Net aangekomen in NZ en eerste twee daagjes achter de rug. Vertrokken vanuit A'dam, zo naar Londen (waar ze me bijna in m'n nakie hebben gezet - die detector bleef maar piepen!), dan een tussenlanding in Bangkok (prachtige, hypermoderne luchthaven - iets anders heb'k eerlijk gezegd niet kunnen zien omdat die akelige Thaise agentjes de passagiers niet naar buiten wilden laten - en een bijzonder vorte 'lunch' - ik was al blij dat er niets meer bewoog, de 'pudding' incluis!), van daaruit op weg naar Sydney (waar de stewards ons met spuitbussen te lijf gingen - 'ontsmetten' met een of ander bijzonder straf chemisch goedje vanwege de "biologische veiligheid van het eiland" - en waarbij een medereizigster daadwerkelijk van haar stokje is gegaan).
In Sydney vlug-vlug afscheid genomen van medepassagier en vliegzitje-buurman Nederlander Rob (groot zeilfanaat die op vakantie ging naar Australië om de haaien wat te gaan pesten met z'n stinkvoeten) en onmiddellijk vertrokken naar Wellington (foto). Aankomst daar was een beetje ... eh ... abrubt (Wellington heeft een van de kortste landingsbanen (voor internationale vluchten) ter wereld) - gelukkig zat ik helemaal achteraan: ik kreeg enkel een knappe stewardess op m'n schoot, terwijl de persoon voor mij m'n twee-en-een-halve rugzakken handbagage (die toch wel een beetje meer dan het toegestane gewicht wogen) in z'n nek had hangen.
Mijn chocolade en jenever toch heelhuids door de douane gekregen (een beetje de zielepoot uithangen helpt altijd!), en na een korte taxirit (afzetter, die taxichauffeurs! Ik was beter te voet gegaan!) goed aangekomen op mijn voorlopige verblijfplaats (i.e. bij Isobel, een nicht van papa), waar de oude buurman Mr. Packman mij verwelkomde met een kop thee en 'n koekje (Isobel is momenteel nl. nog op vakantie met de kinderen; haar man Andrew heeft helaas geen vakantie en moest tot 's avonds laat werken). Iedereen is hier bijzonder vriendelijk (ze kennen me nog niet, vandaar) en heten me overal welkom - of, om het op z'n Maori te zeggen: haere mai!
|