Dag 57: Saint-Jean-Pied-du-Port-Bidarray: 42km
Wat een vreselijke nacht
er was 1 iemand die ervoor gezorgd heeft dat de andere 15 in de kamer niet geslapen hebben. Hij snurkte zo hard, dat had ik nog nooit gehoord. Vreselijk, ik wou op een bepaalde moment zelfs mijn matras pakken en in de keuken gaan liggen. Swat, om 6.30 was ik dus wakker en begon ik rustig mijn zak in te laden. Om 7.15 kon ik samen met Dirk aan de ontbijttafel aanschuiven. Bijna alles was op maar hadden nog net genoeg om wat energie binnen te spelen. Tegen 7.40 namen we afschzidvan de andere pelgrims en vertrokken we tegen de stroom in. Een colonne van pelgrims vertrok richting Ronceveaux terwijl wij de andere kant opgingen. Dat zorgde er wel voor dat we heel wat afvragende blikken passeerde. Na even stappen waren we uit de drukte van de stad en voelde we ons terug op ons gemak. De eerste 4km liepen we samen, maar op een bepaald moment scheidden onze wegen. Ik zou vandaag de GR 10 volgen terwijl Dirk langs de aangegeven weg ging gaan. We zoude. elkaar vanavond wel terug in de gite zien. Bij mij begon het ineens pittig. Ik moest stijgen tot 1021m. Het eerste stuk viel nog redelijk mee. Een weg met veel losse keien en oude botten van beesten. Dit laatste was een logisch gevolg van de tientallen aasgieren die over de berg vlogen. Ik voelde me wel een echte bergbeklimmer. Goed wat zonnecreme op de neus, zonnebril en buff over de oren. De softgel ging al snel uit maar vanaf ik hoger en hoger kwam deed ik hem al snel terug aan. De wind was enorm sterk en zorgde er ook voor dat het heel fris was. Het laatste stuk tot boven was heel intens. Geen pad maar een grasvlakte met een heel oneffen grond. Het was puffen en blazen voor die laatste stijl meters, maar uiteindelijk was ik er, de berg Munhoa. Een magnifiek uitzicht over de Pyreneeën. Zitten en genieten was het enige wat ik kon doen. Van de inspanning was mijn been wat beginnen trillen dus snel wat eten om energie bij te krijgen. Erg lang genieten was wat moeilijk omdat het enorm koud begon te worden en er nergens beschutting was van de wind. Ik kon dan beginnen aan de afdaling tussen de schapen en paarden. Het enige wat ik kon doen was glimlachen en rondkijken, niet te veel natuurlijk want dat resulteerde af en toe in bijna valpartijen. Na een lange afdaling kwam ik dan aan in Saint-Étienne-de-Baïgorry waar ik even besloot uit te blazen en even iets te eten en drinken. In de namiddag zou er een tweede col op het programma staan dus had de kracht nodig. Stijgen tot 1044m en wat op die hoogte slingeren voor een aantal km. Na een frisse pint en een goede salade kon ik er aan beginnen. Het eerste stuk was warm maar viel op zich nog mee, vanaf ik de boomgrens boven was veranderde het helemaal. Het was stijl stijgen langs een klein padje. Langs de linkerkant van de berg was ik wat uit de wind, maar toen ik de berg over ging, kreeg ik toch wat schrik. Ik moest me laag bij de grond houden want het was zo hard aan het waaien dat ik opzij werd geblazen. Vanaf de wind ging liggen probeerde ik rustig verder te stappen en mijn stokken te gebruiken als extra houvasten. En het bleef maar stijgen, geen bochten, gewoon over de rotsen recht naar boven. Het was om dood te gaan. Na heel wat zweet en tandenbijten kwam ik aan bij de Col de Buztanzelhay op 843m. Maar ik was er nog niet. Ik moest nog stijgen tot 1022m tot aan de berg Buztanzelhay. Vanaf daar werd het allemaal wat moeilijker. De benen begonnen zwaar te worden. Het stappen op de rotsen als veel te grote trappen zorgde voor de nodige pijn, fysiek als mentaal. Vloeken, roepen en toch blijven knallen tot ik er was. Ik wist dat ik beloond ging worden. Eenmaal boven was dat ook zo, het was een magnifiek zicht over de Pyreneeën. Onbeschrijfelijk. Daar begon ik ook door te hebben dat ik toch een enorme misrekening had gemaakt en me te weinig had voorbereid. Dat zou me nog duur te komen staan. Als ik dan keek naar waar ik moest wandelen zakte de moed me helemaal in de schoenen. Het was nog heel veel berg op en af. Volgende traject moest in 10km worden afgelegd. Col dAstate op 957, berg Astate op 1022m, col dHarrieta op 808m, berg Pic de Tutulia op 983m, berg Pic dIparla op 1044m, col dIparla op 950 en dan afdalen tot Bidarray op 200m. Het was niet dat de weg makkelijk bewandelbaar was. Het was stijl, veel rotsen, veel gravelachtige grond en veel losse keien. Dit zorgde voor een schuifbui af en toe en de eerste omgeslagen voet. Mijn benen werden maar zwakker en zwakker en het bleef maar duren. Op deze grens met Spanje begon ik me gewoon helemaal op te voelen, ik was zo tegen mijn limiet aan het wandelen. Het was afzien en genieten tegelijk. Na enige tijd, nadat mijn benen als spaghetti begonnen aan te voelen, was het dalen zo zwaar dat ik alles probeerde om de last van mijn knieën te halen. Heel traag stappen, lopen, veren,... niets hielp. De tranen van pijn en het tegenkomen van mezelf was hard, maar met elke stap dat ik zette dacht ik: dat is weer een stap minder. De joggers die aan het trainen waren voor de wedstrijd in de bergen liepen vrolijk langs me, maar deden me alleen maar meer zeer. In de verte zag ik dan voor de eerste keer se zee, Spanje kwam dichterbij. Een paar km voor Bidarray kwam ik Karim tegen en zijn hondje Bonsai (hij slaapt in een hangmat, ziet er heel alternatief uit, en draagt ook iets heavy mee, net als Numa zet hij me aan tot denken). Hij had het ook niet gemakkelijk en voelde me niet zo eenzaam meer op de route. Ik was niet de enige die het moeilijk had. Na de Pic dIparla was het dalen tot in Bidarray en was blij uiteindelijk de kerk te zien. Voor het eerst was ik ook blij op macadam te stappen. Een grond die niet onder mijn voeten bewoog. In het café aan de kerk dronk ik een verfrissende Cola en 1l water want om het allemaal nog wat zwaarder te maken, was mijn water 2u voor aankomst helemaal op. Ik kwam dan na 10,5u wandelen aan in de gite waar Dirk alles al had geregeld. Blij dat ik dat niet meer kon doen. Ik plofte me in het gras en kon geen pap meer zeggen. Ik zat er zo door. Snel een douche voor wat nieuwe energie en konden dan samen met Karim, Dirk en een andere Fransman iets gaan eten in het restaurant. Lam op 2 wijzen met massa's brood gaven me ook nieuwe energie. De stijfheid in de benen begon op te komen en eenmaal terug in het huisje hield ik me bezig met mijn avondrituelen voor ik in bed kruip. Ik wou graag gaan slapen, maar anders zou ik alleen maar uitstellen, korte pijn. Tegen 22.30 kroop ik dan uiteindelijk mijn bedje in. Het was de koninginnenetappe van de camino tot dusver en ook zeker de mooiste. Ik denk niet nog zo een etappe mee te maken deze camino, maar je weet nooit. Een unieke dag met mentaal en fysiek afzien was gedaan en kon gaan toeleven naar de volgende dag. (Een marathon met een stijgenshoeveelheid van boven de 2300m, een uniek gegeven)
Dag 58: Bidarray-Espelette: 18km
Losstaand van de stijve spieren heb ik heerlijk geslapen. Tegen 7.30 bedje uit, rustig klaarmaken en samen met Dirk en Helmut (een Duitser die de GR10 was aan het volgen) sober ontbijten. Tegen 8.15 vertrokken we dan en ik had besloten om vandaag, en de komende dagen, de lage route te volgen naar Irun. Deze passeerde namelijk langs de pelgrimsdorpjes en de GR niet. Al gauw merkte ik dat het niet super vlot ging gaan vandaag. Het begon stijl naar beneden en dat voelde ik aan de bovenbenen. Wat een stijfheid. Bergop was minder een probleem. Langs de Nive volgden we de macadam tot in Laxia (bij Pas de Rolland). Onderweg nog wat reality tv met een ontsnapt paard en wat boeren die er achter liepen maar voor de rest was het een rustig stuk. In het café Ondoria dronken we nog iets op het terrasje onder de blauwe regen. Enkel de koude wind maakte het niet zo prettig. Vanaf daar was het nog 7km tot in Espelette. Achter het café was het stijl naar boven tot aan de Col de Légarré. Een kleine 300 m stijgen, wat na gisteren een stuk cake was (piece of cake, haha). Boven wachtte ik op Dirk om samen een hapje te eten. Een plekje uit de frisse wind zoeken en een heerlijke couscous met avocado eten. Het stijle afdalen voelde in nog steeds in de bovenbenen maar we waren er bijna. Her uitzicht van de zee deed al heel wat vergeten. Zo kwamen we om 14u aan in oude gemeentehuis en office de tourisme. Een oud kasteel/vestiging waar we de sleutel/code moesten halen voor de herberg. Daar konden we ons dan installeren en een ijskoude douche nemen (dit wisten we wel want hadden daar korting voor gekregen. De was nog even ophangen op de zelf gefabriceerde waslijn met veters en erna gingen we even langs de kerk en naar de spar om inkopen te doen. Na een moeilijke beslissing tussen pasta en paella. Even een pintje om te uit te blazen van de zware keuze (in een café met een gevel bedekt met espelette pepers) en dan terug naar de herberg om wat te genieten van het zonnetje met een glaasje wijn. Tegen 18.30 dan wat koken. Een heerlijke spaghetti met tomaatolijfsaus en sardientjes. Het buikje weer helemaal volgegeten. Erna maakte ik mijn zak klaar voor morgen en dronk ik nog een lekker theetje (tisane nuit calme). Om 21u had ik dan mijn klopke en kroop meteen in bed.
Dag 59: Espelette-Ascain: 17km
Wat een zalige nacht, bijna gerecupereerd van de koninginnenetappe van eergisteren. Om 7.20 eruit. Toast met veel te zoete confituur binnenspelen en in 8u konden we de gite verlaten. Eerst nog wel even naar de bakker. De eerste kilometers gingen gestaag naar boven wat ideaal was om de stijve spieren wat los te maken. Iets na de brug van Amotz, na 9km te wandelen, moesten Dirk en ik even uitblazen. Het continu stijl stijgen en afdalen maakte de etappe vermoeiender als verwacht. Ook Karim die we onderweg tegenkwamen dacht er hetzelfde over. Even op adem komen en verder stappen naar Mendiondokoborda. Daar zouden we samen wat lunchen vooraleer we de laatste 4,5km zouden inzetten. Boven wachtte ik dan op Dirk en genoot ik van het uitgestrekte landschap. Niet veel later was hij er en zag er helemaal als nieuw uit, we besloten dus op het hoogste punt van de etappe iets te eten. Zo hoopten we lunchen met uitzicht op zee. Dat was het ook! Hierna begon de lange afdaling naar Ascain. Een zand/grindweggetje dat zorgde voor de nodige schuivers. Bijna beneden had ik nog een bijna dood ervaring met een wild paard dat me achtervolgde, maar ik leef nog. Tegen 14u kwamen we dan aan in Ascain en dronken we een fris pintje. Tegen 15u konden we ons dan installeren in het hotelletje. Fris gewassen gingen we de stad in en gingen we de eerste 3weken onderweg van Dirk vieren. Een paar glazen waarvan 1 van het huis deden enorm deugd en zorgde voor het nodige plezier. Tegen 18.30 gingen we dan langs de spar om wat aan impulsief shoppen te doen. Helemaal het tegengestelde als vorige keer. Om 19u kwamen we dan in de hotelkamer terug waar we nog een kort aperitief namen vooraleer we gingen eten. Vanavond zou de avond worden dat we decadent zouden doen. Elks de andere opties van de menu, waardoor we een 6gangen menu hadden. Bordje ham, salade, vispuree in een peper, gehakt met tomatensaus, crème brûlée en een Baskisch taartje. Een slaapmuts voor te slapen en tegen 22.30 kropen we beiden ons bed in.
Dag 60: Ascain-Irun: 18km
Wat moeilijk om op te staan, maar we hadden de wekker wat later gezet. Zo stonden we om 8u op en aten we een banaan en yoghurtje als ontbijt om wat aan te sterken na gisteren. We hadden ook geen zin om 7,5 euro te betalen voor een ontbijt. Eenmaal gepakt en gezakt gingen we betalen en lieten we de rekening snel achter ons. Omdat we zulke goede klanten waren kregen we van de mevrouw die ons gisteren bediend had een gratis ontbijt aangeboden. We hadden geluk dat we er niet voor betaalde want het was absoluut niet rijkelijk. Het deed wel deugd om wat te eten en te drinken. Tegen 9u konden we dan eindelijk vertrekken. Het was wel wat lastig om ons in gang te zetten, maar na de eerste bergop vonden we ons oud ritme terug. Zo kwamen we 8km later aan in Urrugne waar we een stempel haalde bij de zeer bevallige dame van het office du tourisme. Een fris glas water en chocolademadeleineke in het café aan de kerk en konden de tocht helemaal als nieuw terug inzetten. Een leuk klimmetje en juist erachter zetten we ons in het gras voor een goede lunch: vleestomaat, camembert en tonijn. De wilde bokjes kwamen ons nog even bezoeken en dan tegen 13u konden we onze laatste trek inzetten richting Spanje. Een lang stuk door de straten van Hendaye en eenmaal over de brug Saint Jacques kwamen we Irun binnen en waren we in het warme Spanje. Ik was helemaal klaar voor een nieuwe taal, nieuwe mensen en een nieuwe gids. Lang het gekanaliseerde beekje kwamen we het centrum binnen. Het duurde al niet lang of we kwamen een Italiaanse pelgrim tegen, Raoul (dit was de vijfde keer dat hij naar Santiago stapte). Omdat de refuge pas open ging om 16u gingen we nog een pintje drinken waar we par hazard Alain nog tegen kwamen. Samen met Raoul konden we ons dan installeren met alle andere pelgrims. Een leuk herberg en het was een hele uitdaging alle namen te onthouden. Samen met Dirk ging ik dan een terrasje doen in de bruisende stad tussen de Spaanse furies. Erna naar de winkel om wat inkopen te doen voor het avondeten. Een heerlijke salade en pasta vulde de maag, maar de gezelligheid met de andere pelgrims vulde mijn ziel. Met Raoul, een andere Italiaanse en een française Estelle tafelden we gezellig. Ieders eigen bordje gemaakt en toch delen met elkaar. Samen dan even de afwas doen en dan voor de rest van de avond rustig bezig houden. Wat praten met pelgrims, schrijven in de blog en fotootjes fixen. Zo had ik nog een geweldig leuk gesprek met de enorm vrolijke Ierse Rita die in stukken van een week naar Compostella ging. Tegen 22u kroop ik dan mijn bed in om morgen helemaal klaar te zijn voor de camino del norte !
|