Bij de vorming van de conditionnel présent kijken we naar de futur simple.
we vertrekken namelijk van dezelfde basis - de infinitief van het werkwoord (uiteraard voor de regelmatige werkwoorden) en voegen daar de uitgangen van de conditionnel aan toe en deze zijn dezelfde als deze van de imparfait - namelijk - ais ais ait ions iez en aient.
uiteraard hebben we onze lijst van onregelmatige werkwoorden waar we niet vertrekken van de infinitief maar van de specifieke vorm eigen aan dat onregelmatig werkwoord maar eens gevonden plakken we hier onze zelfde uitgangen aan vast
Toch nog even wat verduidelijking wanneer we nu specifiek deze conditionnel présent gaan gebruiken
Phrase conditionnelle avec si + imparfait (zin die bepaalde voorwaarde uitdrukt)
vb Si j'étais libre, j'irais voir mes amis.
Elle serait heureuse si elle pouvait réaliser son rêve
Si + imparfait - - er volgt altijd een conditionnel présent
Nooit een conditionnel gebruiken après SI (als het gaat om voorwaarde)
L'interrogation indirecte
Il a demandé : "Est-ce qu'elle partira demain?"
Il a demandé si elle partirait demain (dit is niet si in dezelfde betekenis als het vorige voorbeeld - hier kan je wel een conditionnel présent gebruiken)
Une action supposée
dit is een mogelijke actie zonder het gebruik van "si"
vb Il pourrait encore le faire.
Ce serait une folie de le faire
Atténuer (verzachten, vriendelijker vragen ) une demande, un conseil, un désir
met het gebruik van de werkwoorden vouloir pouvoir devoir falloir
vb Je voudrais vous poser une question
Tu devrais le faire toi-même
Pourriez-vous m'indiquer le chemin?
(conditionnel de politesse)
|