We verlieten Ponteferrada, waar je een gids kunt huren om de lokale wilde bruine beren te spotten, hetgeen ik nog eens wil doen. We fietsen via Villafranca de Bierzo, op 500 meter hoogte, en aan de Plaza Major stond de zoveelste barokke kerk met veel vergulde heiligdom. Daar begon de klim naar de 1337 meter hoge Alto de Poio en zonder tegenwind ging de beklimming erg vlot. Op de hoogte van de Siërra de Ranadoiro was het landschap 20 km sneeuwwit. We ontmoeten een Franse fietser die halfweg, bij de afdaling van de Pyreneeën, was gevallen en de laatste 800 km met een pijnlijk been verder fietste. Het valt op dat er veel pelgrims mankend stappen en ook vaak erg vermagerd zijn, behalve wij met dank aan de 2 menu's de dia's van vandaag. De eerste maal op de col, met fles tinto om te vieren, we dachten dat het de rest van de dag bergaf was, zo gaf de grafiek aan. Maar helaas kwam er na de lange afdaling nog enkele beklimmingen. En met de wijn in de kop en de benen was dat niet simpel. Naast de schelp wordt de Camino ook meer en meer afgebeeld met een zwaard als symbool van de strijd tegen de Moren. We staken de grens van Galicië over, de regio waar ook Compostela in ligt! Het onherbergzame Galicië heeft zijn eigen taal en cultuur nog weten te behouden en lijkt weinig op Spanje. We arriveerden in Portomarin, een nieuw stadje aan een stuwmeer nadat de oude stad was ondergelopen. Overmoedig fietsten we tijdens onze laatste bergetappe 130 km zodat we morgen volgens de wandelcamino nog slechts 87 km moeten afleggen. De fietsroute is iets langer maar het moet zeker lukken.
Dag 19 Pomferrada. 106 km met tegenwind en sneeuwstorm.
De camino is niet voor langslapers. Om 5.30 uur stond iedereen op, met veel licht en lawaai, en vertrokken de eerste pelgrims door de donkere straten van Leon. Gisteravond om 9 uur werden de vroegslaper nog door de ijverige nonnen gewekt voor de noodzakelijke avondmis. Bij zonsopgang vertrokken we met frisse moed en bij 2 graden langs de kathedraal en een Gaudigebouw richting Compostela. De stormachtige tegenwind van de voorbije 2 dagen kreeg orkaankracht hetgeen veel zwaarder was dan de 700 hoogtemeters die we moesten overwinnen. We fietsen langs het ommuurde Astorga met zijn mooi bewaarde Romeinse villa, inclusief mozaïeken vloer. We stegen langs het uitgestorven El Ganso door een Mexicaans landschap. Tussen pot en pint spraken we met de sympathieke Yves en Christof die op 2 maart te voet in Antwerpen waren vertrokken. Nieve (sneeuw) was het woord van de dag en bij de beklimming van de Montes de Leon werd het inderdaad wit en mistig. Een bijdehandse taxichauffeur gaf zijn telefoonnummer voor als we het niet zouden halen maar als getrainde fietsers en door om beurten de stormwind te klieven, bereikten we de Cruz de Ferro (1504 meter). We legden onze meegebrachte stenen neer voor Theo en Josée, Joos, Sonia en Yves en voor de families Campforts en Stappaerts. De weinige pelgrims werden zeker door de weergoden gestraft voor hun vele zonden want de wensbriefjes werden onmiddellijk ondergesneeuwd. We verlangen naar het warme Belgische weer want het Spaanse weer laat te wensen over. Verkleumd daalden we 1000 meter tot in Ponferada met zijn mooi Middeleeuws kasteel waar we met 200 pelgrims, waaronder een Canadees in monikskleding, gratis basic overnachten. We zijn trots dat we deze tocht gehaald hebben. Nog 203 km naar Copostela waaronder nog een klim tot 1330 meter.
Het kerkbezoek gisterenavond was vrolijk. Er werd volop gezongen en op een bepaald ogenblik gaf iedereen mekaar een hand. Nadien was er een ontmoeting voor de talrijke pelgrims en ze kwamen weer van alle continenten, ook 2 innuits uit Groenland. Tenslotte werden we met handoplegging gezegend voor een goede pelgrimage en kregen we van zuster Magdalena een gekleurde papieren ster. Miraculeus werden we gewekt door een zonsopgang. Nadien moesten we echter 30 km fietsen door satanische mist totdat we terug de hemel zagen met een kathedraal van wolken. We reden door de eindeloze Meseta met nog lemen huizen en op de achtergrond de besneeuwde Picos de Europa (zie foto). De akkers liggen er nog zeer winters bij zodat ook de boeren indignato (wanhopig) zijn. Onderweg ontmoeten we Luc uit Leuven die de populaire Camino Frances loopt. Het valt op dat er veel pelgrims van boven de 60 zijn en sommige laten hun bagage nasturen en 1 hebben we betrapt op het nemen van een taxi. Aangekomen in Leon verblijven we bij de zusters van Monasteria de las Benedictinas waar we voor 5 euro kunnen overnachten inclusief ontbijt in slaapzalen van 50 man op zijn Buchenwalds. We zijn droog gebleven, niettegenstaande de weerberichten anders voorspeld hadden. Morgen mogelijk naar de Cruz de Ferro op meer dan 1500 meter als de weg terug sneeuwvrij is gemaakt, hetgeen de Braziliaanse kamergenoot niet kan begrijpen.
Eerst het pronkerige interieur van de kathedraal bewonderd. Burgos is een monumentale verzorgde stad vol met beelden. Het heeft ook iets van Leuven met zijn universiteit en zijn brouwerij San Miguel. We reden 100 km door de eindeloze boomloze hoogvlakte van het noorden van Casilio Y Leon met een stormachtige tegenwind hetgeen een echte boetedoening was. In de verte zagen we de besneeuwde Picos de Europa. Buen Camino, een Litouws koppel beklaagde zich dat ze niet gekleed waren op het 'warme' Spanje en een Hongaarse fietser vindt de Camino te kort en gaat nadien de ganse Middellandse zeekust fietsen van Spanje tot Turkije. Hij had er wel zijn werk voor opgezegd. In Carrion de los Condos verblijven we in een echt nonnenklooster, met een ooievaarsnest op de kerk. Voor 5 euro mogen we overnachten en kregen we nog een halsketting met een O.L.Vrouw. Ze stonden er wel op dat we vanavond naar de 8-urenmis gaan en dat zullen we maar doen vanwege het goede onthaal en omdat het in de kerk droog en hopelijk warm is. De nonnen gingen ervan uit dat wij Spaans verstaan en hopelijk hebben we op het juiste moment geknikt. Nog 403 km naar Compostela.
Het is precies 1 jaar geleden dat mijn moeder, Yvonne Hermans, is overleden. Zij was een bijzondere vrouw. Vorig jaar werd voor haar door Rudi Wouters nog een kaars gebrand in Compostela en dat gaf haar veel steun. Rudy was een snelgrim die in minder dan 2 maanden te voet van Lichtaart naar Compostela liep. Toeval of niet, maar vandaag werden de hemelsluizen opengezet en hadden we in Spanje zeer nat en koud weer met nachtvorst en sneeuw in de bergen. Zelfs de ooievaars stonden te klapperbekken op hun nesten. We zagen irrigatiekanalen tussen kletsnatte wijngaarden. We beklommen de Montes de Oca van 1150 meter en op de top stond een gordijn van windmolens. Om de drukke À 12 te vermijden volgden we soms de wandelcamino door pittoreske dorpjes. Iedereen groette met Buen Camino zoals de 70 jarige Deense die voor de eerste keer haar land verliet voor de Camino en ook de zeer brave en moedige man die zijn vrouw met een riksja te voet naar Compostela bracht. Burgos is een prachtige stad met een mooie kathedraal. De naam zou verwijzen naar de Vlaamse burgers die er in de middeleeuwen handel dreven. We zijn nog maar 485 km van Compostela.
We verlieten Pamplona, als enige fietsers, tussen honderden wandelaars van o.a. Amerika, Zuid Korea en Brazilië, waar een bekende schrijver de Camino liep. Alle volkeren gaan solidair en enthousiast voor hetzelfde doel en zo zou de wereld moeten zijn. Maar de Camino heeft ook dramatische kanten. Op de klim van de Siërra Del Perdon zagen we kruisen voor de Vlaamse pelgrim Frans Coks en ook het 12-jarig Iers meisje Conell Byrne had het niet gehaald. In de afdaling haalde Guy een recordsnelheid van 77,5 km per uur maar Erik bleef rond de 50. In Puente la Reine staken we de Rio Robo over op de Romaanse brug die in de 12 eeuw werd aangelegd voor de toen al talrijke pelgrims. De graanvelden veranderden in wijnranken en zo kwamen we in de Rioja. We hebben de wijn getest en zeer goed bevonden. De nieuwe wegen die we volgden zijn zeer rustig en in de dorpen staan onafgewerkte nieuwbouwwijken zodat het duidelijk is dat Spanje te veel investeerde. We dronken een cola in het Belgische pelgrimhuis te Los Arcos en nu Logeren we in het historische maar arme Logrone aan de Ebro.
Dag 14 klim over de Pyreneeën en tot in Pamplona 78 km
De Pyreneeën overwonnen lang 2 verschillenden wegen. Guy langs de fietsweg met een echte col en Erik, als enige fietser, langs de wandel/MTB-weg over een pas van 1430 meter met onverharde hellingen van 16 %. De Franse noordkant was mistig en boomloos maar aan de Spaanse kant scheen de zon en werden we verrast met een panoramisch zicht op de sneeuwbergen en het betoverende landschap van Navarra. De Camino was nog niet helemaal sneeuwvrij maar er zijn meer en meer pelgrims, o.a. Greet en An die ook met de fiets vanuit Antwerpen waren vertrokken. Vanavond slapen we in de schaduw van de kathedraal van Pamplona in het pelgrimhuis Jesus y Maria. We zitten nu op een zonnig terras, drinken dos cervezas en we eten paella en kijken uit of er geen stieren afkomen. Dirk zal ons helaas niet terug vervoegen nu het steeds verder is om aan te sluiten.
Zoals de traditie wil, nemen we in het pelgrimsoord een rustdag alvorens de Pyreneeën over te steken. Er zijn wel geen rovers meer maar vorig jaar is er nog een pelgrim doodgevroren omdat hij de sneeuwwaarschuwingen had genegeerd en het is nu ook koud en vochtig.
Vandaag is het juist een jaar geleden dat mijn vader, Louis Stappaerts, overleed en we hebben hiervoor een kaars aangestoken in de kerk. Hij was een goede vader.
Ook hebben we een kaars laten branden voor tante Connie en tante Nie die helaas overleden zijn.
De Basken dragen nog barets en hebben een geheimtaal, bijvoorbeeld stadhuis is herriko etxea. Wij hadden aan tafel geen geheimtaal want de meerderheid sprak Afrikaans en waren 34 uren onderweg om aan de Camino te beginnen. We zijn verbroederd en hebben beloofd om mekaar nog op te zoeken.
Deze morgen hebben we spek met eieren gebakken. We moesten zelf voor ons eten zorgen, maar er was een keuken voorzien. Onze medebewoner, een man van Parijs, was gewond aan zijn voet en moest terug naar huis. We reden via Orthez over de revier Pau naar Navarrenx waar de drie pelgrimsreizen samen komen. In taverne Saint-Jacques stond op de WC een wegwijzer naar Compostela nog 873 km. We reden verder naar Maulion-Licharre, een tweetalig Baskische stad met kasteel. Op een terras dronk ik een cola, gekoeld met 3 ijsblokjes wat snel uit, en even later werd ik er misselijk van. In die toestand begon ik aan de klim van onze eerste Pyreneeënpas, de Col d' Osquich. Halfweg stopte ik om te drinken en foto's te nemen van de mooie zichten. We konden de besneeuwde bergtoppen van de Pyreneeën zien. Ik merkte plots 5 gieren die boven mij cirkelden. Ze kwamen zien of ik klaar was voor hun avondeten. Ik heb ze teleur gesteld en ben op mijn fiets gesprongen en in een trek verder naar boven gereden. Daarna volgde de afdaling naar St.-Jean Pied-de -Port. Het is een mooi vestigingstadje dat vol loopt met Pelgrims. We vonden nog net plaats voor 2 personen en schoven mee aan tafel tussen pelgrims van Zuid-Afrika, Brazilië, Duitsland en Frankrijk.
Afscheid van ons pelgrimgastgezin uit de Jura waar we verwend werden als enige gasten. Verder naar Perigieux met zijn middeleeuwse binnenstad en Romeinse tempel. Het weer was Belgisch, koud en nat, maar toch stonden er verdwaalde palmbomen en meer en meer wijnstronken. We kruisten immers eerst de Bergeracregio en vervolgens de Bordeauxregio. De wijnboeren kloegen, zoals overal, over het slechte wijnjaar 2012 omdat het tijdens het oogsten overvloedig regende zodat sommige kastelen geen grand cru kunnen bottelen. Kletsnat kwamen we aan in een refugio die beheerd werd door 2 Brugse dames waarvan er een in Canada woont. De andere pelgrims waren Nederlanders waaronder 2 vrouwen van 71 en 72 jaar en zij liepen 20 km per dag. We kregen nog een privé rondleiding in de 12 eeuwse kerk en kasteel. Een lekker 4 gangen menu ( het vermageren zal weer uitgesteld worden ). We hebben heerlijk Nederlands kunnen praten, het was hartstikke leuk. Slapen bij 3 blonde Nederlandse was een droom, maar daar bleef het bij. (Zie leeftijd)
Na een uitgebreid ontbijt vertrokken we naar La Reole aan de Garonne waar we in de kerk stilstonden bij de begrafenis van Bonneke. Stilaan verlieten we de wijngaarden en werd de natuur bosrijker. We zaten in de uitgestrekte Landes waar we alleen gezelschap hadden van dennenbomen en spechten. We doorkruisten de vlakke Landes in een halve dag en een eenzame houthakker riep dat we fietsten als een kanon. De kentekens van de Camino werden talrijker en via Roquebrune kwamen we aan in Mont De Marsan waar we als pelgrim gratis mochten overnachten. Vermits we besparen op de overnachting hebben we gaan eten op een zonnig terrasje aan de rivier. Ze hebben hier zelfs grimbergen en laffe van het vat, we zullen weer goed slapen straks.
Na een luxe overnachting met uitgebreid ontbijt, namen we in Belgisch weer afscheid van Josée en Theo. Eerst naar de kathedraal van Limoges waar we het pelgrimsgastenboek invulden en vaststelden dat snelgrim Rudy de kathedraal links had liggen. De beroemde porselein van Limoges doet het slecht vanwege te duur. Verder gefietst in de groene long van Frankrijk naar de Perigord waar Truffels maar ook foie gras nog populair zijn. Nu verblijven we als enige pelgrims in een echt pelgrimhuis met 2 enthousiaste vrijwilligers.
Vandaag door de Limousine met zijn prachtige bruine koeien en bergachtige natuur, langs dolmen en historische dorpjes gereden. Zelfs even te voet de GR. 4 door en archeologische site met een gekend dodenmonument. We picknickte aan een meertje waar we een waterslang een vis langzaam naar binnen schoof. InLeonard zijn we fantastisch onthaald door José en Theo in hun prachtig gerestaureerd molenhuis aan een riviertje. We hebben nog tot in de late uurtjes gebabbeld over koetjes en kalfjes.
Een zonnige bergachtige etappe aan de rand van de Auvergne langs verschillende 13 eeuwse kerken. De oudere mensen die we ontmoeten, vertelden dat al hun kinderen honderden kilometers van huis zijn gaan wonen omdat er hier geen werk is en dat is de keerzijde van de rustige groene regio. Na vele pittige hellingen beklommen te hebben, logeren we nu in een jeugdherberg op 550 meter hoogte. Morgen hebben we afgesproken bij Vlaamse mensen in St. leonard. We kijken er al naar uit om nog eens Vlaams te spreken.
Afscheid van het gastgezinnen, hij Fransman, zij Oostenrijkse. Eerst heeft handige Guy een deurslot hersteld en dan scheiden onze wegen. Zij gingen naar Parijs waar hun dochter juist was bevalen van een kleinzoon en wij gingen verder zuidwaarts via Nevers. Onderweg ontmoeten we een artistieke kluizenaar die ons een prachtige fossiele steen afdruk van een Sint Jacobsschelp gaf. We reden langs een kanaal dat via een aquaduct over de rivier allier ging. Guy vindt het niet erg dat Erik een steen extra bergop mee neemt. Een pelgrimsgite was gesloten zodat we 170 km. moesten fietsen om eten en slapen te vinden. Het was weer een prachtige dag. Moe, maar voldaan kruipen we onder de wol. Tot morgen.
Met zijn 2 zijn we deze morgen verder getrokken in de hoop dat in zuid Frankrijk onze broeder Dirk terug aansluit. En stiekem hopen we dat broeder Ludo ons dan ook nog kan vervoegen.
De zon scheen terug maar de overvloedige regenval van gisteren deed de rivieren overstromen en ten noorden van Chablis moesten we letterlijk waterfietsen. Het water stond 50 cm in de straat zodat we enkel zonder schoenen en met waterdichte fietstassen verder konden. Dit jaar moeten we geen water bij de Bourgognewijn doen.
In Vezelay mochten we 2 maal de kathedraalberg beklimmen omdat in het toeristisch bureau beneden geen pelgrimstempel te krijgen was.
Verder door het prachtige natuurgebied van de Morvan naar Corbigny waar we zeer gastvrij werden onthaald door ervaren pelgims die hun huis voor ons openstelden.
Gelukkig had de campinguitbaatster Astrid de pelgrims een tentje aangeboden want we vertrokken in de regen naar de Bourgogne. Onderweg kreeg ik het overlijdensbericht van bonneke te horen en onze rit werd ingekort tot Saint-Florentin. 's Avonds vertrok ik terug naar België om daar mijn caminothema in praktijk om te zetten. Eric en Guy overnachten voor het eerst in een bed & breakfast zodat hun natte kleding kon drogen. We hadden die dag immers 81 km in de regen gefietst in een golvend landschap.
Onder een nevelig. Landschap verlieten we het gastvrije dorpje van de Franse en Ardennen en zetten we koers richting Reims, de hoofdstad van de champagneregio. We bezochten er het stadhuis en de kathedraal en waren onder de indruk van dit werelderfgoed. De beklimmingen waren vandaag beduidend minder lastig dan de dag voordien en we werden geholpen door een stevige rugwind. Vandaag werden we voortdurend in bekoring gebracht door de godendrank van deze regio, maar zoals het echte pelgrims past konden we aan de verleiding weerstaan! Als beloning blies Santiago ons stevig in de rug zodat we 145 km op onze teller hadden staan.
Het feest van de arbeid vierden we met een ritje van 140 km. Het eerste deel liep over een gloednieuw geasfalteerd fietspad langs de Maas. In Givet hadden we ons vaderland uitgewuifd! In Revin verlieten we dan de rivier begonnen we aan onze eerste serieuze klim van de camino. Erik pakte de bollekestrui voor Guy en Dirk. Nadien golfde het landschap zachtjes en tooide de lente zich in haar mooiste kleed! De geuren van daslook en velden vol koolzaadbloesem prikkelden ons reukorgaan. De Franse Ardennen hebben heel wat natuur te bieden. We naderden de frontlinie van de eerste Wereldoorlog. Praktisch in ieder dorp stond er een monument ter nagedachtenis van deze moordende strijd. Campings vond men niet terug in deze regio, maar gelukkig kregen we een gratis ovenachting aangeboden in een lokaaltje van de gemeente Chateau Porcier.