In deze bijdrage wil ik ingaan op het verblijf van vader Juul in Knowitz (Duitse benaming). Het heeft me wat opzoekingswerk gekost om deze locatie te vinden. Het betreft een piepklein dorp dat een 50-tal km ten zuiden van Praag is gesitueerd. Jammer genoeg zullen we er niet passeren. De huidige benaming is Kñovice, het dorpje telt 341 inwoners en ligt in midden-Bohemen. Vader kwam er terecht nadat hij in de buurt van Zhytomir, op 10 januari 1944, gewond werd aan het linkerbeen door granaatscherven. Hij werd afgevoerd naar Shepetowka en later naar Lublin. Interessant is dat hij Brody vermeldt als de grens tussen Rusland en Polen. Deze stad ligt nu volledig in Oekraïne, nog een stuk oostelijker dan L'viv (waar we de trein naar Korosten zullen nemen).
Maar de odyssee van vader was nog verre van gedaan : ze reisden na een tijdje verder naar Schweidnitz (Swidnica), in de buurt van Breslau (Wroclaw). Daar was een lazaret, genaamd 'Flandernkaserne', waar hij zich ondanks alles vrij goed amuseerde. Zo stond er een uitstapje van enkel dagen naar Neustadt (Nove Mesto in het huidige Tsjechië) op het programma. Daarna mocht hij 4 weken naar huis, en dat was een memorabel gegeven voor ons, vermits hij tijdens dat verlof 'Tilleken' Joostens (toen 18 jaar oud) heeft leren kennen. Volgens de overlevering sprong de vonk over nadat hij haar in Asse op een ijsje had getrakteerd. Dat Tilleken (eigenlijk Clotilde) zou onze moeder worden en voor 5 Sablonnekes zorgen. Twee ervan vertrekken over 3 dagen Juul achterna met de fiets, 73 jaar later...
Na weer enkele weken Breslau kwam vader in Knowitz terecht, waar hij zijn "uitgedunde" compagnie trof. In zijn beschrijving van het dorp (dat de bewoners hadden moeten ontruimen voor het Duitse leger) is vader vrij nauwkeurig. Toen ik op de website van het huidige Kñovice ging snuffeln vond ik een foto die wonderwel overeen kwam met vaders beschrijving : "..Het kerkje is omgeven door een verwilderd park; het gebouw zelf is zeer klein, met een laag spits torentje. Schuin tegenover het godshuis is een soort kasteeltje (...). Er vlak naast bevond zich de grootste pachthoeve van het dorp, maar thans in staat van verval." Dat vader ondanks zijn status van krijger een volbloed romanticus was blijkt over het feit dat hij zich geregeld terugtrok in een soort uitkijktoren "..een uitkijkpost voor boswachters, vanwaar je kilometers ver kon zien (...) Het was mijn lievelingsplaatsje waar ik hele dagen kon doorbrengen met een boek of een tekening,en de beste plaats om brieven te schrijven."
Op 20 juni zou vader dan naar de Bodensee vertrekken, naar het kuuroord Reichenau. Hij noemde die trip "de schoonste reis van mijn soldatenleven". Hij verbleef er 3 maanden, en ondertussen sleepte de oorlog zich verder naar zijn einde. Maar het venijn zal voor Juul Sablon in de staart zitten. Hij zal nog een flinke portie 'Einsatz' te verwerken krijgen. Op 23 februari 1945 zal hij een kogel dwars door zijn linker bovenarm krijgen. Daarna begon wat hij zijn "zwerversperiode" noemt, maar dat is stof voor later !
|