Onze lieve
Andreas ontpopt zich dag na dag tot de lokale held. Hij valt enorm in de smaak
bij de lokale bevolking op de Caraïben. Hij breekt het ijs en maakt onmiddellijk
contact met iedereen. Een gaaf, blank kindje verschijnt hier bijna nooit in de meer
bewoonde wereld, waar we op dit moment wonen. Bovendien doet er zich maar
zelden een gelegenheid voor om zon piepjong kindje te kunnen zien. En al zeker
niet in de kleine bergdorpjes waar we op consultatie gaan. Joselito, de
sympathieke lokale gezondheidswerker die steevast achter het stuur van de jeep
kruipt op de avontuurlijke wegen, heeft hier zijn vaste naam Andresito
ingevoerd. De kleine Andreas. Al valt Floristo, de kleine Floris, ook vaak te
horen. Andreas is hier een vrouwennaam en het is toch wel minstens grappig te
noemen dat blanken hun zoontje een vrouwennaam hebben gegeven.


Wanneer we
ergens verschijnen, hoor je overal het woord Americano
Americano
vallen.
Blank wordt automatisch gelijkgesteld met Amerika. Uiteraard proberen wij de
verwarring met onze sympathieke westerse vrienden onmiddellijk te ontkrachten. Amerikanen
krijgen hier de bijnaam Gringo, ietwat spottend genoemd naar de groengeklede
soldaten green die men hier maar liefst zo snel mogelijk weg wilde go in de
jaren 70. Andreas wordt dan vaak ook plagend Gringito, het kleine
Americaantje, genoemd. Hij laat het echter niet aan zijn hartje komen en lacht
verwonderd terug naar die breedlachtende witte tandenrij die zo contrastrijk
afsteekt in die donkere gezichten van alle mogelijke tinten bruin.





|