Ook pagina 49 in het werkboek moesten we nog afwerken. Hier vlug de correctie.
1. ego ablatief sine + ablatief Hij keert nooit terug zonder mij. Onthous dat 'me' twee naamvallen kan aanduiden: accusatief en ablatief.
2. tu de + abl. Wat hoor ik over jou, Marcus? acc. en abl.
3. vos datief en ablatief omdat het een BWB na een vz. is Zonder jullie is mijn leven geen echt leven. nobis
4. nobis en het voorzetsel cum Het voorzetsel cum wordt altijd vastgemaakt achter het persoonlijk voornaamwoord! Kom met ons. mecum = met mij tecum= met jou vobiscum = met jullie
Besluit: de ablatief van ego = me nos = nobis tu = te vos = vobis
(Een overzicht van de voornaamwoorden vind je in mansio secunda... dit is een tip voor de toets ;-) ).
Nu de correctie van p.54 en 55 in het werkboek (over de aanwijzende voornaamwoorden).
1. - dit hier - dat daar - Centiem prijst deze slaven, maar waarschuwt die daar. - acc.m.mv. bijgesteld servos
2. nom.m.enk. - bijv. - zelfst. - Deze jongen is de zoon van Centiem, die (daar) is een slaaf.
3. nom. en acc. - het werkwoord staat in het meervoud - zelfstandig geen dominant in onz.enk.ernaast - hoc zelfstandig gebruikt = 'het volgende' - De slaven vertellen aan de buren het volgende: 'Ewald is een heel goede slaaf!'
4. - zelfstandig Geen dominant ernaast met zelfde naamval, geslacht en getal - nom.vr.enk., nom.o.mv., acc.o.mv. - acc.o.mv. - haec zelfstandig gebruikt = 'het volgende' - Herman vertelt het volgende aan zijn vrienden: 'Ewald is een heel goede slaaf. Maar hij slaapt altijd en overal.'
5. - Ille heeft soms de betekenis van 'die gemene'. Ille drukt soms bewondering uit: 'die bekende, die beroemde'. - Die gemene meester bemin ik niet, maar die beroemde/bekende is een zeer goede man.
In de bijlage hieronder vind je nog de correctiesleutel van mansio secunda. Op die manier kan je nog zoveel oefeningen maken als je wil deze of volgende week.