Inhoud blog
  • Onze Lieve Vrouw van Lebbeke
  • Eerbetoon aan Hugo Claus
  • Een vaalwitte Kerst
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Tales tales tales
    A story a day keeps the doctor away
    18-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onze Lieve Vrouw van Lebbeke

    Kattenmoeder, dat is het woord waarmee ik dit eerder bizarre relaas wil aanvangen van mijn recente ontmoeting met een Frans medium, een vrouw die zich aan toekomstvoorspellingen waagt, die beweert te kunnen communiceren met de zielen van dierbare overledenen, in mijn geval de ziel van wijlen mijn moeder, en die binnen de paranormale kringen van haar land, zoals de door journalist Stéphane Allix opgerichte INREES ofte “Institut de Recherche sur les Expériences Extraordinaires”, respect en aandacht en aanzien te beurt valt. 


    Kattenmoeder. Voor zover ik me herinner hebben er in het herenhuis met grote tuin te Tongerlo dat ik tot op mijn achttiende samen met mijn ouders, grotere zus en broer heb bewoond steeds katten rondgelopen, katers, kattinnen, zwart, ros, lapjeskatten, het Zorro-type, doch vooral tijgerkatten. “Ons” Molly was zo’n tijgerkattin, geboren in de lente van het jaar1972 en in de zomer van 1985 samen met twee van haar dochters van de ene dag op de andere verdwenen. Wellicht zijn ze alledrie vergiftigd geweest door een vijand van ons in de straat, een duivenmelker.


    Vermits ze nooit is gesteriliseerd geweest en er katers in overvloed rondzwierven in onze buurt, had Molly een gemiddelde van twee worpen per jaar, variërend van drie tot zes blinde baby katjes. Sentimenteel is mijn moeder nooit geweest: nu en dan mocht Molly één welpje uit haar worp houden om ons later in onze tuin en in ons huis gezelschap te houden of om na zes weken zogen van de moeder gehaald te worden en aan een dorpsgenoot geschonken te worden, maar de rest van al die worpen werd al even onmiddellijk als onherroepelijk in de beerput gedumpt. Dit was nu eenmaal de dorpsmentaliteit, en van dierenbescherming was er nog geen sprake.


    Een kattenmoeder dus. Ik hoor het wijlen mijn moeder me nog vertellen hoe Molly volgens haar blijkbaar steeds opgelucht was en in de tuin begon rond te springen en dartelen wanneer ze van haar pasgeboren worp was verlost en er niet meer naar hoefde om te kijken. Of dit waar was of niet laat ik in het midden, maar feit is wel dat in de Oost-Vlaamse dialecten, zoals dat van mijn moeders dorp Lebbeke, volgens mijn opzoekingen de uitdrukking “kattenmoeder” de volgende definitie krijgt:  een vrouw die met regelmaat haar kinderen aan hun lot overlaat...


    Inderdaad, als kind heeft mijn moeder me vaak aan mijn lot overgelaten en me slechte gewoonten aangeleerd. Als een jongetje van zes of zeven moest ik al haar zware bieren in de kelder gaan halen en inschenken terwijl zij lui voor de televisie de ene sigaret na de andere zat te roken. Als ik geen boodschappen deed kwam er geen eten op tafel. En vanaf mijn tiende heeft ze mij, zoals mijn oudere broer en zus, een streng internaat ingestuurd om tijdens de weekdagen van ons verlost te zijn.


    Dit is allemaal verleden tijd, op het tijdstip van dit relaas is het ondertussen anderhalf jaar geleden dat mijn moeder er op haar tweeëntachtigste het bijltje heeft bij neergelegd. De laatste vijftien jaren van haar bestaan zijn een hellevaart geweest, met haar man die haar genadeloos heeft in de steek gelaten, haar dochter die het bloed vanonder haar nagels heeft getergd, en steeds meer opnames in ziekenhuizen en uiteindelijk, de laatste twee jaren, in een rusthuis nadat een beroerte haar rechterarm had verlamd.


    Hoewel ik volgens mijn psychiater na een dergelijke kindertijd geen enkele verplichting meer had tegenover mijn bejaarde moeder, ben ik steeds van haar blijven houden en heb ik haar nooit aan haar lot overgelaten. Misschien had ik haar wat vaker een bezoekje kunnen brengen, maar op de momenten dat ze me nodig had, inclusief de nacht van haar heengaan, heeft ze steeds op me kunnen rekenen. 


    Dit is zoals gezegd nu allemaal verleden tijd, en elke dag sinds haar overlijden moet ik meer en meer tot het besluit komen dat ik erg veel op haar lijk en dat ze er, wellicht ten dele onbewust, voor gezorgd heeft dat ik thans, op mijn vijfenvijftigste, de man geworden ben die ik ben: kinderloos, geen poenschepper, maar iemand die -vergeeft u me mijn verwaandheid- kan terugblikken op een leven dat met zijn exotische liefdeshistories en een omvangrijk literair oeuvre precies samenvalt met het leven waarvan hij als kind had gedroomd. Geen aanstellerige bv dus, maar een authentiek verteller die steeds trouw aan zichzelf is gebleven.


    Sinds de dag van haar overlijden voel ik vaak de aanwezigheid van mijn moeder rondom me. Ze spookt ook nog erg vaak door mijn gedachten. Ik heb de indruk dat ze haar weg aan het vinden is hierboven. Doch haar hulp wil ik zeker niet inroepen, daarvoor moet ze zelf nog met te veel dingen in het reine komen in dit “hierboven”. Met de idee om haar geest op te roepen speel ik evenmin, tot op de dag dat...


    ...tot op de dag dat ik een wat bevreemdend Frans boek lees omtrent een man die met zijn overleden vader in contact wil komen en hiertoe mediums raadpleegt. Ik lees het boek in één ruk uit. Bezoek hierna het webstek van één van deze dames die beweert na een bijna-dood-ervaring te hebben gehad boodschappen van dierbare overledenen aan hun nabestaanden te kunnen opvangen en doorgeven. Ze blijkt eerstdaags onder andere lezingen te komen geven in mijn Belgische Mons ofte Bergen. Haar tarieven voor een privé consultatie van een uur zijn schappelijk.


    Ik maak een afspraak. Ze verzoekt me foto’s en/of voorwerpen mee te brengen van de overleden personen met wie ik wil dat ze in contact treedt. En zo, ik reis op een winterse namiddag naar Mons af met een fotootje van mijn overleden broer Guy en mijn moeder Jeanne, alsook mijn vergeelde bidprentje van Onze Lieve Vrouw van Lebbeke, zoals gezegd het dorp waar mijn moeder is opgegroeid, en dat ik me er in de parochiekerk bij het aansteken van een kaars ter nagedachtenis aan mijn grootouders met een inworp van twintig Belgische frank in het missiebusje heb aangeschaft in de late jaren negentig. 


    Nu, achteraf bekeken, vraag ik me nog steeds af waarom ik mijn medium in Godsnaam dat bidprentje heb getoond: als katholiek beschouw ik me sinds mijn besnijdenis al lang niet meer, mijn moeder heeft in haar latere leven gans de historie rond Jezus, Jozef en Maria als onzin afgedaan, en eens gehuwd heeft ze trouwens Lebbeke en haar ouders aldaar ingeruild voor het Kempense Tongerlo en haar eigen gezin. Wil ik onbewust misschien dat het medium in het “Lebbeekse” verleden van mijn moeder gaat graven om misschien trauma’s op te sporen die haar getekend hebben en haar doen uitgroeien hebben tot de “kattenmoeder” die ze in haar volwassen leven is geworden?


    Trauma’s. In mijn kindertijd heeft mijn moeder me nu en dan terloops over haar trauma’s gepraat, met als geboortejaar 1931 heeft ze in hààr kindertijd immers de Tweede Wereldoorlog aan der lijve meegemaakt, hoewel ze steeds heeft beweerd nooit honger te hebben geleden of nachtmerries te hebben opgelopen van bomalarmen en schuilkelders.


    Wat ze wel nooit heeft kunnen vergeten is de akelige klank van de nagels in de kamer naast haar waarmee men de doodkist van haar grootvader heeft dichtgenageld, een vriendinnetje dat op twaalfjarige leeftijd aan de “krop” is gestorven, een thans uitgeroeide ziekte die de keelholte in een mum van tijd doet opzwellen zodat het slachtoffer verstikt, en, tijdens de oorlog, een flamingant en collaborateur die door iemand van het verzet is doodgeschoten geweest op nauwelijks tien meter afstand van haar. De vader van mijn moeder was namelijk een flamingant die wou dat zijn dochter deelnam aan de activiteiten van allerlei Vlaamsche jeugdbewegingen en die na de oorlog hierdoor ook valselijk is beticht geweest van collaboratie en enkele maandjes in den bak heeft gesleten.


    Ik vermoed dat het door deze traumatische ervaring is, alsook natuurlijk door het feit dat ze van haar dertiende tot haar achttiende op kostschool heeft gezeten in een voornamelijk Franstalig instituut te Laken, dat mijn moeder steeds een min of meer grondige afkeer heeft gehad voor alles wat een beetje té Vlaams was. Ze las in het Frans. Ze keek naar de Franstalige televisiezenders. En, elegant als ze altijd is geweest, volgde ze de Franse mode.


    Min of meer bewust heeft ze me als het onschuldige kind dat ik toen nog was al weg proberen te houden van al die té Vlaamse, of erger nog , Nederlandse invloeden. Ze was er helemaal niet mee opgezet wanneer ik naar Nederlandse programma’s zoals “Stuif es in” keek. Tijdens onze vakanties in Franstalige contreien deed ze me in de taal van Voltaire de boodschappen doen en las ik de strips van Walt Disney in het Frans -en ook wel “Salut les copains”, met de blote poepen van Michel Polnareff en John Lennon. En wat muziek betreft, God, de meest zeemzoete Franse liedjes waren welkom op mijn platenspeler, tegen Engelse groepen als The Sweet of Mud of Slade had ze geen enkel bezwaar, maar Micha Mara of Will Tura of Jimmy Frey of Joe Harris, die kwamen bij ons nu eens echt niet binnen!


    En dan ook religie. Als de vrouw van een notabele moest mijn moeder natuurlijk elke zondag haar gezicht -en nieuwe kleren!- laten zien tijdens de Hoogmis in de parochiekerk van Tongerlo. Verder gingen haar godsdienstige gevoelens niet, zeker geen kaarsjes aansteken bij het beeldje van een Onze Lieve Vrouw bijvoorbeeld, of een medaille om de hals dragen met de beeltenis van de Heilige Maagd op, en wat de Bijbel betreft, tja, ze verkoos als lectuur hierboven het meer moderne “De kracht van het positieve denken”...


    Ik had als kind een goede stem. Ik zong elke zondag tijdens de vroegmis in het knapenkoor. Nooit is mijn moeder naar me komen luisteren. En ze had het gewoon niet graag wanneer ze me bijvoorbeeld “Lieve Vrouwe van ons Land” of “Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen” hoorde repeteren thuis. Daar was wellicht een reden voor. En zoals gezegd was mijn moeder als kattenmoeder niet echt het evenbeeld van een zorgzame Madonna...


    Het medium in Mons. Ze luistert naar de naam Florence Hubert. Ze ontvangt me in een stemmig ingericht vertrek met bureau in het huis van één van haar kennissen in de stad. Ze moet qua leeftijd de vijftig naderen. Ze heeft halflang zwart haar en donkere ogen. Echt zenuwachtig is haar gedrag niet, maar ze gesticuleert wel veel en onderbreekt zichzelf vaak. Onsamenhangend is haar relaas echter geenszins, integendeel, haar “invallen” omtrent mijn familie en mezelf zijn verrassend accuraat en doen me terugreizen in mijn verleden.


    Hoe ga ik deze consultatie met voornoemd medium Florence Hubert op een ordentelijke manier condenseren op papier? Ik ga het hier liever niet meer hebben over al die ellende rond mijn broer en moeder die Florence feilloos weet te capteren, maar eerder over het bidprentje van Onze Lieve Vrouw van Lebbeke waarin ze menige vibraties voelt en dat haar voor de duur van een twintigtal minuten tot een heuse spraakwaterval omtovert. Ik vertel haar bevindingen omtrent dit bidprentje hieronder met mijn eigen woorden.


    “Mijn moeder wordt in 1943 twaalf jaar, het is oorlog. Ze is het enige kind van Victoria en Maurice. Victoria is een eenvoudige huisvrouw, erg kuis en preuts en devoot en bangelijk katholiek, met als enige zonde een goede eetlust en een uitgesproken voorkeur voor gebakjes. Maurice is een eenvoudig leraar in de lagere school te Lebbeke, een overtuigd flamingant die zich overdreven druk maakt omtrent het onrecht en de politieke situatie in België en Vlaanderen, en die net als ik thans, zijn genegen kleinkind, veel rookt en drinkt.


    In tegenstelling tot deze eenvoudige ouders van haar heeft mijn moeder zaliger als kind reeds een ingeboren charme en elegantie die ze in haar latere leven steeds in haar voordeel zal kunnen aanwenden, en is ze bijzonder intelligent en taalvaardig. Als twaalfjarige kan ze deze kwaliteiten voorlopig nog niet ontplooien en blijft ze het kind van haar ouders, een vroom katholiek meisje en aanhangster van de Vlaamse Beweging.


    “Nooit meer oorlog” hopen de inwoners van Lebbeke bij de Wapenstilstand  op 11 november 1918. De vader van mijn moeder is dan net dertien geworden, mijn moeders moeder elf. Beiden hebben ze oudere broers verloren tijdens het wereldconflict. In 1943 is het sinds drie jaar wederom oorlog in Lebbeke. Men bidt. Men gaat naar de kerk. Men roept de hulp in van Onze Lieve Vrouw van Lebbeke...


    Men plant een stoet tere ere van Onze Lieve Vrouw door de straten van Lebbeke in mei, de Mariamaand, met een optocht van al de gelovige parochianen, zusters en broeders en nonnetjes en paters, vendelzwaaiers, een koor dat “Lieve Vrouwe van ons Land” en “Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen” zal zingen, en een praalwagen met een meisje op, gekleed als het Onze Lieve Vrouwbeeld in de kerk van Lebbeke.


    Kandidaatjes om hoog op de praalwagen als de Heilige Maagd plaats te nemen zijn de Lebbeekse maagdjes die dat jaar eveneens in mei hun Plechtige Communie zullen vieren, de twaalfjarige meisjes, waaronder mijn moeder, van het laatste leerjaartje van de lagere school.


    Mijn moeder Jeanne en een zekere Emma zijn de twee mooiste meisjes van het klasje, en voorlopig zijn ze ook de twee beste vriendinnetjes in datzelfde klasje. Tot het duidelijk wordt dat slechts één van hen spoedig in de rijkelijke gewaden van Onze Lieve Vrouw zal gestoken worden om hoog boven de straten door de meest bonkige jongemannen van het dorp op een praalwagen voortgetrokken te zullen worden. De twee vriendinnetjes worden rivalen. Emma haalt het op mijn moeder Jeanne...


    Mijn moeder komt huilend thuis. Ze vindt van zichzelf dat ze veel meer godsvruchtig, vroom, kuis is dan Emma, dat ze de regels van Vasten en Advent beter naleeft dan haar en dat ze meer weesgegroetjes en onzevadertjes bidt dan Emma  met haar rozenkransje en paternostertje. Hoe kan de échte Heilige Maagd toch zo gemeen zijn? 


    Jeannes moeder, wijlen mijn grootmoeder, is heimelijk opgelucht, ze wil niet dat haar enige dochtertje wat te veel in de belangstelling staat en misschien kapsones zal kunnen krijgen. De vader van Jeanne, wijlen mijn grootvader, troost haar door te zeggen dat het een kwestie van politiek is: Emma’s ouders zijn nu eenmaal rijker en belangrijker in het dorp. Vanaf dat moment zweert mijn moeder Jeanne dat ze later ook rijk en belangrijk zal zijn, zo mogelijk door met een rijk en belangrijk man te trouwen. Het zal een heuse notaris worden...


    De stoet. De optocht! Bloemen overal! Het is een prachtige zondag in mei. Er is een grote volkstoeloop, op het plein voor de parochiekerk vanwaar de stoet zal vertrekken, op de stoepen in de nabije straten. Deze stoet en de gezamenlijke gebeden van de dorpelingen tot hun Onze Lieve Vrouw zullen hen behoeden voor het ergste en spoedig een eind maken aan deze wreedaardige oorlog!


    Emma troont hoog op de praalwagen als een “Lieve Vrouwe van ons land, met uw kroon of sleep van kant, en getorst door ruwe hand langs de vlakke wegen”. De vlakke wegen in kwestie hier zijn de straten van het Oost-Vlaamse dorp Lebbeke. De praalwagen is hoog. In die tijd worden de woningen nog van elektriciteit voorzien door elektriciteitskabels en -palen. De praalwagen is inderdaad hoog. In een straat, de naam wordt niet vernoemd, stoot Emma als de Heilige Maagd met haar maagdelijke voorhoofdje tegen zo’n hangende stroomkabel. Ze wordt geëlektrocuteerd. Ze is op slag dood.” 


    Dit is in mijn eigen bewoordingen één van de feiten die de geest van wijlen mijn moeder aan medium Florence Hubert doorgeeft en dat deze me in een lichte staat van trance meedeelt. Andere traumatiserende feiten die de geest van wijlen mijn moeder nog aanhaalt zijn onder andere de flamingant en collaborateur die op nauwelijks tien meter afstand van haar door een man van de verzetsbeweging wordt doodgeschoten. En dan is er natuurlijk de dood van haar eerstgeboren zoon, veel veel later.


    Het is laat op de avond, ik ben terug van Mons en zit aan de keukentafel in mijn Brusselse appartement. Ik denk na over mijn séance met medium Florence Hubert. Ik wil niet al te vlug conclusies trekken. Omtrent mijn moeders afkeer van flaminganten bijvoorbeeld. Over haar dorst naar geld en status. Over haar afkeer van wat ze steeds als “de katholieke actie” heeft bestempeld, en nonnetjes en broeders en paters en opzichtige vroomheid. Is mijn moeder getuige geweest van Emma’s ongeluk? Hoe heeft ze zich hierbij gevoeld? Is ze door een wending van het Lot aan de dood ontsnapt? En komt hoogmoed -in dit geval in de vorm van een hoogmoedige praalwagen- uiteindelijk ten val?


    Enkele weken later maak ik een afspraak met de dorpsarchivaris van Lebbeke. In mijn e-mail vertel ik hem niets echt concreets, ik zeg hem gewoon dat ik wat opzoekwerk wil verrichten rond mijn grootouders die woonachtig waren in de Koning Albert I straat. Ik wil hem de waarheid omtrent de dood van een zeker meisje Emma op de man af vragen, en daarna op het kerkhof misschien haar graf gaan opsporen. En een bloemetje leggen op het graf van mijn grootouders.


    Op de namiddag van mijn afspraak met de archivaris neem ik vanuit Brussel-Noord de stoptrein naar Dendermonde. De voorlaatste halte van deze boemeltrein is Lebbeke. Het is hels weer, wind, buien, dreigende wolken. Ik ben wat zenuwachtig. Heb zin in een sigaret. Maar in de Belgische treinen mag sinds lang niet meer gerookt worden. Doorheen het vensterraam kijk ik naar de vlakke wegen in de regen van Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen.


    De trein komt tot stilstand in het stationnetje van Lebbeke. Ik stap uit. Het regent pijpenstelen. Ik ga vlug schuilen onder het afdak van het stationsgebouw en steek vlug een sigaretje op. De trein vertrekt weer. 


    Doch dan, terwijl ik wellustig de rook van mijn sigaret inadem, dan gebeurt er iets dat me met angst en terreur vervult, luistert u maar! Een bliksem slaat op een tiental meter van me in op een stroompaal van het treinnetwerk, een stroomkabel breekt af en valt op een aantal meter van mijn voeten op het natte perron, vonkend, sissend en kronkelend als een slang. Ik heb schrik geëlektrocuteerd te zullen worden en deins achteruit. Op het waarschuwingsbord tegen de muur achter me staat natuurlijk te lezen dat het wegens levensgevaar ten strengste verboden is lange voorwerpen zoals vishengels tegen de stroomkabels te houden of deze aan te raken als ze afgebroken op de grond liggen. “Emma?” stamel ik onwillekeurig.


    Door de regen spoed ik me naar een stationscafé even verder. Ik ben erg bang. Met een tekstberichtje op mijn draagbaar telefoontje annuleer ik mijn afspraak met de archivaris van Lebbeke “wegens ziekte”. Ik zal nooit meer van hem horen. Ik drink een koffie. Ondertussen wordt de schade aangericht door de blikseminslag gerepareerd. Ik wacht op de eerste trein terug naar Brussel.


    Die avond zit ik weer in mijn keukentje in mijn Brussels appartement. Het menselijk brein heeft de neiging verbanden te leggen waar er misschien geen zijn. Die afgesprongen stroomdraad die vlak voor mijn voeten op het perron van het station van Lebbeke belandt, is het een teken dat de ziel van wijlen Emma met rust gelaten wil worden? Ik haal even diep adem. Misschien ga ik ooit de waarheid omtrent het relaas van medium Florence Hubert en maagdje Emma trachten te achterhalen. Ooit, zeg ik, maar niet nu, misschien is het verkieslijker dat ik me voorlopig op andere dingen concentreer...



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 04/05-10/05 2015
  • 28/01-03/02 2013
  • 12/12-18/12 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 08/06-14/06 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs