Zoals de traditie wil, nemen we in het pelgrimsoord een rustdag alvorens de Pyreneeën over te steken. Er zijn wel geen rovers meer maar vorig jaar is er nog een pelgrim doodgevroren omdat hij de sneeuwwaarschuwingen had genegeerd en het is nu ook koud en vochtig.
Vandaag is het juist een jaar geleden dat mijn vader, Louis Stappaerts, overleed en we hebben hiervoor een kaars aangestoken in de kerk. Hij was een goede vader.
Ook hebben we een kaars laten branden voor tante Connie en tante Nie die helaas overleden zijn.
De Basken dragen nog barets en hebben een geheimtaal, bijvoorbeeld stadhuis is herriko etxea. Wij hadden aan tafel geen geheimtaal want de meerderheid sprak Afrikaans en waren 34 uren onderweg om aan de Camino te beginnen. We zijn verbroederd en hebben beloofd om mekaar nog op te zoeken.
Deze morgen hebben we spek met eieren gebakken. We moesten zelf voor ons eten zorgen, maar er was een keuken voorzien. Onze medebewoner, een man van Parijs, was gewond aan zijn voet en moest terug naar huis. We reden via Orthez over de revier Pau naar Navarrenx waar de drie pelgrimsreizen samen komen. In taverne Saint-Jacques stond op de WC een wegwijzer naar Compostela nog 873 km. We reden verder naar Maulion-Licharre, een tweetalig Baskische stad met kasteel. Op een terras dronk ik een cola, gekoeld met 3 ijsblokjes wat snel uit, en even later werd ik er misselijk van. In die toestand begon ik aan de klim van onze eerste Pyreneeënpas, de Col d' Osquich. Halfweg stopte ik om te drinken en foto's te nemen van de mooie zichten. We konden de besneeuwde bergtoppen van de Pyreneeën zien. Ik merkte plots 5 gieren die boven mij cirkelden. Ze kwamen zien of ik klaar was voor hun avondeten. Ik heb ze teleur gesteld en ben op mijn fiets gesprongen en in een trek verder naar boven gereden. Daarna volgde de afdaling naar St.-Jean Pied-de -Port. Het is een mooi vestigingstadje dat vol loopt met Pelgrims. We vonden nog net plaats voor 2 personen en schoven mee aan tafel tussen pelgrims van Zuid-Afrika, Brazilië, Duitsland en Frankrijk.
Afscheid van ons pelgrimgastgezin uit de Jura waar we verwend werden als enige gasten. Verder naar Perigieux met zijn middeleeuwse binnenstad en Romeinse tempel. Het weer was Belgisch, koud en nat, maar toch stonden er verdwaalde palmbomen en meer en meer wijnstronken. We kruisten immers eerst de Bergeracregio en vervolgens de Bordeauxregio. De wijnboeren kloegen, zoals overal, over het slechte wijnjaar 2012 omdat het tijdens het oogsten overvloedig regende zodat sommige kastelen geen grand cru kunnen bottelen. Kletsnat kwamen we aan in een refugio die beheerd werd door 2 Brugse dames waarvan er een in Canada woont. De andere pelgrims waren Nederlanders waaronder 2 vrouwen van 71 en 72 jaar en zij liepen 20 km per dag. We kregen nog een privé rondleiding in de 12 eeuwse kerk en kasteel. Een lekker 4 gangen menu ( het vermageren zal weer uitgesteld worden ). We hebben heerlijk Nederlands kunnen praten, het was hartstikke leuk. Slapen bij 3 blonde Nederlandse was een droom, maar daar bleef het bij. (Zie leeftijd)
Na een uitgebreid ontbijt vertrokken we naar La Reole aan de Garonne waar we in de kerk stilstonden bij de begrafenis van Bonneke. Stilaan verlieten we de wijngaarden en werd de natuur bosrijker. We zaten in de uitgestrekte Landes waar we alleen gezelschap hadden van dennenbomen en spechten. We doorkruisten de vlakke Landes in een halve dag en een eenzame houthakker riep dat we fietsten als een kanon. De kentekens van de Camino werden talrijker en via Roquebrune kwamen we aan in Mont De Marsan waar we als pelgrim gratis mochten overnachten. Vermits we besparen op de overnachting hebben we gaan eten op een zonnig terrasje aan de rivier. Ze hebben hier zelfs grimbergen en laffe van het vat, we zullen weer goed slapen straks.
Na een luxe overnachting met uitgebreid ontbijt, namen we in Belgisch weer afscheid van Josée en Theo. Eerst naar de kathedraal van Limoges waar we het pelgrimsgastenboek invulden en vaststelden dat snelgrim Rudy de kathedraal links had liggen. De beroemde porselein van Limoges doet het slecht vanwege te duur. Verder gefietst in de groene long van Frankrijk naar de Perigord waar Truffels maar ook foie gras nog populair zijn. Nu verblijven we als enige pelgrims in een echt pelgrimhuis met 2 enthousiaste vrijwilligers.
Vandaag door de Limousine met zijn prachtige bruine koeien en bergachtige natuur, langs dolmen en historische dorpjes gereden. Zelfs even te voet de GR. 4 door en archeologische site met een gekend dodenmonument. We picknickte aan een meertje waar we een waterslang een vis langzaam naar binnen schoof. InLeonard zijn we fantastisch onthaald door José en Theo in hun prachtig gerestaureerd molenhuis aan een riviertje. We hebben nog tot in de late uurtjes gebabbeld over koetjes en kalfjes.
Een zonnige bergachtige etappe aan de rand van de Auvergne langs verschillende 13 eeuwse kerken. De oudere mensen die we ontmoeten, vertelden dat al hun kinderen honderden kilometers van huis zijn gaan wonen omdat er hier geen werk is en dat is de keerzijde van de rustige groene regio. Na vele pittige hellingen beklommen te hebben, logeren we nu in een jeugdherberg op 550 meter hoogte. Morgen hebben we afgesproken bij Vlaamse mensen in St. leonard. We kijken er al naar uit om nog eens Vlaams te spreken.