Nog iets
meer dan twee weken resten ons. Wat gaat de tijd snel. En si Dios quiere (zo
beëindigen de Dominicanen elke zin die over de toekomst gaat, als God het
wil) hopen we dat onze laatste dagen nog even goed verlopen!

We voelen
ons ondertussen aplataneado, ingeburgerd (voor de taalliefhebbers : platanos
zijn de bakbananen; dus wie de bakbanaan beheerst, is aardig op de hoogte van
wat leeft)! We zijn écht opgenomen in het lokale Dominicaanse team. Dat maakt
ons blij. Door te leven onder - en vaak zoals de mensen, leer je de echte
cultuur kennen.
Dat brengt
voor de Europeaan in ons natuurlijk een mengeling aan gevoelens met zich mee. De
nieuwsgierigheid naar het nieuwe, wat aantrekt , de tropische begroeiing en
ongelooflijke flavour in het fruit, het zuiderse Spaans, de dagelijkse inzet in
de dorpen en omgang met het team.



Anderzijds is
de achtergrond van de dagelijkse struggle for life toch harder. Zoals het niet evidente
klimaat van het regenseizoen vergezeld van een (alweer) bonte fauna, muggen met
besmettelijke ziekten, vogelspinnen in het huis, kevers, salamanders, ratten. Twee
hongerige, tamgemaakte magere katten steken ons gelukkig een handje toe.

Maar het is
toch echt heel interessant om ondergedompeld in een andere cultuur te leven. Dat
is moeilijk onder woorden te brengen. Een goede kernbeschrijving is wellicht :
alles gebeurt gewoon zoals het komt en si Dios quiere! Enkele illustraties om
je in de cultuur in te leven.
Als
Europeaan kunnen we ons niet voorstellen hoe mensen wonen. Een voorbeeld van
hier bij ons in Santiago en Loma de Cabrera, de meer bewoonde wereld dus. Een
van de leden van het team (iemand met inkomen!). Woont in een huisje, niet veel
groter dan 25-30 m²,
met vrouw en kinderen. Twee wanden uit steen, de andere twee uit houten
planken, asymmetrisch op elkaar geslagen met spleten en gaten. Boven op het
huis een golfplaten dak (eveneens met spleten en gaten; de verstandige bloglezer
slikt inderdaad bij de gedachte aan het tropische regenseizoen : een bakoven dus
met regenwater). Binnenin een betonnen vloer en wanden die niet reiken tot aan
het dak, er is zitruimte (uiteraard met (ruis-)TV!) en keukentje, en twee
slaapkamers (de kinderen slapen samen in een twijfelaar), geen (kleer-)kasten
te bespeuren. Kippen rond en vaak in het huis. Luide merengue-muziek op straat
en in voorbijrijdende autos. De was wordt met de hand gedaan. Dagelijks wordt
gepoetst met water om de strijd met de insecten aan te binden.

De wekelijkse
markt in Dajabon, de grensstad met Haïti, is een echte belevenis. Een drukte
van jewelste. Honderden Haïtiaanse verkopers en kraampjes, uitgespreid op de
grond. Wie dacht hier enkel groenten en fruit te vinden of wie dacht dat
donaties en giften voor ontwikkelingslanden rechtstreeks naar de arme mensen
gaat, heeft het mis! Van einde en ver komen mensen naar hier, want
hier
worden tweedehands donatiegoederen door Frankrijk en de Verenigde Staten aan
Haïti geschonken door de arme Haïtianen doorverkocht aan de iets gegoedere Dominicanen!
Van schoenen tot babykledij, kookpotten tot parfum en nagellak, antibiotica en
morfine-achtigen tot afgedankte gsms. Alles ligt er voor het grijpen, in
duizendvoud. Hoe westerser je eruit ziet, hoe duurder de prijs! Henrike heeft
alvast al een kleedje gevonden voor de trouw van Kobe en Lies.
Afgelopen
zondag waren we op een barbecue-verjaardagsfeestje. Een barbecue is speciaal,
want vlees is niet evident. De kippen, s ochtends nog levend op de markt,
werden voor de barbecue geslacht, in hoogvlammend vuur op de rooster en quasi van
top tot teen opgegeten (tot het beendermerg toe). En niet te vergeten de
vettige varkenshuid en varkensstaart. Telkens als de fles frisdrank op was,
werd met de brommer een nieuwe gekocht in de winkel. Voor ons was speciaal een
fles Coca-Cola voorzien. We werden ook met fierheid getoond hoe de lokale Mofongo
wordt gemaakt : een mengsel van platanos, look en gefrituurde varkenshuid. Uiteraard
kregen we een heel bord opgeschept om te verorberen onder alle ogen ;-).
Smakelijk
We hebben enorm van het ontspannend feestje genoten. We voelen ons
echt gelukkig in het team.


Volgend
weekend trekken we weg naar de hoofdstad, Santo Domingo! Adios en misschien tot dan!
|