Na een welverdiende (zonnige!) dag rust in Condrieu - zonnen, lezen, slapen, luieren - steken we terug van wal richting Middellandse Zee. Doel: de Camargues.
Dankzij de mistral wordt ons tweemotorig jacht een super turbo speed race boot! Met de motoren op hun normale toerenaantal (1400 toeren per minuut), de wind in de rug én de sterke stroming halen we een gemiddelde van wel 15 knopen!
De sluizen op de Rhone zijn gigantisch. Wat een verschil met die op onze kleine kanaaltjes, of met die op de Saone! Sommigen zorgen voor een hoogteverschil tot 23 meter!
Ook het landschap verandert weer. De zonnebloemen verdwijnen. Tussen grillige, hoge rotspartijen en stekelige struiken liggen uitgestrekte wijngaarden.
Valence wordt de eerste halte: een superdure en zeer weinig sympathieke jachthaven (met een havenkapitein die het spel bestuurt vanuit zijn luie zetel parce que sil doit sortir de son bureau pour chaque bateau qui décide de passé ).
De volgende dag worden de golven steeds hoger, steeds schuimiger, steeds witter. Het navigeren wordt steeds lastiger. We moéten aanmeren.
Het charmante haventje van Viviers gelegen aan de voet van een 13de eeuws stadje wordt onze verplichte volgende stop. Maar eerst een addertje onder het gras, of liever een enorme zandbank onder het wateroppervlak net voor de ingang van de haven. Knap stukje navigatie van de kapitein van dienst! Alles wordt geknoopt, dubbel geknoopt en driedubbel gecontroleerd!
Avignon is onze laatste bestemming op de Rhone. s Nachts schitterend verlicht, romantisch, met lekkere ijsjes en inspirerende jazz voor het Palais des Papes. Heerlijk.