De eerste snorkelbeurt valt wat tegen. Vroeg in de morgen heb je het beste zicht want de zee soest nog na. We deinen zachtjes mee met waterbril en luchtpijp. De tweede waterrit stemmen we af op een eenzame collega verderop. En daar is het raak. Twee rotsen onder water herbergen talrijke vissen, nog in pijama, met allerlei oplichtende felle kleuren. Van klein naar groot. Een breed scala aan tinten van zacht tot fel, van streep tot punt. De visjes keren en draaien, schieten weg, komen terug aangesneld. Wat verderop prijkt een lang banket van steenkelken en rotsschalen. Als het ware uitvergroot en versteend bekermos. Een voortdurende kleursverandering van esmeraldgroen tot turkooisblauw. Robijnrode koralen en kardinaalspaarse stekelvingers. Adembenemend. Akkoord, we zijn hier niet in de Rode Zee noch op de Maldiven, maar we zijn toch uiterst tevreden met dit onderwaterballet. Elke ochtend vanaf halfacht zullen we hier voortaan twee uur lang op onze buik drijven om te genieten van dit reuzenaquarium met de neus tegen de waterspiegel geplakt... Een koraalrif ontgoochelt nimmer.