Day 41
zaterdag 14 augustus Tanzania - Serengeti
s Morgens worden we
om 8u opgehaald door vier 4x4 Toyota jeeps, de kleinste voor ons drie en de
drie andere voor de kampeerders. Alle voertuigen vertrekken bijna gelijktijdig
voor een rit van 3uur naar de Ngorongoro krater over goede geasfalteerde banen
aan een snelheid van 70 km/uur. Er wordt gestopt voor een craft market, maar ik
maak van deze stop gebruik om naar de wc te gaan en Jean trekt ondertussen
fotos van de ooievaars die in massa in de bomen zitten. De rommel in dit
winkeltje is onvoorstelbaar. Als je iets wil bekijken, moet je er eerst een
kilo stof afblazen, maar er wordt geboden dat het een plezier is om te beluisteren.
Aan de ingang van de krater moeten de nodige papieren ingevuld worden en kan ik
op jacht gaan om fotos van de baboons (bavianen) te maken. We zien dat een
klein jongetje te dicht bij komt en een van de bavianen haalt uit. Gelukkig
niets erg, maar ik denk nog altijd dat deze beesten gevaarlijker zijn dan
leeuwen. Eens de ingangspoort door verandert de asfaltbaan in een aardeweg vol
putten en stenen die amper breed genoeg is om twee autos te laten kruisen. Om
de Serengeti te bereiken, moeten we eerst klimmen naar de bovenrand van de
krater, doorheen een regenwoud en met een diepe afgrond naast de weg. We rijden
een heel stuk over de bovenrand (de rim) om dan af te dalen naar een immense
vlakte waar we nog een heel stuk door moeten rijden om aan de Serengeti te
komen en de weg verbetert er niet op! Onze gids, chauffeur, Michael, denkt nog
altijd dat hij hier 70 km/uur moet rijden. We hotsen van de ene kant van de weg
naar de andere om zoveel mogelijk putten en rotspunten te vermijden. Echt
gekkenwerk, maar hij kan het!!!
De Serengeti, de naam
afgeleid van de Maasai-taal (Siringet), en betekent letterlijk
"Eindeloze Vlaktes", is een streek van savannes en boslandschappen,
verdeeld over het noorden van Tanzania en het zuiden van Kenia, over een
oppervlakte van ongeveer 30.000 km². Tachtig procent ligt in Tanzania.Het ecosysteem van de Serengeti omvat een aantal natuurparken, waarvan het
Serengeti Nationaal Park het grootste is (14.763 vierkante kilometer = de
helft van België). In deze inmense vlakte leven zo'n 4 miljoen dieren, waarvan
zo'n 1 miljoen vogels. Deze dieren bewegen zich door het gehele park, op zoek
naar water. Jaarlijks leidt deze zoektocht, die begint in de vroege zomer
(oktober), hen ook naar het Masai Mara in Kenia. De streek is beroemd door de migratie die elk jaar plaats vindt rond
oktober, waarbij ongeveer anderhalf miljoen planteneters zich omwille van de
droogte verplaatsen vanuit de noordelijke heuvels naar de zuidelijke vlaktes.
Daarbij moeten ze de Mara-riviercirkelvormige
migratie oversteken. Na
de regens, rond de maand april, gaan ze dan terug via een westelijke omweg. Dit
verschijnsel wordt een genoemd.
Niet alle dieren (met name
wildebeesten, maar ook zebra's en gazelles) overleven de zware tocht - vooral
de rivieren vormen zware passages. De groep wordt dan ook gevolgd door de
'predators', de roofdieren, waaronder leeuwen, cheeta's (jachtluipaarden) en
hyena's.
Onderweg stoppen we aan
een Masai dorp waar we op zang en dans ontvangen worden. Ik wordt door een van
de masai-vrouwen bij de hand gegrepen, krijg een kralen ring rond mijn nek en
wordt verondersteld van mee te zingen. Mensen wat ruiken ze!!! De mannen doen
ondertussen hun gekende dans en er zijn er bij die wel 80 cm hoog springen.
Indrukwekkend. Daarna worden we in het dorp rondgeleid, wordt ons verteld wat
ze eten (vlees, melk en bloed) en mogen we binnen in een van hun hutten. Masai
zijn meestal zeer groot maar Jean moet zich bukken om binnen te gaan en ik kan
er echt niet binnen blijven. Het dak bestaat uit gevlochten takken die
bestreken zijn met koeienmest en binnen brand een open vuur om op te koken
zonder gat in het dak. Letterlijk adembenemend. Ik moet terug naar buiten! Nadat we langs hun handgemaakt halskettingen,
armbanden en andere prullaria gegaan zijn, vertrekken we weer. Ik koop een
zwart-bruin halssnoer.Rond 15u komen we
bij de ingang van het N.P. en onze gids moet weer papieren gaan invullen. Vanaf
hier gaat het dak van de jeep omhoog en beginnen we aan onze game drive. Binnen
in de jeep ziet alles stilaan rood van het stof: dit is ook de kleur van de
grond hier. We willen vlug nog van alles zien want in de Serengetti mag er na
zonsondergang niet meer gereden worden. Onze gids is veel via de radio aan het
praten met Goedy Goedy, de chauffeur van de andere groep. Onze gids doet dit
werk al 11 jaar maar die andere is maar voor de tweede keer op safari in dit
park. Hij roept Mickel regelmatig op om te vragen hoe hij moet rijden of onze
gids vraagt hem of het lukt. Als we fotos willen nemen, moeten we maar stop
roepen of als Michael iets ziet, stopt hij ook. Ik blijk nog altijd een goede
wildspotter te zijn. We hebbenal veel
geluk en zien we: een jackhals, arenden, Thomsongazellen, grandgazellen, leeuwen,
toppis, nijlpaarden, cerval en zelfs
een cheeta. De leeuwen die we zien, worden nauwkeurig geteld want telkens we de
anderen tegen komen, is de vraag Hoeveel leeuwen hebben jullie al gezien? Zij zien er geen en wij wel drie groepen
(ongeveer 13) Juist voor zonsondergang komen we in het camp. In het midden
staat een grote tent waar we zullen eten en de slaaptenten liggen er in een
halve maan rond. Voor het eten willen we wel douchen want ons haar staat stijf
van het rode stof, maar we moeten wachten tot het water warm is en we krijgen
maar 20 liter per man. Als het water warm is, wordt dit in een zak gegoten en
omhoog getrokken. Je stortbad laten werken, heel simpel: trek aan een ketting
en het water loopt, trek aan een andere en het stopt. Het is zoals je ooit wel
in een film gezien hebt. Jean en ik lukken er in om beide met 20 liter warm
water te douchen, van water sparen gesproken! Een misverstand, natuurlijk. Het is
een heel comfortabele tent met een dubbel bed, een wc, een lamp ( jawel, op
elektriciteit).Voor we gaan eten worden de fotos nog vlug op de computer
gezet. Een Frans koppeltje dat op huwelijksreis is, vraagt ons om de fotos van
hun toestel op hun externe schijf te zetten want zij hebben geen laptop mee. Na
het eten bij het licht van petroleum lampen, worden we naar onze tent begeleid
en wordt ons gezegd onze tent niet meer te verlaten. Het kamp heeft geen
omheining en de wilde dieren kunnen er vrij tussen de tenten rond lopen. s
Nachts slaap ik als een roosje en Jean hoort allerlei geluiden; hij denkt van
jackhalzen of hyenas of ???