, of al afgelegd hebben, om dit verlies een plaats in hun leven te geven. Ieder van hen heeft een eigen manier om zijn of haar kind aanwezig te houden, om er mee verbonden te blijven. Dat kan door er veel over te praten en bewust mensen te zoeken bij wie het altijd kan, ofwel door hen in hun hart altijd mee te dragen, want iedereen is niet zo verbaal gericht. Anderen hebben steeds een foto bij zich in een mooie fotokade, elke manier wodt met respect aanvaard. Het luisterend ondersteuning geven staat centraal in deze groep. Vanuit de vele vragen en twijfels (heb ik wel genoeg gedaan?), schuldgevoel, eenzaamheid en kwetsbaarheid werd stilaan toch gegroeid naar in die kwetsbaarheid samen sterk zijn.
Het belang om de scala van gevoelens in een veilige omgeving te mogen uiten, werd op deze avond uitdrukkelijk benoemd. Niet de grote theorieën, niet de goede raad ervaren zij als nodig, maar de wederzijdse ondersteuning en er te mogen zijn in hun gemis van hun kind, was het centrale punt.
Het werd een beklijvende uitwisseling, afgerond met een drankje en een hapje.
Bij het naar huis rijden ervaarden we bij onszelf een deugddoende stilte. We dragen deze mensen verder in ons hart.Graag neem ik het nawoord over uit het boekje: Gevoelens weerspiegeld, dat de voorzitster van de groep schreef n.a.v. de dood van haar dochter.
Laat ouders vrijuit praten over hun gevoelens. Toon respect voor hun verdriet. Ieder van ons kent een ouder die worstelt met zijn pij, verdriet en vooral onzekerheid naar de toekomst toe. Voor hen is niets meer hetzelfde. Geloof me, ze zijn dankbaar voor een woord van begrip en een teken van gemeende vriendschap. Sluit ze niet uit.
Ongevraagd adviezen geven: "Als ik jou was, . . ."
Zelf het gesprek volpraten met voorbeelden en eigen ervaringen
Zeggen dat de ander intussen genoeg gerouwd heeft en het leven verder gaat.
Gevoelens afnemen door tranen meteen te drogen of te doen alsof het allemaal niet zo erg is.
Een oordeel geven of het allemaal beter weten.
Fabeltjes over rouw vertellen zoals: 'als dat eerste jaar maar eens voorbij is', 'je kunt alleen goed rouwen door je gevoelens te tonen' en dergelijke.
Zoeken naar oplossingen in plaats van luisteren.
Uit je rol gaan. Een ouder is geen hulpverlener maar gewoon een vader of moeder die steun kan geven. Een leraar is geen psycholoog of therapeut(maar kan wel begeleiden).
Proberen om iemand geforceerd op te vrolijken.
Te bang zijn en daarom niks doen.
Bang zijn om door te vragen. Jongeren geven vaak kleine hints en zijn teleurgesteld als je daar niet op ingaat.
Woorden gebruiken als: waarom, toch, als je nu, maar, zou je niet . .
Clichés gebruiken. 'Het gaat wel weer over', 'het hoort bij het leven', 'je krijgt vast wel weer een nieuwe vriend', 'je moeder is nu beter af, ze had zoveel pijn', 'je opa was al oud, hij heeft een goed leven gehad'.
De jongere behandelen alsof hij zielig is.
Vertellen dat het verdriet ooit helemaal over is.
Verbieden dat de jongere na verloop van tijd nog rouwt.
Wat kan je wel doen bij het geven van steun aan rouwenden jongeren?
Steun geven zit vaak in kleine dingen zoals een knipoog, een woord, een schouderklopje of een belangstellende vraag.
Wanneer je ongestoord met de jongere wilt praten, zoek dan naar een voor hem vertrouwde plek of bijvoorbeeld op school naar een plek waar je je beiden prettig voelt, het een beetje gezellig en warm aandoet en je niet gestoord wordt.
Toon begrip. Begrip is belangrijker dan hulp willen bieden en oplossingen verzinnen.
Richt je op de behoefte van de jongere zelf en dring steun niet op.
=Zeg liever niks en blijf in stilte aanwezig dan de stilte volpraten met zogenaamde 'adviezen'.
Gaan zitten om er over te praten, leidt vaak tot weinig. Tijdens een ongedwongen moment, wandelend, in de auto, samen klussend, vinden jongeren het vaak gemakkelijker om iets over hun gevoelens en ervaringen te vertellen.
Wijs jongeren op steunmogelijkheden die passen bij hun leeftijd zoals digitale fora, chatboxen en speciale sites.
Durf jezelf kwetsbaar op te stellen. Vertel, wanneer dat past, over je eigen ervaringen met verlies of hoe lastig je het zelf vindt om met bepaalde gevoelens om te gaan zonder daarmee meer ruimte in te nemen in de ontmoeting dan de jongere zelf.
Stel open vragen die de ander de ruimte biedt om te praten.
Vat regelmatig samen wat hij heeft gezegd, waardoor de ander merkt dat je echt luistert en je ook nagaat of je het goed begrepen hebt.
Als praten niet werkt, zoek dan alternatieve 'talen' zoals muziek, gedichten, verhalen, foto's, tekeningen en andere creatieve uitingen.
Geef ook praktische steun zoals samen nagaan wat mogelijk is op school of door te helpen plannen.
Vaak hebben jongeren behoefte aan achtergrondinformatie over rouwen. Wat is normaal en wat is niet normaal?
Vraag niet: "Hoe voel je je?" wanneer je een laag dieper wilt in het gesprek, maar benoem de gevoelens die je waarneemt: "Ik merk dat je verdrietig bent, klopt dat?"
Let op de ademhaling. Vaak zet de jongere de ademhaling vast. Vraag om diep door te ademen.
Let op de lichaamshouding. Bij spanning of weerstand zet de jongere het lichaam 'op slot'. Probeer hem te laten ontspannen.
Vraag ook in een later stadium nog regelmatig hoe het gaat.
Neem het risico dat je fouten maakt. Het is beter een fout te maken en die te herstellen dan niks te doen.
Rouwende jongeren moeten zich, net als andere jongeren, aan regels houden tot blijkt dat het nodig is om een uitzondering te maken en niet andersom.
Probeer jongeren zelf krachtiger te maken en hen niet alles uit handen te nemen.
Leer jongeren uit te spreken waar ze behoefte aan hebben en zich hier niet voor te schamen.
Hou er rekening mee dat het verdriet regelmatig opnieuw naar boven komt. Soms op speciale dagen, maar soms ook onverwacht.
Vanaf welke leeftijd kunnen kinderen rouwen? Als een kind contact kan maken en zich gaat hechten, dan kan het ook rouwen. Babys maken al heel snel contact, de hechting is er wellicht al voor de geboorte. Iedereen weet dat kinderen zonder contact niet kunnen overleven, ook al krijgen ze voldoende voeding. In het contact merken babys en kleine kinderen dat dingen veranderen. Mama is verdrietig en gaat daarom anders met haar kindje om. De baby merkt dat bijvoorbeeld aan de spierspanning. Rouwende ouders zijn vaak een tijdlang niet in staat om anders dan op de automatische piloot voor hun kind te zorgen. Kinderen slaan deze ervaring in hun lijf op. Zeker wanneer ze nog geen woorden ter beschikking hebben, hebben ze alleen hun lijf om te reageren. Het is zoals het is. Daarmee hoeft het geen drama te zijn. Ouders kunnen vaak niet anders op dat moment, ze rouwen, en dat is merkbaar in hun dagelijkse functioneren. En het kind ervaart dit, niet bewust overigens. Maar het is informatie dat dit kind meeneemt in zijn verdere leven en dat later soms op een of andere manier weer een rol gaat spelen.
Hoe kun je kleine kinderen het beste helpen? Aanraking, knuffelen, liefdevolle aandacht is voor kleintjes het meest heilzaam. Soms kunnen ouders dit een tijdlang niet voldoende geven en is het van belang dat anderen er zijn om hen bij te staan. Bij twee- en driejarigen is vaak sprake van bewustzijn van het verlies. Op die leeftijd gaan kinderen met hun rouw om door de ervaring in hun spel te verwerken. Ze spelen het verlies uit via botsende autootje, poppen in een schoenendoos als kist, via playmobil, blokken of de poppenkast. Voor volwassenen gaat dat soms door merg en been maar het is hun manier. Wanneer ze een beetje kunnen praten is uitleg over wat er gebeurt, in woorden die ze snappen van groot belang. Ook willen hele kleine kinderen al betrokken zijn en vaak meehelpen met dingen. Een tekening in de kist leggen, de kist dichtschroeven, op de begraafplaats de bloemen water geven. Wanneer het overlijden iemand in het eigen gezin betreft, is het aan te raden te zorgen voor beeldmateriaal zoals fotos of video van de uitvaart. Vaak komen kinderen er op latere leeftijd op terug en hebben ze vragen. Dan is het fijne om naar beelden te kunnen kijken. Daarom is het ook belangrijk om, indien mogelijk, ook kleine kinderen mee te nemen naar de afscheidsdienst. Wanneer de papa van een baby doodgaat en het kind ziet zichzelf later op de video van de afscheidsdienst terug, dan weet hij dat hij erbij heeft mogen zijn. En dat kan van groot belang zijn. Ook al denken veel mensen dat het geen zin heeft dat zon kleintje aanwezig is. Uiteraard is het fijn als er dan iemand in de buurt is die de baby of de peuter kan overnemen wanneer het de ouder teveel wordt of het kleintje het niet meer volhoudt. Hoe klein ook, wanneer een ouder, broer of zus overlijdt, is betrokkenheid het meest belangrijke.
Vertel kinderen en jongeren zoveel mogelijk over de feiten en omstandigheden van het overlijden. Ook als die omstandigheden dramatisch zijn. Ga ervan uit dat de fantasie van kinderen veel erger is dan de werkelijkheid.
Pas de wijze waarop je kinderen informeert aan aan de leeftijd en het begrippenkader van kinderen.
Betrek kinderen en jongeren zoveel mogelijk bij alles wat geregeld moet worden. Hun inbreng en wensen zijn belangrijk. Mogelijk kunnen ze ook taken op zich nemen waardoor ze zich nog meer betrokken voelen.
Ga met kinderen en jongeren afscheid nemen van de overledene. Ook als ze er tegenop zien. Vraag waar ze tegenop zien. Dwing nooit maar stimuleer wel.
Neem kinderen die beseffen waar het om gaat mee bij een condoleancebezoek aan de nabestaanden. Het is een verrijkende ontmoeting waar kinderen veel leren van verdriet, troosten en getroost worden.
Zelfs kleine kinderen kunnen al mee naar de uitvaartdienst van een gezinslid. Zeker wanneer de dienst aangepast wordt aan de aanwezigheid van kinderen. Bij de uitvaart van opa of oma of anderen die het kind zeer nabij waren is het aan te raden kinderen zeker vanaf een jaar of zes mee te nemen.
Overleg vooraf met de voorganger of pastor dat de viering aangepast wordt op de aanwezigheid van kinderen. Wanneer het om de ouder gaat of een broer of zus dient het woord ook af en toe rechtstreeks tot de kinderen gericht te worden. Mogelijk kunnen kinderen een taak krijgen in de dienst.
Wanneer je als volwassene zelf erg betrokken bent bij degene waarvan afscheid genomen wordt (je partner, kind, vader of moeder) zorg er dan voor dat er iemand in de afscheidsdienst aanwezig is die eventueel voor de kinderen kan zorgen als die het niet meer volhouden zodat je zelf zowel lijfelijk als geestelijk aanwezig kunt blijven.
Zorg dat de naam van de overledene nog regelmatig genoemd wordt in huis. Stop dierbare spullen die aan hem of haar herinneren niet weg. 'Dood ben je pas als je bent vergeten' zei Bram Vermeulen al.
Geef aandacht aan het rouwende kind op het moment dat hij het nodig heeft. Breek een telefoongesprek af, zet de stofzuiger uit, stel de reparatie even uit en ook die computer kan wachten.
Vraag niet aan het kind om zijn gevoelens uit te stellen, te doen of ze er niet zijn of te veranderen.
Let op signalen van kinderen. Ga ervan uit dat kinderen bezig zijn met het verlies al laten ze dat niet altijd merken. Ga in op signalen of begin er zelf over. Vraag regelmatig hoe het gaat ook al lijkt er geen aanleiding voor te zijn.
Wat je zegt is in het algemeen minder belangrijk dan hoe je het zegt en wat je doet. Dikwijls is 100% aanwezigheid op het moment dat dat nodig is al voldoende.
Besteed op bepaalde momenten expliciet aandacht aan het overlijden. Bijvoorbeeld op de verjaardag van degene die overleden is, de sterfdag, vader-/moederdag, Allerzielen. Bedenk een ritueel om samen op die dag de overledene te gedenken.
Zorg dat kinderen altijd bij je terecht kunnen, wat hun gedrag ook moge zijn. Soms zijn de reacties veel heftiger dan je zou verwachten. Veroordeel het gedrag niet maar bied kinderen de veiligheid om hun verdriet ook op andere manier te uiten.
Schrik niet van bizarre spelletjes die kinderen kunnen spelen met de dood als thema. Het is hun manier om grip proberen te krijgen op het verlies.
Verbied kinderen niet met anderen te praten over wat ze meemaken. Ook al gaat het over gezinszaken, het is belangrijk dat een kind zich ook buiten het gezin kan uiten.
Rouwenden hebben er behoefte aan om te weten waar ze aan toe zijn na een verlies. Hoe lang gaat het rouwen duren? Hoeveel pijn en verdriet kunnen ze nog meer verwachten? Dat is waarschijnlijk de reden waarom het indelen van het rouwproces in fasen zo populair is. Het geeft een soort schijnzekerheid en controle over wat jezelf of de ander overkomt. Maar rouw houdt zich niet aan die opeenvolgende fasen. Rouw gaat zijn eigen gang. Tussen rouwende personen zijn overeenkomsten maar er zijn ook veel individuele verschillen. En rouwenden zijn er vooral niet mee geholpen als ze in een hokje geduwd worden en opmerkingen krijgen in de trant van: je laat je gevoelens te weinig zien, je laat je teveel beheersen door je verdriet, je had er al overheen moeten zijn, kortom de boodschap: je doet het niet goed. Sommige mensen pleiten voor een model waarin geen opeenvolging van fasen is. Zo'n model ziet er uit als een doolhof. Het 'leedgevecht' vindt plaats in deze doolhof. Men weet de weg niet. De uitgang is moeilijk te vinden en vaak komen mensen terug op plaatsen waar ze al eerder zijn geweest. Voor veel mensen is dit herkenbaar , ze hebben vaak het idee dat ze rondjes lopen en de uitgang van de doolhof nooit meer zullen vinden. Vaak wordt ook het taakmodel van William Worden gebruikt. Hij gaat ervan uit dat rouwen hard werken is waarbij taken verricht moeten worden. Dat merken rouwenden ook, want ze worden er doodmoe van. In de loop van de jaren is er enige kritiek gekomen op het model en is er door diverse mensen bijgesteld en aangevuld. Voor een deel nemen we die opmerkingen mee. Ook de titels van de rouwtaken hebben we enigszins aangepast en rouwtaak 0 is toegevoegd.
Rouwtaak 0: opvoeden in leven en dood Leren leven met verlies is iets dat in feite van jongs af aan geleerd moet worden. Volwassenen kunnen jonge mensen niet beschermen tegen de aanwezigheid van de dood en de gevolgen daarvan voor hun leven. Uit onderzoek blijkt dat vrijwel alle kinderen op het moment dat ze naar het voortgezet onderwijs gaan al te maken hebben gehad met het overlijden van iemand die ze kennen. Er is geen manier om verlies uit de weg te gaan, ook niet voor jonge mensen. Wanneer ze geen gelegenheid krijgen om te rouwen dan komen de rouwreacties op enig moment in het leven terug, vaak in een andere, minder herkenbare vorm. Bijvoorbeeld in gedragsproblemen, psychosomatische problematiek of onverklaarbare klachten. Volwassenen kunnen kinderen en pubers wel voorbereiden op het omgaan met verlies. De beste omgeving om dit te doen is thuis, in de vertrouwde omgeving, maar in de praktijk vindt deze voorbereiding vaak niet plaats. Dat is jammer want het helpt enorm wanneer kinderen voorbereid zijn wanneer ze te maken krijgen met een ernstig verlies.
Rouwtaak 1: laten doordringen dat die ander echt dood is De eerste taak is te laten doordringen, te erkennen, dat dood betekent dat die ander nooit meer terug komt. Om in staat te zijn met het verlies om te gaan, moeten rouwenden kunnen begrijpen wat er is gebeurd en wat dat betekent voor hun leven. Het helpt wanneer ze, als dat enigszins mogelijk is, de overledene zelf zien en echt afscheid kunnen nemen. Mensen die geen gelegenheid hebben gehad op die manier afscheid te nemen, hebben meer moeite om tot zich door te laten dringen en te geloven dat de ander er niet meer is. Het duurt trouwens toch vrij lang voordat het echt doordringt dat iemand nooit meer terugkomt. De rouwende wil er begrijpelijkerwijs niet aan dat de ander dood is en zou het liefst de tijd terugdraaien. Het betekent in feite een acceptatie van een wereld die veranderd is en dat is een zware opgave. Het is normaal dat rouwenden degene die dood is op straat denken te herkennen. Ze zetten bij het tafeldekken toch weer dat vierde bord neer. Stuk voor stuk ervaringen waarbij zij zich tegelijkertijd realiseren: "Oh nee, dat hoeft niet meer, dat kan niet meer". Gevoel en verstand lopen in die periode niet in de pas. Verstandelijk kunnen we begrijpen dat de ander dood is maar gevoelsmatig kunnen we dat niet bevatten en ook niet accepteren.
Rouwtaak 2: omgaan met een wirwar aan gevoelens Rouwenden herkennen het verlies door de pijn die ze voelen. Ze zoeken wegen om met hun gevoelens om te gaan en de wirwar van gevoelens te ontwarren. Want bij een verlies is er niet alleen sprake van verdriet. Rouw bestaat uit veel gevoelens. Ze kunnen zich verdrietig, angstig, opgelucht, jaloers, schuldig of boos voelen en die gevoelens kunnen allemaal door elkaar lopen. Of mensen voelen helemaal niets. En dat is enorm verwarrend. Niemand kan hen vertellen hoe zich moeten voelen of hoe ze moeten rouwen. Sterk zijn betekent vooral dat je je zelf goed voelt bij de wijze waarop je met je verlies omgaat, dat je goed voor jezelf zorgt en je niet verstopt achter je gevoelens. Emoties moeten kunnen stromen anders verliest het leven na verloop van tijd nog meer glans. Soms worden rouwenden beïnvloed door mensen om hen heen die van mening zijn dat je sterk bent als je je emoties niet laat zien. Maar juist door tranen te laten zien, kunnen verdriet en al die andere gevoelens gedeeld worden.
Rouwtaak 3: verder leven met het gemis In deze taak verkent de rouwende hoe het leven nu verder moet. De eerste tijd zijn er telkens opnieuw gebeurtenissen die hem confronteren met het verlies: de verjaardag van de overledene, de eerste kerst zonder hem of haar, de eerste vakantie na het overlijden en zo zijn er vele andere belangrijke momenten waarop iemand extra gemist wordt. Verder leren leven zonder dat de ander lijfelijk aanwezig is, is een zware taak. Hoe zwaar hangt af van de relatie die de rouwende met de overledene had. Wat betekende deze voor hem? Hij moet alleen verder zonder deze belangrijke persoon. Dat betekent dat hij dingen die hij altijd samen deed nu alleen moet doen. Het is niet zo dat wanneer er sprake is van een slechte relatie, bijvoorbeeld van een opstandige puber met zijn vader, of een partner met een onmogelijk karakter, het rouwproces makkelijker zal zijn. Juist het feit dat het nooit meer goed gemaakt kan worden, maakt dat de rouw intenser is en langer duurt. In het losmakingsproces van een jongere bijvoorbeeld was er altijd een mogelijkheid om in de toekomst de band met de ouder weer aan te halen. En nu maakt deze ouder zich los door zomaar dood te gaan. Dat kan nooit de bedoeling zijn. De toekomst waarin alles weer goed zou komen, is er plotseling niet meer. Degene die overleden is, vervulde bepaalde rollen en functies. Er valt een leegte. Wie neemt die functie nu over? Wordt er niet meer gelachen in de vriendenkring? Moet moeder besluitvaardiger worden? En gaat vader meer zorgtaken overnemen en vaker knuffelen? Misschien moeten zoon en dochter meer meehelpen in het huishouden nu moeder het alleen moet doen. Alles moet weer een plek krijgen in een patroon dat veranderd is. Langzamerhand worden de taken en de functies van de overledene overgenomen door iemand anders of ontstaan er andere gewoonten.
Rouwtaak 4: het weefsel van het leven opnieuw weven Hoe verder te leven, is de vraag. De rouwende staat voor de taak de overledene een plaats te geven in zijn emotionele leven. Dan is de verbinding tot stand gebracht en komt er ruimte voor nieuwe dingen. 'De dode moet een plek krijgen' is een veelgehoorde uitdrukking. Maar hoe doe je dat dan, vraagt de rouwende zich terecht af. Daar is niet zo gemakkelijk een antwoord op te geven. Ieder doet het op zijn eigen manier. Je zou kunnen zeggen dat een plek geven gebeurt door het innerlijk bewaren van herinneringen en verder te leven met de dode in het hart. De overledene is dan heel dichtbij en kan op deze manier zijn kracht doorgeven aan degene die achterblijft. Sommige rouwenden hebben het gevoel dat de dode er voor hen is op momenten dat dat nodig is, 'hij zit dan op mijn schouder' zei één puber. Weer een ander zegt: 'hij zit onder mijn huid'. Soms hebben rouwenden iets tastbaars nodig, een sieraad, een amulet of een bijzondere steen om te voelen dat de overledene er is voor hen en nog van betekenis kan zijn. Wanneer rouwenden deze aanwezigheid kunnen voelen dan is de verbinding tot stand gebracht en komt er ruimte voor nieuwe dingen. Sommige mensen zijn bang nieuwe banden aan te gaan. Ze denken de overledene onrecht aan te doen, als ze nieuwe contacten leggen. Ze voelen het als verraad aan hun moeder wanneer ze een vriendschap sluiten met de nieuwe partner van hun vader. Ze voelen zich schuldig als ze opnieuw verliefd worden. Sommigen zoeken lange tijd nog contacten die te maken hebben met de overledene. Vaak zijn rouwenden bang wéér iemand te verliezen. Deze angst voor nieuwe contacten kan tot gevolg hebben dat ze in het rouwproces blijven steken en in een isolement terechtkomen.
Wanneer mensen iemand verliezen die belangrijk voor hen is, dan verandert er iets in hun leven. De wereld ziet er anders uit, niets lijkt meer hetzelfde. Prioriteiten verschuiven. Wat eerst belangrijk was, wordt van ondergeschikt belang. Dat is een schokkende ervaring omdat het meestal ook betekent dat je niet meer op dezelfde golflengte zit als de mensen om je heen. Rouwen kun je zien als het proces van iemand om zich aan te passen aan die totaal veranderde situatie. Rouw is de normale aanpassing aan een verlies, het is geen ziekte. De rouwende staat voor de taak zijn verwachtingen, zijn heden en zijn toekomst aan te passen aan de nieuwe situatie waarin de ander voor altijd weg is. Er zijn vele manieren om rouw te omschrijven. De wijze waarop de omgeving tegen rouw aankijkt bepaalt mede de werkelijkheid en de wijze van omgaan met de rouwende. We geven enkele voorbeelden van definities. Je kunt rouw zien als het totaal van gevoelens, gedachten en gedrag dat ontstaat ten gevolge van het permanent missen van iets of iemand dierbaars. Dit is niet beperkt tot personen maar het kan ook een voorwerp zijn zoals een huis, een lichaamsdeel, een baan of een bepaalde wens. Een rouwende levert aan de ene kant een gevecht om de pijn en het verdriet te boven te komen. In het begin is hij de pijn en wordt er volledig door in beslag genomen. Na verloop van tijd verandert pijn zijn in pijn hebben. Aan de andere kant worstelt de rouwende om zijn leven weer op de rails te krijgen. Hij leert de wereld opnieuw kennen. Het weefsel van het leven moet in feite opnieuw geweven worden. Het levensverhaal van degene die een verlies heeft geleden heeft een nieuwe wending gekregen, hij staat voor de taak er betekenis aan te geven en te zorgen voor de voortgang van zijn levensverhaal. Belangrijke aspecten bij rouw zijn de emotionele reactie op het verlies, het aanpassen aan de nieuwe situatie, het geven van betekenis aan het verlies en het opnieuw vormgeven van het levensverhaal. Je kunt rouwen ook zien als het interpreteren en opnieuw interpreteren van de wereld en van de relaties met belangrijke andere mensen. Rouw is zowel een denk- als een emotioneel proces dat plaatsvindt in een omgeving waarvan ook degene die dood is deel uitmaakt. Het is een doorgaand proces dat de rouwende voor de rest van zijn leven op verschillende manieren raakt. Er overheen komen is niet de juiste formulering, maar men verandert door de ervaring. Een deel van die verandering is een gewijzigde, maar blijvende relatie met de overledene.
De Boeddhisten geloven dat je veel kunt leren van de dood. Door het accepteren van de dood kunnen de mensen hun angsten de baas worden.
De Boeddhisten geloven dat je veel kunt leren van de dood. Door het accepteren van de dood kunnen de mensen hun angsten de baas worden.
Boeddha is geen god maar het is een titel. Het betekent 'hij die wakker is'. Wakker heeft hier niks met slapen te maken. Het betekent wakker zijn in de zin van dingen zien zoals ze werkelijk zijn. Boeddha heeft ook nooit beweerd een god te zijn. Hij heeft dan ook niks goddelijks. Hij is een mens zoals jij en ik. Maar door zijn eigen inspanningen heeft hij zichzelf ontwikkelt en uiteindelijk de Verlichting bereikt. Mensen die verlicht zijn, vinden de basis van de natuur en alles wat bestaat.
Boeddhisten geloven in reïncarnatie of in wedergeboorte. Ze geloven dat iedereen net zo lang terug komt in een ander lichaam totdat de persoon is verlicht. Men hoeft niet meer geboren te worden als men in de nirvana toestand is. Nirvana staat voor uitdoving.
Na de dood verlaat de ziel het lichaam om weer een ander omhulsel te vinden. Het verlaten lichaam moet zo snel mogelijk terug naar de oerbron met de vijf elementen: water, vuur, ether, lucht en aarde.
Het Hindoeïsme gaat ervan uit dat de mens net zo lang reïncarneert totdat hij met Brahm, de oerenergie, herenigd kan worden. De meeste Hindoes worden gecremeerd, dit is de snelste manier om het lichaam naar de bron terug te laten keren.
Hindoes geloven dat het lichaam en de ziel met elkaar verbonden zijn. Na de dood verlaat de ziel het lichaam om weer een ander omhulsel te vinden.. Het verlaten lichaam moet zo snel mogelijk terug naar de oerbron met de vijf elementen: water, vuur, ether, lucht en aarde. Dit is de reden dat het contact met de dode geen rol speelt bij de crematie of het rouwproces. In het algemeen wordt de overledene meteen naar het uitvaartcentrum gebracht en afgelegd in aanwezigheid van de familie. Een overleden vrouw wordt gecremeerd in een sari en een man in pak. Hindoestanen die veel waarde hechten aan de oude traditie wikkelen de mannen nog in een speciale doek. Men giet water in een koperen bokaal ten behoeve van de zielerust van de overledene.
Tijdens de crematie wordt de kist geopend en versierd met bloemenkransen. De aanwezigen leggen rijstkorrels en bloemblaadjes in de kist. Het is voor de familie heel belangrijk om het lichaam van de overledene te zien branden. Het crematorium maakt het daarom mogelijk dat een aantal mensen de crematie bij kunnen wonen. Vaak duwt de oudste zoon de kist in de oven. Aangezien Hindoestaanse crematies langer duren dan andere worden deze vaak aan het eind van de dag gehouden. Na de crematie wordt de as toevertrouwd aan de oneindigheid. Traditioneel verstrooien Hindoestanen de as boven stromend water.
Na de crematie eet de familie tien dagen lang geen vlees. Reïncarnatie wil trouwens niet alleen zeggen dat iedereen terugkomt als mens, dit kan ook in de vorm van een dier zijn. De nabestaanden mogen pas na een jaar weer feestelijkheden zoals een huwelijk organiseren.
Een dader ( moordenaar ) krijgt een tweede kans en hij krijgt 20 jaar.
In de komende maanden, gedenken wij speciaal deze jonge mensen die vermoord werden. Sandy,26 jaar, 1-1-1998 Ines,37 jaar, 1-1-2002 Kim,11 jaar, 4-1-1994 Ken,8 jaar, 4-1-1994 Wendy, 19 jaar, 1-1997
WIST JE DAT ! ° Je een gesprek met de onderzoeksrechter kan aanvragen. Je kan bij hem terecht met allerlei vragen. Je kan bijkomende onderzoeksdaden stellen.
° Je familliale verzekering, geheel of gedeeltelijk de advokaat betaalt.
° Slachtofferonthaal kunnen je begeleiden bij inzage van het dossier. Zij kunnen je helpen bij de aanvraag voor het schadefonds.
° Slachtofferhulp Bij hen kan je terecht voor psychologische begeleiding. Op aanvraag komen zij ook aan huis. Ze helpen je bij de praktische zaken. Ze verwijzen je door naar de juiste personen.
° Pioniers Ze zijn er nog. Politiemensen, die niet kunnen verwerken dat een moord onopgelost blijft. Ook als het dossier reeds gesloten is, zoeken zij verder na hun diensturen. Ze vechten vaak tegen windmolens. Maar ze geven niet op. In naam van ons allen. Proficiat en dank u wel.
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Je dood kwam véél te vlug.
Mijn leven, zou ik willen geven, om je nog eenmaal, te kunnen knuffelen.
Het kan niet meer. Je bent weg, ver weg. Het doet verdomd veel pijn.
We konden, nog zoveel dingen samen doen. We hadden, elkaar nog zoveel te vertellen,
Ik mis je, ik wil je terug, Ik wil je nog eenmaal, een kus kunnen geven. Ik wil je nog eenmaal, in mijn armen nemen,
Al was het maar, om echt afscheid, te kunnen nemen, Maar ... Het kan niet meer, Je dood kwam veel te vlug.
17 lentes jong, je levensstengel brak middendoor. Je kreeg de tijd niet om te leven. Eigenlijk .... was je te rechtschapen voor deze wereld. Je was te rechtuit. Je had geen schrik. Onrecht stond niet in je woordenboek.
Je gedroeg je als een beschermengel. Soms iets teveel. Je had je eigen visie en mening over het leven. Je was bang van pijn. Niet alleen lichamelijk, of voor jezelf. Maar ook bang, om iemand pijn te doen, of te kwetsen. Je kon het ook niet hebben, te zien hoe een ander werd gekwetst. Altijd trok je partij voor de zwakkere.
Lieve meid, waar je ook bent??? Eén ding weten we zeker, daar is geen pijn meer. Daar vind je rust. Daar kan je dromen over de dingen, die je alleen en samen met anderen nog zou doen.
Je zal het ons niet komen vertellen, dat weten we, maar als er leven is na de dood, dan zien we elkaar zeker terug. Dan gaan we verder met ons leven, die nu gestopt is. Want zonder jou is niets meer hetzelfde. Wij allen missen je en hopen dat we elkaar ooit terug zien.
Marina
Je foto
Telkens ik naar je foto kijk, Kijk je mij aan. Het is alsof je me iets wil zeggen. Je straalt rust en vrede uit
Telkens als ik naar je foto kijk, Geef je me een vreemd gevoel. Het is alsof je me zegt Huil niet, ik ben er toch.
Telkens ik naar je foto kijk, Zie ik een troostende blik, Alsof je me wil zeggen, Mamsy het leven gaat verder Telkens ik naar je foto kijk Zie ik je rustgevende blik Je geeft me het gevoel Ik ben gelukkig nu! Telkens ik naar je foto kijk, Fluister je, Niemand zal me nog zo erg pijn doen Ik heb mijn rust gevonden
Marina Telkens ik naar je foto kijk Zeg je me Niemand kan me nog pijn Stuur jou pijn en verdriet weg Leer terug gelukkig zijn.
Marina
Meisje, je bent dood. ik heb je verloren. je bent verdwenen, maar . . . niet uit mijn hart. Meisje ik heb je niet begraven, maar je as uitgestrooid.
Je kan nu meereizen, op de wolken, naar ongekend oorden. Naar het onzichtbare, voor ons mensen.
Meisje, je bent nu veilig, niemand kan je nog iets doen. Je bent dood, verdwenen, Maar vergeten . . . Nee, dat ben je niet. Zolang ik leef, woon je in mijn hart.