Eindelijk vind ik nog eens tijd om mijn dagboek aan te vullen. Mijn moeder en haar echtgenoot alsook mijn ex-collega kim hebben mij 3 schitterende weken bezorgd. De hele reis was één van mijn mooiste ervaringen in mijn leven, dit zorgde er voor dat ik het land meer ging appreciëren. Want de Filippijnen moet het niet hebben van Baguio, hoewel half Manila afzakt in de zomervakantie om te genieten van de frissere temperaturen. De pollutie en de mensen blijven een storende factor, ook al probeer ik me hieraan nog steeds aan te passen. Soms verschiet ik er van dat niet half de bevolking aan longkanker sterft.
Dit verslag wil ik wijden aan de leuke momenten waar ik met een lach op mijn gezicht het leven door ging. Het heeft geen nut om jullie altijd frustraties en moeilijke momenten te delen, want dat geeft enkel een verkeerd beeld. De reis startte min of meer van het moment dat ik Kim ging oppikken op de luchthaven. Een reis naar de Filippijnen is niet te onderschatten (min 14u), daarom dat we verkozen om een nacht in Manila te overnachten voordat ik Kim meenam naar Baguio. We plande om die dag naar Intramuros te gaan, maar tevergeefs was het 12u voordat we uit ons bed waren. Omdat ik wist dat Kim nog wat tijd ging doorbrengen in Manila, gingen we rechtstreeks naar Baguio zonder eerst de toerist te spelen. Het was onvermijdelijk om eerst langs Baguio te passeren, mits ik nog moest werken. Kim vulde haar dode momenten met haar jetlag uit te slapen en nadien trokken we samen de stad in om een aantal sites te bezoeken of het leventje in Baguio een beetje op te snuiven (pollutie snuiven dus J).
24 maart vertrokken we voor de echte reis naar Sagada. Dat was een lange busreis die niet zo vlot verliep, omdat het midden in de bergen ligt en de weg behoorlijk rotsachtig is. Het was donker als we daar arriveerde. Al een geluk lag ons hotel slechts 5 min wandelen van het busstation. Onze kamer was budgettair met beperkt comfort, maar na dagen in Baguio door te brengen waar je het gevoel hebt wakker te worden op de kinderboerderij had ik het gevoel toch een beetje innerlijke rust gevonden te hebben.
We besloten na een stevig ontbijt in een restaurantje dat ik iedereen aanraad die ooit plant om naar de Filippijnen te gaan: Yoghurt house. Ze hebben kwalitatief goed eten dat daarnaast nog eens goed gepresenteerd werd, wat vaak een gebrek blijkt te zijn bij het doorsnee Filipino eten.
We besloten om de Sumaging cave te bezoeken. Deze grot loopt normaal door via de cave-to-cave connection, maar Kim zag het helemaal niet zitten om zich hierin te verwikkelen. Met spijt legde ik me neer bij deze beslissing. Samen geraakte we op een punt waar de schoonheid van de grot je stilaan in zijn bezit nam. De gids vroeg ons om dieper af te dalen om een duik te nemen in het water. Kim had de kracht niet om via het touw af te dalen en nadien nog eens terug naar boven te keren. De gids kwam met het voorstel om samen met mij de connectie te doen en Kim zou dan samen met een andere groep terug naar boven kunnen gaan. Dit voorstel kon ik niet afslaan, mits de adrenaline van het onwetende en het avontuur al door mijn aderen vloeide. Eerst voelde ik me schuldig tegenover Kim, maar dit gevoel nam al snel plaats voor de pracht en praal die ik om heen te zien kreeg. Het verbaasde me hoe snel ik het traject had afgelegd en terug buiten stond. Maar het was zo de moeite dat ik zonder twijfel het aanbod zal aannemen om dit nog eens te doen.
Diezelfde dag werd onze tocht naar de Echo Valley afgeblazen, omdat we niet gespaard bleven van de regen. Het wandelpad werd hierdoor behoorlijk slibberig waardoor we verkozen om terug te keren en vroeg in ons bed te kruipen. De volgende morgen besloten we om een zoektocht op te zetten naar de grote watervallen. Het was een redelijk lange weg die we met veel zweten en puffen deden, hoewel de lokale bevolking zonder probleem eventjes 2 tot 4 keer per dag op en af loopt. De wandeling bracht ons doorheen de rijsterassen, maar ook in dorpjes waar de varkens en de kippen de heren des huize zijn. Het bereik van de waterval was het toppunt van dag. De terugweg naar boven was een veel pijnlijkere zaak.
Omdat we min of meer op schema reisde vertrokken we de dag daarop naar Banaue. Dit ligt slechts enkele uren van Sagada, maar nam bijna onze hele dag in beslag. De rede lag bij het 3u wachten op een volle jeepney in Bontoc. In Banaue werden we door een horde mensen gevolgd en was er 1 gids die zich opdrong. Hij bracht ons naar het hotel. Dit voldeed niet echt aan de beschrijving in de lonely planet, maar was prijs/kwaliteit haalbaar voor 1 overnachting. s Avonds ontmoette we mensen die we al eerder waren tegengekomen waren. Zij vroegen of we geen interesse hadden in een jeepney trip naar Batad. Ook al hadden we onze gids al besteld, besliste we toch om met hen mee te gaan. Het was een leuke groep samen. In het begin was de trip haalbaar voor iedereen, maar al snel werd het moeilijker voor de anderen, daarom dat 3 mensen besloten om achter te blijven, inclusief Kim. Dus met de 2 Nederlandse meiden trokken we verder. De tocht was geen lachertje, maar de humor die in de groep hing, bracht ons tot aan de waterval en terug. Even terzijde beangstigd deze plek me nu enorm, omdat er een meisje van de peace corps is vermoord. Ze is slechts enkele dagen na mij daar gaan wandelen. Het is een hele bizarre en mysterieuze zaak die nog geen oplossingen heeft gebracht. De sfeer van mijn huisgenoten is kil dezer dagen, omdat zij dit meisje goed kenden.
We verbleven slechts 1 dag in Banaue, omdat we de dag nadien ons vliegtuig naar Palawan moesten halen. Dit bracht even de nodige stress mee, maar zonder problemen geraakte we op onze bestemming in Puerta Princesa. Banwa Pension was een leuk plekje, alleen hadden we het gevoel dat hoewel het op de eerste plaats in de Lonely Planet staat, snel zijn pluimen zal verliezen. Buiten het feit dat het heel gezellig was, liepen er 1000 ratten en muizen op het dak rond en liet het ontbijt van zich afweten. Het avontuur was miniem, doordat we alles regelde via de lokale gidsen. Maar dit ontnam de stress en de tijd om alles uit te zoeken. Het meest spectaculaire waren de verschillende eilanden die we bezochten en waar we gingen snorkelen. De schitterende onderwaterwereld bezorgde ons een verbrande rug en billen en ongelooflijk maar waar een paar fikse vissenbeten. Achteraf kreeg ik hier een verklaring voor, namelijk dat plankton zich vast zet op je lichaam en de vissen je zien als eten.
Slechts een paar dagen later werden we terug in Manila verwacht om mama en Guy op te pikken. Hun ontvangst was minder vlot, omdat hun bagage achter was gebleven en Guy zijn benen in zijn nek had moeten leggen tijdens de vliegreis. Door vermoeidheid en de hele rondslomp waren ze een beetje emotioneel, maar deze zorgen konden we al snel overboord gooien als we gezellig rond de tafel herinneringen ophaalde. De bagage vol met cadeaus kwamen slechts de volgende avond aan. Dit baarde me zorgen voor heel de dag, omdat ik schrik had dat al de chocolade zou uitgelopen zijn. Wonder boven wonder was alles nog intact en kon ik beginnen met de verloren kilos in te halen.
De eerste twee dagen van hun verblijf kon ik hen niet vergezellen, omdat ik een seminarie had met alle partners van VIC. Dus trokken Kim en mijn ouders er alleen op uit naar Intramuros, Chinese begraafplaats en Taal Lake. Taal Lake bracht hen gefrustreerd terug in het hotel, omdat ze heel wat problemen waren tegengekomen op hun weg. Wanneer ik klaar was met het seminarie gingen we voor een daguitstap naar Pagsanjan. Omdat Kim het niet meer zag zitten om het openbaar vervoer te nemen, regelde ik een taxi. Buiten de geur van zweetvoeten en volgens mijn moeder dode vis, hadden we de luxe om rechtstreeks zonder al te veel tijdverlies naar Pagsanjan te rijden. We werden 2 per 2 in een soort van canoe gezet. Deze werd bemand door 2 gidsen. Zij kregen de opdracht om ons naar boven te trekken. Het water stond heel laag dus soms werden we volledig opgehoffen. Het vroeg behoorlijk wat manpower om de boot vooruit te krijgen. Het uizicht was schitterend, omdat je echt het gevoel had in een kloof te zitten waarvan de bergen enorm hoog boven je oprezen. Dit was de laatste dag samen met Kim, omdat we de volgende morgen vertrokken naar Mindorro.
Dit is een eiland waar veel Filipino toeristen naar toe gaan, omdat het niet zo ver van Manila is. De boottocht was een hel. Het water was zo wild dat ik moest vechten tegen de misselijkheid. Uiteindelijk ben ik buiten gaan zien waardoor ik behoorlijk nat was bij aankomst. Wij verbleven in Puerto Galera. Dit was nog redelijk rustig tegen een paar andere plekken op het eiland waar je het gevoel kreeg in Salou te verblijven. Mama en mezelf besloten om een duikersinitiatie te doen. De theorie was een makkie, maar het water achteraf was een regelrechte ramp. Mijn zwemvliezen leken een eigen leven te leiden en het water was zo krachtig dat de instructor ons voortdurend moest vasthouden. Uiteindelijk gaf hij het op en zei hij dat condities van het water niet goed waren, dus mocht ik het de volgende dag nog eens proberen. Ik was teleurgesteld daarom dat ik de dag nadien uiterst mijn best wilde doen. s Morgens dronk ik een glas melk en natuurlijk was het water heel wild waardoor ik me al ziek begon te voelen op de boot. De instructor zei dat het zou beter als ik in het water zou zijn. Maar de golven waren zo heftig dat het alleen erger werd en ik moest kotsen. Dit was enorm beschamend want de instructor had me in zijn handen en ik kon geen kant op. Nadat hij mijn gewichten had afgenomen ging het beter, dus gingen we onder water. Toen ik aan mijn oefeningen moest beginnen en mijn masker afdeed, sloeg ik in paniek en wilde ik terug naar boven. Omdat ik me zo miserabel voelde, heb ik het opgegeven en zijn we terug gevaren.
Omdat ik het niet wou opgeven, ben ik in Bohol nog eens gaan duiken. Er liepen enkel oude mannen rond en ik vreesde al voor mijn instructor. Het meisje dat aan de balie zat, zei me dat ik even moest wachten. Dus nam ik een verfrissende duik en enkele minuten later riep mijn instructor me. Mijn instructor was de mooiste filipino die ik op 6 maanden tijd was tegengekomen. De condities van het water waren ook ideaal waardoor ik een schitterende duik kon maken. Dit gaf me het vertrouwen om binnen een aantal maanden mijn duikcertificaat te gaan halen. In Bohol deden we alle toeristische uitstappen zoals de Tarsiers (meest schattige primaten op de aarde), Chocolate Hills, caves,... De uitbaters van het hotel waren Belgen en bezorgde mijn ouders een onvergetelijke tijd. De Nuts Huts (letterlijk hutten) liggen vlak aan de Loboc rivier waar ik nog nooit zo hard heb kunnen genieten van rust, hoewel de gecos het niet konden laten om voor achtergrond muziek te zorgen. Evenals het water in de zee, zag het water van de rivier licht blauw waardoor we het niet konden laten om regelmatig een frisse duik te nemen.
De laatste dag ben ik met mama en een aantal andere reizigers een tocht gaan maken. Dit was de vermoeiste trip op de hele reis, maar de rotsformaties waren super mooi hoewel de grot niet kon opboksen tegen de grotten in Sagada. Het is onmogelijk om de helderheid van het water, de geuren en kleuren die de natuur met me deelde te delen met jullie op papier. Diegene die naar meer verlangen dan de fotos en mijn verhaal, adviseer ik om mij te komen bezoeken en dan kunnen we samen de pracht en praal van dit land verkennen.
21-04-2007 om 00:00
geschreven door kim janssen 
|