1.Vul de juiste functies aan. Opgelet:
je moet nu nog niet de hele verantwoording geven! Je kan kiezen uit: bijg.adj.(1),
NWD van het gezegde (2), ond. (3), LV (4), pv (5) of MV (6).
1.Centesimus durus dominus est. Centiem is een strenge meester.1
2.Servae abeunt.Deslavinnen gaan weg.3
3.Centesimus aurum habet.Centiem heeft goud.4
4.Pericula sentit.Hij/zij voelt gevaren.4
5.Laeta sum.Ik
ben blij!2
6.Pulchra dona mihi dat.Hij/zij
geeft aan mij mooie geschenken.6
7.Vos non exspectamus.Ze
verwachten jullie niet.4
2.Geef het juiste controlevraagje en de
juiste functie.
1.Petra adest.Wie is aanwezig?Ond.
2.Linum non
reperio.Wie vind ik niet?LV
3.Dona nobis
dat.Wat geeft hij/zij aan ons?LV
4.Pueros audiunt.Wie horen ze?LV
5.Centesimus
est durus. Wat is
Centiem?NWDG
6.Dominae
nostrae sunt laetae.Wat zijn onze meesteressen?NWDG