N-VA heeft een monsterscore behaald bij de verkiezingen op 25 mei 2014. Zij zijn de grote winnaars van de Moeder der Aller Verkiezingen. Of is dat maar schijn?
Desondanks die monsterscore kan er nog altijd beslist worden om zonder N-VA te regeren. CD&V is de beslissende factor in de hele regeringsvorming. Indien Kris Peeters enkel aast op de positie als Minister-President is het aan de N-VA om hierin een akkoord te vormen, of om deze positie niet te gunnen en de kans op een coalitie te zien verdwijnen of op zijn minst verkleinen. De kiezer heeft dan wel centrum-rechts gestemd, maar daar hebben de politici niet altijd oren naar. Dat hebben we gezien een aantal jaar geleden.
Tegen 2019 zijn de meeste kiezers toch de beslissingen van nu vergeten, dus kan men het risico nemen om N-VA buitenspel te zetten. Toch hoop ik van harte dat men de kiezer niet vergeet en een duidelijke meerderheid zal gebruiken om een regering te vormen, en dat is enkel mogelijk indien men de N-VA erbij neemt aangezien Open VLD niet met Groen! wil samenwerken.
Dan is er ook nog het probleem Wallonië. Op zich is het geen probleem, maar er is zeer onduidelijk wat daar zal gebeuren. In Wallonië is er vooral traditioneel gestemd, maar geraken we er zo uit? Ik vermoed dat het zeer zware federale onderhandelingen zullen worden aangezien PS elke confrontatie met N-VA weigert. Zij willen niet regeren met de N-VA, zij willen verder doen met wat ze bezig zijn. En dit terwijl Bart De Wever al heeft laten weten dat zij wel willen onderhandelen met de PS. Dus zal men rekening houden met de Vlaamse kiezer? Ik hoop van wel. Men zou niet rond de N-VA mogen werken, maar toch is dit wat ze gaan proberen in Wallonië. Het is nu aan de CD&V en Open VLD om haar op hun tanden te zetten en elke coalitie zonder N-VA te weigeren, maar of dit zal gebeuren is nog de vraag.
Wat ik hier ga schrijven zal zeker op
veel tegenwind kunnen rekenen, maar gelieve eerst het hoofdstuk
volledig te lezen vooraleer u mijn ideeën afkraakt.
De politiediensten moeten voldoende
bemand zijn, wat inhoudt dat er per 1000 inwoners een wijkagent moet
zijn. Zij worden bijgestaan door de nodige administratieve
personeelsleden en staan onder leiding van een commissaris en een
adjunct-commissaris. Agenten die één regel overtreden moeten
onherroepelijk geschorst worden voor minstens 2 weken. Bij een tweede
overtreding worden zij gestraft door 2 maanden schorsing en na een
derde overtreding worden zij levenslang geschorst. De overtreding
geldt voor zowel privé als beroepsmatig. Een agent die dus betrapt
wordt op fout parkeren, te snel rijden, wordt even streng gestraft
als een agent die een moord pleegt. Dit geldt trouwens ook voor
bestuursleden van de overheid. Zij moeten het voorbeeld zijn voor de
burger.
De brandweer heeft ook de nodige
manschappen nodig, wat wil zeggen dat er één beroepsbrandweerman
moet zijn per 10.000 inwoners, maar ook 1 vrijwilliger per 1000
inwoners. Dit om ervoor te zorgen dat er altijd voldoende hulp is in
geval van gevaar. Zowel brandweer als politie mogen wel
verkeersregels overtreden in functie van een interventie, maar niet
met het persoonlijke voertuig.
Verkeersregels worden ingedeeld in drie
categorieën:
Lichte overtreding (boete tot 60
euro): Hieronder vallen het niet dragen van de gordel, minder dan
30km/u te snel rijden, niet pinken bij een manoeuvre Deze zaken
kunnen nooit voor de politierechtbank uitgevochten worden. Wie
betrapt wordt op de overtreding kan deze zaak aanvechten, maar dit
wordt door de commissaris onderzocht.
Middelzware overtreding (boete tot
150 euro): Deze overtredingen zijn onder andere tussen de 30 en
50km/u te snel rijden, gebruik van de gsm, ipod, mp3-speler of een
ander draagbaar toestel achter het stuur, onder invloed van alcohol
rijden (vanaf 0,2 tot 0,5 promille alcohol), geen voorrang verlenen,
stoplicht negeren Indien u niet akkoord gaat, wordt dit door de
politierechtbank bestudeerd.
Zware overtreding (boete van +150
euro, intrekking rijbewijs): Wie meer dan 50km/u te snel rijdt, meer
dan 0,5 promille alcohol in het bloed heeft, onder invloed van drugs
rijdt, een ongeval veroorzaakt met gewonden door een eigen fout,
rijden zonder rijbewijs of verzekering riskeert deze straf. Dit
wordt altijd voor de politierechtbank gedaagd. Een onmiddellijke
intrekking van het rijbewijs gebeurt wel voor minstens 14 dagen.
De bedragen die bij deze overtredingen
staan zijn richtlijnen. De boete wordt namelijk berekend op de
inkomsten van de overtreder. Indien de overtreder minder dan 35.000
euro per jaar verdient, zal de overtreding beboet worden met de
normale boete. Wie een inkomen tussen de 35.000 euro en 65.000 euro
heeft, krijgt een boete berekend op volgende formule: Normale boete x
2,5. Wie meer dan 65.000 euro per jaar verdient krijgt een boete
die op volgende manier berekend wordt: Normale boete x (inkomen
/15000). Is dit oneerlijk? U denkt misschien van wel, maar een klein
voorbeeldje. U rijdt met een Renault Clio van 10 jaar oud, want u kan
zich geen nieuwere auto permitteren met uw inkomen van 25.000 euro
per jaar. Doordat u gehaast bent omdat uw vrouw moet bevallen, wordt
u geflitst met een snelheid van 10km/u te snel. U moet dus een boete
betalen van 60 euro. Uw zuurverdiende centjes moeten dus naar deze
boete gaan, waardoor u die nieuwe keukentafel die u dringend nodig
heeft niet kunt betalen. Intussen werd u tijdens het flitsen
ingehaald door een dure Porsche. Deze Porsche werd geflitst tegen een
snelheid die 35km/u boven de maximumsnelheid ligt. De bestuurder van
deze Porsche heeft een inkomen van 100.000 euro per jaar en moet een
boete betalen van 150 euro. Denkt u dat die bestuurder wakker ligt
van 150 euro boete? En dat terwijl u voor die 60 euro die u moet
betalen zeer hard moet werken.
Strafrechtelijke overtredingen komen
natuurlijk ook voor de rechtbank. Kleine overtredingen kunnen niet
bestraft worden met een gevangenisstraf. Dit wil zeggen dat mensen
die voor minder dan 1000 euro hebben gestolen hebben of een niet echt
schadelijke fout hebben gemaakt enkel een boete of maatschappelijke
taak kunnen krijgen als straf. Zwaardere overtredingen kunnen wel
bestraft worden met een gevangenisstraf. Er is geen enkele
mogelijkheid om vervroegd vrij te komen. Levenslang is ook
levenslang. Deze persoon komt NOOIT meer vrij.
Voor moordenaars, verkrachters en
pedofielen bestaat de mogelijkheid om een castratie of een
isolatiestraf krijgen. De isolatiestraf houdt in dat de gedetineerde
moet overleven op water en brood en enkel een wc en stenen bed heeft.
Ook is een raam in de cel niet toegelaten. Deze straf heeft een
maximumduur van 1 jaar. De castratie is een chemische castratie
waardoor de gedetineerde geen erectie meer kan krijgen of in geval
van een vrouw geen genot meer heeft aan seks.
De gevangenis is geen complex gebouw.
Het gebouw bestaat uit cellen van 9m² met een bed, een stoel, een
bureau en een toilet. Er is een grote eetzaal waar de gevangenen 3
maaltijden per dag krijgen. De ochtendmaaltijd is brood met
confituur, choco, kaas of hesp. Als drank krijgen zij melk of water.
De middagmaaltijd is hetzelfde als de ochtendmaaltijd. De
avondmaaltijd is een beetje meer uitgebreid. Dan krijgen zij
aardappelen of rijst met goedkope groenten en vlees. De drank blijft
hetzelfde de gehele dag door. Ontspanning is er niet voor de
gevangenen. Zij hebben wel de mogelijkheid om te werken tijdens hun
periode in de gevangenis. Deze jobs bestaan uit het kweken van vlees
en groenten binnen de gevangenis, maar ook productie van producten
door een overheidsbedrijf. De bedrijven waar de gevangenen voor
werken liggen binnen de gevangenismuren.
Indien een minderjarige persoon een
misdaad begaat zijn er dezelfde straffen als bij volwassenen, maar
worden zij tot de leeftijd van 18 jaar in een jeugdgevangenis
opgesloten waar werk wordt vervangen door school. Indien de persoon
minderjarig was tijdens de overtreding, maar de leeftijd van 18 jaar
heeft bereikt wanneer de straf wordt uitgesproken, wordt deze straf
automatisch een straf voor volwassenen. Het is niet omdat een jongere
zich misdraagt, dat hij/zij kan ontsnappen aan zijn/haar straf.
De isoleercellen bevinden zich niet in
een gebouw, maar op een oud werkschip. Op die manier wordt er plaats
bespaard op het land en heeft er niemand een probleem mee als dit
schip zinkt.
Koning auto moet worden gedegradeerd.
Iedereen beschikt over een wagen en in Vlaanderen gebruikt men deze
meer dan een andere manier van transport. En ik moet toegeven, ikzelf
gebruik ook voor elke verplaatsing mijn wagen. Ik woon dan ook in een
godvergeten boerendorpje waar zelfs de bus nog moet worden
uitgevonden. Daarom is het van uiterst belang dat het openbaar
vervoer hervormd wordt.
Elke woning moet binnen een straal van
500 meter een bushalte hebben die elk uur tussen 5 uur en 22 uur
bediend wordt. Ook moet er gecontroleerd worden of dat deze lange en
grote bussen wel effectief zijn. Indien men de rit gemakkelijk kan
uitvoeren met een bus ter grootte van een belbus, moeten deze bussen
ingeschakeld worden in plaats van de 100+ bussen. Deze grote bussen
moeten zelfs zo veel mogelijk worden verdwijnen. Men moet gebruik
maken van kleinere bussen. Ook de ritten van de bussen moeten
nagekeken worden. Zo is het absurd dat de bussen letterlijk naast het
treinspoor rijden. Indien uw dorp een treinhalte heeft, moet er één
bus zijn die heel het dorp doorkruist en als begin- en vertrekhalte
het station heeft, zodat u uw reis met de trein verder kunt zetten.
Indien er geen treinstation in de buurt is, moet de bus naar een
centrale plaats rijden waar u kan overstappen naar de nodige bus.
Vooral in grotere steden moet er meer
ingezet worden op nuttig openbaar vervoer. Daarom moeten ook hier
zeker de ritten van de bussen en trams hertekend worden. Ook moeten
voertuigen met een cilinderinhoud groter dan 2000cc of
vierwielaandrijving verboden worden in steden. Het is in een stad
niet nodig om met een terreinwagen rond te rijden. Wil u toch
rondrijden met een terreinwagen, dan is daar het platteland de
geschikte omgeving voor.
Al deze maatregelen moeten bijdragen
aan een betere doorstroming van verkeer, maar ook voor een groener
mobiliteitsbeleid. Maar voor een groener mobiliteitsbeleid zijn meer
aanpassingen nodig. Zo moet er meer ingezet worden op
milieuvriendelijke brandstoffen zoals bio-ethanol, biogas, lucht en
water(stof). Elektriciteit is geen optie vanwege de
milieu-onvriendelijkheid van de batterijen in de wagens. Daarom mogen
hybride wagens die een elektrische tweede bron hebben geen kortingen
krijgen wegens groener. Deze wagens hadden zelfs nooit als
milieuvriendelijk bestempeld mogen worden.
Maar wat is een mobiliteitsplan zonder
een goede infrastructuur? Niets natuurlijk. Daarom is het ook zeer
belangrijk dat de infrastructuur verbetert wordt. Momenteel zijn
belangrijke overheidsplaatsen nog veel te veel verspreid. Daarom moet
ten eerste Brandweer en Politie verenigd worden op één locatie.
Ook gemeentelijke diensten bij elkaar blijven. Alle diensten in het
gemeentehuis moeten samen blijven, maar hier moeten ook OCMW-diensten
te vinden zijn. Ook de hoofdbibliotheken van gemeentes moeten in het
gemeentehuis gevestigd zijn. En aangezien de gemeentebesturen
opgeheven worden is er extra ruimte dat er vrijkomt om deze diensten
ruimte te bieden. Alle overheidsbedrijven moeten ook in het
gemeentehuis te bereiken zijn.
Ook zal het puntenrijbewijs ingevoerd
worden. Wie betrapt wordt op te snel rijden met minder dan 30km/u te
snel, krijgt twee punten. Wie meer dan 30km/u te snel rijdt, krijgt
vijf punten. Indien u meer dan 50km/u te snel rijdt, krijgt u 10
punten en verliest u uw rijbewijs voor 14 dagen. Kleine
overtredingen zoals het niet dragen van de gordel zijn goed voor twee
punten. Middelgrote overtredingen krijgen vijf punten, en zware
overtredingen hebben tien punten.
De punten zijn bovenop de boetes voor
de overtreding. Wie 15 punten heeft, is verplicht om zijn theoretisch
examen opnieuw af te leggen. Bij 25 punten moet u theorie en praktijk
opnieuw behalen alvorens u uw rijbewijs terugkrijgt. Indien u zonder
geldig rijbewijs rijdt, en hierop betrapt wordt, riskeert u een
gevangenisstraf van 1 tot 5 jaar. De punten worden 5 jaar na de
laatste overtreding weer op nul gezet.
Jongeren worden te weinig voorbereid op
het harde leven van volwassenen. Op school leren zij enkel een
beroep, maar niets over het leven. Dit moet veranderen. Daarom is een
hervorming van het onderwijs nodig. Om te beginnen moet het onderwijs
in twee delen gesplitst worden. Een algemeen gedeelte en een
beroepsspecifiek gedeelte. Maar hoe gaan we dit in de praktijk
omzetten? Wel heel simpel. Van hun 3 tot 6 jaar blijft de
kleuterschool. Hier leren zij spelenderwijs te tellen, maar ook
kleuren, samen spelen en delen en vriendschappen opbouwen.
Na de kleuterschool, in het jaar dat
het kind 6 jaar wordt, gaat het naar het eerste leerjaar van het
lager onderwijs. Hier leren zij de basis zoals nu al het geval is.
Maar dit moet uitgebreid worden. Behalve de moedertaal leren zij ook
Engels vanaf het eerste leerjaar aangezien Engels de voertaal van
Europa is. Maar ook moet er minstens één uur per week aan
sociologie en één uur per week aan economie gespendeerd worden. Dit
moet niet tot in detail worden besproken, maar de leerlingen moeten
leren hoe om te gaan met geld, wat belangrijk is in de omgang met
andere personen, hoe zij mensen kunnen helpen en problemen bij
personen kunnen opmerken. Het basisonderwijs wordt 2 jaar langer. Ook
moet er vanaf de lagere school voldoende tijd gespendeerd worden aan
relationele vorming, seksualiteit en hoe er mee om te gaan en
veiligheid op het internet.
Vanaf het secundair onderwijs is er pas
een grondige hervorming. In de eerste twee jaar van het secundair
onderwijs staat vooral de basistheorie vooraan. Tijdens deze twee
jaar krijgt de leerling de basistheorie die te maken heeft met het
beroep dat zij verder willen studeren. Hiervoor hebben ze 14 uur per
week tijd. De overige 20 uur wordt gespendeerd aan algemene zaken
zoals de talen, basiswiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde,
sociologie en basiseconomie. Ook veiligheid in het verkeer moet
deftig bestudeerd worden. De gevaren van alcohol en gsm-gebruik
achter het stuur van eender welk voertuig moet al op tijd worden
aangeleerd om te vermijden dat men dit zal uitvoeren vanaf zij hun
rijbewijs halen.
Vanaf het derde jaar van het secundair
onderwijs is er een verschuiving in het aantal uren. De leerlingen
krijgen 14 uur per week de basisvakken en 20 uur praktische
opleiding. Deze praktische opleiding is te vergelijken met een
leercontract. De leerling kan tijdens deze 20 uur gaan werken om zo
zijn of haar vak tijdens het werk te leren. Deze vorm van opleiding
heeft veel meer nut in de toekomst voor het kind. Maar aangezien dit
niet voor elke opleiding mogelijk is, wordt er voor de richtingen
waarvoor dit niet mogelijk is gewerkt met projecten, zoals
mini-ondernemingen. Deze ondernemingen op één jaar tijd oprichten
en alle aspecten leren op één jaar is veel te kort, daarom wordt er
uitgebreid en gestart vanaf 14 jaar.
Natuurlijk lijkt het dan dat de
specifieke opleiding is ingekort voor de jongeren, maar door het
verschuiven van het grootste deel van de basiskennis naar het
basisonderwijs, kan er meer tijd vrijgemaakt worden in het secundair
onderwijs voor de beroepsspecifieke opleiding.
De vakantieregeling voor het onderwijs
is als volgt: - Zomervakantie: 1 Juli tot en met 15 augustus -
Wintervakantie: De laatste week van december en de eerste week van
Januari. - Herfstvakantie: De eerste week van november -
Krokusvakantie: De week van carnaval - Lentevakantie: De week voor
Pasen en de week na Pasen.
Feestdagen vallen weg aangezien
godsdienstvrijheid van kracht is in Europa. Wel kan een school 10
dagen sluiten vanwege een feestdag indien een groot deel van de
leerlingen die dag de feestdag viert. Indien er elke keer te weinig
leerlingen zijn om te sluiten vanwege een feestdag, kan de school
deze 10 dagen vrijwillig kiezen. Ook krijgt elke leerling 4
afwezigheidsbriefjes waarmee zij gebruik van kunnen maken zonder
doktersattest. Deze briefjes gelden niet op belangrijke projectdagen,
maar kunnen wel op voorhand ingediend worden voor bijvoorbeeld de
laatste dag van het schooljaar al op vakantie te kunnen vertrekken.
Maar niet alleen onderwijs is
belangrijk voor de jongeren. Er zijn nog veel meer zaken waar zij mee
te maken krijgen. Ook seksualiteit, uitgaan, het behalen van het
rijbewijs, roken, drugs en kattenkwaad zijn belangrijke punten die
zij tegenkomen in het leven. Daar moeten dus ook regels voor zijn.
Voor drugs en alcohol is het zeer
gemakkelijk. Dit is algemeen verboden voor -18-jarigen. Vanaf de
leeftijd van 18 jaar mag men wel alcoholische dranken nuttigen en is
het roken van marihuana in privéomgeving zonder minderjarigen in de
buurt toegelaten. Wie deze regel niet respecteert krijgt een sanctie
van minimaal 100 uur maatschappelijk werk in een omgeving met
minderjarigen en/of alcohol- en drugsverslaafden.
Seksualiteit is een moeilijker aspect.
Omdat niet iedere persoon tegelijk klaar is voor een relatie of seks
moeten we hier zeer voorzichtig mee omspringen. Seksuele handelingen
tussen kinderen jonger dan 13 jaar kunnen niet gerechtelijk bestraft
worden, enkel indien er duidelijk sprake is van dwang. Vanaf de
leeftijd van 13 jaar is het wel mogelijk om gerechtelijk bestraft te
worden. Iemand ouder dan 13 jaar heeft geen toelating om seksuele
betrekkingen te hebben met een persoon jonger dan 13 jaar. Jongeren
tussen 13 en 18 jaar kunnen onbestraft seksuele handelingen met
elkaar uitvoeren, maar dit mag niet onder dwang zijn. Indien dit toch
onder dwang gebeurt, zal de persoon die de andere persoon gedwongen
heeft bestraft worden met een gevangenisstraf van minstens 10
maanden. Indien een persoon ouder dan 18 jaar seksuele handelingen
wil uitvoeren met een persoon tussen de 13 en 18 jaar, is dit
toegelaten, mits er een leeftijdsverschil van minder dan 5 jaar is
tussen de twee personen en de handelingen met wederzijdse toestemming
gebeuren. Een persoon waarmee het leeftijdsverschil groter is dan 5
jaar, wordt gestraft als een pedofiel.
Wat ook belangrijk is, is opvang voor
jongeren met problemen. Honderden kinderen, misschien zelfs
duizenden, leven in de miserie of armoede. En er moet een groot deel
leven bij ouders die hen mishandelen. Ook zijn er kinderen die thuis
gaan lopen vanwege de problemen of de strenge opvoeding. Wat gebeurt
er met deze kinderen? Ze worden in opvangcentra gedropt. Daar worden
ze behandeld alsof ze zware psychologische problemen of zelfs
misdadigers zijn. Tijd om daar verandering in te brengen. Er zijn
betere manieren om deze kinderen op te vangen.
Natuurlijk is niet elk kind hetzelfde,
en zeker moet er ook gekeken worden naar de leeftijd. Een kind van 10
jaar kan niet op dezelfde manier opgevangen worden als een 16-jarige.
Maar wel moeten zij individueel hulp krijgen. En dat is mogelijk.
Om te beginnen zijn er de 16- tot
21-jarigen. Zij zijn het grootste deel van de puberteit al door, maar
moeten nog beschermd worden tegen zichzelf dat ze geen stommiteiten
begaan. Toch moet ook hun zelfstandigheid gestimuleerd worden. Daar
kan een vorm van zelfstandig wonen bij helpen. Een soort service
flats voor jongeren. De jongere kan, ofwel op eigen kosten of op
kosten van de ouders, afhankelijk van de situatie, een bemeubeld
appartement of huis huren tegen een voordelig tarief van maximaal
250,00 inclusief gas en elektriciteit. Telefoon en internet wordt
gratis ter beschikking gesteld. Voor het onderhoud en het huishouden
kunnen zij rekenen op hulp van professionele mensen. Deze mensen
kunnen simpelweg door een bel in de woning opgeroepen worden. Maar
ook op financieel vlak verdienen zij de benodigde hulp.
Indien de
jongere zelf werkt, is hij of zij verplicht al haar inkomsten af te
geven aan de 'opvoeder'. Deze opvoeder bekijkt het budget van de
jongere en helpt hem of haar hier zuinig mee om te gaan. Het
huurbedrag wordt automatisch afgehouden van de inkomsten, maar
natuurlijk heeft de jongere meer kosten. Voor voedingsproducten
krijgt de jongere 30,00 per week, voor kuis-, was- en
onderhoudsproducten krijgt de jongere 50,00 per maand. Voor extra
kosten zoals kleding en gsm-kosten krijgt de jongere een budget van
60,00 per maand. En als laatste heeft de jongere nog recht op
30,00 zakgeld per week.
Wat we niet
mogen vergeten is dat de jongere vervoer heeft. Indien hij of zij
over een rijbewijs en auto beschikt, worden de kosten van dit
voertuig voor 25% opgevangen door het opvangtehuis. De overige kosten
worden betaald met de inkomsten van de jongere zelf, waar hij of zij
60,00 per week voor krijgt.
Op het einde van
de maand heeft de jongere dus een uitgave van maximaal 840,00.
Wat de reden ook is dat de jongere de opvang gekregen heeft, zijn de
ouders verplicht om 25% van deze kosten te dragen, waardoor de
jongere zelf maximaal 630,00 heeft te betalen. Als de jongere
niet werkt, wordt de volledige kost gedragen door de ouders. Een
werkende jongere heeft het voordeel dat de overige inkomsten allemaal
integraal naar de spaarrekening van de jongere gaan zodat hij of zij
een mooi bedrag opzij heeft staan als ze besluiten om alleen te gaan
wonen.
Indien de
jongere besluit om op zichzelf te gaan wonen of terug naar huis te
keren heeft hij of zij het recht om de opvoeder maximaal 2x per maand
te contacteren voor hulp in verband met financiële zaken of
psychologische zaken.
Terwijl de
jongeren in het opvangtehuis wonen kunnen zij ten allen tijde beroep
doen op een opvoeder die hen helpt met huiswerk en psychologische
problemen.
Maar wat met de
kinderen die nog geen 16 jaar zijn en niet kunnen genieten van deze
mogelijkheid? Wel, daar is een andere oplossing voor. In plaats van
grote opvangtehuizen, worden zij opgevangen in kleinere groepen van
maximaal 8 personen. Zij komen terecht in een normale gezinssituatie,
maar met twee opvoeders in plaats van ouders, en maximaal 6 kinderen.
De kinderen krijgen zoveel mogelijk een eigen kamer vanaf de leeftijd
van 12 jaar. Indien de kinderen jonger dan 12 jaar zijn, kan het
gebeuren dat ze met twee op een kamer liggen. Alle kosten van de
kinderen worden teruggehaald bij de ouders of familie in het geval
van weeskinderen zonder familiale opvang.
De bedoeling is
dat de kinderen en jongeren maximaal 3 jaar worden opgevangen en
nadien kunnen overgeplaatst worden naar een pleeggezin, terugkeren
naar hun eigen gezin of op zichzelf gaan wonen. Wat absoluut niet mag
gebeuren is dat gezinnen uit elkaar getrokken worden. Dus indien
meerdere kinderen van één gezin in de opvangcentra terecht komen
moeten zij bij dezelfde opvoeders belanden, behalve in het geval van
misbruik door broers en/of zussen.
De opvoeders
moeten natuurlijk wel aan een aantal eisen voldoen:
Een
foutloos document van goed gedrag en zeden voorleggen
Bewijzen
dat zij weten hoe ze met kinderen en jongeren moeten omgaan (d.m.v.
Voorgaande ervaringen of diploma's, maar ook zonder de correcte
papieren door een test te slagen)
Bereid zijn
om hun eigen woning ter beschikking te stellen of in te trekken in
een woning van het opvangcentrum. Alle kosten worden gedekt.
24/24, 7/7
beschikbaar zijn voor de jongeren, of voor vervanging zorgen indien
zij op vakantie gaan. Het is mogelijk voor de opvoeders die kinderen
in huis nemen om de kinderen mee te nemen op vakantie, op kosten van
de ouders.
Hoewel het vroeger populairder was, zijn er nog steeds veel jongeren die uitkijken naar de dag dat ze hun rijbewijs kunnen behalen. De dag dat ze 17 jaar worden kunnen ze hun theoretisch examen afleggen, om dan een jaar rond te rijden met een L en op hun 18de verjaardag te slagen in het praktisch rijexamen. Ze kopen een auto, sommige auto's wat krachtiger dan anderen, of wat duurder, en komen in de jungle van de wegen terecht. Een goede rijopleiding is dus een noodzaak.
Op dit moment is de rijopleiding in België niet slecht, maar ook geen topopleiding. Daarom zijn aanpassingen nodig aan de opleiding:
1. De opleiding is te kort
2. Het examen is ouderwets
3. Er wordt te weinig aandacht besteed aan zwakkere weggebruikers
4. Er zijn te weinig manoeuvres die beheerst worden
Om te beginnen is de opleiding te kort. Wie zijn rijbewijs snel wil halen neemt 20 uur rijles en gaat na 3 maanden zijn examen doen. In die 3 maanden mag hij of zij alleen rondrijden. Levensgevaarlijk soms. Op die 20 uur wordt er gemiddeld 4 uur besteed aan het inparkeren en terugdraaien, en de eerste 4 uur kunnen ook niet meegeteld worden aangezien dit wagenbeheersing is, waardoor er dus in totaal 12 uur echt gereden wordt door de kersverse chauffeur. Gemiddeld kan de chauffeur 60km op een uur afleggen, wat dus wil zeggen 720km gereden met een begeleider. Is dat wel voldoende? Volgens mij niet.
Daarom moet dit aangepast worden. Men moet verplicht 1 jaar rijden met een begeleider. Op die manier is er meer kans dat de chauffeur inzicht kan creëren in het verkeer bij zichzelf. Als de chauffeur elke week 1 uur rijd, zo'n 50km per uur, is dit al ineens 1100km. Nog te weinig in mijn ogen, maar toch al beter. Maar op aantal kilometer kan niet gecontroleerd worden.
Ten tweede zitten we met een zeer raar examen. Ikzelf woon in een kleine gemeente, maar heb mijn examen moeten afleggen in Deurne. Een plaats waar ik nooit kom, maar heb geen enkele kleine gemeente gehad waar ik door reed. Daarom moet meer gefocust worden op diversiteit. Om een voorbeeld te geven. Men vertrekt in Deurne, rijdt daar een half uur rond, rijdt dan via de snelweg naar Wommelgem of Ranst en terug naar Deurne. Het examen zal dan 2 uur duren in plaats van 1 uur, maar er is meer evaluatie en meer diversiteit.
Ook de manoeuvres zijn belachelijk. Achteruit inparkeren bijvoorbeeld. Men kiest een plaats met zoveel mogelijk ruimte, terwijl ik nog nooit van mijn leven het geluk heb gehad op zo'n plaats achteruit in te moeten parkeren. Meestal zijn het plaatsen waar net voldoende ruimte is waar ik tussen moet kruipen. Daarom zou men beter de manoeuvres terug op het oefenterrein uitvoeren. Op die manier kan men kleinere ruimte simuleren om in te parkeren. Het zelfde geldt trouwens voor het terugdraaien. De plaatsen waar teruggedraaid moet worden kan ik de helft van de tijd in 1 keer terugdraaien, zonder extra achteruit rijden. Wat voor nut heeft dat dan? Daarom zou men dit ook beter op een oefenterrein laten doen.
Ook vertrekken op een helling zowel omhoog als omlaag kan dan gesimuleerd worden op het terrein, zodat ook dit zeker beheerst wordt.
Tijdens het rijexamen kom ik geen enkele motard tegen. Weet ik dan hoe ik moet reageren op motards in het verkeer? Het kan van wel, maar dat weet de examinator niet. Weet ik überhaupt wel wat een motor is? Enkel motards weten wat een motor is, waardoor dit gevaar veroorzaakt. Daarom ben ik ervan overtuigd dat men meer aandacht hieraan moet besteed worden. Laat de aspirant-chauffeur twee uur op een motor rijden, zodat hij of zij weet wat het inhoudt om met een motor te rijden, en meer besef heeft van bepaalde acties van een motard, want niet enkel voetgangers en fietsers zijn een risico.
Als laatste ben ik van mening dat er niet voldoende manoeuvres zijn die men moet beheersen. Achteruit inparkeren, terugdraaien in een straat, vertrekken en stoppen op een helling. Ik weet het niet, het is belangrijk om dit te kunnen, maar het is onvoldoende. Een noodstop maken bijvoorbeeld? Dat moet ook kunnen zonder te slippen. Met een motor moet dat toch ook getest worden of de bestuurder de machine onder controle houdt? Waarom dan niet bij auto's?
Ook achteruit rijden in een smalle straat, het komt misschien niet vaak voor, maar het is ook belangrijk om te kunnen. Vaak genoeg zie ik auto's achteruit af een oprit komen zonder goed uit te kijken. Levensgevaarlijk! Laat de chauffeur een afstand van 50 meter achteruit rijden, en op het einde achteruit een andere straat in draaien, of beter, simuleer dit op een oefenterrein.
Deze zaken kunnen de opleiding een boost geven, zonder de mensen op kosten te jagen om die belachelijke 20 uur rijschool te volgen, want de fout ligt niet bij de begeleider van thuis uit, maar de slechte rijopleiding van de rijscholen.
Als laatste punt, dit valt niet binnen de rijopleiding maar het vervolg, zou men net zoals bij motards een stappenplan moeten invoeren. Niet met extra examens, maar wel een klasse-indeling. Als ik nu kijk naar auto's van 18 tot 25-jarigen zijn er verschillende wagens zeer geliefd, doch levensgevaarlijk voor onervaren chauffeurs. Nissan Skyline, Mitsubishi Lancer EVO, Subaru Impreza WRX, BMW M1 en M3, Ford Focus ST, VW Golf GTI... Tweedehands allemaal zeer betaalbaar maar echte racemonsters. Dit zou niet mogen. Daarom pleit ik voor een stappenplan.
Klasse 1: De eerste 2 jaar dat men het rijbewijs heeft, mogen chauffeurs een wagen met maximaal 120pk besturen. In sommige wagens is dit al zeer veel, kijk maar naar de Ford Fiesta, Fiat 500 Abarth, VW Polo..., maar toch nog doenbaar. Op die manier kan de jongere ook nog steeds een auto met een aanhangwagen besturen.
Klasse 2: De volgende 3 jaar mag men maximaal 170pk hebben. Dit is al veel, maar op die manier wordt toch vermeden dat een jongere met nog te weinig ervaring voor de echte racemonsters zichzelf doodrijdt.
Klasse 3: Elke auto mag bestuurd worden na 5 jaar het rijbewijs te bezitten.
Dit zal natuurlijk niet warm onthaald worden door jongeren, maar het zal wel levens redden. En om nog strenger op te treden tegen overtredingen. Wie zijn rijbewijs verliest door een overtreding, wordt een klasse achteruit gezet. Bij een tweede overtreding wordt men weer in klasse 1 gezet. De tijd van deze beperking wordt bepaald naargelang de overtreding.
Dit is veel efficiënter dan een geldboete of gevangenisstraf.
Elke burger is verplicht om in zijn
leven te werken indien hij wil overleven in deze maatschappij. Als we
de werkgevers hun gang laten gaan, zullen zij de werknemer uitpersen
tot er niets van overschiet. Ja, ik bedoel hiermee dat werkgevers
enkel maar egoïstische, egotrippende kapitalisten zijn. Dit is niet
leefbaar voor de gemiddelde werknemer, en daarom zullen we streng
moeten zijn voor de werkgever.
Om te beginnen zijn er een aantal
regels die algemeen zijn voor elke werkgever. Deze regels zorgen voor
een werkvloer waar het werken aangenaam is en respect belangrijk is.
Ook gezondheid is een belangrijk aspect in een onderneming waar nu en
dan al eens minder naar gekeken wordt. En als laatste punt moeten we
zorgen voor een veilige werkplaats vooraleer we tevreden zijn.
Elke voltijdse werknemer werkt minimaal
36 uur en maximaal 60 per week. Per dag mag er maximaal 12 uur aan
een stuk gewerkt worden. Tussen de 12 uur van de eerste dag en de 12
uur van de volgende dag moet de werknemer minstens 8 uur thuis zijn,
exclusief reistijd. Ook mag een werknemer maximaal 6 dagen op een rij
werken. Natuurlijk mogen voltijdse werknemers een speciale
uurregeling (4/5) aanvragen waarbij zij 8 uur minder mogen werken.
Elke werknemer heeft recht op 3 dagen vakantie per gewerkte maand in
een werkweek van 40 uur, of 36 dagen per jaar. Indien de werkweek
langer duurt, komt er per 20 uur een halve dag extra bij. Indien u
dus een werkweek van 60 uur heeft, krijgt u 3,5 dagen per gewerkte
maand, wat neerkomt op 42 vakantiedagen. Dit zijn enkel de betaalde
vakantiedagen. Een werkgever kan beslissen om extra dagen te geven.
Een deeltijdse werknemer mag 10 tot 20
uur per week werken. Het maximaal aantal uur per dag is vier. Ook
voor hen geldt dat zij maximaal 6 dagen op rij mogen werken. Een
deeltijdse werknemer krijgt per maand één vakantiedag. Voor de rest
gelden dezelfde regels voor deeltijdse werknemer als voor voltijdse
werknemers.
Werknemers die op hoogte, in een
stoffige omgeving, in hoge (+26°c) of lage (minder dan 8°c)
temperaturen werken hebben recht op minimaal 10 minuten rustpauze om
de twee uur. Ook heeft deze werknemer recht op een vergoeding van
minimaal 2 euro per dag per categorie. Wie dus in alle categorieën
valt, krijgt 6 euro per dag extra.
Natuurlijk is het allemaal mooi om over
werkuren en vergoedingen te spreken, maar wat met het minimumloon?
Wel, dat is heel simpel. Welke job u ook beoefent, u wordt per uur
betaald. Geen maandlonen meer, zoals momenteel de wet is voor
bedienden. Het minimum uurloon ligt vast op 10 euro per uur. Of u nu
hooggeschoold, laaggeschoold,diplomaloos of doctor bent, uw loon zal
nooit onder de 10 euro per uur mogen dalen.
Vanwege gezondheidsredenen is een
bedrijf verplicht om met zo modern mogelijk materiaal te werken.
Indien men kan werken met een kraan, bulldozer, hijskraan, vorklift
of bobcat, moet men dit doen. Men kan niet verplichten aan de
werknemers om met de hand te scheppen indien er andere mogelijkheden
zijn. Dat geldt ook bij kuisopdrachten. Deze moeten verplicht met een
machine indien voor handen. Ook vanwege de gezondheid en
veiligheid mag men maximaal een gewicht van 25 kilo dragen, onder
welke omstandigheden dan ook.
Op zich is het gemakkelijk om allemaal
regels op te stellen voor de werkgever, maar ook de werknemer moet
zijn verantwoordelijkheden nemen. Indien de werknemer van baan wil
veranderen is hij verplicht om een opzegtermijn te doen. Deze termijn
is 2 weken indien het ontslag binnen de vijf jaar valt. Nadien komt
er per twee jaar 2 weken bij, met een maximum van 6 maanden. Maar ook
als een werkgever het ontslag geeft is er een opzegtermijn. Deze
bedraagt één maand per jaar dat de werknemer in dienst is, met een
maximum van 6 maanden.
Om tijdelijke werkkrachten te besparen
van uitbuiting, is men verplicht na 6 maanden een vast contract aan
te bieden. Indien de werkgever geen vast contract aanbiedt, mag hij
de werknemer 18 maanden niet meer in dienst nemen. Als hij de termijn
overschrijdt, moet de werkgever een bonus van 100 euro per week
betalen.
Natuurlijk betekent een werkende
bevolking ook dat sommige mensen uit de boot vallen en zonder werk
zitten. Dit is altijd mogelijk in een maatschappij als de onze. Niet
iedereen is geschikt voor eender welke functie. Daarom moet er ook
een vangnet zijn voor werklozen. Werklozen krijgen 6 maanden lang de
tijd om een nieuwe job te zoeken. Hiervoor kunnen ze rekenen op hulp
van gespecialiseerde organisaties. Voor dat deze organisaties mensen
mogen oproepen om een job te zoeken, mogen deze mensen ook niet via
interim aan de slag zijn, en moet men eerst telefonisch of via e-mail
contact opnemen met de persoon in kwestie. Indien deze persoon kan
bewijzen dat hij nog volop aan het werk is, hoeft hij of zij niet in
te gaan op de uitnodiging van de bevoegde instelling. De
werkloosheidsuitkering is zeer strikt. Elke werkloze krijgt een
minimumuitkering die 80% van het loon bedraagt dat hij of zij de
laatste drie maanden verdiende met een maximum van 1800 euro netto.
Dit voor een periode van minimum 1 maand en maximum 1 jaar. Per
gewerkt half jaar komt er een extra maand bij. Indien de werkloze na
deze periode nog steeds geen ander werk gevonden heeft, zal de
werkloosheid afgebouwd worden met 10% per maand naar een
minimumuitkering van 1000 euro netto per maand. Ook zal de werkloze
uitgenodigd worden om in aanmerking te komen voor een gratis
opleiding om een knelpuntberoep uit te kunnen oefenen.
Op een bepaalde leeftijd zijn we te oud
om nog functioneel te zijn in het werkleven. Deze beperking is voor
ieder van ons hetzelfde. Een pensioen kan bekomen worden vanaf 45
werkende jaren of 40 werkende jaren mits een vermindering van het
pensioen met 20%. De basis om het pensioen op te berekenen is het
maandloon van de laatste 5 jaar. Hier neemt men 75% van als pensioen,
met een maximum van 1750 euro. Omdat sommige mensen aan een
minimumloon werken, is er ook een minimum van 1100 euro als pensioen.
Elk weekend doorkruis ik bijna heel de Antwerpse kempen. Dit doe ik al meer dan 3 jaar lang. Zo'n 160km per dag, drie dagen achter elkaar, op verschillende uren van de dag. Elke keer rij ik dezelfde route, maar in die periode ben ik nog nooit, maar echt nog geen enkele keer alcoholcontrole of flitscontrole tegen gekomen. En dan is men verwonderd dat er zoveel doden vallen bij weekendongevallen?
Terwijl ik zelf goed weet op welke routes regelmatig mensen rijden die gedronken hebben, zie ik toch geen enkele alcoholcontrole. Zelfs tijdens de grootschalige BOB-campagnes zie ik er nergens. Wordt het niet eens tijd dat dat wordt aangepakt? Hoe kan men nu verwachten dat mensen in het weekend een BOB inschakelen en niet zelf rijden als ze gedronken hebben als de kans op betrapt te worden minimaal is?
Ik ben van mening dat men net meer agenten moet inschakelen 's nachts in de weekends om te controleren. Minstens één controle per weekend per gemeente die begint om 23u en loopt tot 3u. Dan zal er iets aan weekendongevallen gedaan kunnen worden. Maar het is gemakkelijk hé. We steken het op de rijopleiding. We gaan alles via de rijschool verplichten terwijl dat dat niet de oorzaak is.
Het is niet de vrije begeleiding die slechte chauffeurs op de baan toelaat. Ik zal het zelfs groffer zeggen. De meeste ongevallen gebeuren met mensen die hun rijopleiding via de rijschool hebben gehad. Zelfs bij de personen die nog hun voorlopig rijbewijs hebben is het aantal ongevallen het grootst bij zij die via de rijschool zijn gegaan. Hoe dat komt? Wel, dat is zeer gemakkelijk. Men volgt 20 uur rijopleiding en krijgt de toelating om alleen te mogen rijden. De jongere zegt tegen zijn ouders naar vrienden te rijden, onderweg gooien ze de L in de kofferbak en pikken vrienden op. Hen kan niets overkomen want zij hebben leren rijden via de rijschool.
Mensen die van thuis uit leren rijden hebben meer controle. Er zit tijdens de hele duur van de rijopleiding iemand naast hen, want zij mogen niet alleen rijden. Zij moeten een begeleider erbij hebben. Vaak hebben deze personen ook nog geen eigen auto, waardoor zij niet stiekem weg kunnen gaan met hun auto, maar dan de auto van hun ouders al moeten 'stelen'.
Het is ook zo dat men na 3 maanden al mag gaan voor hun rijbewijs. Ikzelf ben op mijn 17de verjaardag mijn theoretisch examen gaan afleggen. Ik was geslaagd en ben direct beginnen oefenen, met als resultaat dat ik minstens 1 jaar heb moeten rijden met mijn L, met een begeleider. Dat is voldoende tijd. Ik had in totaal 15.000km afgelegd vooraleer ik mijn examen ben gaan doen.
Dus met andere woorden, indien men de weekendongevallen wil aanpakken zijn er een aantal kleine details die moeten aangepast worden:
Meer controles, liefst 1x per week per gemeente tussen 23u en 3u. Indien dit effect heeft kan het afgebouwd worden naar 1x per 2 weken.
Geen toelating om alleen te rijden, ook al heeft men 20 uur met de rijschool leren rijden. Pas vanaf men het volwaardig rijbewijs heeft mag men alleen de aan op.
Iedereen verplicht 1 jaar met een begeleider de baan op. Ook na de rijopleiding via de rijschool.
Binnenkort meer over mijn visie op rijopleidingen.
De economie omvat het beleid voor alle
ondernemingen en inkomens en uitgaven van de staat, maar ook andere
geldzaken vallen onder economie. Deze zijn gelijk in heel Europa.
Hier mag geen enkel gewest van afwijken.
Ondernemingen
Om te beginnen zullen we streng moeten
zijn voor de banken. Banken hebben een belangrijke functie binnen
onze economie. We kunnen niet tolereren dat zij ons in gevaar
brengen. Daarom is elke bank verplicht om een vzw te zijn. Op die
manier kunnen zij geen risicos meer nemen met het geld van de
klant. Natuurlijk mogen zij winst maken, maar de winst moet voor 10%
verdeeld worden onder de klanten, voor 70% terug in de bank
geïnvesteerd worden, 5% van de winst mag uitgekeerd worden aan de
aandeelhouders, en de overige 15% gaat naar een bonus voor het
personeel. Deze bonus moet voor elke werknemer gelijk zijn.
De rente die banken aanrekenen voor
hypotheekleningen mag niet hoger liggen dan 40% van het geleend
kapitaal. Dit wil dus zeggen dat men bij een lening van 200.000 euro
maar maximaal 80.000 euro extra mag ontvangen aan rente. Dit bedrag
telt bij de langst mogelijke termijn. Dus het rentepercentage blijft
gelijk bij eender welke termijn. In het geval van dit voorbeeld is
dit dus 0,111% rente per maand of 1,333% rente per jaar. Voor
andere leningen mogen zij een rente tot 5% aanrekenen.
De rente van de spaarboekjes zal
bijgevolg natuurlijk ook niet zeer hoog liggen, met een maximaal
percentage van 2%. Dit lijkt natuurlijk laag, maar een bank heeft
maar één functie: het beheren van het geld van de klant, zonder
enig risico. Indien men geld wil verdienen moet men een job beoefenen
of investeren in ondernemingen.
De lonen van bedrijfsleiders van
overheidsbedrijven en banken zijn gelijkgesteld aan de lonen van de
voorzitters van de gewestelijke regeringen. De bonussen die zij
kunnen ontvangen zijn maximaal 10% van het jaarloon. De
bedrijfsleiders moeten die functie dan ook niet vervullen vanwege het
hoge loon, maar zij moeten bekwaam en betrouwbaar zijn.
Alle andere ondernemingen mogen zelf
beslissen hoe zij hun bedrijfsleiders verlonen, maar indien het
bedrijf moet besparen, is men verplicht eerst te besparen op de
kosten voor de bedrijfstop. Het kan niet getolereerd worden dat een
onderneming ook maar één werknemer ontslaat of loonsverlaging
verplicht zonder dat de bedrijfstop ook maar één eurocent minder
verdient of uitgeeft aan eigen kosten. Indien men toch denkt zichzelf
een dikke bonus te geven terwijl zij de werknemers hun loon verlagen
of iemand de deur wijzen vanwege de besparingen, kunnen zij gestraft
worden. Deze straffen zijn vastgesteld op 5 tot 15 jaar
gevangenisstraf of een overname door de bevoegde overheid zonder ook
maar één eurocent hiervoor te moeten betalen.
Behalve op het vlak van verloning van
de bedrijfstop, worden overheidsbedrijven en banken gezien als een
gewone onderneming.
Natuurlijk moeten de loonkosten ook
realistisch zijn. Daarom is dit zeer gemakkelijk. Op elke werknemer
betaalt de werkgever 5% belastingen, berekend op het bruto jaarloon
van de werknemer, en 15% RSZ. Op die manier heeft de werknemer per
werknemer 20% extra kosten te betalen.
Ook de ontslagpremie wordt streng
gereglementeerd. Voor bedrijven moet de werkgever 5% van het jaarloon
uitbetalen per jaar dat de werknemer in het bedrijf werkt met een
maximaal van 15 jaar. Het percentage stijgt met 2,5% per 5 jaar met
een maximum van 4 stijgingen.
Inkomsten
en uitgaven van de overheid
Uiteraard moet de overheid ook
inkomsten hebben. Daarom is er een vlaktaks voor ondernemingen van
25% op de winst. Voor de rest vallen alle subsidies en aftrekposten
voor ondernemingen weg. Enkel vzws die zich inzetten voor cultuur
en sociale aangelegenheden (jeugdbewegingen, muziekscholen,
tekenscholen ) kunnen beroep doen op subsidies. Deze subsidies zijn
begrensd op 250 euro per lid.
Ook de bevolking moet zijn duit in het
zakje doen natuurlijk. Ook zij hebben een vlaktaks, maar deze ligt op
22,5% van het jaarloon voor de werkende mens. Een werkloze burger
moet 27,5% belastingen betalen op zijn werkloosheidsuitkering, maar
per gewerkt half jaar genieten zij een maand van de belasting voor
een werkende burger. Voor studenten geldt dan weer een percentage van
15% belastingen op hun jaarloon. Van dit percentage kan niets
afgehouden worden. Wie wegens gezondheidsredenen niet kan werken,
betaalt hetzelfde percentage als studenten.
Voor de sociale zekerheid geldt een
percentage van 7,5% op het maandloon dat zij per maand aan de
overheid afstaan. Bij werklozen gaat er 10% van hun
werkloosheidsuitkering af voor de sociale zekerheid, en bij studenten
5%.
Dit wil dus zeggen dat een werknemer
30% van zijn loon moet afstaan aan de overheid, een werkloze
daarentegen verliest 37,5% van zijn werkloosheidsuitkering. Een
student geeft 20% af aan de staat.
Met ander woorden: een werknemer die
bruto 2000 euro verdient uiteindelijk 2000 euro 150 euro RSZ
450 euro belastingen = 1400 euro per maand verdient. Dit kan
natuurlijk aangevuld worden met extralegale voordelen. Ook is er op
het einde van het jaar geen eindafrekening van de belastingen meer.
De inkomsten die een burger verdient
via spaarrekeningen worden belast met 10%. De inkomsten via aandelen
hebben daarentegen een belasting van 15%. Wie inkomsten krijgt via
obligaties of kasbons moet hierop 12,5% belastingen betalen, net
zoals de inkomsten op het verhuren van vastgoed. Wie bedrijfsvastgoed
verhuurd, moet 25% belastingen betalen. Deze belastingen worden
onmiddellijk verrekend bij de inning.
Ook zijn er extra belastingen, zoals
btw, wegentaks, BIV, taksen op brandstof, milieutaks, grondtaks,
registratierechten, successierechten/giftentaks en
administratiekosten. Elke andere vorm van belastingen is niet
toegestaan. Wat wel mag, is onkostenvergoedingen vragen, zoals de
kosten voor het produceren van identiteitskaarten en rijbewijzen.
Deze kosten mogen enkel de kosten van de productie bevatten en niet
de administratiekosten. Deze kosten worden apart berekend.
De btw is een rechtstreekse inkomst op
de aankoop van goederen. De algemene regel is 10%, maar voor
levensbelangrijke zaken (voeding, energie, water) is dit percentage
5% en luxegoederen hebben een percentage van 20%. Administratiekosten
zijn kosten die gemaakt zijn voor administratieve zaken. Deze kosten
bedragen 2 euro per keer dat u ergens administratieve zaken hebt te
regelen voor de overheid. Deze kosten worden bijgehouden door een
registratie met de identiteitskaart. Elk jaar krijgt u een afrekening
voor deze kosten. Ook moet er natuurlijk gedacht worden aan het
milieu, daarom is een milieutaks belangrijk. Op die manier is er de
mogelijkheid om voor een gezond milieu te zorgen. Hiervoor wordt het
principe van de verbruiker betaalt ingevoerd. Dit houdt in dat
men uw afval weegt en per kilo afval wordt er op volgende manier
getaxeerd: groenafval kost 0,01 euro/kilo, restafval en PMD kost 0,05
euro/kilo, KGA kost 0,50 euro/kilo. Hoe erg het ook is, ook op
erfenissen en giften zullen taksen geheven worden. Deze taksen zijn
geen vlaktaksen. Op een erfenis/gift ter waarde van maximaal 50.000
euro wordt 10% taks geheven. Bij een erfenis tussen de 50.000 euro en
250.000 euro gaat er 20% naar de staat. Nog een trapje hoger,
begrensd op 1 miljoen euro gaat er 25% naar de overheid, en alles
boven 1 miljoen wordt belast met een percentage van 35%. De
grondtaks wordt berekend aan de hand van de grondoppervlakte en het
soort grond. Voor elke m² bouwgrond betaalt men 0,20 euro aan
taksen. Landbouwgrond en bosgrond daarentegen kost maar 0,05 euro per
vierkante meter. Maar op industriegrond betaalt men 0,30 euro/m².
Recreatiegrond moet natuurlijk ook belast worden. Deze soort grond
kost 0,15 euro/m². De taks op brandstof telt voor elke brandstof
die nodig is om een wagen te laten rijden, uitgezonderd
milieuvriendelijke brandstoffen. Op deze brandstoffen wordt een taks
van 75% geheven. De wegentaks is een uitzonderlijke regeling. Deze
belasting wordt berekend op verschillende zaken. Ten eerste is er de
CO²-uitstoot die meetelt, maar ook het aantal kilometer dat gereden
is, telt hierin mee. Per 1000 kilometer per jaar betaalt men 4 euro.
Voor de wegentaks op het gebied van de CO²-uitstoot is de formule
zeer gemakkelijk: CO²-uitstoot x 2,2. De BIV is net zo
gemakkelijk te berekenen als de wegentaks. De CO²-uitstoot x
cilinderinhoud/1000. Aangezien de BIV een belasting is voor
inverkeersstelling, moet deze enkel betaald worden op een nieuwe
wagen. De inschrijving van een wagen, tweedehands of nieuw, kost 100
euro. Deze kost wordt bij een nieuwe wagen bij de BIV geteld.
Ook op de aankoop van een huis worden
taksen betaald. Deze taksen bedragen 5% van de prijs. Of het nu klein
of groot beschrijf is.
De munteenheid is de euro. De euro mag
niet schommelen in waarde, waardoor de Nationale Bank van Europa een
zeer zware taak op de schouders krijgt. Ze moet er namelijk voor
zorgen dat bij een daling in waarde minder euro's op de markt terecht
komen, maar bij een stijging in waarde, dat er meer euro's op de
markt komen. Een munteenheid mag, net zoals levensnoodzakelijke
producten, geen speculatiemiddel zijn. Indien dit wel het geval is,
zal de schuldige opdraaien voor alle schade die geleden wordt door de
burgers.
Natuurlijk zijn er ook uitgaven die
moeten gebeuren door overheden, zoals onderhoudswerken, betalingen
van pensioenen, uitkering van werkloosheid etc. Deze uitgaven worden
geclassificeerd in verschillende onderdelen:
Levensnoodzakelijk: Pensioenen,
werkloosheid, ziektezorg, lonen van overheidspersoneel.
Levensnoodzakelijke uitgaven zijn de belangrijkste uitgaven. Indien
een crisis zich voordoet, zijn dit de laatste kosten waarin bespaard
mag worden. Indien men hierin wil besparen mag men maximaal 10% van
de kosten proberen te vermijden, maar deze mogen niet ten koste gaan
van de laagste bevolkingsklasse. Indien men hierin wil besparen,
zijn het de burgers die het hoogste bedrag ontvangen die zullen
moeten inleveren.
Noodzakelijk maar niet van
levensbelang: Onderhoudswerken aan wegen, onderhoudswerken aan
overheidsgebouwen, natuurbehoud... Deze kosten moeten ook zoveel
mogelijk beschermd worden tegen besparingen, maar kunnen uitgesteld
worden indien nodig. Deze kosten mogen een maximale besparing van
15% kennen.
Normale kosten: terugbetaling van
onkostenvergoedingen aan ministers, hulp aan derde wereld,
investeringen in overheidsbedrijven. Deze kosten zijn de eerste die
moeten verminderd worden bij een crisis. De maximale besparing is
50%.
Zoals u kunt zien is de indeling van de
klasses gezien vanuit het standpunt van de burger. De burgers hebben
geen baat bij onkostenvergoedingen aan ministers of hulp aan de derde
wereld. Hoe hard het ook klinkt, is deze hulp van geen belang voor de
burgers van Europa. Zij moeten dan ook niet opdraaien voor de
budgetten die de overheid hieraan wil uitgeven. Ook de investeringen
in overheidsbedrijven wordt gezien als normale kost, omdat deze
bedrijven zelf winst maken. Zij kunnen dus zelf met hun eigen winst
investeren waardoor de burger hier wederom niet voor moet opdraaien.
Bankgeheim
Het
bankgeheim wordt opgeheven. Banken zijn
verplicht om alle gegevens in een algemene databank te plaatsen waar
de overheid ten allen tijde zaken kan uit opvragen. Dit zal u
misschien zien als schending van de privacy, maar indien u niets
onwettigs doet, zult u ook geen schrik moeten hebben dat u iets ten
laste gelegd zal worden.
Door de banken alles in een algemene
databank op te slagen, kan er wel voor gezorgd worden dat bij
onwettigheden in uw nadeel sneller ingegrepen kan worden. Natuurlijk
zal zwartwerk niet meer mogelijk zijn, of toch in mindere maten, maar
met een eerlijk belastingstelsel is dit ook niet nodig.
Veel mensen dromen van een eigen huis, zelf gebouwd, of een oude
woning verbouwd. Dit is perfect mogelijk. We moeten nu eenmaal
onderdak hebben. Maar is een wildgroei van woningen wel een goed
idee? En is het wel een goed idee om allemaal bakstenen op elkaar te
plaatsen als woning? We zijn het zo gewoon, maar het is absoluut niet
goed. Daarom moeten er zeer structurele aanpassingen gebeuren.
Woningen die te koop komen te staan die niet in een woonkern liggen,
moeten afgebroken worden. Hetzelfde geldt voor andere gebouwen dan
woningen. Deze gebouwen moeten zich op de juiste plaats bevinden, of
afgebroken worden vanaf zij leeg komen te staan.
Indien u een woning koopt en deze wil verbouwen, moet u beginnen met
de buitenbekleding van de woning. Een stenen constructie is
toegelaten, maar de buitenkant moet bestaan uit een milieuvriendelijk
product dat geen warmte opslaat en afgeeft indien de lucht afkoelt.
Hout is hier bijvoorbeeld beter voor dan steen. Ook nieuwbouwwoningen
mogen geen stenen buitenkant meer hebben.
Elke woning moet voorzien worden van een systeem waarmee regenwater
gebruikt wordt voor onder andere de wasmachine, de wc, de
tuinsproeier en de afwas. Bij weinig regenval moet de mogelijkheid
nog wel bestaan om ander water te gebruiken. Dit is noodzakelijk om
zoveel mogelijk gezond drinkwater te behouden. Natuurlijk moeten de
mensen ook gezond drinkwater ter beschikking hebben in huis om te
koken of warme dranken te kunnen maken zonder fleswater te moeten
kopen, maar deze aanvoer moet beperkt worden, zodat men niet
verspillend kan omgaan met dit water.
Ook moet elk huis voorzien zijn van een natuurlijke energiebron,
hetzij een windmolen, een watermolen, een biogascentrale.
Zonnepanelen moeten wel zoveel mogelijk vermeden worden. Deze zijn
zeer milieuvervuilend tijdens de productie en voor afbraak. Indien
het niet mogelijk is of goedkoper is om een gemeenschappelijke
natuurlijke energiebron te plaatsen, is dit ook toegelaten.
Maar niet enkel op het land moeten er serieuze aanpassingen gebeuren.
Ook moet er meer nagedacht worden over leven op het water. Landen die
het risico lopen om te verdwijnen bij stijging van de zeespiegel
moeten hier zeker op inspelen. Hiervoor kan men beroep doen op
woonboten of drijvende huizen. Deze drijvende huizen hoeven niet
noodzakelijk op water te staan, maar moeten zo gebouwd worden dat bij
mogelijke stijging van de zeespiegel het huis blijft drijven. Een
variant hierop kan ook een paalwoning zijn. Deze paalwoning hoeft ook
niet op het water te staan, maar kan al op een redelijke hoogte
gebouwd worden op het land. Dit is natuurlijk zeer onpraktisch zo
lang de zeespiegel niet stijgt, maar is wel een goede
voorzorgsmaatregel. De drijvende woningen moeten vastgelegd worden
aan een ponton dat mee stijgt indien de zeespiegel stijgt. Op die
manier kan er steeds gezorgd worden voor een connectie met vast land
om niet opgesloten te zitten.
Woningen die voorzien zijn op een mogelijke stijging van de
zeespiegel is een goede vooruitgang, maar ook bedrijven moeten hier
over nadenken. Zeker de landbouw moet een mogelijkheid zoeken om toch
te kunnen produceren bij het verdwijnen van land. Zo kunnen
vrachtschepen omgebouwd worden tot varende weilanden.
De prijzen van huizen moeten ook gecontroleerd worden door de
overheid. Een eigen huis moet een basisrecht zijn en geen voorrecht
voor de rijken. Ieder huis dat gerenoveerd is, of nieuw gebouwd
wordt, moet verplicht een controle krijgen om een kadastraal inkomen
vast te leggen. Dit kadastraal inkomen is een berekening naar wat een
huis zou mogen opbrengen indien het verhuurd wordt. Deze prijs wordt
bepaald naargelang de ligging, de grootte en de luxe van het huis.
Een rijhuis van 3 slaapkamers, een zolder, een badkamer met ligbad,
een woonkamer, een keuken met eetkamer, een garage, een tuin van 75m³
en een kelder dat over een normale luxe beschikt, gelegen in een
dorpskern zal als kadastraal inkomen ongeveer 400 euro hebben. Dit
kadastraal inkomen wordt wel geindexeerd. Voor de waarde van de
verkoop wordt er gekeken naar het kadastraal inkomen van het huis.
Een huis mag geen standaardwaarde hebben die meer dan 250 keer het
kadastraal inkomen is. 250 keer het kadastraal inkomen lijkt veel
natuurlijk, maar voor het huis dat ik hier boven opnoem, komt dat
neer op een waarde van 100.000 euro. Natuurlijk zijn sommige huizen
niet zwaar gerenoveerd na aankoop, maar zijn ze wel licht aangepast.
Daarom is er een speelruimte van 20% van de waarde van het huis.
Indien ik dus het huis dat ik hierboven heb beschreven wil verkopen,
maar ik heb de keuken met een iets meer luxueuze inbouwkeuken
uitgerust, kan ik besluiten om de prijs met 5% te doen stijgen. Heb
ik een tuinhuis geplaatst, kan ik de prijs met nog eens 2% omhoog
brengen.
Er zijn ook mensen die geen behoefte hebben aan een eigen huis, of
zich geen eigen huis kunnen permitteren waardoor zij een huis gaan
huren. Dit kost ook geld, en als ik naar de huidige huurprijzen kijk,
is dit soms zelfs gewoonweg onbetaalbaar. Daarom moeten er strengere
regels komen voor verhuurders. Zo is het verplicht om als verhuurder
een prijs te vragen die maximaal 1,5 keer het kadastraal inkomen is
van het huis. Indien de huurders al zo lang het huis huren dat zij de
waarde van het huis aan de eigenaar betaald hebben, is de verhuurder
verplicht om de huurders de kans te geven het huis aan te kopen aan
een prijs die maximaal 15% de waarde van het huis is. Op die manier
heeft de huurder toch de kans om een huis aan te kopen indien zij
niet hebben kunnen sparen, maar moeten zij ook niet meer op zoek naar
een huis dat aan hun eisen voldoet indien het huurhuis perfect
geschikt is voor hen.
De kosten voor grote renovaties zijn ook altijd voor de verhuurder.
Toch kan de huurder aan de verhuurder vragen voor een grote renovatie
die hij of zij zelf uitvoert of laat uitvoeren. Indien dit het geval
is, is de verhuurder verplicht om met de huurder een overeenkomst af
te spreken waarin staat dat de kosten voor deze renovatie volledig of
gedeeltelijk worden afgetrokken van de huurprijs.
Indien een eigenaar een huis verhuurt dat niet in goede staat
verkeert, zal er een inspectie uitgevoerd worden als de huurder een
klacht indient. Indien de huurder in zijn gelijk gesteld wordt, ,mag
de huurder gratis in het huis wonen tot de nodige aanpassingen
gebeurd zijn. Indien de woning onbewoonbaar verklaart wordt, moet de
verhuurder alle huurkosten terugbetalen aan de huurder en de eerste
drie maanden huur van een nieuw huis betalen. Natuurlijk kan het
zijn dat de huurders zelf de woning naar een onbewoonbare staat
hebben gebracht. Indien dit het geval is, zal de huurder verplicht
zijn alle renovatiekosten te betalen. Maar hoe kan de verhuurder
of huurder nu bewijzen wie de schuldige is? Dit kan op basis van
foto's die zij zelf trekken en per aangetekend schrijven naar
zichzelf sturen, maar kan ook doordat de eigenaar een controle laat
uitvoeren alvorens het huis te huur aan te bieden. Deze controle kost
maximaal 200 euro, maar kan wel een hoop kosten voor de eigenaar
vermijden.
Zelfrijdende wagens, robots die het
werk overnemen, buitenaardse wezens die ons komen aanvallen,
natuurrampen die de Aarde van de kaart vegen, maar dat we kunnen
overleven door hi-tech machines. Er zijn films genoeg die ons
vertellen wat de toekomst ons zal brengen. Maar zit er ook iets van
waarheid in? Ja. Natuurlijk zit er een deel waarheid in. Natuurrampen
zullen de Aarde van de kaart vegen als we verder doen zoals we bezig
zijn. Buitenaardse wezens kunnen ons misschien komen aanvallen, als
ze de technologie bezitten. Maar zelfrijdende auto's en robots die
het werk overnemen? Ik dacht het niet.
Hoe kunnen we nu verwachten dat auto's
zelf rijden, of zweven? Hoe kunnen we verwachten dat robots het werk
overnemen? Om dat te kunnen bouwen hebben we grondstoffen nodig.
Grondstoffen die uitgeput beginnen te geraken. Reken daar nog eens de
crisis waar we nu al sinds 2008 van wegkwijnen bij en de rekensom is
gemaakt. De technologie zal een hoogtepunt bereiken tegen 2030.
Nadien zal alles terug achteruit gaan. Burgeroorlogen zullen de
wereld ten gronde brengen. Dit in combinatie met onvoorspelbare
natuurrampen van ongekende grootte.
Enkel de rijken zullen zich nog luxe
kunnen veroorloven. Door de schaarste van grondstoffen stijgen de
prijzen tot een maximaal hoogtepunt. Sommige producten zullen zelfs
gewoon van de markt verdwijnen. We zullen geen televisie meer kijken,
de wagen zal terug paard en kar worden, een gsm bestaat alleen in een
ver verleden, en computers zullen enkel gebruikt worden door de
machtigste staten. Door deze achteruitgang zullen jobs met sneltempo
verdwijnen waardoor de bevolking geen eten meer kan kopen. Maar ook
de productie van voeding zal wegkwijnen door de ellende.
Landbouwgrond wordt een zeldzaam luxeproduct, woningen zullen door
meerdere gezinnen tegelijk bewoond worden door de overbevolking, en
de criminaliteit zal de pan uit swingen.
Ook de natuur zal een duit in het zakje
doen. Natuurrampen zullen ontstaan op plaatsen waar ze nooit verwacht
werden. De planeet zal er alles aan doen om de klimaatsverandering,
veroorzaakt door de bebouwing , CO²-uitstoot, en methaanuitstoot te
verwerken, maar ook de overbevolking proberen op te lossen.
Overstromingen zullen duizenden mensen het leven kosten, net als
aardbevingen, orkanen en vulkaanuitbarstingen. Niet enkel de armere
regio's zullen getroffen worden, maar ook de belangrijkste
wereldsteden zullen in de ellende terecht komen.
Het wordt daarom ook eens tijd dat de
machtigsten der Aarde wakkergeschud worden en hier iets aan doen.
Stop met het subsidiëren van uitputtelijke energiebronnen, stop met
het vol bouwen van de hele planeet, stop met te janken over
vergrijzing, stop met de natuurlijke selectie door sterfte uit te
stellen, maar draai de zaken om. Steun projecten die onuitputtelijke
energiebronnen willen testen, zorg voor milieuvriendelijke bouw van
woningen die niet uit steen gebouwd worden, leg natuurwegen aan die
deftig te berijden zijn, start met geboortebeperkingen, kies voor de
korte pijn en help mensen vredig te laten sterven zonder weken of
maanden in een ziekenhuis te moeten verblijven.
Ik weet dat dit hard zal klinken en een
hoop tegenwind zal veroorzaken, maar toch heb ik het lef om dit neer
te pennen. Ik zou graag een wereld willen waar kinderen nog een
toekomst kunnen zien, en zich niet moeten focussen op een
surrealistisch bestaan. Een wereld waarin de realiteit kan zegevieren
en de toekomst nog hoop en mogelijkheden biedt. Maar aangezien een
politieke carrière niet weggelegd is voor een persoon als ik,
probeer ik het maar via deze weg.
Het enige dat ik wil bereiken is dat
jullie wakker worden en gaan inzien dat we niet verder kunnen zoals
we bezig zijn. Daarom heb ik ook een plan uitgewerkt om Europa from
scratch terug op te bouwen, maar dan met het oog op een leefbare
toekomst. Een toekomst die verder gaat dan de volgende verkiezingen.
Een toekomst voor onze kleinkinderen, achterkleinkinderen,
achterachterkleinkinderen en diens kinderen. Een toekomst die kan
blijven tot de dag dat de Aarde op natuurlijke wijze besluit om ermee
op te houden.
Als burger van Europa hebben we, even
snel gerekend, 6 overheden die beslissen over ons doen en laten. Die
belastingen innen op onze inkomsten. 6 overheden die geld betaald
moeten worden, samen met hun personeel. Een beetje overdreven. Vindt
u ook niet? Waarom hebben we 6 overheden nodig die beslissen over ons
leven? Kan dat niet eenvoudiger?
Natuurlijk kan dat! Europa moet geen
continent zijn met verschillende landen, maar een land met
verschillende staten. Met de VS als voorbeeld. Eén groot land, één
sterke macht. Door van Europa één land te maken, kunnen we ook
ineens een aantal regeringen dumpen. Waarvoor zouden we nog een
gemeentebestuur moeten hebben? Het provinciebestuur is de laagste
bestuursvorm per staat. Boven de provincie staat het bestuur dat we
nu de gewestelijke regering noemen. Dus met andere woorden, de
Vlaamse en de Waalse regering. Dat is de hoogste bestuursvorm per
staat. De enige hogere regering is de Europese regering. Zij
beslissen wat nodig is voor ons.
De Europese regering is ook het enige
bestuur dat inkomsten kan creëren aan de hand van belastingen.
Vanuit Europa wordt het geld dan verdeeld aan de staten. Deze staten
krijgen een bepaald budget, berekend aan de hand van de inkomsten die
hun bevolking bezorgt aan Europa. De staten en provincies hebben
natuurlijk wel het recht om bedrijven op te richten die zorgen voor
extra inkomsten voor hen. Maar voor dat deze bedrijven opgestart
worden, moet men de bevolking raadplegen of er wel nood is aan het
bedrijf dat ze willen oprichten. De bedrijven die opgericht worden,
zullen dan naamloze vennootschappen moeten zijn. Van deze bedrijven
krijgen alle inwoners, ouder dan 18 jaar en in het bezit van hun
burgerrechten, samen 60% van de aandelen. Dit aandeel is een
persoonlijk bezit, maar kan op de beurs verkocht worden. Deze
aandelen mogen maximum 150 euro per aandeel aan dividenden
opbrengen. Door de bevolking zelf 60% van de aandelen in het bezit
te geven, zal de overheid altijd hun mensen moeten raadplegen
vooraleer zij immense bonussen geven aan het bestuur. Ook bij
momenten van besparingen zullen zij hierdoor eerst de mensen moeten
raadplegen of een afvloeiing wel de correcte oplossing is.
Natuurlijk is er een democratie in ons
Europa, dus hebben we een regering, bestaande uit ministers en een
voorzitter. De voorzitter per provincie krijgt de naam burgemeester,
het gewest wordt geleid door een eerste minister of premier en Europa
staat onder leiding van de president. Op zich is dit geen echte
verandering tegenover de huidige tijd, maar er mogen ook maximaal 20
ministers per bestuursvorm zijn. De verkiezingen vallen allen
gelijktijdig om de 5 jaar en verkiezingscampagnes mogen maar 3
maanden duren. Vanaf een half jaar voor de verkiezingen tot en met 3
maanden voor de verkiezingen. Ook is het campagnebudget begrensd.
Elke partij mag maximaal 250.000 euro gebruiken voor hun campagne.
Dit is geld van de partijleden zelf. De partijen krijgen geen geld
van de overheid om campagne te voeren, maar elke beginnende partij
krijgt 500.000 euro, met een maximum van 8 partijen in Europa. Als
zij willen blijven bestaan, moeten zij zelf voor hun verdere
inkomsten zorgen. Iedereen heeft het recht om deel te nemen aan de
verkiezingen, indien zij 500 handtekeningen kunnen verkrijgen van
meerderjarige provinciegenoten en geen enkel mensenrecht schenden in
hun programma. Men moet namelijk geen lid zijn van een partij om deel
te nemen aan de verkiezingen. Onafhankelijk verkiesbare personen
vallen onder de categorie onafhankelijk. Zij moeten wel alles zelf
financieren.
De verkiezingen zelf gebeuren ook niet
op de huidige manier. De verkiezingen worden ingedeeld in rondes. In
de eerste ronde worden de partijen verkozen die deelnemen aan de
regeringsvorming. Elke partij die deel wil nemen aan de vorming van
de regering moet minstens 20% van de stemmen hebben. Indien er geen
enkele partij meer dan 20% van de stemmen behaalt, zullen de drie
partijen met de meeste stemmen het tegen elkaar opnemen in ronde
twee. Tussen deze twee stemrondes zitten maximaal 2 weken. Als de
grootste partijen gekozen zijn, zal er één maand later een derde
ronde volgen waar men mag stemmen op de persoon die men als minister
van een bepaalde bevoegdheid wil hebben. Op die manier is er geen
enkele partij die zelf beslist wie welke post krijgt. Nadien volgt
ronde vier waarbij de president van Europa wordt verkozen. De
president moet één van de ministers van de vorige regeringstermijn
zijn. Elke minister mag maar maximaal 2 termijnen minister van de
regeringsvorm zijn waarin zij zetelen. Maar er is ook een opvolgende
trap. De ministers van Europa worden gekozen uit de ministers van de
vorige termijn van het gewestelijke bestuur. De gewestelijke
ministers worden dan weer verkozen uit de ministers van de
provinciale regering. Enkel indien de verkozen partij niet in de
vorige regering zetelde, mag zij een nieuwe minister naar voren
schuiven voor een hogere bestuursvorm. De lonen van de ministers zijn
op de volgende manier ingedeeld: - Voorzitter: Maximaal 10% meer
dan de ministers - Ministers van Europa: Maximaal 25% meer dan de
ministers van de gewesten. - Ministers van de gewesten: Maximaal
20% meer dan de ministers van de provincies. - Ministers van
provincies: Maximaal 15% meer dan het gemiddelde van de burgers in
Europa. Elke minister beschikt over een auto van maximaal 50.000
euro, een chauffeur en een onkostenvergoeding van 50%. In de
onkostenvergoeding vallen verplaatsingskosten, kledijkosten en
overnachtingskosten. Maaltijden mogen maximaal voor 25% terugbetaald
worden. De onkosten mogen maar maximaal 25.000 euro bedragen per
jaar. Verplaatsingen moeten hoofdzakelijk op de goedkoopste en
snelste manier gebeuren. Indien men minder dan 2000 kilometer ver
moet zijn, is de minister of voorzitter verplicht de wagen te
gebruiken.
De burgers zijn niet verplicht om te
gaan stemmen, maar wie wel stemt krijgt per stemronde een dag extra
vrijaf. Stemmen kan thuis via de computer en met de elektronische
identiteitskaart. Iedere burger kan maximaal één keer stemmen.
Indien men geen computer heeft, is er de mogelijkheid om in het
stembureau te gaan stemmen.