Mijn reisverhalen, meer poezenstrips, natuurfoto's, mijn jeugdherinneringen en mijn wekelijks fotoraadsel vinden jullie op mijn dagelijks blog. Daar staat ook een gastenboek en is er mogelijkheid om te reageren. Welkom! Klik op onderstaande foto om direkt op mijn blog te komen!
Klik op de groene button! Dan kom je bij "Den Dierenvriend". Het baby-poezen-opvangcentrum van mijn vriendin Bieke! Voor adoptie van een jonge poes kan je daar altijd terecht! Stuur haar website door naar zoveel mogelijk andere dierenvrienden, zodat veel poezen een goede thuis vinden aub.
Op dit blog vinden jullie de verhalen hoe drie van mijn poezen op wonderlijke wijze in mijn leven kwamen - onze Vietnamese vondeling "Ming", "Tabitha" en de dove witte kater "Phineas" - én de fotostrips die ik van mijn 6-poezen-gezin maak. De eerste drie berichten zijn de verhalen over hoe Ming, Tabitha en Phineas bij mij terecht kwamen. Vervolgens zien jullie een reeks korte fotostrips over mijn zestal! Deze reeks wordt regelmatig onderaan bijgevuld. Als je in de linkerzijde van mijn blog op de gele lijntjes klikt kom je steeds in een stripverhaaltje terecht. Op dit blog kan je geen reacties plaatsen, die mogelijkheid is er wel op mijn dagelijks blog www.laathi.be Daarop vinden jullie meer reisverhalen (o.a. over Egypte en Thailand), foto's, mijn jeugdherinneringen en een wekelijks fotoraadsel! Op dat blog verschijnen ook eerst de poezenfoto's alvorens ze ik hier verzamel. Als je zin hebt kom je me daar ook maar eens opzoeken! Welkom en veel plezier!
09-08-2007
Het verhaal van Ming Song Huong.
Het verhaal van Ming Song Huong.
In de herfst van 1994 trekken mijn man en ik een maand lang door Vietnam.
De eerste 2 weken bezoeken we het Noorden, een vrij vermoeiende tocht langs de Chinese grens. Voor we naar het zuiden reizen, hebben we halfweg een strandvakantie van 5 dagen gepland op het zonovergoten strand van Nha Trang, een badplaatsje langs de 1200 km lange weg tussen Hanoi en Saigon.
De zon- en rustvakantie valt wel héél letterlijk in het water. Véél water! De zee is grijs, de golven onstuimig, het weer maakt snorkelen onmogelijk. En uitrusten op 't strand dus ook al maar. De bedden in het hotel zijn ook niet echt uitnodigend om op te gaan rusten, zelfs niet nadat we twee matrassen op elkaar leggen (uiteindelijk verdubbel je alleen maar het aantal spring- en kruipdiertjes ) Vergeet dus ook maar de rust. We besluiten dan maar we in de gietende regen tempel nummer 1047 van de reis te gaan bezoeken. Met twee fietsriksjas rijden we naar de "Po Nagar Cham Towers", een heiligdom op een hoge rots aan de onfris ruikende Cai-rivier. Bovenop de rots hebben we een uitmuntend zicht op grijze, druipende wolken. De grottempeltjes dienen voornamelijk om af en toe te schuilen voor de gutsende regen. Teleurgesteld glibberen we weer naar beneden, en beginnen onze wandeling terug naar het dorp. Plots valt mijn oog op een handvol doorweekte wit-en-rosse wol, verborgen in het gras aan de voet van de brug over de rivier en ja hoor, huisgenoot nummer vijf dient zich aan!
Ik raap het bolletje op, droog het af en laat het schuilen in mijn linnen draagtas. Heel naïef klop ik aan bij het dichtstbijzijnde huisje, in de hoop een adoptiegezin te vinden. De vrouw des huizes kijkt me verbaasd aan, en doet teken dat ze het katje écht niet hoeft. Later besef ik dat ik geluk heb gehad. Ze bedoelde waarschijnlijk dat ze voor zon onooglijk hoopje vlees geen pot wenste vuil te maken. De twee riksjajongens die ons na het tempelbezoek nog staan op te wachten, in de hoop ons nog een ritje te verkopen, kunnen plots weer zaken doen! Een uur te voet door de regen stappen zou onze vondeling geen goed doen. Dus, met de fietstaxi's en poes in de zak in volle vaart naar het hotel. Naïeve gedachte nummer 2: de poes enkele dagen verzorgen en ze bij ons vertrek uit Nha Trang bij de rest van de hotelzwervers zetten. Dan vindt ze alvast eten en onderdak.
Na een nacht van herstel neem ik het poesje uit haar nest van handdoeken en wil haar nu toch wel eens zien lopen. Groot is de teleurstelling als blijkt dat ze dat niet kan... Ze duwt zich vooruit met de achterpoten en schuurt met de kin over de grond onmogelijk haar hier zo achter te laten: haar kin zou in de korste tijd geïnfecteerd worden door over de natte grond te schuren, een zekere dood zou haar lot zijn. Maar wat nu? Nog 2 weken door de Mekong-delta gaan reizen met een dier dat waarschijnlijk veel pijn lijdt?
Mijn immer optimistische man besluit in dit gat op zoek te gaan naar een dierenarts! Nadat ik mijn protest over dit - in mijn ogen onmogelijke plan - heb doorgeslikt, pakken we de poes in en vinden op straat de twee riksja-boys die onmiddellijk business ruiken. Vanaf dan zullen ze niet alleen onze chauffeurs maar ook onze zeer gewaardeerde tolken worden. Eén van hen spreekt namelijk een drietal woorden Engels. Vol verbazing horen ze ons de plannen van onze expeditie aan. Hun ongeloof maakt plaats voor een gezond zakeninstinct. Uiteindelijk betalen gekken met even waardevolle dollars als normale mensen Dus wij op weg naar de dierenarts
We stoppen voor een huis, meer een magazijn, volledig open aan de straat, waar ze kippenvoer en granen verkopen. Er verschijnt een man die aan onze hulpeloze kat haar poten begint te trekken. Hij schudt zijn hoofd en loopt weg. Aangezien Pauls optimisme mij niet zo ingebakken is, opper ik om het zielige wezentje hier ineens maar uit zijn lijden te laten helpen. Uiteindelijk is het dier toch wel echt zwaar gewond : er blijkt een schouder én een voorpoot gebroken. Paul vraagt mij met geschokte blik hoe ik me eigenlijk wel voorstel dat ze dat hier zouden doen, dat uit zijn lijden helpen. Ik begrijp dat ik dat inderdaad niet zou willen weten.
Plots komt een van de 2 riksja-jongens terug, en herhaalt steeds Kung Fu Doctor! Kung Fu Doctor!, en doet ons teken om mee te komen. Goed, we betalen bij en zetten de rit verder, vanzelfsprekend nog steeds in de gietende regen. Ik denk: misschien bedoelt de jongen dat er een dierenarts woont in de Kung-Fu-straat, of zo. Weet ik veel.
Volgende halte, weer een gebouw zonder voorgevel. Rafelige zetels, waartussen fietsen en brommers staan, een oud bureau en tientallen ingekaderde foto's van een Kung-Fu-vechter aan de muren. Nee, het lijkt niet direkt op het kabinet van een dierenarts. Steeds meer mensen sijpelen binnen die ons geïnteresseerd observeren. Het blijkt héél boeiend naar twee natte blanken met een gewonde kat te staan staren en wijzen. En dat alles zonder een verstaanbaar woord te kunnen wisselen. Uiteindelijk verschijnt bovenaan een trapje een stevige man. Hij neemt plaats achter het bureau, klopt trots op zijn borst, en wijst vervolgens naar de fotos aan de muren. Blijken we bij een of andere vechtsportkampioen te zijn aanbeland... Nu is voor mij alle logika helemaalzoek. Tot de man plots ons katje in de gaten krijgt en - ook weer niet bepaald zachtzinnig - aan haar gewonde poten begint te trekken. Dat potengeruk zijn we ondertussen wel grondig beu, dus nemen we hem de poes terug af.
De man diept uit zijn bureau een potje op met een zwarte brij. Hij legt met veel gebaren uit dat hij een soort kruidendokter is. Waarschijnlijk een sportdokter (wel ja, misschien is onze poes niet overreden, en heeft ze een sportblessure opgelopen toen ze de "Marathon van Nha Trang" liep...) Maar goed, hoe absurd de situatie ook is, alle hulp is welkom. De zware, zwarte klei wordt rijkelijk rond een pootje gelegd, daarrond een stuk vod gewonden, en daarop giet hij enkele druppels uit een flesje.
Ming na zijn bezoek aan de "Kung-Fu-dokter".
De man geeft ons het flesje, wijst op zijn horloge, en gebaart het druppelen om de 4 uur te herhalen. We verlaten zijn huis met het "medicijn" en een dubbel zo zwaar beestje. En wij de daarop volgende nacht maar druppelen en die klei maar zwaarder worden en de kat onbeweeglijker Dit is duidelijk niet de goede geneeswijze. Dus de klei er de volgende middag maar weer afgehaald.
Paul belt in zijn grenzeloos optimisme naar een inlichtingendienst en komt te weten dat er in Saïgon een dierenarts woont die zelfs in Parijs gestudeerd heeft! Saigon ligt zowat 400km zuidwaarts, maar dat is geen probleem : het stond toch op onze reisroute. Alleen gingen we dat traject wel per vliegtuig afleggen natuurlijk. Maar Poes zal nooit op die vlucht van Vietnam Airlines meemogen (We weten nu zo stilletjes aan wel hoe Vietnamezen over dieren denken.) Dus vlucht afgezegd en een auto-met-chauffeur gezocht. (Zelf een auto besturen als buitenlander is jammer genoeg verboden.) Blijft er nog 1 praktisch probleempje : een draagmand voor poes. Wat uiteindelijk dit object het meest lijkt te benaderen is een ijzeren draadkooi met een valdeur : een ratteval !
Na enige aanpassingen is het mistroostige ding bruikbaar. Eerst wat metalen uitsteeksels er afprutsen, dan onderin een reeks elastiekjes spannen zodanig dat we een vering hebben, daarop een gevouwen handdoek als matras en klaar is kees. Uiteindelijk wil ik de patient zo comfortabel mogelijk vervoeren op de toch wel hobbelige wegen.
De volgende dag huppelt de oude auto 8 uur door het Vietnamese platteland. Op de meest ellendige stukken weg lig ik plat op de achterbank met de ratteval op mijn buik, en vang zo de ergste schokken op. (Waarmee het pondje teveel buikvet eindelijk eens zijn nut bewijst!)
Onderweg stoppen we even en eten een krab die spijtig genoeg gekookt is in een mazoutvat, enfin zo smaakt ze althans. Lichtjes afgunstig kijken we naar ons katertje die zich tegoed doet aan ons laatste blikje tonijn uit Belgie.
In de schemering bereiken we Saigon. Een wel héél grote stad! Hier staan we voor de haast onmogelijke opgave: vindt de dierenarts die in Parijs studeerde, met als enige gegeven : hij woont in het vierde district! Niet echt gemakkelijk iemand in een wereldstad vinden zonder naam, telefoonnumer of adres.
Op dat moment besluiten de heilige Rita, Sint Antonius en Sint Franciscus de handen in mekaar te slaan, want wonderwel staan we al na een dik uur zoeken bij onze dokter!
In een klein donker huisje (de electriciteit was weer maar eens uitgevallen) in de groezeligste omstandigheden wordt de kleine kater onderzocht. Het verdict luidt: Dit is zinloos, het dier zal voor de rest van zijn leven gehandicapt zijn. Tijdens het onderzoek van ons katertje haalt de dokter plots een spuit uit een schuif, steekt zijn hand door het open raam, prikt in de bil van een hond en ontvangt van het bazinnetje enkele muntjes. Dit alles zonder van zijn stoel te komen en in het licht, pardon, de duisternis van 1 petroleumlamp! Dit korte intermezzo geeft Paul wel de tijd me stilletjes toe te fluisteren : Schat dit is te gek. We nemen het diertje mee naar Belgie, wij hebben betere dierenartsen
Gelukkig spreekt de dierenarts vlot Frans en begrijpt hij ons plan, en hoewel hij het nut er niet van inziet is hij toch bereid er aan mee te werken. Tja, het gaat hem ook wel een flink centje opleveren natuurlijk... Om het land uit te mogen moet de poes dan wel vier weken voor haar vertrek ingeënt zijn tegen hondsdolheid
Probleem, want dan was 't diertje misschien nog niet eens geboren!!! Maar de man is vindingrijk én van goede wil: hij wil voor een zacht prijsje best een geantidateerd document opstellen en de nodige stempels halen bij het ministerie van landbouw. De papieren zullen over een week klaarliggen, dus kunnen wij nu eerst onze geplande tocht door de Mekong-delta gaan maken, en de dag voor ons vertrek alles bij hem ophalen. Even overwegen we ons katertje voor een week bij hem achter te laten, maar de accommodatie vinden we niet direkt geschikt voor onze kat van 6 miljoen. (Ik vrees trouwens ook dat onze kat kleiner is dan de ratten die er in zijn huis rond lopen.) Dus stappen we af van dat idee. Onze poes moet mee verder op rondreis!
In Saigon kunnen we een plastic groentenkorfje op de kop tikken dat een praktische draagmand blijkt te zijn. We smokkelen poes het Palace Hotel binnen (een truc die we ondertussen goed beheersen), de mand verborgen onder een stapeltje kleding dat losjes over mijn arm hangt, en belanden doodmoe maar gelukkig op ons kamertje. Het volgende kippevelmoment is het telefoontje naar de luchtvaart-maatschappij. Mogen er wel huisdieren mee aan boord?
Gelukkig vliegen we met KLM en die zien er helemaal geen probleem in. Telefonisch reserveren we een vliegticket voor poezeman, ze vragen zijn gewicht, ik schat hem 200 gram, maar het tarief begint bij 1 kilo. OK, 1 kilo poes dan maar.
Ming's vliegtuigticket.
s Morgens charteren we een minibusje met chauffeur om de volgende dag onze tocht verder te zetten. De man heet Ming, is heel vriendelijk, en t belangrijkste : heeft geen bezwaar tegen onze kleinste passagier. Eén klein detail zouden we voor t vertrek nog graag oplossen : de kleine jongen heeft sinds we hem gevonden hebben nog altijd geen "grote boodschap" geproduceerd In nood mag en moet iedereen voor dokter spelen dus besluit ik de natuur een pootje te helpen. Ik kieper mijn medicijnkistje om, vind op de bodem mijn plastic spuiten, trek van ééntje de naald af en zuig een lepeltje boter op. En dan, staart omhoog en floep, lavement toegediend!
Die avond maken we een zalig ogenblik mee : onze kater zet zijn eerste stapjes! Heel krom en stuntelig, maar hij vertoont de eerste tekenen van leven, zelfs van blijdschap : met de oogjes wijdopen en zijn staartje recht omhoog... begint hij te spinnen!
De volgende morgen rijden we Saigon uit, de rijstvelden van de Mekong delta in. Nog steeds geen drolletje. Op de achterbank ligt de keukenrol in aanslag. We maken ons zorgen dat het wonder zal geschieden zonder dat we het merken en dat het beestje dan in zijn uitwerpselen zal liggen. Dit blijkt een nodeloze zorg. Plots kriebelt een helse stank onze neus binnen. Allebei roepen we tegelijk als uitzinnige gekken : Yessss!!! t Is hem gelukt!!!. Door het geroep, en wellicht ook door de fijne geur, kijkt onze chauffeur verwonderd naar achter. Hij bestudeert onze triomfantelijke gezichten, ziet mij overgelukkig staren naar de kattedrol in mijn hand en begrijpt er nu wel helemaal niets meer van. Ik lees zijn gedachten : Waarschijnlijk zijn het gekken, maar ze lijken mij niet echt gevaarlijk en ze amuseren zich duidelijk. Ze hebben op voorhand betaald, dus alles OK, doorrijden maar. Ik maak van de afval een prop en mik die in mijn enthousiasme onnadenkend door het raam In Vietnam rijden miljoenen fietsers Nou ja, ik heb het niet met opzet gedaan meneer de fietser
We hadden gepland onderweg een klooster te bezoeken dat op een eilandje middenin een stroom lag, een klein bootje ging er ons naar toe brengen. Vanwege de brandende hitte en het gebrek aan schaduw in de boot, besluiten we het poezebeest in de auto te laten. Onze gekoelde frisdrankblikken in t-shirts gerold in een hoekje van zijn mand, raampjes open, chauffeur Ming duttend op de voorbank. Alles onder controle! Dus wij gaan met een gerust hart op pad, best tevreden met onze baby-sitter. Tot we s namiddags terugkomen!... De zon is gezakt en schijnt pal op het mandje van de kleine kat. En de poes ligt er levenslozer dan ooit bij... Chauffeur Ming snapt niets van de drukte die dan volgt. Ik ren met het versufte diertje naar een kraantje en dop zijn voetzolen in fris water in de hoop hem wat af te koelen. Het werkt, zijn levensgeesten keren terug. Gelukkig dat een kat negen levens heeft. Spijtig genoeg verbruikt de onze ze wel heel snel
s Avonds belanden we in een half leeg hotel, we kunnen een kamer kiezen. De allerlaatste, en duurste, noemen ze trots hun suite. Het ding blijkt een labyrint van kamertjes en gangetjes. Niet echt aantrekkelijk, want je kan er van de grond eten, tenminste als je een kakkerlak bent. Maar als ons oog plots op een grote plantenbak ergens in een hoekje valt, kijken we mekaar veelbetekend aan, en besluiten unaniem de suite te huren. Stel je voor, hebben we in deze uithoek van de wereld toch wel een kamer met ingebouwde luxe-kattebak gevonden zeker!! Kunnen we direkt met zindelijkheidstraining beginnen!
s Avonds droppen we het beestje in de plantebak, gaan er plat op onze buik voor liggen terwijl we aanmoedigingen scanderen. Geen resultaat. Er gebeurt juist niets. Nou ja, we hadden onze portie geluk die dag al gehad natuurlijk...
Kleine Ming inspecteert zijn luxe-kattebak.
Op t einde van de week, na nog wat kleinere en grotere avonturen, komen we terug aan in Saigon, pikken de papieren op bij de dierenarts, halen het gereserveerde vliegtuigbiljet op bij KLM (1 kilo kat kost 27 dollar) en staan voor een van de laatste beproevingen. Een opdracht die wel zéér bepalend zal zijn voor zijn verdere leven : het omkopen van de douane. We willen onze poes nu echt voor geen geld meer moeten achterlaten. Hier komt onze vroegere reiservaring goed van pas, en ook dat hachelijke moment komen we - zij het met veel moeite en een klein beetje omkoperij -ook weer door. Nu nog afwachten hoe het vliegtuigpersoneel gaat reageren... Maar dat bleek een nodeloze angst geweest te zijn. De eerste hostess die we aan boord zien tovert een stralende glimlach tevoorschijn en roept :Ooooh, een poesje!! Ik heb nog een maaltijd over, wil U ze soms hebben voor Uw poes?! Is kip OK?
De Vietnamese man naast ons trekt zijn neus op, snuift verachtelijk en gaat een rijtje verder zitten. Wat ineens een eigen zitplaats voor onze kater oplevert!
Eindelijk zijn we gerust, alle hindernissen zijn genomen. De poes zal bij ons kunnen blijven. Er valt een steen van mijn hart. We zijn meer dan gelukkig! Het is tijd om hem een naam te geven. We kiezen voor MING SONG HUONG. Ming, een keizerlijke naam, die ook herinnert aan de lieve baby-sit chauffeur van de laatste week. Song is rivier in t Vietnamees, en Huong betekent "welriekend, geurig". Toch wel een vorstelijke naam voor een kat die gevonden is aan een stinkende rivier ergens in t midden van Vietnam!
Thuis bleek dat Mings beenderen ondertussen reeds verkeerd aaneengegroeid waren, en dat hij te klein was om hem te opereren. Hij heeft nog meer dan een maand een gipsverband moeten dragen. De daaropvolgende weken deed ik overdag een spalk aan zijn pootje en s nachts moest hij in een kleine gesloten mand slapen om zijn poten te laten rusten. Onze Ming zijn staart is krom en stijf en wat te kort. Zijn lijfje zit een beetje scheef in mekaar, maar hij loopt en springt evengoed als zijn (ondertussen 5) huisgenoten.
Soms denk ik wel eens dat door zijn ongeval ook iets in zijn hoofd geraakt is, want af en toe doet hij een beetje gek. Maar misschien is dat maar best zo, want nadat jullie dit verhaal gelezen hebben, zullen jullie al wel vermoeden dat hij daardoor des te beter bij zijn baasjes past.
Ming thuis, met zijn schouders in het verband, liggend op een kussentje terwijl ik de reisfoto's in een fotoalbum kleef.
Ming in zijn "tentje" - bijna 13 jaar oud - in september 2006.
Mijn oude Ming lekker in bed. Oktober 2007.
08-08-2007
Het verhaal van Tabitha.
Het verhaal van Tabitha.
6 december 1999. Onder onze middagpauze nemen mijn man en ik even de auto om een boodschap te doen in het centrum. We parkeren tegenover een speelgoedwinkel in volle Sinterklaastooi. Ik droom een minuutje weg over hoe jammer het is dat volwassenen geen kadootjes meer krijgen, tot plots een meisje met een grijs-getijgerde poes in haar armen mijn aandacht trekt. Ze staat er wat verloren bij want ze moet terug naar school en weet niet wat met de vondeling te doen. Ik neem het dier van haar over en beloof haar een oplossing te zoeken. Telkens ik de poes op de grond wil zetten, wriemelt ze zich terug een weg naar mijn schouder, ze is duidelijk niet van plan ons haar thuis te wijzen. We informeren in de buurt maar niemand blijkt haar te kennen. Dus nemen we de pechvogel mee naar huis.
Vanzelfsprekend moet ze eerst langs de dierenarts passeren voor ze bij onze 5 andere poezen kan logeren. Het blijkt een vrouwtje te zijn dat net volwassen is, ze weegt nog geen drie kilo en is echt onderkomen. Ze ziet er nog extra zielig uit doordat haar oogleden halverwege over haar ogen hangen. De dierenarts vermoedt dat ze in haar zeer dichte pels een litteken voelt en dat ze dus gesteriliseerd is. Dus moet er ergens iemand om haar geven. Dan gaan we toch moeite doen om haar baasje terug te vinden zeker! Eerst bellen we de politie en dan hang ik wat briefjes in winkels rond de plek waar ik haar heb meegenomen. Na een week is er nog steeds niemand komen opdagen om ons vriendelijk grijs bolletje op te komen halen. Net als mijn vader zaliger, is ook mijn man zijn devies: Waar er plaats is voor 5, is er ook plaats voor 6. Dat is allemaal goed en wel, maar één van onze vijf is wel de Vietnamees Ming Song Huong... En of die Chinese Keizer een extra volwassen poes in zijn koninkrijk gaat dulden is nog maar de vraag.
Heel voorzichtig integreren we onze timide Tabitha in het gezelschap. Het oudste vrouwtje, onze rosse Robin, blijkt het niet te storen. Laathi, de jonge zwart-witte deerne is niet zo happy, zij wenst haar rol van jeune première nog niet af te geven. Tobias, de oude witte poezeman, de goedheid zelve, vindt duidelijk dat er plaats is onder de zon voor iedereen. Hanuman, de driejarige tijgerkater, is blijkbaar vergeten dat hij zelf van de straat geplukt is en vindt de nieuwe bewoner maar niks. En zoals verwacht ...
Ming Song Huong s keizerlijke woede is groot ...
Dat hij zelf een Vietnamees vluchteling is doet niet ter zake, hij vindt het asiel VOL. En met Tabitha erbij OVERVOL. Hij start een terreurcampagne. Eén van zijn ziekelijke trukken is de uitgang van de kattebak te blokkeren als Tabi erin zit. Al snel komen Laathi en Hanuman er dan als ramptoeristen bij zitten. Als ik er op uit kom pluk ik Ming bij zijn nekvel weg en telkens moet ik mijn meisje, dat dan helemaal onder t zagemeel zit, uit de bak verlossen. Ik probeer Ming te sussen met extra aandacht, te straffen met eenzame opsluiting in t toilet, te bekeren met een boze speech, ik probeer vanalles, maar Ming is niet te sussen. Ming blijkt een guerilla-strijder in hart en ziel. Het woord opgeven staat niet in zijn Vietnamees woordenboek.
We zullen geduld moeten uitoefenen. Wij allemaal. Véél geduld.
Onze woonvertrekken bevinden zich op de eerste verdieping. Er is een kattedeur van de keuken naar het dakterras en vandaaruit een trap naar de tuin beneden. Iedereen kan altijd vrijuit binnen en buiten, want de tuin is toch volledig afgesloten met draad en electriciteit. Maar buiten lopen gaan we Tabitha nog niet leren; daar is het nog veel te vroeg voor. Eerst moet ze zich binnen goed en veilig voelen.
Tot op de ochtend van 21 januari Tabitha onvindbaar is... Na wat detectivewerk blijft er maar één mogelijkheid over : Ming heeft haar onverwacht door de kattedeur gejaagd, en in paniek is ze over de dakterrassen gerend en in plaats van de trap naar beneden te kiezen, is ze pardoes rechtdoor gelopen waar ze bijna 3 meter lager in de tuin van de buren is neergestort. Het dier kende het terrein nog niet en had natuurlijk geen benul van het concept daktuin en dacht dat ze op de begane grond rende...
Begin nu maar een kat te zoeken die je nog geen zes weken geleden zelf gevonden hebt en waarvan je de originele naam niet kent. Dit wordt een hopeloze zoekweek. Oliejekker aan (in zon periode blijkt het altijd te moeten stortregenen!), zaklamp op zak en bokaal katteneten in de hand. Iedere rechtgeaarde katteliefhebber kent deze scène. Vruchteloze zoektochten in achtertuintjes, garagecomplexen, oude fabrieken, griezelige kraakpanden. Nog maar eens aan de lantaarnpalen en in de gekende winkels een briefje gaan hangen met haar beschrijving... Een briefje in alle bussen van de omliggende straten met een verzoek om mee uit te kijken en eens in de garage of de kelder te zoeken...
Heel origineel als beschrijving : grijs getijgerd kattinnetje. Ja, zo kan er echt maar ééntje op deze wereld rondlopen! Maar, zoals ons ma altijd zegt een geluk bij een ongeluk, : Tabitha heeft wel een speciaal kenmerk! Door haar zwerversperiode heeft ze van de vele gevechten rafelige oortjes overgehouden. Dus dat maakt de beschrijving dan toch een beetje opvallender.
Een vriend komt met het idee het bericht te laten verschijnen op het lokaal TV station. Maar dan moet er wel een foto bij. Goed, dat kan, ik heb er beelden van op video. De man, een computerspecialist, doet zijn best er een duidelijke foto uit te brouwen en wij naar TV Kempen. Diep in mijn hart vind ik het een absurd idee. Wie kijkt er nu s namiddags naar al die losse berichtjes? Maar goed, we gaan geen kans onbenut laten om haar terug te vinden en boeken zendtijd voor 5 dagen. Ondertussen gaan de vochtige expedities met oliejekker, zaklamp en snotvalling gewoon door. We zijn echt droevig door het verlies van de vriendelijke poes want het is duidelijk dat ze al geen al te prettig leventje heeft gehad en nu er eindelijk een goede periode voor haar voor de deur staat gebeurt er zoiets stoms! We steken onze reisplannen voor februari al in de schuif, want daar staat ons hoofd toch niet meer naar. En, God weet, ze moest op een dag zo eens terug aan de tuindraad staan...
Drie dagen na de eerste uitzending op TV wéér een telefoontje : grijze poes gevonden! (Ik toom mijn enthousiasme maar al wat in, want ik heb de laatste dagen al wel wat meer grijze poezen moeten gaan bekijken). Een invalide heer die enkele straten verderop woont heeft haar s namiddags op TV herkent en is er van overtuigd dat zij de poes is die sinds enkele dagen in gezelschap van zijn kater op zijn koertje zit. Ik steven er onmiddellijk op af, en ja, o wonder, het is mijn lieve kleine kattin met de droevige ogen. Ze blijkt me zelfs te herkennen en laat zich gedwee op de arm mee naar huis nemen. Haar dwaaltocht van een week is ten einde.
Om Ming zijn terreur te ontwijken besluiten we haar de eerste weken op de tweede verdieping te laten wonen als wij niet in de buurt zijn. Ze geniet van de rust, en is overgelukkig als ze s avonds op de schoot kan zitten. Op Ming na, is het terug Huisje Weltevree.
We beginnen terug aan onze vakantie te plannen. We leggen onze poespassers uit extra aandacht aan haar te besteden tijdens onze afwezigheid en haar ten allen tijde tegenover Ming te verdedigen.
Als we na drie weken terug komen, ziet Tabitha er uiterst welvarend uit. Heel rustig, tevreden en flink bijgekomen. Je zou de pechvogel van St. Niklaasdag er niet meer in herkennen.
Blijkt dat ze een gezonde eetlust heeft. Eigenlijk een héél gezonde eetlust. We vinden het heerlijk dat ze steviger wordt! Maar gaat het niet een beetje snel?
Nog een week later begin ik onraad te ruiken. Tabitha is een flinke brok aan t worden, maar wat me het meest verontrust zijn haar tepeltjes. Ze komen toch zo kranig rechtop te staan...
Ik bel de dierenarts en spreek mijn vermoeden uit ... Aangezien ze er niet honderd procent zeker van is dat Tabi gesteriliseerd is moeten we op visite komen. En ja hoor, ze is wel degelijk zwanger. De dokter vraagt ons te overwegen wat we willen, de kleintjes ter wereld laten komen of een abortus. We willen er een week over nadenken. Uiteindelijk besluiten we tot het laatste. Er zijn poezen genoeg op de wereld, we vinden er niet direkt een thuis voor, en onze boot is vol...
s Morgens brengen we haar binnen en na enkele uren belt de dokter. Ze vertelt dat er twee dode jongen in haar buikje zaten, één heel groot, en een heel kleintje dat reeds lang gestorven was. Onze keuze was goed geweest, want de dode kleintjes hadden de bevalling niet kunnen opstarten, en Tabi zou zonder ingreep van de dierenarts zeker gestorven zijn. Stel dat we haar niet terug gevonden hadden! Int wild had ze dit avontuur nooit kunnen overleven...
Twee dagen later ligt onze moedige vriendin in opperbeste stemming terug in de zetel met haar geschoren buikje in de lucht. Ik vraag me af of ze beseft wat een geluksvogel ze is! Van mezelf besef ik het maar al te goed, want wie krijgt er nu nog zon mooi St. Niklaaskado als hij al volwassen is?...
07-08-2007
Afscheid van Tabitha
Afscheid van Tabitha. 9 augustus 2007.
Het waren droeve weken. Maar toch is er weer iets moois uit voort gekomen : jullie steun en - soms totaal onverwacht - jullie begrip voor de dood van "maar" een poes. Héél, héél erg bedankt daarvoor lieve vrienden.
Mijn prachtige Tabitha spelend met haar busseltje stro in mei 2002.
Donderdagavond kreeg ik het noodlottige telefoontje van onze dierenarts : uit de bloedproeven die 's morgens genomen waren bleek dat Tabitha's nieren en lever reddeloos verloren waren. Er restte ons alleen nog haar te laten inslapen om haar verder lijden te besparen. Ik had dit nieuws al een hele week gevreesd, dus voor mij was het geen verrassing meer. Desalniettemin ben ik toch beginnen brullen van verdriet. De dierenarts wou Tabitha onmiddellijk laten inslapen. Ik denk dat hij vreesde dat onze aanwezigheid er "een Griekse Tragedie met veel tranen en geweeklaag" van ging maken. Maar hij had er alle begrip voor dat we er toch liever bij aanwezig waren. Het was 6 uur, dus normaal gezien konden we over een half uur de winkel sluiten en vertrekken. Jammergenoeg stond de winkel toen nog vol volk... Dus moesten we wel verder werken. 't Was niet simpel, klanten helpen met de tranen in onze ogen...
Zo snel iedereen buiten was zijn we naar de dierenarts gereden. Hij was zo attent ons nog wat privé-tijd met onze poes te gunnen. We hebben nog een half uur met haar in onze armen kunnen zitten en haar kunnen aaien. Ze is zelfs nog beginnen spinnen. We waren heel blij dat ons deze kostbare ogenblikken gegund werden.
De dierenarts heeft haar dan een slaapmiddel ingespoten en we hebben rustig aan zijn bureau zitten praten terwijl Tabitha langzaam op mijn schoot in slaap doezelde. We hoopten dat ze zo zwak was dat het slaapmiddel haar al ging laten sterven, maar ze bleek toch nog sterker dan we dachten. Toen de dokter haar onderzocht bleek haar hartje nog steeds te kloppen. Terwijl de dokter haar hart beluisterde en het finale spuitje gaf ben ik zachtjes keer op keer blijven fluisteren : "De poezen gaan slapen, de poezen gaan slapen,..." Net op dezelfde manier waarop ik elke avond mijn poezen thuis goedenacht wens. Tabitha is, heel sereen, in mijn armen overleden.
In haar nachtverblijf thuis. Wachtend op de goedenacht-knuffel in haar slaapkast op 13 september 2006.
We hadden haar kistje reeds mee naar de dierenarts genomen, zodat ik er haar onmiddellijk mooi in kon leggen.
Jullie vragen je misschien af waar ik plots zo'n kistje vandaan toverde? In onze kelder staan er zo tientallen. Het zijn verpakkingen van noten en vijgen. Ik kreeg ze destijds, toen we nog geen meubelen hadden, van een marktkramer. Ik gebruikte ze als "bed" om onze matras op te leggen. Als "boekenkastjes", als "sierkastjes", als "nachtkastje", zelfs als isolatie omdat in het huis waar we vroeger woonden de wind gewoon door de voegen tussen de bakstenen heen blies... In 't begin van onze zaak diende elke cent om in de winkel te investeren en bleef er niets over voor echte meubelen en toen waren die dingetjes voor ons goud waard. Ik heb echter nooit afscheid van die kistjes kunnen nemen en nu worden ze gebruikt als mini-palletjes om onze winkelvoorraad op te zetten in de kelder. En telkens een poes sterft, hebben we een houten bakje minder...
In de auto heb ik eens flink uitgehuild. Toen dierf ik me helemaal laten gaan want ik wist dat ik er dan Tabitha toch geen extra stress door kon bezorgen. Thuis heb ik enkele foto's van haar genomen terwijl Paul de kuil groef tussen de struiken achter onze tuinbank. Tabitha ligt nu tussen onze andere overleden poezen.
Er staan geen gedenksteentjes op de grafjes, we weten ze gewoon zo liggen, er groeit alleen mos en gras op hun buik. Gras en mos. Iets waar poezen graag in rollen en spelen... Het was wel erg triest, het was al donker en de regen vermengde zich met onze tranen. Phineas en Hanuman kwamen nog even spontaan "groeten" en toen was alles voorbij...
Tabitha was de lieveling van iedereen die haar kende. Omdat het zo'n rustig en vriendelijk dier was. De foto's waarop ze wandelend of met haar ogen helemaal open staan zijn zéér zelfzaam. Tabitha had het patent op de "natte-neuzen-zoen". Ze ging dan op het aanrecht op haar achterpoten staan, legde haar voorpootjes rond uw nek en wreef keihard met haar natte neus tegen uw neus. Zo hard dat uw neus er scheef van ging staan!
Een zonneklopper in hart en ziel. 8 oktober 2004.
Het was ook het lievelingsdier van onze "poespasser", die voor mijn roedeltje zorgt als we op reis zijn. Hij heeft zelfs naast zijn bed een poster hangen van haar snoetje. Zelfs op zijn credit card staat haar slaapkopje gedrukt... Het was ook Nand's grote vriend, en die van een ex-poetsvrouw... Allemaal mensen die er verdriet over hebben en haar gaan missen. Zelfs blogvrienden die haar nooit in levende lijve gezien hebben waren blijkbaar aan haar gehecht geraakt door haar te zien figureren in mijn poezenstrips...
Genieten in haar eigenste deeltje van de daktuin op 21 juli 2006.
Zelfs onze dierenarts was droevig. Hij vond haar ook zo'n vriendelijk patiëntje. Ik wil hem hier dan ook bedanken. Niet alleen voor zijn goede zorgen tijdens haar ziekte maar ook voor het meevoelen dat ik in zijn blik las tijdens het overlijden van Tabitha. Hij had duidelijk veel respect voor onze liefde voor onze poes, voor het dierenleven zelf, en voor ons verdriet. Het is nochthans een man die vaak deze handeling moet uitvoeren.... Zijn klanten en hun "patiëntjes" mogen blij zijn dat ze bij zo'n gevoelig iemand terecht komen.
Twee weken geleden bij de dierenarts.
Een huisdier af moeten geven doet heel veel pijn. Op die momenten denken mensen vaak : "Nooit geen dier meer voor mij! Zó'n verdriet wil ik niet meer meemaken!" Ik begrijp die reactie. Maar mijn idee is daar totaal anders over.
Ik leg "mijn pijn van het afscheid" op een weegschaal tegenover "de rijkdom van het leven van het dier". Als we destijds Tabitha niet gevonden hadden was ze misschien overreden of verder verdwaald en een zielige dood gestorven. Nu heeft ze nog acht warme jaren bij ons gekend. Met knuffels, eten, een schone kattebak, een bescheiden maar veilige tuin, speeltjes en aandacht. Wat weegt dan op die weegschaal het zwaarste door? Ons verdriet dat over enkele dagen al minder zal zijn en vervangen gaat worden door mooie herinneringen? Of het rijke, veilige, warme leven dat we haar hebben kunnen bieden? Over het antwoord op die vraag hoef ik geen seconde na te denken.
De goede jaren die ik haar heb kunnen geven zijn véél en véél meer waard dan de momenten van schrijnende pijn waar ik nu even doorheen moet. Ze lag me veel te nauw aan 't hart om deze droeve periode niet voor mijn heerlijk diertje over te hebben.
Spelen zonder je al te moe te maken. Ook een specialiteit van Tabitha 5 mei 2005.
Goed, nu zijn we weer ver genoeg in de tekst gekomen zodat ik zeker weet dat enkel de echte dierenliefhebbers nog aan 't lezen zijn. Nu kan ik me weer laten gaan Op deze plek kan ik veilig vertellen over mijn geheim truukje om me over het verlies van een poes over heen te helpen. Misschien lukt het andere mensen ook wel om de "dood" van een geliefd dier zo te verwerken, daarom beschrijf ik hier even mijn kleine "hartsgeheimpje"...
Mijn poezen zijn namelijk niet "dood". Mijn poezen leven gewoon voort in mijzelf...
Mijn zonneklopper in haar "dagverblijf", een mandje op 't aanrecht, in mei 2005.
Tijdens het inslapen van de poes stel ik me voor dat ze nu in een plekje - net boven mijn hart en onder mijn sleutelbeen - komt wonen. Daar wonen al mijn andere overleden dieren ook. Vanuit dat plekje spinnen Robin en Angus en Simon en Tobias en Sidi en Thomas en Ronnie en Mireile en Sandra me nog altijd toe vanuit een knusse mand. Ja, het is een vrij grote mand die daar net boven mijn hart zit...
Vooral Robin die een "sprekende" poes was (ze miauwde en brabbelde altijd constant tegen me als we bij mekaar waren) geeft me op moeilijke momenten nog altijd steun. Als ik triest ben over iets, dan leg ik mijn hand net onder mijn sleutelbeen op mijn "poezenmandje" en dan voel en zie ik Robin.
Ik zie hoe ze daar in dat "mandje boven mijn hart", wakker wordt, haar ogen opent, zich eens flink uitrekt, en dan vraagt ze me : "En ma, wat gaat er nu weer mis, meiske? Vertel het eens een keer aan uwe Robin.... 't Zal u opluchten. Ik luister wel naar u. 't Stoort toch niet dat ik mij ondertussen efkes zit te wassen hé? Want ik weet, uwen uitleg duurt altijd een tijdje..." En dan praat ik met mijn Robin, en geloof me, dat helpt. Het klinkt infantiel, ik ben me daar van bewust, maar mij helpt het, en misschien kan het andere mensen ook helpen om met zo'n "harte-mandje" verdriet draaglijker te maken... Wie weet? We zijn hier uiteindelijk om mekaar te helpen moeilijke zaken te dragen... Dus maak ik me met plezier even belachelijk
Als je dit ooit wil proberen, denk dan niet dat het op vijf minuutjes gebeurd is. Je moet er je tijd voor nemen. Zoek een rustig ongestoord plekje en sluit je ogen. Eerst moet je een mandje "maken". Je moet duidelijk voor je geestes-oog zien hoe je mand er gaat uitzien. Kleur, textuur, zoveel mogelijk detail. En een echte dierenvriend maakt zijn "mand" best ook ineens groot genoeg Leg uw hand op de plek van uw lichaam waar ge wilt dat uw mandje zich gaat bevinden. Kies een plek waar ge in alle omstandigheden uw hand op kunt leggen zonder dat het opvalt. In moeilijke momenten ineens uw hand boven op uw kop moeten leggen gaat een heel rare indruk geven. Kies daarom ook niet uw hart zelf, want anders denk iedereen dat ge op zo'n moment uw borst in uw hand neemt en dat is ook geen zicht! Vandaar dus dat ik dat plekje tussen borst en schouder gekozen heb.
Eén voor één geeft ge nu rustig de dieren die ge niet wilt vergeten daar een plekje. Ge haalt uw dier duidelijk voor uw geest en leidt het naar uw "hartemandje". Ge toont het de mand en geeft het rustig de tijd zich daar te installeren. En op de duur zitten al uw onvergetelijke lievelingen daar genesteld! Ge ziet ze bewegen - voornamelijk liggen snurken in 't geval van katten - en als ge naar uw mandje gaat worden ze loom wakker en kijken u rustig aan. Geloof me, als ge dan iets tegen hen vertelt dan luisteren ze...
Ik weet het wel, ge denkt : "Nu is ze helemaal zot geworden." Maar dat is niet erg, want dat dacht ge toch al.
Maar ik moet wel heel eerlijk toegeven dat ik na de dood van een poes toch ook altijd een snorhaar en een stukje pels afknip en dat in een heel klein doosje leg. Meestal bekijk ik dat doosje daarna nooit meer. Want de poes leeft toch verder in mijn "hartmandje", maar toch, dat is een ceremonieke dat mijn kinderziel precies nog altijd wil uitvoeren...
Vrijdagavond was ik in 't magazijn aan't werken en zag ik plots boven de ruitewisser van onze oude auto - diegene waarmee we Tabitha de vorige avond van de dierenarts gehaald hadden - een mooi klein takje liggen. Het lag los op het glas, net voor de passagierszetel waar ik gezeten had. Geen idee hoe het er kwam. Het lag er gewoon los bovenop... En er staan geen planten in 't magazijn... Er was ook niemand daar in de buurt geweest. Ik pakte het takje van de auto en wou het in de groen-container gooien. Tot ik plots bedacht dat het misschien wel een kleine attentie van onze Tabitha was... Misschien een bedankje? Misschien een bericht van goede aankomst? Ik weet het niet. Maar ik vind het een prettig idee om dat te denken. Troost vindt ge in kleine dingen.
Het kleine takje...
Bedankt aan iedereen die medeleven voelde, ook aan diegenen die het niet lieten weten. Ik denk ook dat Tabitha heel graag speciaal haar "Nonkel Poespasser" zou willen bedanken. Voor de heerlijke uren die hij haar bezorgde terwijl ik ergens over de wijde wereld ronddoolde en op die momenten misschien elders straatkatten zat te voederen...
Dit is de foto die al twee jaar als openingsscherm op mijn pc staat. Ze werd genomen in mei '05.
Gisteren, zaterdag, 11 augustus 2007...
06-08-2007
PPS van Katrien voor Tabitha
Deze prachtige pps maakte Katrien voor mij als troost voor het verlies van mijn overleden poes Tabitha. Ze gebruikte de tekst die ik op mijn blog schreef over het maken van "een hartemandje" bij het afscheid van een huisdier.
Om de diavoorstelling te bekijken moet je op de foto klikken en vervolgens op het onderlijnde Download File klikken en even geduld oefenen. Hartelijk bedankt voor deze lieve attentie lieve Katrien!
Als jullie graag de volledige tekst nog eens lezen, klik dan HIER.
05-08-2007
Afscheid van Ming.
Het was allemaal zó anders gepland... Hier had vandaag een plezante verrassing voor jullie moeten staan. Ik had me er de laatste dagen zo op verheugd om jullie te kunnen trakteren op een onverwacht zot reisverhaaltje over ons bezoek van deze week aan de kastelen van de Loire met Irma. Met bijbehorende foto's... Ik moet nu denken aan die mop : "Hoe kan je God eens echt goed laten lachen?" "Door hem je plannen te vertellen." De eerste dagen dus geen reisverhaal. 't Is "enigszins" anders gelopen.
Mijn lieve, oude Ming Song Huong is vannacht om twee uur in onze armen overleden. Heel zachtjes, zonder pijn of stress. Gekoesterd in tedere handen.
Onze nachtwake.
Heel intieme beelden die ik toch met jullie wil delen want het waren gouden uren.
Gouden uren met mijn gouden kat...
Mijn reisverhaal kan wachten, nu wil ik over Ming schrijven. Zijn "geboorte-verhaal" kennen jullie al, maar over zijn leven valt ook heel wat te vertellen, want hij was echt wel een heel speciaal geval. Soms meer een Disney-creatuur dan een kat. Elk mens en elk dier heeft een karakter, maar sommigen hebben er toch een veel uitgesprokener dan anderen, en Ming behoorde beslist tot die laatste categorie.
Voor wie nog niet weet op welke waanzinnige manier dit wonderlijke beestje bij ons terecht gekomen is is hier alvast wat lectuur :
10 dagen geleden ging het er hier nog zo aan toe...
Deze fotootjes - van mijn oudste en mijn jongste samen, genietend van de zon in mijn hobbithol - had ik geprogrammeerd om te verschijnen op de dag dat we terug van Frankrijk zouden komen. Alles is natuurlijk anders gelopen, we zijn vervroegd terug gekomen en ik heb mijn programmatie - "wegens omstandigheden" zoals ze zeggen - helemaal moeten omgooien.
Ik ben nu bezig een tekst over Ming te schrijven. Ik wil er iets heel moois van maken. Maar het gaat me niet goed af. Ik voel me een lege doos. Daarom dat ik deze "oude" strip toch maar op mijn blog zet... Eén van de zovele verhaaltjes met Ming in de hoofdrol. Maar wel het allerlaatste...
Tien dagen geleden, op 7 september, ging het er hier nog zo aan toe...
Nemuri Neko : "Oh Ming, zalig... de zon komt er nog even door... Lekker hè maat?..."
Nemuri Neko : "Dat doet goed aan mijn jonge snuit..."
Ming : "Dat doet vooral goed aan mijne ouwe knoken..."
Nemuri Neko : "Allez Ming, zó oud zijt ge nu toch ook nog niet?..." Ming : "Tuttut! Ik word volgende maand 16... Maar ge ziet dan niet zo direkt aan mij hè?..."
Nemuri Neko : "Nee... inderdaad. Maar toch,... tja,... 16... dat begint te tellen... Maar ge ziet er inderdaad nog goed geconserveerd uit. Daarom waarschijnlijk dat gij nog zó'n jong lief hebt kunnen krijgen... Ons Serendipity is er nog maar 3... Toch wel een serieus leeftijdsverschil vindt ge niet?... Eingelijk is dat dan wat ze noemen een euh... 'trophy wife'?"
Ming : "Op mijn privé-leven wens ik geen commentaar te geven of te krijgen Nemuri. Een gentleman klapt niet uit bed."
Nemuri Neko : "Van die ouwe versierder ga ik dus niet veel wijzer worden, noch er een handleiding van krijgen. Als ik maar niet tot mijn 15de moet wachten om aan zo'n lief te geraken..."
10 dagen later. Leegte.
Alles is leeg.
Het matje van zijn etensbakje, dat er speciaal lag omdat zijn poten niet uit mekaar zouden glijden tijdens het eten. Zodat hij geen "Bambi-op-het-ijs" zou doen, zoals we dat noemden.
Zijn makkelijk instapbaar slaapkastje voor overdag. Met een kussen gevuld met schapenwol dat ik net gekocht had voor de komende winter zodat hij zo min mogelijk pijn van zijn gewrichten zou hebben.
Het bruggetje over de vijver. Waar hij nog tot dinsdagmiddag tientallen keren per dag over wandelde.
Het hoekje naast het raam van mijn hobbithol, waar hij elke dag de allereerste zonnestralen ging opzoeken.
Zijn mandje onder het aanrecht op het overdekte terrasgedeelte. Dat de laatste maanden op zijn zijkant lag om het instappen te vergemakkelijken. Zijn favoriet plek tijdens een zomers buitje.
Serendipity's hartje. Ze blijft maar ronddwalen en zoeken en zoeken waar haar vriend toch mag zijn...
En dromen van hoe teder de nachten vroeger waren...
De schoonheid van afscheid nemen.
Hoe begint ge zoiets te schrijven? Zonder uzelf belachelijk te maken... Want "het was toch maar een kat"...
Maar wel een levend wezen dat 16 jaar van ons leven gedeeld heeft, én, héél prominent aanwezig was. Dat zullen jullie later wel in de vrolijkere verhalen lezen.
Eerst wil ik zijn afscheid verwerken. Eigenlijk iets heel intiems, maar toch ook waardevol om te delen. De dood wordt zo vaak met afschuw bekeken - of zelfs volledig genegeerd - terwijl er toch - als je even over de pijn heen kan kijken - een ongelofelijke schoonheid in ligt. Ik wens al mijn vrienden een leven en een dood als Ming toe. Zo zacht, zo geborgen.
Twee weken geleden wilden we voor enkele dagen naar Frankrijk rijden. De kastelen van de Loire gaan bezoeken. Daar zou het nu wel rustig zijn. Paul was echter niet gerust in Ming zijn gezondheid - hij was weer erg lamlendig de laatste twee dagen - en wou eerst langs de dierenarts.
De dierenarts onderzocht hem en vond al zijn organen nog in prima staat voor zijn leeftijd, ze sprak er zelfs over dat hij best nog wel enkele jaren bij ons zou kunnen zijn. Fijn nieuws! Hij kreeg een cortisone-spuit waarvan we hoopten dat hij er net zo goed op zou reageren als tijdens zijn vorige zware dip in december. Toen was hij er in twee dagen terug bovenop en bleef hij 8 maanden heel goed, voor een oud ventje toch. We stelden ons tripje 7 dagen uit om te zien of Ming terug op zijn poten kwam, en inderdaad, dat gebeurde. Hij at als een jonge wolf, dronk als een spetterende zwaan, wandelde de hele dag, met af en toe een zonnepauze, en spinde en rolde over de grond van tevredenheid. We konden met een gerust hart vertrekken, Ming was tijdens onze afwezigheid toch onder "close watch" van onze poespasser.
Vier heerlijke dagen lang bezochten we de kastelen van de Loire, ik fotografeerde en schreef ondertussen een hilarisch reisverhaal bij mekaar. Zo blij dat ik weer iets vrolijks ging hebben om op mijn blog te zetten!
Dinsdagnacht kregen we telefoon van onze poespasser dat Ming ziek was. Hij had overgegeven en spinde op een vreemde manier, enkele uren later liet hij ook zijn urine lopen. Hij at noch dronk. Woensdagochtend was er geen verandering in zijn toestand en we repten ons naar huis. Ondertussen waren we al wel 800 km diep in Frankrijk verzeild geraakt... We probeerden een binnenweg te nemen om sneller thuis te raken maar dat mislukte, waarschijnlijk van pure stress. Tijdens de rit hield ik contact met mijn bange poespasser die Ming's toestand in razend tempo de verkeerde richting zag uitgaan.
Ming stond er blijkbaar op nog eens "zijn toer" maken. (En als Ming iets in zijn hoofd had, dan voerde hij het ook uit.) Hij wou nog eens in zijn mandje buiten gaan liggen, maar toen hij er terug uit wou kon hij zijn achterste poten niet meer bewegen. Na een half uur moest en zou hij toch nog eens onder zijn zonnestruik gaan liggen ook. Binnenblijven wilde hij niet. Zijn "toer" was duidelijk nog niet beëindigd. Mijn trouwe poespasser zat met twee jassen en handschoenen op het terras te waken zodat onze oude eigenzinnige kater zeker niet plots naar de tuintrap zou waggelen en er af vallen. En ja, hij strompelde nog even tot aan de trap om een laatste blik op de tuin beneden te werpen. Ik gaf mijn arme poespasser via de telefoon opdracht om Ming in de keuken te zetten met de kattendeur op slot. Ik vond het veel te koud om nog buiten te zitten. Op de duur nestelde hij zich met zeer veel moeite op zijn dagslaapplekje, waar ik gelukkig twee weken geleden een schapenwollen kussen voor hem had neergelegd, zodat hij tijdens de eerste koelere dagen minder pijn in zijn gehavende gewrichten zou krijgen.
Om 7 uur kwamen we eindelijk, na een godganse dag rijden, doodmoe thuis. Zò blij dat we hem nog levend konden terugzien. Toen we de keuken binnenkwamen werd Ming wakker, stond op en zette een paar relatief stevige pasjes naar ons toe en begon te spinnen. Hij wandelde nog een meter verder naar zijn drinkbak maar bleef er lusteloos voor zitten. Drinken lukte ook niet meer.
Zijn laatste drinkpoging...
We hebben hem dan onmiddellijk ingebusseld en zijn er mee naar de dierenarts gereden die ik al van onderweg in Frankrijk gecontacteerd had. Toen ik hem in de wagen, al spinnend, op mijn schoot zag liggen, wist ik dat ik het ergste zou te horen krijgen. Ik zag dat hij zijn ogen openhield en niet meer knipperde, zijn pupillen reageerden ook niet meer op licht en zijn adem rook vreemd.
Bij 't binnenkomen schrok de dierenarts dat hij op zo'n korte tijd zo enorm vermagerd was. Op 24 uur tijd was hij kompleet gedehydradeerd en een halve kilo gewicht verloren! Mijn beestje was helemaal leeg... Zijn temperatuur was rampzalig, amper 35,5C°, terwijl een poes normaal flink boven 37° moet zitten.
De enige optie was hem aan een baxter te leggen in de hoop zijn leven nog met enkele weken te verlengen, maar het risico dat hij dan die nacht alleen in een kooitje zou sterven wou ik niet nemen. Ming verdiende een knusse dood. De dierenarts overtuigde ons dat hij totaal geen pijn had, dat Ming zelfs heel tevreden was, en dat we, als we dat echt wensten, hem best thuis mochten laten sterven, zodat we nog rustig de tijd hadden om hem te verwennen tot het einde. Heel blij met deze kleine bonustijd togen we naar huis. We kwamen met de dokter alvast overeen dat hij, indien nodig, de volgende middag zou langskomen voor het definitieve spuitje. Maar diep van binnen wist ik dat dat niet meer nodig zou zijn. We namen ons beestje terug mee naar zijn thuis.
Om beurten waakten we bij hem. Hij lag op de zetel op een groot warmwaterkussen aangezien hij onderkoeld was, lekker knus onder zijn dekentje. Toen Paul naast hem kwam zitten deed hij een poging om, zoals elke avond, op de schoot te komen zitten. Deze keer moest hij flink geholpen worden, maar het avondritueel kon plaatsvinden. Ming spinnend op de schoot van de baas. Hij heeft nog uren zachtjes liggen spinnen. Tot rond 11 uur ook dat te vermoeiend voor hem werd. Tijdens zijn laatste uren heb ik op de grond voor zijn zetel gezeten, met onze snuiten lekker dicht tegen mekaar. Met zeer gedempt licht in de kamer dat niet in zijn oogjes scheen lag ik zacht tegen hem te babbelen. Ik bleef keer op keer zijn ogen sluiten en zijn lipjes bevochtigen, want van het hijgen droogde zijn bek uit. Toch opende hij zijn ogen telkens opnieuw, hij kon of wou ze blijkbaar niet gesloten houden.. Een uur voor hij stierf knipoogde hij nog 1 enkele maal, en haakte zijn nageltjes rond mijn vinger. Vanaf dan was hij vertrokken. Hij lag in coma en dan durfden we even het licht aansteken voor een laatste foto.
Omdat hij zo lag te hijgen en zijn ogen toch niet wou sluiten legde ik mijn hand over zijn ogen. Katten worden rustig in volledige duisternis. Al na een minuut ging zijn gehijg over in een langzaam, rustig maar oppervlakkig ademen. Een half uurtje later kreeg hij enkele spiersamentrekkingen en wist ik dat het einde nabij was. Ik ben hem zoals heel de avond zachtjes blijven toespreken met de woorden die ik elke avond voor t slapengaan gebruikte : Mingske gaat slapen, Mingske gaat nu schoon slapen Het leek wel een vorm van hypnose voor hem en voor mij.
Om iets na twee 's nachts voelde ik zijn voorlaatste adempje en een halve minuut later nog een diepe zucht en mijn lieveling was vertrokken. In rust, zachtheid, liefde en vrede. Als laatste kado had hij me nog een wonderlijke ervaring van vertrouwen en tederheid gegeven.
Ik nam nog enkele foto's van hem toen ik hem in zijn kistje gelegd had. Plots viel het me op dat ik dat op dezelfde tafel gedaan had waar hij als kleine poes (met zijn schouder in de plaaster) 16 jaar geleden gelegen had toen ik mijn foto's in het fotoalbum van onze Vietnamreis aan 't inplakken was. Ik nam de fotoalbums erbij en zo was de cirkel rond.
Hieronder zet ik de foto's, maar voor wie ze niet wil zien, plaats ik eerst een van mijn lievelingsgedichten uit mijn studententijd. Zodat jullie desgewenst nu het blog kunnen sluiten en hem niet in zijn kistje hoeven te zien. Maar wees gerust, het zijn heel vertederende foto's. Toch laat ik liever aan iedereen de keuze om naar beneden te scrollen of niet.
Even tijd voor Dylan Thomas nu. Alleszins, Ming "Did Go Very Gentle Into That Good Night"...
Do Not Go Gentle Into That Good Night
Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rave at close of day; Rage, rage against the dying of the light.
Though wise men at their end know dark is right, Because their words had forked no lightning they Do not go gentle into that good night.
Good men, the last wave by, crying how bright Their frail deeds might have danced in a green bay, Rage, rage against the dying of the light.
Wild men who caught and sang the sun in flight, And learn, too late, they grieved it on its way, Do not go gentle into that good night.
Grave men, near death, who see with blinding sight Blind eyes could blaze like meteors and be gay, Rage, rage against the dying of the light.
And you, my father, there on that sad height, Curse, bless, me now with your fierce tears, I pray. Do not go gentle into that good night. Rage, rage against the dying of the light.
Dylan Thomas.
16 jaar geleden...
De rivier waaraan ik hem vond. De Song Huong in Nha Thrangh.
Zijn vliegticket, en zijn inentingsbewijs...
Ming dankt vanuit het diepste van zijn zieltje zijn poespassers tijdens onze vakanties door de jaren heen : mijn mama, François, Vera en Luk.
En mijn Word document. Waar maar geen letter van zijn verhaal op verschijnt.
Alles is leeg. Alles voelt leeg.
Het enige wat hier nog vol is is mijn valiesje van Frankrijk dat maar niet uitgepakt geraakt. En mijn mailbox, die ik niet durf opendoen omdat ik geen woorden vind om te antwoorden. En mijn kop. Mijn kop zit vol. Propvol geraas en gegier.
De begrafenis van Ming.
Ik moest het eerst helemaal verwerken eer ik er over kon schrijven. Ming's heerlijke leven en zijn tedere afscheid maakten een mooie begrafenis belangrijk voor me om het verlies te kunnen verwerken. 16 jaar deel uitmaken van mekaars leven - dag in, nacht uit - dat is lang. Ge zijt dan een stukje van mekaar geworden.
Wij begraven onze poezen altijd in oude notenkistjes in de tuin onder een grote struik. Zonder grafsteentjes of monumenten, gewoon in de aarde. Laat de natuur tot de natuur terugkeren.
Toen Tabitha 3 jaar geleden stierf moest alles haastig gaan, en was er amper tijd om te rouwen, omdat we toen midden in de uitverkoop van onze winkel zaten. Nu was er tijd genoeg en hebben we die ook gebruikt om ons verdriet een plaats te geven. Tijdens de nachtwake voor Ming zijn dood, had ik me helemaal aan hem gegeven. Ik zette bewust mijn verdriet opzij om kalm te zijn en hem zo goed mogelijk te kunnen begeleiden en gerust te stellen. Achteraf krijgt ge dan een lawine van pijn over u heen, maar dat is niet erg als ge een manier en de tijd vindt om het allemaal een plaats te geven.
Ming zijn favoriete plek was een hoekje onder een struik op de vlonder, de plaats waar de eerste zonnestralen vallen. In de zomer moest en zou hij om zes uur opstaan om toch zeker geen straaltje te missen! Heelder seizoenen heeft hij daar van zijn zonnebad genoten. Ik heb hem dan ook na zijn dood even op zijn lievelingsplek gezet zodat de andere poezen desgewenst eens konden komen snuffelen en ook afscheid nemen. In hoeverre een dier besef heeft van de dood weet ik niet, maar ik merkte de volgende dagen wel op dat Serendipity, klaaglijk miauwend, overal naar hem op zoek was.
Wie niet graag de foto's ziet doet nu best het blog dicht.
Ming voor de allerlaatste keer onder zijn lievelingsstruik.
Phineas...
Mathurin...
Hanuman...
En ten lange leste, zijn beste vriendin, Serendipity, kwam heel voorzichtig kijken. Laathi liet het liever aan zich voorbijgaan.
Met takjes van zijn struik versierde ik zijn kistje.
Vooral zijn lieve, korte, kromme, stompe staartje wou ik goed laten uitkomen.
Mijn jongste jongens zien dat het goed was. Wat zou er op zo'n moment in zo'n kattekopje omgaan?...
Het takje dat onder zijn snuit lag nam ik terug weg.
Dat hoort vanaf nu bij "het blaadje van Tabitha".
Dat, helemaal verdroogd, nog altijd in mijn kast ligt.
Uiteindelijk zat er niets anders op dan de put te graven...
Nemuri Neko blijft in de buurt. Onze jongste en onze oudste. Tien dagen ervoor lagen ze nog lekker tegen mekaar aan in de zon...
Alhoewel het wezen van mijn beestje dan al lang in "mijn hartemandje" zit, zijn dat toch moelijke momenten.
Toedekken voor het slapengaan...
Het was een regendag, en de donkere wolken waren nooit ver weg, maar tijdens ons afscheid scheen de zon. Ming zou dat heerlijk gevonden hebben.
En daarna blijft 1 eetplekje leeg...
En Serendipity zoekt, waar Ming naartoe is... Zelfs zijn etenspotje is weg, alleen zijn matje ligt er nog... Ze begrijpt het niet...
Ming zijn lievelingsplek zal niet lang leegblijven...
Voor wie "mijn hartenmandje" niet kent - mijn manier om mijn poes voor eeuwig in mijn hart te bewaren - , of voor wie zich het verhaal van "het blaadje van Tabitha" niet meer herinnert... Via onderstaande link kom je terug bij dat verhaal :
Lente 2000. Onze oude witte kater Tobias is zwaar ziek. Hij krijgt sinds een maand Cortisone maar die medicijnen maken hem alleen nog maar dik en lusteloos. Het vreselijk ogenblik is gekomen om de beslissing te nemen die zijn lijden zal beëindigen. Ook de dierenarts is droevig als ze de heerlijk lieve kater moet laten inslapen. Ze stelt voor een autopsie te doen, om zeker te weten dat hij geen besmettelijke ziekte had, zodanig dat we gerust kunnen zijn dat onze vijf andere poezen gezond zijn. Ze weet dat we Tobias graag in onze tuin willen begraven, dus vraagt ze om hem s avonds na het spreekuur te komen ophalen.
Op t einde van de droeve dag wandelen we met onze lege kattemand naar haar huis. Alhoewel het spreekuur reeds voorbij is, wachten er toch nog een moeder en een jong koppeltje in de wachtzaal. Op het meisje haar schoot zit een klein verwaarloosd bolletje poes wat ooit wit moet geweest zijn. Ze spreekt me aan en vraagt of de samengeklitte oogjes ooit nog kunnen opengaan. Ik stel haar gerust dat enkele dagen deppen met boorwater alles wel zal oplossen. Ze maakt zich ook zorgen over het regiment vlooien dat zijn piepkleine buik overspoelt, maar ook daar bestaan goede spuitbussen voor, leg ik haar uit. Daaruit concludeert de familie dat ik best wat over poezen weet, en ze vertellen hoe ze aan het kleintje gekomen zijn. Het liep over een drukke baan achter een groepje eenden, en ze zijn gestopt om het te redden want ze vreesden dat het overreden zou worden. Zelf hebben ze verscheidene dieren, een konijn, een leguaan, een slang, een hond, en voor het poesje is er eigenlijk geen plaats, maar ze waren wel zo goed het dier toch mee te nemen naar een dierenarts. Per toeval de onze.
Wanneer ik zie dat het diertje helemaal spierwit is doet het me erg denken aan onze Tobias 12 jaar geleden. Ik krijg de tranen in mijn ogen en schud mijn haar voor mijn gezicht om alleen te zijn met mijn verdriet. Mijn man streelt over mijn bol, en de mensen vragen waarom wij zo triest zijn. Na ons verhaal over de dood van Tobias staat het meisje op en legt het witte diertje in mijn handen. Dit moet het lot zijn, dit poesje is voor jullie bestemd!. Ik geef het onmiddellijk terug en mompel dat ik in geen geval een vervanging zoek voor mijn unieke Tobias, en dat we thuis heus nog wel een voorraad katten hebben zitten, om juist te zijn : 5 stuks. Ik kan me Ming, de Vietnamees, zijn kop al voorstellen moesten we weer een nieuwe kostganger in zijn territorium loslaten. Uiteindelijk is het nog altijd gewapende vrede tussen hem en Tabitha, de laatst bijgekomen asielzoekster. Toch zet het meisje het kleintje weer op mijn schoot. Op dat moment opent de dierenarts de deur van de spreekkamer en staart verbaasd naar mijn schoot. Ze slaat haar handen voor haar mond en stamelt dit kan toch niet, net een kleine Tobias. De mensen nemen mijn ellebogen en duwen me kompleet van de kaart het cabinet binnen.
De dokter is heel nieuwsgierig en wil eerst weten of het ook een kater is. En ja hoor, het is een kater, en een met dezelfde dikke onderpels als onze Tobias... We staan daar met zijn zessen wezenloos naar het weerloos beestje te kijken tot de dierenarts de stilte verbreekt en zegt : Jullie kunnen dat poesje onmogelijk bij jullie hond zetten, die gaat dat nooit accepteren, maar als jullie nu heel veel geluk hebben, zullen deze mensen hem wel adopteren. Mijn man, duidelijk een grote fan van het lot, murmelt iets als dan zullen we dat maar doen zeker. Ik sta nog altijd met mijn mond vol tanden naar het poesje te kijken, met op de achtergrond de dode Tobias.
De dierenarts verzorgt het kleintje en daar lopen we weer over straat : de ene draagt een kattemand met een zware, droevige last in, en de andere houdt een identieke poes in de handpalm, alleen is deze honderd keer kleiner, maar honderd keer meer levend.
Terwijl we Tobias in de tuin begraven, zetten we het kleintje op mijn moeders schoot, ze zit op de tuinbank toe te kijken hoe we de laatste zorgen aan haar ook zo geliefde vriend geven. Het is een vreemde begrafenis. Dood en nieuw leven zo dicht bij mekaar.
Onmiddelijk daarna maak ik een nest klaar om het kleintje apart te zetten zodat hij rustig kan bekomen van zijn avonturen. Na nog een laatste verzorging zet ik hem in het donker om te slapen. Maar eigenlijk vind ik hem al heel rustig. Zelfs te rustig. Hij reageert vreemd en weinig. Kom, ik ga ook slapen, ik begin toch maar spoken te zien.
s Nachts knoop ik alles aan mekaar en ik krijg kippevel van het idee: stel dat hij doof is?
s Morgens vroeg ga ik naar zijn nest en hij reageert niet tot ik hem aanraak. Ik test nog even uit maar mijn angst word bewaarheid : de kleine witte poezeman is doof!
Wat nu? We wonen vrij groot, alle katten zijn gewoon onmiddellijk te komen als ik roep. Ze kennen allemaal perfekt hun naam, en luisteren vrij goed. Maar dit katje ga ik nooit kunnen roepen. Hoe gaat het weten dat het etenstijd is? Hoe ga ik hem ooit kunnen vinden, als ik hem niet kan roepen? De trappen zijn hier zo gevaarlijk, gaan de anderen door met hem te willen spelen hem er niet per ongeluk afduwen? En hoe moet dat met Ming, hij hoort hem niet grommen of blazen, hij gaat onverhoeds aangevallen worden! Na een half uur gepieker ben ik ongeveer radeloos. Ik bel de dierenarts, ik bel Bieke van Den dierenvriend, ik bel nog andere kattevrienden. Iedereen probeert me gerust te stellen. Tot ik zelfs bij een Waalse kattepsychologe terechtkom die me heel ernstig zegt hem op te leiden met gebarentaal. Dat is allemaal goed en wel, maar voor ik met gebaren kan beginnen moet ik hem eerst nog altijd wel gevonden hebben nietwaar!
Ik kontakteer mijn technisch aangelegde vriendjes om een piepklein zendertje te ontwerpen dat ik rond zijn hals kan doen om hem zo op te sporen. Er komt niets zinnigs uit de bus, alle apparaatjes zijn te groot. De dierenarts zegt hem met trillingen te roepen, door op de grond te stampen dus. Op zich een goed idee, maar niet als je in een huis met betonnen vloeren woont! Ik zou er hooguit een gebroken voetbeentje aan overhouden. Dus beginnen we alvast met de gebarentaallessen. Het gebaar om te komen eten is makkelijk te leren nu hij nog de papfles krijgt. En wat we bedoelen met stout begrijpt hij ook vrij snel. Uit zichzelf houdt hij goed de collegas in de gaten en leidt daaruit af wat er te gebeuren staat. Iedereen is ook erg lief voor Phineas, zelfs ons karaktertje Ming Song Huong. De nieuwe aanwinst mag in alle oren bijten, achter alle staarten jagen, hij is iedereens troetel!
De tuin wordt nog eens extra goed beveiligd, want hij mag zeker nooit uit de tuin kunnen, hij hoort geen honden, geen autos... In de vrije natuur zou hem geen lang leven beschoren zijn. En op de duur verdwijnt mijn angst.
Phineas raakt zo goed ingeburgerd, kent totaal geen angst of achterdocht, en straalt geluk en tevredenheid uit.
Hij verschijnt haast altijd mee op tijd aan de etenspotten. Soms moet ik hem gaan roepen, maar ik ken ondertussen al zijn geliefde plekjes. En zit hij achter in de tuin, dan ga ik op het terras met mijn beide armen staan molenwieken tot hij me ziet (ooit landt er per ongeluk wel eens een Boeing in onze hof vrees ik), maak dan het etensteken en als een pijl uit een boog rent hij de tuintrap op om bij aan te schuiven. Hij reageert veel meer op visuele prikkels dan de anderen. De minste weerkaatsing of schaduw achtervolgt hij en probeert hij te grijpen. Met een zaklamp op de grond schijnen is zijn grootste plezier. Hij speelt met de schaduwen van de anderen hun staarten, die hier vanzelfsprekend niks van snappen.
Ik had er niet zo bang voor moeten zijn, want de aanpassing is allemaal veel eenvoudiger gelopen dan we gedacht hadden. We hebben evenveel kontakt met hem als met de andere poezen. Hij is een complexloze witte kater geworden die straalt van geluk, en een waardige opvolger van nonkel Tobias.
Phineas speelt met de waterkraan.
Epiloog :
Phineas woont nu ondertussen zeven jaar bij ons. Het diertje waarvoor ik zo bang was dat hij het onderdeurtje ging blijven is de baas van heel de bende geworden. Dit tot grote ergernis van Ming Song Huong. De beide katers dreigen en brullen naar mekaar en Phineas produceert een hoop decibels waar hij zich door zijn doofheid natuurlijk niet van bewust is. Mings grote frustratie is dat Phin helemaal niet geïmponeerd wordt door zijn gekrijs en gebrul. Hij snapt niet dat Phineas zijn ijselijke kreten niet eens kan horen. Dus bij momenten rijzen de misverstanden hier de pan uit tussen de mannen. Maar de grote witte kater laat het niet aan zijn hart komen. Hij ligt hier prinsheerlijk leider van de bende te wezen en veroorlooft zich vrijheden die de anderen zich niet permitteren omdat ze een betere opvoeding hebben gekregen. Want bij Phins opvoeding is wel een en ander misgegaan
Aangezien ge een een dove poes niet kunt bestraffen door er eens tegen te roepen moet ge er steeds op af stappen als hij iets mispeutert. En als op zon moment dan een andere poes op je schoot zit dan laat je de boosdoener maar een keer betijen om de schootzitter niet te storen. En zo loopt de opvoeding dan een beetje mis natuurlijk
Dus Phin steelt als de raven. Zelfs een bevroren zakje bevroren friet is niet veilig voor hem.
Hij kent zijn gebarentaal als de beste, zeker wat betreft de signalen om te komen eten, die herkent hij vanop dertig meter afstand. Maar het gebaar van de boze vinger is weinig succesvol gebleken. Als de boze vinger opgestoken wordt, dan jaagt die hem niet op de vlucht. Integendeel. Phin komt er eens geïnteresseerd aan snuffelen. Er zou zo eens een etensrestje moeten aanhangen
Komt nog bij dat het door zijn aangenaam en heel speels karakter het haast onmogelijk is om boos op te worden.
Dus voor integratie haalden we misschien wel 10 op 10.
Maar voor opvoeding een schamel 6-je
03-08-2007
Zin in meer?
Voor meer (vrolijke) poezenverhalen of strips scroll even terug naar boven en klik op de titels in de linkerkantlijn van mijn blog!
22-07-2007
Toch even op 't matje roepen...
De waarheid en niets dan de waarheid.
Toch even beide partijen ondervragen en de waarheid over hun nachtelijke vechtpartij trachten uit te vissen...
Ja, nu ben ik echt gerustgesteld. Ze gaan dat nóóit meer doen.
12-07-2007
Zonnen
Zonnen.
"Mijn dubbel kin een beetje strekken, mijn voorhoofd achteruit trekken, ... Zodat ik schoon egáál kan bruinen..."
"Doe die zon uit mijn ogen! Ik heb een kater!"
11-07-2007
Snode plannen van Ming
Snode plannen!
Ming heeft snode plannen om het kerstkadootje van Dréke, de hond van mijn vriendin, te bemachtigen (zijn lang beloofde mergpijpjes)...
10-07-2007
Zonnen en zagen...
Zonnen en zagen...
09-07-2007
De verbouwing van de varenplant
De "verbouwing" van de varenplant.
Op mijn dakterras stond (ja, inderdaad "stond", voltooid verleden tijd) een grote schitterende varenplant. Hij deed het erg goed tot plots onze katten besloten om er een openlucht-kattenmand van te maken. Phineas startte het project door, pardoes, midden in de plant te springen en alle bladeren plat te gaan drukken. Hanuman en Ming namen gretig de rol van "Phineas-de-pletwals" over en na enkele dagen was de plant helemaal verdord, en waren de rosse bladeren omgevormd tot een lekker matraske.
Aangezien elke kater van zichzelf blijkt te vinden dat hij hoogstpersoonlijk deze prachtige kattenmand gecreëerd heeft is het nu konstant ambras wie er in die bloempot mag liggen. Soms is het zelfs aanschuiven. Ik heb al gedacht om er een apparaatje waar ze een nummertje uit kunnen trekken, zoals je bij de bakker ziet, naast te zetten....
Ik heb even de "kattengesprekken" voor jullie vertaald :
07-07-2007
De werking van een democratie.
Les in politiek...
05-07-2007
De nachtmerrie van Phineas.
Soms is ontwaken nog erger dan slapen...
04-07-2007
Noodsituatie
Tijdens de keukenrenovatie moet iedereen buiten eten. Dus ook Phineas, Laathi, Ming Song Huong, Hanuman en Tabitha...
Ze zijn zo in de war door alle werkzaamheden dat ze zelfs vergeten ruzie te maken
03-07-2007
Nachtelijke gesprekken...
Nachtelijke gesprekken...
En zo brengen mijn lieftallige beestjes hun nachten door ...
02-07-2007
Drankprobleem
Onze Ming heeft een drankprobleem... Andere poezen plooien hun tong naar binnen als ze drinken. Onze Ming niet. Die houdt zijn tong gestrekt en plenst het water alle kanten op. Voor zijn dorst gelest is hangt dan ook alles in de buurt, incluis zijn snuitje, vol druppels. Een heel grappig zicht.
01-07-2007
Hoogdag!
Hoogdag!
Maandelijks worden de diverse kattenbrokjes uit de grote zakken in glazen potten overgegoten. Een feestdag! Elke korrel die gemorst wordt, wordt door de opruimploeg gretig verorberd. Zélfs de korrels die niet in de smaak vallen als ze normaal in hun etensbakje geserveerd worden. Ha nee, een gepikte korrel smaakt toch véél lekkerder dan een die je krijgt zeker!
30-06-2007
De inspecteurs van de verbouwing in aktie!
De Inspecteurs in actie!
In augustus 2006 besloot ik om twee rommelkamers om te bouwen tot een hobby- en rustplekje voor mezelf... Onvermoeibaar volgen de katten de werken...
--------------
Elke avond doen de katers hun ronde. De meisjes trekken er zich niets van aan. Noch Laathi, noch Tabitha zijn geïnteresseerd in de evolutie van de werken. Laathi zal hooguit eens een blik door een raampje werpen, maar Tabitha heeft blijkbaar amper in de gaten dat er al iets veranderd is. De jongens daarentegen... Phineas zit er de hele dag met zijn neus op, en 's avonds als de rust is weergekeerd gaan ze met zijn drietjes op inspectie. Heel vreemd, zou het dan toch genetische bepaald zijn dat vooral jongeskes van verbouwingen houden?...
---------------
Altijd die bemoeienissen...en altijd die commentaren... En zelf steken ze geen poot uit!