Komende zaterdag, 2 december, nodigt Racing Mechelen al
zijn abonnees uit om een “Vermiste Racinger” mee te brengen naar het stadion.
Racing-supporters die allang niet meer zijn geweest krijgen de kans om de weg
terug te vinden naar de heilige grond van het Oscar Van Kesbeeck-stadion,
gelegen aan de Antwerpsesteenweg in Mechelen-Noord. Ik ken een “Vermiste
Racinger” die ik zo graag nog eens zou uitnodigen, maar helaas kan dit al een
hele tijd niet meer.
Vandaag, 30 november, is het 31 jaar geleden dat mijn
grootvader, mijnen “Bompa”, is overleden na een kortstondige ziekte. Ik was zes
jaar oud en kon het concept dood nog niet volledig vatten. Ik zou mijnen “Bompa”
nooit meer zien. Je wil zoiets weglachen met je jeugdige onschuld want je gaat
er immers gewoon vanuit dat één der volgende dagen of weken de deur opengaat en
je al kirrend van vreugde in zijn armen springt.
Het is pas jaren later dat je echt gaat beseffen dat er
geen levensweg terug is. Je probeert de herinneringen uit de korte periode dat
je elkaar gekend hebt vast te houden en te koesteren. Maar de jaren passeren en
de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat vervaging intreedt. Foto’s beginnen meer
te zeggen dan effectieve gebeurtenissen die ik me nog kan voorstellen. Ik kan
dus ook niet zeggen in hoeverre ik zou lijken op mijnen Bompa, al bevestigen
diezelfde foto’s wel enkele uiterlijke Pootemans-trekjes.
Ik kan wel uitroepen dat ik één ding heb geërfd en dat is
passie voor voetbal. Ook al had mijnen Bompa geen sportfiguur meer, hij volgde de
voetbalsport als geen ander. Hij was de grootste supporter die je kon indenken
van Racing Mechelen en was geregeld te vinden in het Oscar Van Kesbeeck-stadion.
Hij kon gepassioneerd vertellen over de glorieperiodes van deze traditie-club.
In een primitieve video-opname begin jaren tachtig zie je
hoe hij mijnen Bompa met mijn babyvoetje de voetbal-beweging simuleert. De
video wordt opgeluisterd met muziek, maar moest de effectieve conversatie op
dat moment worden weergegeven, dan zou hij ongetwijfeld de hoop uitgesproken
hebben dat ik bij de Racing zou gaan sjotten. Eén van mijn eerste kadootjes
enkele jaren later was ook een groen-wit voetbalpakje.
Begin december 1988 is mijnen “Bompa” begraven met zijne
Racing-sjaal rond zijn nek. Zo kon hij bij aankomst in de voetbal-hemel
iedereen op zijn typische luide stemvolume duidelijk maken dat er maar één club
bestond voor de familie Pootemans.
Ik zou hem o zo graag nog één keer vertellen dat het
groen-witte bloed nog steeds stroomt onder de mannelijke Pootemansen. Zowel
mijn vader als ikzelf zijn trotse abonnees dit seizoen. Mijn vader nam me als
kleine gast al mee naar het OVK-stadion en elke keer als ik deze voetbaltempel
betreedt overvalt me een gevoel van thuiskomen. Hoe redelijk ik ook denk te
zijn, dit gevoel is niet te verklaren. Dit kun je volgens mij enkel verklaren
door te zeggen dat er groen-wit Mechels bloed door de aderen stroomt, met dank
aan mijnen “Bompa”. Het is intussen ook een intens zoon-vader moment geworden. Tijdens de matchen lijken we onder ons getweeën wel het panel van Extra Time, sowieso inclusief Jan Mulder.
Ik had ‘m o zo graag nog één keer uitgenodigd komende
zaterdag om te vertellen hoe het nu gaat. Met de familie Pootemans, maar ook
met “zijne” Racing. Ik zou hem vertellen van de glorie-momenten in de
beker-campagne tegen Germinal en Zulte-Waregem, tot de penalty van de Clepkens
toe. De periode met de Georgiërs en de Mexicanen, de derby’s tegen de kakkers
van de KV in derde klasse, het herhaaldelijke dalen en stijgen tussen tweede
klasse en nu eerste provinciale. Hij zou me toeroepen dat het in zijnen tijd
nooit zou gebeurd zijn, “dieje provinciale voetbal”.
Ik zou ‘m helaas ook moeten vertellen dat het OVK
misschien weggaat en dat zijne Racing ergens anders zou moeten gaan spelen. Hij
zou me ongetwijfeld onderbreken en roepen dat dat over zijn lijk is en dat het
niet kan dat je zoveel jaar nostalgie, zoveel jaar geschiedenis en zoveel mooie
herinneringen definitief zou neerhalen. Maar dan zou ik moeten pareren dat een
bouwpromotor helemaal niet zo denkt als de nostalgische Racing-supporter en
helemaal niet inzit met tientallen jaren van herinneringen. Ik zou ‘m ook
moeten zeggen dat we hier helaas niet veel kunnen aan verhelpen omdat hogere
machten nu eenmaal de plak zwaaien en dat we als Racing-supporters anno 2018
blij mogen zijn dat er nog voetbal zal zijn in een groen-witte Mechelse tenue. Hij
zou vervolgens zijn zakdoek bovenhalen om de tranen te deppen die ontrollen aan
zijn groen-wit voetbal-, supporters- en Racinghart.
Voor mij is “Mijnen Bompa” komende zaterdag mijne “Vermiste
Racinger” en ik hoop van ganser harte dat ik 'm in gedachte nog vaak naar het
OVK kan meebrengen.
|