We verlieten Pamplona, als enige fietsers, tussen honderden wandelaars van o.a. Amerika, Zuid Korea en Brazilië, waar een bekende schrijver de Camino liep. Alle volkeren gaan solidair en enthousiast voor hetzelfde doel en zo zou de wereld moeten zijn. Maar de Camino heeft ook dramatische kanten. Op de klim van de Siërra Del Perdon zagen we kruisen voor de Vlaamse pelgrim Frans Coks en ook het 12-jarig Iers meisje Conell Byrne had het niet gehaald. In de afdaling haalde Guy een recordsnelheid van 77,5 km per uur maar Erik bleef rond de 50. In Puente la Reine staken we de Rio Robo over op de Romaanse brug die in de 12 eeuw werd aangelegd voor de toen al talrijke pelgrims. De graanvelden veranderden in wijnranken en zo kwamen we in de Rioja. We hebben de wijn getest en zeer goed bevonden. De nieuwe wegen die we volgden zijn zeer rustig en in de dorpen staan onafgewerkte nieuwbouwwijken zodat het duidelijk is dat Spanje te veel investeerde. We dronken een cola in het Belgische pelgrimhuis te Los Arcos en nu Logeren we in het historische maar arme Logrone aan de Ebro.
Dag 14 klim over de Pyreneeën en tot in Pamplona 78 km
De Pyreneeën overwonnen lang 2 verschillenden wegen. Guy langs de fietsweg met een echte col en Erik, als enige fietser, langs de wandel/MTB-weg over een pas van 1430 meter met onverharde hellingen van 16 %. De Franse noordkant was mistig en boomloos maar aan de Spaanse kant scheen de zon en werden we verrast met een panoramisch zicht op de sneeuwbergen en het betoverende landschap van Navarra. De Camino was nog niet helemaal sneeuwvrij maar er zijn meer en meer pelgrims, o.a. Greet en An die ook met de fiets vanuit Antwerpen waren vertrokken. Vanavond slapen we in de schaduw van de kathedraal van Pamplona in het pelgrimhuis Jesus y Maria. We zitten nu op een zonnig terras, drinken dos cervezas en we eten paella en kijken uit of er geen stieren afkomen. Dirk zal ons helaas niet terug vervoegen nu het steeds verder is om aan te sluiten.
Zoals de traditie wil, nemen we in het pelgrimsoord een rustdag alvorens de Pyreneeën over te steken. Er zijn wel geen rovers meer maar vorig jaar is er nog een pelgrim doodgevroren omdat hij de sneeuwwaarschuwingen had genegeerd en het is nu ook koud en vochtig.
Vandaag is het juist een jaar geleden dat mijn vader, Louis Stappaerts, overleed en we hebben hiervoor een kaars aangestoken in de kerk. Hij was een goede vader.
Ook hebben we een kaars laten branden voor tante Connie en tante Nie die helaas overleden zijn.
De Basken dragen nog barets en hebben een geheimtaal, bijvoorbeeld stadhuis is herriko etxea. Wij hadden aan tafel geen geheimtaal want de meerderheid sprak Afrikaans en waren 34 uren onderweg om aan de Camino te beginnen. We zijn verbroederd en hebben beloofd om mekaar nog op te zoeken.
Deze morgen hebben we spek met eieren gebakken. We moesten zelf voor ons eten zorgen, maar er was een keuken voorzien. Onze medebewoner, een man van Parijs, was gewond aan zijn voet en moest terug naar huis. We reden via Orthez over de revier Pau naar Navarrenx waar de drie pelgrimsreizen samen komen. In taverne Saint-Jacques stond op de WC een wegwijzer naar Compostela nog 873 km. We reden verder naar Maulion-Licharre, een tweetalig Baskische stad met kasteel. Op een terras dronk ik een cola, gekoeld met 3 ijsblokjes wat snel uit, en even later werd ik er misselijk van. In die toestand begon ik aan de klim van onze eerste Pyreneeënpas, de Col d' Osquich. Halfweg stopte ik om te drinken en foto's te nemen van de mooie zichten. We konden de besneeuwde bergtoppen van de Pyreneeën zien. Ik merkte plots 5 gieren die boven mij cirkelden. Ze kwamen zien of ik klaar was voor hun avondeten. Ik heb ze teleur gesteld en ben op mijn fiets gesprongen en in een trek verder naar boven gereden. Daarna volgde de afdaling naar St.-Jean Pied-de -Port. Het is een mooi vestigingstadje dat vol loopt met Pelgrims. We vonden nog net plaats voor 2 personen en schoven mee aan tafel tussen pelgrims van Zuid-Afrika, Brazilië, Duitsland en Frankrijk.
Afscheid van ons pelgrimgastgezin uit de Jura waar we verwend werden als enige gasten. Verder naar Perigieux met zijn middeleeuwse binnenstad en Romeinse tempel. Het weer was Belgisch, koud en nat, maar toch stonden er verdwaalde palmbomen en meer en meer wijnstronken. We kruisten immers eerst de Bergeracregio en vervolgens de Bordeauxregio. De wijnboeren kloegen, zoals overal, over het slechte wijnjaar 2012 omdat het tijdens het oogsten overvloedig regende zodat sommige kastelen geen grand cru kunnen bottelen. Kletsnat kwamen we aan in een refugio die beheerd werd door 2 Brugse dames waarvan er een in Canada woont. De andere pelgrims waren Nederlanders waaronder 2 vrouwen van 71 en 72 jaar en zij liepen 20 km per dag. We kregen nog een privé rondleiding in de 12 eeuwse kerk en kasteel. Een lekker 4 gangen menu ( het vermageren zal weer uitgesteld worden ). We hebben heerlijk Nederlands kunnen praten, het was hartstikke leuk. Slapen bij 3 blonde Nederlandse was een droom, maar daar bleef het bij. (Zie leeftijd)
Na een uitgebreid ontbijt vertrokken we naar La Reole aan de Garonne waar we in de kerk stilstonden bij de begrafenis van Bonneke. Stilaan verlieten we de wijngaarden en werd de natuur bosrijker. We zaten in de uitgestrekte Landes waar we alleen gezelschap hadden van dennenbomen en spechten. We doorkruisten de vlakke Landes in een halve dag en een eenzame houthakker riep dat we fietsten als een kanon. De kentekens van de Camino werden talrijker en via Roquebrune kwamen we aan in Mont De Marsan waar we als pelgrim gratis mochten overnachten. Vermits we besparen op de overnachting hebben we gaan eten op een zonnig terrasje aan de rivier. Ze hebben hier zelfs grimbergen en laffe van het vat, we zullen weer goed slapen straks.
Na een luxe overnachting met uitgebreid ontbijt, namen we in Belgisch weer afscheid van Josée en Theo. Eerst naar de kathedraal van Limoges waar we het pelgrimsgastenboek invulden en vaststelden dat snelgrim Rudy de kathedraal links had liggen. De beroemde porselein van Limoges doet het slecht vanwege te duur. Verder gefietst in de groene long van Frankrijk naar de Perigord waar Truffels maar ook foie gras nog populair zijn. Nu verblijven we als enige pelgrims in een echt pelgrimhuis met 2 enthousiaste vrijwilligers.
Vandaag door de Limousine met zijn prachtige bruine koeien en bergachtige natuur, langs dolmen en historische dorpjes gereden. Zelfs even te voet de GR. 4 door en archeologische site met een gekend dodenmonument. We picknickte aan een meertje waar we een waterslang een vis langzaam naar binnen schoof. InLeonard zijn we fantastisch onthaald door José en Theo in hun prachtig gerestaureerd molenhuis aan een riviertje. We hebben nog tot in de late uurtjes gebabbeld over koetjes en kalfjes.
Een zonnige bergachtige etappe aan de rand van de Auvergne langs verschillende 13 eeuwse kerken. De oudere mensen die we ontmoeten, vertelden dat al hun kinderen honderden kilometers van huis zijn gaan wonen omdat er hier geen werk is en dat is de keerzijde van de rustige groene regio. Na vele pittige hellingen beklommen te hebben, logeren we nu in een jeugdherberg op 550 meter hoogte. Morgen hebben we afgesproken bij Vlaamse mensen in St. leonard. We kijken er al naar uit om nog eens Vlaams te spreken.
Afscheid van het gastgezinnen, hij Fransman, zij Oostenrijkse. Eerst heeft handige Guy een deurslot hersteld en dan scheiden onze wegen. Zij gingen naar Parijs waar hun dochter juist was bevalen van een kleinzoon en wij gingen verder zuidwaarts via Nevers. Onderweg ontmoeten we een artistieke kluizenaar die ons een prachtige fossiele steen afdruk van een Sint Jacobsschelp gaf. We reden langs een kanaal dat via een aquaduct over de rivier allier ging. Guy vindt het niet erg dat Erik een steen extra bergop mee neemt. Een pelgrimsgite was gesloten zodat we 170 km. moesten fietsen om eten en slapen te vinden. Het was weer een prachtige dag. Moe, maar voldaan kruipen we onder de wol. Tot morgen.
Met zijn 2 zijn we deze morgen verder getrokken in de hoop dat in zuid Frankrijk onze broeder Dirk terug aansluit. En stiekem hopen we dat broeder Ludo ons dan ook nog kan vervoegen.
De zon scheen terug maar de overvloedige regenval van gisteren deed de rivieren overstromen en ten noorden van Chablis moesten we letterlijk waterfietsen. Het water stond 50 cm in de straat zodat we enkel zonder schoenen en met waterdichte fietstassen verder konden. Dit jaar moeten we geen water bij de Bourgognewijn doen.
In Vezelay mochten we 2 maal de kathedraalberg beklimmen omdat in het toeristisch bureau beneden geen pelgrimstempel te krijgen was.
Verder door het prachtige natuurgebied van de Morvan naar Corbigny waar we zeer gastvrij werden onthaald door ervaren pelgims die hun huis voor ons openstelden.
Gelukkig had de campinguitbaatster Astrid de pelgrims een tentje aangeboden want we vertrokken in de regen naar de Bourgogne. Onderweg kreeg ik het overlijdensbericht van bonneke te horen en onze rit werd ingekort tot Saint-Florentin. 's Avonds vertrok ik terug naar België om daar mijn caminothema in praktijk om te zetten. Eric en Guy overnachten voor het eerst in een bed & breakfast zodat hun natte kleding kon drogen. We hadden die dag immers 81 km in de regen gefietst in een golvend landschap.
Onder een nevelig. Landschap verlieten we het gastvrije dorpje van de Franse en Ardennen en zetten we koers richting Reims, de hoofdstad van de champagneregio. We bezochten er het stadhuis en de kathedraal en waren onder de indruk van dit werelderfgoed. De beklimmingen waren vandaag beduidend minder lastig dan de dag voordien en we werden geholpen door een stevige rugwind. Vandaag werden we voortdurend in bekoring gebracht door de godendrank van deze regio, maar zoals het echte pelgrims past konden we aan de verleiding weerstaan! Als beloning blies Santiago ons stevig in de rug zodat we 145 km op onze teller hadden staan.
Het feest van de arbeid vierden we met een ritje van 140 km. Het eerste deel liep over een gloednieuw geasfalteerd fietspad langs de Maas. In Givet hadden we ons vaderland uitgewuifd! In Revin verlieten we dan de rivier begonnen we aan onze eerste serieuze klim van de camino. Erik pakte de bollekestrui voor Guy en Dirk. Nadien golfde het landschap zachtjes en tooide de lente zich in haar mooiste kleed! De geuren van daslook en velden vol koolzaadbloesem prikkelden ons reukorgaan. De Franse Ardennen hebben heel wat natuur te bieden. We naderden de frontlinie van de eerste Wereldoorlog. Praktisch in ieder dorp stond er een monument ter nagedachtenis van deze moordende strijd. Campings vond men niet terug in deze regio, maar gelukkig kregen we een gratis ovenachting aangeboden in een lokaaltje van de gemeente Chateau Porcier.
Lichtaart was vroeg wakker in de bakenstraat, want om 6.15 wuifden heel wat sympathisanten de pelgrimbroeders uit. De plaatselijke pers legde alles nog even vast en net om 8 uur bereikten we Scherpenheuvel! Na de mis en een stevig ontbijt namen we afscheid van onze geliefden en vertrokken we naar Anseremme. Onderweg trok Dirk beide remmen over. Gelukkig kan een Tiense fietsmaker het euvel herstellen en konden we zonder verder noemenswaardige problemen Namen en Dinant bezoeken! Na 140 km bereikten we de camping villatoille in Anseremme waar Chris, de broer van Erik samen met Hilde ons verwelkomde met een heerlijke maaltijd. Vandaag was de wind onze bondgenoot en bedanken we Ludo van Mieke die ons tot in Namen begeleidde. Ook nog een welgemeende dankjewel aan alle al dan niet professionele afscheidnemers op de dag dat de oranjegekte volledig toegeslagen was bij onze noorderburen!
Het is er van gekomen de eerste gemeenschappelijke rit is een feit. Door het aanhoudende slechte weer zijn we er dan toch kunnen aan beginnen. Het is een rit naar Breda geworden, Ludo vertrok vanuit Brasschaat, Guy; Dirk; Erik vanuit Lichtaart. Afgesproken langst het kanaal Dessel Schoten. Dan via Hoogstraten (wind in de rug) naar Breda daar onze eerste stempel gehaald. Ook de eerste pelgrim tegen gekomen (zie foto) Daarna een soep gaan eten, dan terug naar huis onze wegen gingen uit elkaar Ludo eenzaam 40 km de wind op kop trotseren Guy; Dirk en Erik 50 km wind op kop
Op 16 maart 2012 stuurde Guy Campforts een Mailtje rond. Waar hij in verkondigde dat 2013 het jaar van Compostella ging worden. Ludo Melis sprong direct op de kar, en we waren met twee. Het ging rond als een vuurtje en het duurde niet lang of Dirk van Soom sprong ook op die kar, die tijdens de dagelijkse rit naar het werk Erik Stappaerts tegen kwam. Die zag het avontuur ook wel zag zitten. En het 4 tal was gevormd. Vanaf dan was het plannen en voorbereiden.
Zaterdag 5 januari 2013 kwamen we met zijn vieren voor het eerst bij elkaar ten huize Stappaerts. Bovendien waren ook Leo Leysen en Ruud Wouters uitgenodigd, zodat we al dadelijk een hele bron reistips voor deze pelgrimstocht cadeau kregen. We besloten om op 30 April te vertrekken en de reis route van ruud te volgen. Deze tocht is de oostelijke Santiago-route dwars door het Centraal massief . Veertien dagen later kwamen we terug samen. Erik wist te vertellen dat zijn broer gedurende de eerste week volgkaravaan wilde zijn. We kunnen dan telkens op een camping overnachten. We hebben de volledige route uitgestippeld, vliegtickets vastgelegd.
Ook is er een rondvraag gedaan naar een naam voor onze blog. Naar idee van Dirk Festina Lente ad santiago Haast je Langzaam naar santiago