Zoektocht naar mezelf
Met de rugzak door Italië
04-02-2017
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Busrit

Reizen met de bus, wat een idee. Vierentwintig uur in de bus. WC gesloten. Nu ja, buiten mijn flesje calvados dat ik van mijn “partner in crime sinds vele jaren” meekreeg, heb ik toch niks te drinken. Maar een goede alcohol is zoals ik me voel: zwaar. Het smaakt me wel. De bus is bijna leeg, en stil. Kon ik dat ook maar zeggen van mijn hoofd. Hoe verder we rijden – het traject gaat ook nog eens langs mijn oude buurt Etterbeek (adieu Etterbeek) – hoe luider de vragen “wat nu?”, “waarom?” “hoe lang?”... en de vraag die het luidste roept is de “wat als...” vraag. “Wat als...” zat ik dan op veertien februari in een vliegtuig naar Miami? Zou ik palmbomen en zon zien? Een dagje aan het strand hangen? “Wat als...”, zou ik dan deze duivelse busrit doen? De vragen blijven onbeantwoord. Wie kan ze beantwoorden? De bus stopt. Net op tijd. Mijn lichaam schreeuwt om rust, nicotine en een pintje. Zes pintjes... pintjes die het Esso-tankstation nabij Liege me kan leveren. Heerlijk. De vragen vervagen. Even. Ik kijk naar buiten. Er ligt sneeuw. Het lijkt even koud als hoe ik me voel. Zou het ook zo kil om mijn hart zijn mocht ik op veertien februari in een vliegtuig naar Miami zitten? “Wat als...” daar zijn ze weer. Vragen zonder antwoord, vooral zonder meerwaarde. Het wordt donker buiten. Zo donker als mijn gemoedstoestand. Nog een biertje. De vragen, demonen, zijn er allergisch voor. Ik niet.

We rijden Luxemburg binnen. Adieu België. Niet omkeren, niet omkijken. Anders word je een zoutpilaar, zoals Lot. Lijkt me maar saai. Luxemburg... sigaretten... daar zijn de Demonen niet allergisch voor. Dus nog een biertje. Even is het stil. Zowel in de bus als in mijn hoofd. De vriendelijke Rus achter mij die meereist tot Straatsburg, leent me zijn lader. De mijne is verdwenen. Komt misschien terug, samen met mijn geluk? Nu ja, tegen dan is de batterij leeg, van de gsm dan.

Een nieuwe kopen. Met laders gaat dat. Met geluk niet. Dat win je, of verlies je. “Wat als...” nog een biertje... en een calvados. De demonen passen zich aan. Ze worden groter, sterker.

Middernacht. Ik geef de vriendelijke Rus zijn lader terug. We komen toe in Straatsburg. Geen geluk, geen lader. Adieu, vriendelijke Rus.

Het plotse besef komt dat ik ook Frankrijk vaarwel ga zeggen. Maar de ogen vallen toe. Een diepe slaap neemt bezit van mij. Onbeschermd kunnen de Demonen mijn gedachten beheersen. In mijn slaap zie ik het “antwoord” op “wat als...”

Miami is een prachtige stad. Mijn muze, mijn blonde liefde, mijn inspiratie, mijn hart... ze is knapper als ooit. Ze straalt en lacht. Ik voel me gelukkig. De zon schijn in mijn ogen. Ik beef er zelfs van. “Monsieur”, klinkt het, “Sir”... het is geen zon. Het is de zaklamp van de Zwitserse Douanier die in mijn ogen schijnt. Geen palmbomen meer, geen prachtige muze... adieu, Geluk.

Zwitserland. De verwelkoming is even hartelijk als dat ze onbestaande is. Iedereen uitstappen, in de koude, met alle bagage. De honden snuffelen. De douaniers snuffelen eveneens. Het is twee uur 's nachts. Het is zaterdag 4 februari. Het is koud.

“Ihre papieren!” “Nicht rauchen!” Ik zal ook maar niet drinken zekers? Het was een maat voor niets. Ik had niets aan te geven. Demonen mogen mee de grens over. De Afrikaanse dame van raam 46 niet. Adieu Afrikaanse dame met de mooie krollende haren.

De ogen vallen weer toe. Het is drie uur 's nachts. Geen Miami deze keer. Wel Brussel. Brussel op 27 oktober 2016. Fijn feestje, toffe collega's. Mijn muze, mijn liefde. Ze is er ook. Ze kijkt me liefdevol aan, maar een schaduw omhult haar stralende aanwezigheid. De warmte verdwijnt, het licht wordt somber en daar zit ik weer alleen. Alleen in de bus, in Milaan. Adieu, mooie dromen.

Het is zeven uur in de ochtend, zaterdag vier februari. Het is slecht weer. Koude, kille wind, regen, wolken. Ik voel me thuis. Zou het in Miami ook zo kil kunnen zijn? En somber? Zou ik me daar thuis kunnen voelen? Zal ik er ooit heengaan? Goeiemorgen, Demonen!

De bus naar Venetië heeft twee uur vertraging. Past erbij: somber, kil, traag en te laat. De reïncarnatie van mijn gemoedstoestand.

Zaterdag vier februari. Negen uur in de ochtend. De bus naar Venetië is er eindelijk. Blijkbaar was het zodanig somber buiten. De Demonen lieten me twee uur met rust. De calvados hield me dan weer warm. Het is licht buiten. En grijs. En nat. Een hondenweer. Adieu Milano.

De laatste etappe. Een verkorte, want ik ga in Padova uitstappen. En daar is de nostalgie. Acht jaar geleden was ik ook in Padova. Met een glimlach denk ik tijdens de rit terug aan deze fijne periode met mijn toenmalige collega – en heden een hartsvriendin – en haar linkse, Siciliaanse vrienden. Ik glimlach... ik làch! Nostalgisch, maar niet droevig. Geen Demonen, geen “wat als...” Dit heb ik beleefd, en niemand kan me dat ontnemen. Voor het eerst in maanden voel ik dat ik iets goed doe. Voor mezelf. Een klein gevoel van opwinding maakt zich geleidelijk aan meester van mijn sombere gedachten. Ondanks het vreselijke weer voel ik terug de lichte tred van vrijdagochtend wanneer ik in Padova de bus af stap. Buongiorno, Bella Italia!


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
04-02-2017, 00:00 geschreven door Reis door Italie  
Reacties (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Afscheid

Vrijdag drie februari. Ik trek de deur toe in Namen, zoals iedere andere ochtend. Alleen kijk ik een beetje aandachtiger naar al mijn spullen. Het is anders dan anders, deze ochtend. Zwaarder gepakt, maar lichtere tred. En een hoofd met vragen en twijfels maar toch één zekerheid: ik ga het doen. Ik ga slagen inm ijn doel. Twee maanden lang zal ik door Italië trekken, te voet, met de trein, met de bus... en ik zal herboren terugkeren. Als ik terugkeer... Nog één maal kijk ik rond in mijn appartement. Mijn boeken liggen vredig op hun planken te wachten tot wanneer ik ze terug koesterend in mijn handen neem. Mijn kaders hangen onverstoord aan de muur en vanuit mijn hal bekijkt Napoleon arrogant op mij neer. Hij denkt allicht: “Te voet door Italie? Ik deed dat met een ondervoed leger. Nu jij...” Dan komt het moment. De deur valt in het slot, ik loop de trap af, nog een keer naar het station. Niet meer omkijkend naar wat ik achterlaat, maar mijmerend over wat komen zal. Adieu Namur.


“Dames en heren, volgende halte: Brussel Noord”. Snel een whatsapp naar de collega's: “Ik kom toe in Noord. Koffie!!!!” En zo geschiedt. Als een stam dorstige hindes begeven we ons naar de koffiebar van Jeff. Hij ziet ons reeds naderen en zijn machine warmt zich op. Laat de capuccino's maar vloeien. Capucinno's aan 2.10 euro per stuk, maar niet vandaag. Jeff is goed gehumeurd, blijkt, want de mijne is gratis. Of hij is blij dat ik mijn biezen pak. Wie zal het zeggen...

Ik laat het alleszins niet aan mijn hart komen en slurp gulzig de warme cafeïne naar binnen. Elke ochtend hetzelfde gedacht, zo ook deze ochtend: de uitvinder van koffie verdient een standbeeld! Wat smaakt er nu beter om de dag te starten dan een kom stomende cafeïne? Pas na dit ritueel zijn mijn collega's en ik volledig operationeel. De tribu kan dan functioneren als een goed geoliede machine. Het is nu half tien in de ochtend. Het is nog steeds vrijdag. Zoals elke dag start ik mijn pc op. Mijn pc, die altijd trouw op zijn plekje staat naast de venster op 7U Rood. Toch is ook dit ritueel anders dan de andere dagen. Mijn meestal ontploffende mailbox is zo leeg als een biervat na een studentencantus. Hij klinkt enkel niet zo hol. Was mijn hoofd ook maar zo leeg...

Het brengt toch wel wat weemoed teweeg. Een zwaar gevoel komt op in mijn hart. Dit verjaag ik dan maar met het helpen van mijn collega's. Maar het blijft knagen. Ligt het aan iets anders dan de mailbox? Aan het feit dat mijn pc over twee uurtjes opgesloten zal liggen in mijn locker? Ligt het eraan dat ik nog maar twee uurtjes op 7U Rood doorbreng? Aan datgene wat in mijn locker ligt te branden tot die collega in wie ik het meeste vertrouwen heb, en die het dichtst bij mij aanstaat, de locker mag openen om deze artefacten te onthullen? Ik weet het niet. Het is nu half elf in de ochtend van vrijdag 3 februari. Het zware gevoel gaat niet weg. Echter, het gevoel dat ik dringend naar de Blokker moet, manifesteert zich. Off we go. Een presspot en een cadeauverpakking, want een bittere pil moet gezoet worden. Zo ontstonden ook de pralines, en wie houdt daar nu niet van...Terug in de torens, presspot in de verpakking, verpakking in de locker. Het is elf uur intussen. Nog snel een brief afprinten. Brief in de enveloppe, enveloppe in de locker bij de presspot in verpakking. Nu mijn bureau nog leegmaken. Dit gaat wel even duren. Waar moet die carapils in hemelsnaam heen? Carapils in de kast, laptop in de locker. Locker op slot, tot... tot ik weg ben.


Mijn bureau is nu helemaal leeg, ontsmet, en mijn telefoon uitgelogd. Het is twintig voor twaalf. Het is tijd, het is zover. Een laatste keer kijken in haar mooie groene ogen. Een laatste keer face to face naar haar luisteren. Naar mijn muze, mijn inspiratie, mijn verdriet. Het afscheid is snel en intens. Voor een laatste keer snuif ik haar heerlijke geur. De aroma's vullen mijn neusgaten. Ik geraak weer bedwelmd. Mijn blonde droom vertrekt weer. Niet wetende wat er op haar wacht in mijn gesloten locker. Het is vrijdag drie februari. Het is middag. Mijn hart is zwaar, mijn gedachten zwart en mijn maag leeg. Tijd om te eten. Mijn lunchdate, en partner in crime sinds vele jaren, staat te wachten. Op mij? Of op de sigaretten die ik mee heb? Allicht op de 33ers die we gaan drinken. Misschien de drie? Wie weet... Met mijn droom in mijn hoofd en hart bestel ik eerst mijn drank alvorens mijn eten. Heb toch nog drie uur... Drie uur nog voor het grote avontuur begint. Snel nog een croque monsieur (of zoals ik ooit ergens las: een knabbelmeneer) achter mijn kiezen steken, doorspoelen met de laatste deftige pintjes in weken. Het is zover. “Conte Partiro” zong de Blinde Andrea. Ik kan het niet beter verwoorden. Voor de laatste keer de torens binnen om mijn rugzak op te pikken. De collega's zijn hun beker gaan vullen bij Jeff. Ze komen tesamen met mij bij de liften. Het zware hart is terug. Het afscheid is nakende. En in groep gaan we naar buiten. Nog een laatste sigaret. Adieu torens, adieu collega's. This is it.

De hoop mijn muze, mijn liefde, mijn blonde inspiratie nog snel te zien, vervaagt met de minuut. De zwarte gedachten zijn er weer. Tijd om te vertrekken. Een kus hier, een knuffel daar en op weg naar de bus. Adiamo, on y va. Next step: Milano! De gedachte blijft in mijn hoofd. Is dit afscheid definitief? Is dit de start van iets nieuws en mooi? Het einde van een zwart hoofdstuk? Ga ik hen nog zien? Wil ik hen nog zien? Wil ik hààr nog zien? Zij, mijn muze, mijn liefde, mijn hart, mijn pijn?

Het is vandaag vrijdag drie februari. Het is drie uur in de namiddag. Mijn avontuur begint aan de voet van de torens, in bus zestien, raam vierendertig.



0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
04-02-2017, 00:00 geschreven door Reis door Italie  
Reacties (0)
Inhoud blog
  • Siena, deel 2
  • Siena, deel 1
  • Op weg naar Siena
  • Het vertrek uit Firenze
  • Fiesole
  • Firenze: Valentijnsdag
  • Firenze: aankomst en maandag 13 februari
  • Modena
  • Op weg naar Modena
  • Bologna
  • Vicenza
  • Padova
  • De Busrit
  • Het Afscheid

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs