Ik kan jullie met veel plezier aankondigen dat het derde trimester zal starten! Jullie eerste jaar zit er bijna op en eerlijk gezegd, ik ben heel blij over jullie inzet en enthousiasme. Ik ben er zeker van dat jullie dat nog enkele weken volhouden. We zullen ook starten met een achttal lessen Grieks om te kijken of jullie dat leuk vinden (de meeste leerlingen vinden dat leuk omdat het alfabet uit andere tekens bestaat dan bij ons alfabet).
In jullie mailbox van school vonden jullie een mailtje van mij voor de infodag. Ik zoek nog steeds leerlingen voor 20 mei. Mailen jullie terug?
1. In het Latijn schreven ze vroeger in plaats van de j de i. Dus in de ongeziene tekst zal je bijv. iubet zien staan, wat wil zeggen 'jubet' (hij/ze beveelt).
2. Als je aanwijzende of verwijzende voornaamwoorden moet verantwoorden, gelden dezelfde regels zoals anders. Kijk eerst naar de naamval. Overloop de mogelijkheden. Kies.
Bv.
Eum virum video. = Ik zie die man. eum: acc, bijg.adj. bij virum
Eum video. = Ik zie hem. eum: acc, LV bij video
Ad eum eo. = Ik ga naar hem. eum: acc, BWB na vz. ad bij ww. eo
3. se vertaal je als 'zich' en dat is een persoonlijk voornaamwoord, zie accolade in woordenlijst. Suus daarentegen is zoals meus, tuus, noster en vester een bezittelijk voornaamwoord 'zijn/haar/hun'.
Bv. Se videt.= Hij/Ze zie zich(zelf). Suum librum vident. = Ze zien hun boek.
Aandacht, aandacht... Het is dringend tijd om thuis oefeningen te hermaken. Studeer eerst de theorie en maak dan per deel een aantal oefeningen opnieuw. Begin hier op tijd aan! Zeker het laatste deel: de aanwijzende en verwijzende vnwn zijn heel moeilijk. Houd dat niet als het laatste!
Oefeningen: aanwijzende en verwijzende voornaamwoorden
A. Vertaal. Wat is het verschil tussen de
volgende twee zinnen?
1. Illum virum video.
2. Linus laetus est. Eum video.
(eum is de acc.enk. van is,ea,id)
B. Een mix van 3 voornaamwoorden... Linus haec narrat: 'Ibi istum virum
video... Id mihi mirum apparet.' - Vul
de vertaling aan: Linus
vertelt ......... : 'Ik zie daar ...... (slechte/goede --> schrap wat niet
past) man.
........
schijnt ......... vreemd.
-Hoeveel
voornaamwoorden staan er in de opgave? .................
-Geef een
aanwijzend voornaamwoord uit die zin: ....................
-In welke
naamval staat het persoonlijk voornaamwoord?...........
-Bepaal
naamval, geslacht en getal van het verwijzend voornaamwoord. ..................
C. Geef de juiste vorm.
(tip: idem is een samenstelling van is+dem, dus
je moet alleen het eerste deel verbuigen/veranderen)
1. acc.o.enk.idem: ...........................
2. gen.enk.ipse: .............................
3. dat.mv.hic: ..............................
4. nom.o.mv.is: ................................
5. acc.m.mv.idem: ...........................
Extra: plaats ernaast
om welk soort voornaamwoord het gaat... (=woordsoort).
(Geef gewoon
een lijst met nummers + oplossing) 'Haec'
en 'hoc' worden soms zelfstandig gebruikt (dit wil zeggen dat er geen
.............(1).............. staat met dezelfde naamval, geslacht en getal).
Als dit het geval is, kunnen we vlot vertalen met ...............(2)...................
De genitief bij aanwijzende voornaamwoorden eindigt op -......(3).......
of - ....(4).... . De datief bij de aanwijzende voornaamwoorden eindigt op -
......(5).....
Als een aanwijzend voornaamwoord bijvoeglijk is, dan heeft het altijd
als functie ..............(6).................
............(7)........... wil zeggen die/dat daar bij jou en
..................(8)............. wil zeggen die/dat daar bij hem/haar.
...............(9).............. drukt een positief gevoel uit (bijv.
bewondering) en .................(10)............ drukt een negatief gevoel uit
(bijv. gemene).
Op het einde van volgende week (dus de eerste zondag van de krokusvakantie) ga ik kijken wie er allemaal gereageerd heeft op dit bericht. De klas die het meest personen heeft (die gereageerd hebben op dit bericht), wint! Je mag (per persoon) maximaal één keer reageren op dit bericht. Speel het spel eerlijk. (Maar je mag natuurlijk via Facebook of sms bijvoorbeeld je klasgenoten aanmoedigen.)
Opgelet: tijdens de les Latijn zal ik hier niet over spreken, dus het hangt volledig af van jullie.
Spannend! Eens kijken welke klas van deze site eigenlijk gebruik maakt, want Suzanne heeft gelijk: als ik hier zoveel tijd in steek en niemand kijkt... dan is het eigenlijk de moeite niet hé.
Ken je nog zo'n twijfelgevallen? Zo ja, plaats ze als reactie op deze site.
Wie kan trouwens de werkwoorden opsommen van de vijfde vervoeging (= de werkwoorden die eindigen op een korte -ere en in de tweede kolom eindigen op -io)?
Op de volgende link kan je zien waar de andere mensen wonen met dezelfde familienaam + hoeveel er zijn in België met dezelfde familienaam. http://www.familienaam.be/
Tip: maak een lijstje met voorzetsels zodat je weet welk voorzetsel + acc. is en welk voorzetsel + abl. Even testen. Plaats erbij +acc. of +abl. en geef de vertaling.
praeter sine sub post apud de inter in cum ante pro ob propter
Onderstreep de bijvoeglijke bepalingen (= BVB's = bepalingen die bijvoeglijk zijn bij een substantief) en trek een pijltje naar de dominant (of: typ de dominant naast het zinnetje.) De vertaling mag je ook altijd typen.
1. Amici tui dominae meae donum da!
2. Servi vestri cottidie miseri sunt.
3. Amicae meae pater numquam me invitat.
Extra vraagjes: - Splits in zinsdelen! (Let op, een genitief is altijd slechts een stukje van een zinsdeel.) - Benoem de functies van de zinsdelen. - Wat is de dominant van... a. een onderwerp? b. een van-bepaling? c. een lijdend voorwerp? d. een meewerkend voorwerp? e. een NWDG? f. een datief van voor- of nadeel? g. een aanspreking? h. een bijg.adj.? - Plaats bij de oefening hierboven (in verband met de dominant) de naamval die je verwacht bij deze functies.