U vraagt zich wellicht af waarom ik niet gewoon mijn columns ben blijven plaatsen, na die vorige. Wederom is het antwoord simpel: het blad waarvoor ik de column schreef is op de fles en opgedoekt, met als gevolg dat er ook geen personeel meer was om mijn column terug te geven. Ik besef ook terdege dat hij inmiddels onwijs gedateerd is, maar ik wil hem mijn trouwe internetvolgers toch niet onthouden. Hij was bedoelt voor de uitgave van maart, dat moet ik wel nog even duidelijk maken!
Ik ben niet het soort persoon dat huiden verkoopt voordat er beren geschoten zijn, maar ik hoop dat ik mag stellen dat deze weerzinwekkende winter zijn einde genaderd is. In vorige winters zorgde ik bij ijzige sneeuw en kou, dat ik voldoende van alles in huis had en bleef ik binnen tot het weer beter was. Daar word je uiteindelijk niet vrolijker van en bovendien zou dat dit jaar ruim drie maanden binnen zitten hebben betekend.
Nee, dit jaar heb ik iedere dag schuifelend, glijdend, vallend en vloekend de weg naar mijn werk gevonden. In de serene stilte van het boekenhok kwam ik weer tot rust en vergat ik de winter door weg te dromen naar exotische eilanden als dat van Robinson Crusoe, Het Schateiland van R.L. Stephenson of het eiland waar Lord of the Flies van William Golding zich afspeelt. Het hoeft niet persé exotisch te zijn; ook Zomerhitte van Jan Wolkers of Ongedroomde Zomermaanden van Cees van Roosmalen voerden mij in gedachten naar de komende zomer.
En als dat alles nog niet hielp, relativeerde ik dat door te denken aan de kou die Alexander Solzjenitsyn te verduren had in de Goelagarchipel of de hele situatie rondom Holden Caulfield, zwervend door een winters New York in Catcher in the Rye.
Zo ben ik deze winter energieker, vrolijker en geïnspireerder doorgekomen dan menig kwakkelwinter in voorbijgaande jaren! Toch ben ik erg blij dat het weer zomer wordt en ik heb nu al weer zin om met een goed boek lekker in park in het zonnetje te gaan zitten lezen!