De catalogus
is zo gedetailleerd dat de lezer zich afvraagt of de tentoonstelling
niet uit de catalogus ontstond in plaats van andersom. Guido Lauwaert
las de catalogus van de tentoonstelling die vanaf morgen 10 oktober in
het Gentse Dr. Guislainmuseum te zien is.
Uit het geheugen in museum Dr. Guislain
De catalogus is zo gedetailleerd dat de lezer zich afvraagt of
de tentoonstelling niet uit de catalogus ontstond in plaats van
andersom. Guido Lauwaert las de catalogus van de tentoonstelling die
vanaf morgen 10 oktober in het Gentse Dr. Guislainmuseum te zien is.
Wat
de madeleine voor Marcel Proust was, is de catalogus voor een
tentoonstelling. Smaak en geur van het gebakje hielpen Proust zijn
geschiedenis uit te schrijven in de roman 'A la recherche du temps
perdu'. Al is die geschiedenis, voor de goede orde, geromantiseerd. Toch
is zij trouw aan gebeurtenissen en feiten uit het leven van de beroemde
Fransman. Juist door de fractie zijn er al tientallen boeken geschreven
om leugen van waarheid te scheiden. Wat op zich al een nieuw
geheugenspel is.
De artikels en illustraties van een catalogus
zijn de smaak en de geur om de ervaring van het bezoek aan een
tentoonstelling te reconstrueren. En dat is nodig, want, zoals Jacques
Kruithof in zijn prachtig essay 'Gezicht op Proust' schreef: 'Geen droom
houdt ooit stand'. Gelijk heeft hij. Wat rest van een bezoek aan een
tentoonstelling is een droom. Een goed voorbeeld hoe de droom een
belangrijke invloed heeft op het bewuste geheugen.
Hoe dat
geheugen het leven van de mens en de maatschappij stuurt, is het
centrale thema van de tentoonstelling, annex catalogus, 'Uit het
geheugen', in het Gentse museum Dr. Guislain. Tentoonstelling en
catalogus dragen bij tot de opwaardering van de geheugenkunst. En dat is
nodig. Want wie herinnert zich nog een telefoonnummer en heeft nog een
behoorlijk oriëntatievermogen sinds de komst van gsm en gps? En bij een
eenvoudige referentie aan een gebeurtenis, volgt algauw de vraag: Waar
heb je het in godsnaam over?
Niet enkel het harmonisch gebruik
van het geheugen wordt in dit dubbelproject belicht. Ook het
disharmonische komt aan bod, wat de 'gezonde' burger als een ziekte of
een falen beschouwt. Alle methodes worden helder en logisch getoond aan
de hand van beelden in zijn meest diverse vormen. De catalogus is zo
gedetailleerd dat de lezer zich afvraagt of de tentoonstelling niet uit
de catalogus ontstond, in tegenstelling tot wat gebruikelijk is.
Die
gedachte dringt zich op na lezing van de duidelijk bewust vermeden
academische artikels. Op een voor de leek begrijpelijke wijze belichten
onder meer Christine Van Broeckhoven, Marc Ruyters, Annelies van Gijsen,
Jonah Leher en Bart Marius het geheugen. In functie van de herinnering,
het vergeten en het belang van het simpele tot het artistieke leven van
de kunstliefhebber zowel als dat van de kunstenaar.
Want de
kunstenaar heeft de emotionele ervaring nodig om een kunstwerk te kunnen
scheppen. Zijn geheugen is een archief, zelden geordend. De fotografie
kan een prachtig hulpmiddel zijn om dat archief van chaos te vrijwaren.
Prachtig voorbeeld hiervan zijn de foto's die Richard (niet de
componist) en Anna Wagner tussen 1900, het jaar van hun huwelijk, en
1942 lieten maken. De jaarlijkse foto werd vermenigvuldigd en naar
vrienden en als kerstkaart naar vrienden en verwanten gestuurd. Staande
voor de opgetuigde kerstboom zie je het koppel ouder worden, maar ook
zijn welstand toe- of afnemen. Op de laatste foto staat een fles met nog
een bodempje drank, te eten viel er niet veel meer. De kijker ruikt de
miserie van een oorlog.
Eveneens boeiend zijn de illustraties
over het gebruik van het geheugen door leraars en acteurs. Om vat te
krijgen op hun vak - voor een acteur zijn clausen - werd beroep gedaan
op de architectuur. Het brein werd een huis waarin de materie werd
opgeslagen. Via een parcours werd het logische verloop van de les of het
toneelstuk opgehaald. Het verlies van het geheugen betekende dan ook
het einde van een nuttig bestaan. Vaak tot ergernis van de medemens,
zoals in het geval van Macbeth, die na het oordeel van een dokter dat de
patiënt, zijnde de Lady, zichzelf van de waanzin moet genezen uitroept:
'Throw physic to the dogs; I'll have none of it.'
Kortom, de
ziel van de mens is het geheugen. Dat heb ik menen te begrijpen uit het
artikel van Christine Van Broeckhoven die het over Alzheimer heeft, een
ziekte genoemd naar de blootlegger, wiens voornaam... (even in de
catalogus kijken).
UIT HET GEHEUGEN - over weten en vergeten
- praktische inlichtingen: www.museumdrguislain.be - catalogus (N/F/E),
uitgeverij Lannoo: 27
Op dinsdag
1 maart ben ik samen met de twee humane klassen naar Gent geweest. We vertrokken
nadat we het illuseum hadden we bezocht richting het Guislain museum. Het
Guislain was ongeveer 5 km
verwijderd van het Illuseum museum. Dit was een korte rit! Toen we aankwamen
was ik ervan versteld hoe groot dit gebouw wel was. Allereerst gingen we naar
de refter waar we onze boterhammetjes konden eten. Deze refter leek mij op een
zaal waar geesteszieke familie ontvangen. In de zaal praatte de
geestesziekte dan met een familielid aan een tafeltje zonder dat niemand hen
kon horen. Nadat we onze boterhammetjes hadden gegeten zijn we eens een kijkje
gaan nemen in de binnentuin van het Guislain museum. We gingen op een bankje
zitten en we maakten enkele fotos om op onze blog te zetten. Maar toen we naar
het bankje gingen vroeg een meneer iets. We verstonden hem niet, maar we
dachten dat hij een sigaret vroeg. Dit vonden we wel eigenaardig! Nadat alle
leerlingen zich op de binnenplaats bevonden, vertrokken we richting de ingang
van het museum. Toen we aan de ingang stonden, moesten we even wachten want
iedereen kreeg een sticker van het Guislain museum. Deze sticker moesten we
aanhouden gedurende de rondleiding in het Guislain museum. Nadat iedereen een
sticker had gekregen, gingen we naar de eerste verdieping. Daar moest iedereen
zijn jas en tas in een soort van kooi steken. Elke klas humane kreeg
afzonderlijk een gids. Onze gids (een vrouw) begon met de rondleiding in de
zolder van het museum. We konden de rondleiding niet meteen starten in het
begin van de locatie omdat er namelijk al een andere groep stond. De vrouw
vertelde ons over de oprichting van het Guislain museum. Ze vertelde over de
verschillende ruimtes in dit gebouw. Een leerling vroeg of er in dit gebouw ook
nog geestesziekten rondlopen. De vrouw antwoordde ons dat het kan dat deze
mensen hier rondlopen. De geestesziekten hebben namelijk elk een job. Naast
deze uitleg kregen we ook enkele fotos te zien. Op deze fotos zag je kinderen
die een handicap hadden. Dit was heel erg om te zien! Bij deze fotos stond ik
wel even stil. Aan de andere kant van de zaal stonden enkele fotos maar dit
waren dan volwassen mensen. Een zaal verder liet de vrouw een bad zien. In dit
bad werden geestesziekte geplaatst als ze zich niet gedroegen. De bewakers lieten
dan een bad vollopen met heet water. Hierin moesten de mensen soms dagen
inzitten. Ze waren ook vastgebonden, je kon enkel hun hoofd zien. Het vel van
de mensen hun lichaam pelde af. Dit is een manier dat ze vroeger gebruikte.
Hiervan was ik heel geschokt. De mensen konden ook niet beslissen of ze dit
wouden of niet. Ze hadden dus geen inspraak. Hierna gingen we naar de eerste
verdieping. Hier zagen we hoe ze de mensen met een geestesziekte vandaag de dag
behandelen. Vandaag gebruikt men de elektroconvulsietherapie. Deze therapie heb
ik samen met Alix en Natthaya even wat dieper onderzocht in onze project van
cultuurwetenschappen. We hebben namelijk onderzocht hoe deze therapie te werk
gaat en of deze therapie bijwerkingen heeft. Hiernaast zijn we ook de evolutie
nagegaan in de therapie om mensen te behandelen. Is de therapie door heen de
jaren verfijnd?
Ik vond het
heel interessant dat we op al onze vragen antwoorden kregen. Dit museum was
voor mij een zeer boeiende ervaring! Ik weet nu zeer veel over geestesziekten
en hoe je ze moet behandelen. Het zou me zeker niet storen als we hierover nog
zouden leren in de lessen gedragswetenschappen. Dinsdag 1 maart was een dag
waarop ik heel veel informatie heb opgeslagen en die ook nooit meer zal
vergeten.
Op dinsdag
1 maart ben ik samen met de 2 humane klassen naar Gent geweest. We vertrokken
rond 20u30 richting Gent met de bus. De rit duurde ongeveer een uurtje. In de
voormiddag bezochten we het illuseum. Het illuseum is namelijk een heel
bijzonder museum want het goochelt met gezichtsbedrog en optische illusies. In
zon museum mag e eigenlijk je ogen niet geloven. Want je ziet namelijk dingen
die er bijvoorbeeld niet zijn of zaken die onjuist waargenomen worden! De
rondleiding in het museum begon met een korte toelichting van een meneer die
vertelde wat gezichtsbedrog inhoudt. Hij vertelde ons ook wat we in dit museum
allemaal gingen zien en te wetenkomen.
Allereerst moesten we plaatsnemen in een zaaltje waar het helemaal donker was.
Hier vertelde de meneer over dias en hoe ze evolueert zijn in de loop der
jaren. Het was heel interessant om de evolutie van de dias waar te nemen.
Vroeger gebruikte men een veel groter plaatje om zaken te kunnen waarnemen. Dit
is nu allemaal verfijnd! Naast deze uitleg liet hij ons ook enkele dias zien.
Om de dias goed te kunnen waarnemen kregen we 3D-brillletje. Met een
3D-brilletje zie je het beeld namelijk recht naar je toekomen. Als je je
3D-brilletje afzette had het geen effect meer! We zagen o.a. verschillende
bloemen. We zagen goed de opbouw van de bloem met het 3D-brilletje. Naast deze
uitleg werd we verwacht in de zaal er net naast. Hier konden we met onze eigen
waarnemen hoe onze ogen ons kunnen bedriegen. Er zijn enkele zaken die me echt zijn
bijgebleven! Men moest bij een bepaalde proef van of eenafstand zeggen hoeveel borden je zag. Mijn
eerste antwoord was uiteraard 4. Maar als je dichterbij ging kijken klopte dit
niet. Er waren namelijk drie bordje maar daarnaast was er een bordje op
geschilderd. Daardoor leek het van ver dat er vier bordjes waren. Nu zie je
maar hoe je ogen je kunnen bedriegen. Een volgende proef was als je met een
3D-brilletje naar een foto keek zag je door het rode kant van het brilletje een
vrouw en door de groene kant een man. Dit was heel raar! Ten derde was er een
proef waardoor er twee mensen door een doos moesten kijken. De ene persoon zag
de andere heel oud. Hierna keek door een doos en zag ik een heel mooie stad.
Dit was echt verbazingwekkend! Je kijkt door een doos en ziet een hele stad
voor je. Een volgende test was dat je door een doos moest kijken. Je moest
zeggen welke kaart bovenaan lag de heer of de dame van het kaartspel. Als ik in
de doos keek lag de heer bovenaan maar als je dan aan de andere kant was dit
andersom de dame lag bovenaan. Dit was weer een test waar het gezichtsbedrog
duidelijk naar voren komt! Nadat we zelf heel wat proefjes konden waarnemen,
werden terug verwacht in het kleine donkere zaaltje. De meneer liet ons enkele
goocheltrucs zien. Hij deed bijvoorbeeld een truc met een kaartenspel. De
meneer liet iemand uit publiek een kaart uit kaartenspel nemen. Nadien wist hij
onmiddellijk welke kaart er was gekozen. Naast deze goocheltruc liet hij ook
een truc zien met enkele blokken. Hij liet namelijk zien dat het helemaal niet
moeilijk om te rekenen. Je moet enkel je blokken gebruiken en dan weet je welk
getal je zoekt. Hij gebruikte hiervoor telkens een soort buis die hij over de
blokken schoof. De voorstelling liep ten einde. Ik vond dit museum echt heel
interessant hoe je kan zien dat je ogen niet altijd de waarheid spreken. Je mag
niet altijd voort gaan op wat je ziet!