Zoals gisteren aangekondigd zitten we in Debica, waar vader 2 maanden van zijn soldatenleven heeft doorgebracht tijdens de opleiding tot 'kanonnenvoer'. Ons logement is prima : we logeren in een oud maar pittoresk hotelletje, uitgebaat door Renata, een sympathieke Poolse die dit oud notarishuis in 2000 gekocht heeft en probeert te overleven in dit al bij al charmante, maar verre van toeristische stadje. Ze vroeg ons trouwens waarom we hier zijn aanbeland, en we hebben eerlijk het verhaal van vader verteld. Zijzelf stak haar politieke ideeën trouwens evenmin onder stoelen of banken.
Over de rit van vandaag kan ik kort zijn : lang (121 km), saai (overwegend langs een drukke baan) en warm (tussen 25 en 30 graden). Hoofdzaak was dan ook aan genoeg drank te geraken. Meestal breng een tankstation soelaas !
Onze korte avondwandeling in het stadje bracht toch ook weer het oorlogsgebeuren in beeld : we vonden herinneringsmonumentjes voor de 'officieren van Katyn' die een band hebben met Debica, maar ook een gigantisch standbeeld van Karl Wojtyla, blijkbaar erg geliefd in deze regio...
Maar laten we andermaal het laatste woord aan vader Juul ! Hij is het tenslotte die ons naar hier heeft gebracht. Jammer genoeg ontbreekt ons de tijd om eventuele overblijfselen van het kamp te zoeken, maar in elk geval zijn we hier gepasseerd, en dat op zich is al een prestatie. Dus laat ik vader zijn schrijfsels -ongecensureerd- op jullie los. Ja, afkeer van andere volkeren is van alle tijden...
"Ik moet ik zeggen dat dit opleidingskamp (Debica) het grootste was dat ik ooit gezien heb. 't Was in een cirkel gebouwd, natuurlijk alle houten gebouwen maar zeer net en gerieflijk ingericht.(...) en 't was ook een internationale verzameling van manschappen en officieren. Haast alle Europese talen werden er gesproken (...). Wij bewoonden Ring I en voor de oefeningen moesten we zo maar eventjes 6 km marcheren eer we buiten de ringen waren. Van daaruit strekte het kamp zich 14 km oostwaarts uit. In de kantine waren de Vlamingen natuurlijk 'de mannen van den dag', en meermaals zijn we handgemeen geraakt met Esten of Letten, die wat te veel noten op hun zang hadden en na twee glazen bier al dronken waren. En dan begonnen ze te schreeuwen als een gekeeld varken."
In dat vervloekte zand heb ik een hoop zweetdruppels gelaten !"
Morgen geef ik deel 3, waarin vader ongezouten zijn mening geeft over de Duitsers.
Voor allen een rustige nacht met zoete dromen en een kus van de slaapfee (iets wat wij al meer dan een week moeten missen :-) )
|