Wat ik hier ga schrijven zal zeker op
veel tegenwind kunnen rekenen, maar gelieve eerst het hoofdstuk
volledig te lezen vooraleer u mijn ideeën afkraakt.
De politiediensten moeten voldoende
bemand zijn, wat inhoudt dat er per 1000 inwoners een wijkagent moet
zijn. Zij worden bijgestaan door de nodige administratieve
personeelsleden en staan onder leiding van een commissaris en een
adjunct-commissaris. Agenten die één regel overtreden moeten
onherroepelijk geschorst worden voor minstens 2 weken. Bij een tweede
overtreding worden zij gestraft door 2 maanden schorsing en na een
derde overtreding worden zij levenslang geschorst. De overtreding
geldt voor zowel privé als beroepsmatig. Een agent die dus betrapt
wordt op fout parkeren, te snel rijden, wordt even streng gestraft
als een agent die een moord pleegt. Dit geldt trouwens ook voor
bestuursleden van de overheid. Zij moeten het voorbeeld zijn voor de
burger.
De brandweer heeft ook de nodige
manschappen nodig, wat wil zeggen dat er één beroepsbrandweerman
moet zijn per 10.000 inwoners, maar ook 1 vrijwilliger per 1000
inwoners. Dit om ervoor te zorgen dat er altijd voldoende hulp is in
geval van gevaar. Zowel brandweer als politie mogen wel
verkeersregels overtreden in functie van een interventie, maar niet
met het persoonlijke voertuig.
Verkeersregels worden ingedeeld in drie
categorieën:
Lichte overtreding (boete tot 60
euro): Hieronder vallen het niet dragen van de gordel, minder dan
30km/u te snel rijden, niet pinken bij een manoeuvre Deze zaken
kunnen nooit voor de politierechtbank uitgevochten worden. Wie
betrapt wordt op de overtreding kan deze zaak aanvechten, maar dit
wordt door de commissaris onderzocht.
Middelzware overtreding (boete tot
150 euro): Deze overtredingen zijn onder andere tussen de 30 en
50km/u te snel rijden, gebruik van de gsm, ipod, mp3-speler of een
ander draagbaar toestel achter het stuur, onder invloed van alcohol
rijden (vanaf 0,2 tot 0,5 promille alcohol), geen voorrang verlenen,
stoplicht negeren Indien u niet akkoord gaat, wordt dit door de
politierechtbank bestudeerd.
Zware overtreding (boete van +150
euro, intrekking rijbewijs): Wie meer dan 50km/u te snel rijdt, meer
dan 0,5 promille alcohol in het bloed heeft, onder invloed van drugs
rijdt, een ongeval veroorzaakt met gewonden door een eigen fout,
rijden zonder rijbewijs of verzekering riskeert deze straf. Dit
wordt altijd voor de politierechtbank gedaagd. Een onmiddellijke
intrekking van het rijbewijs gebeurt wel voor minstens 14 dagen.
De bedragen die bij deze overtredingen
staan zijn richtlijnen. De boete wordt namelijk berekend op de
inkomsten van de overtreder. Indien de overtreder minder dan 35.000
euro per jaar verdient, zal de overtreding beboet worden met de
normale boete. Wie een inkomen tussen de 35.000 euro en 65.000 euro
heeft, krijgt een boete berekend op volgende formule: Normale boete x
2,5. Wie meer dan 65.000 euro per jaar verdient krijgt een boete
die op volgende manier berekend wordt: Normale boete x (inkomen
/15000). Is dit oneerlijk? U denkt misschien van wel, maar een klein
voorbeeldje. U rijdt met een Renault Clio van 10 jaar oud, want u kan
zich geen nieuwere auto permitteren met uw inkomen van 25.000 euro
per jaar. Doordat u gehaast bent omdat uw vrouw moet bevallen, wordt
u geflitst met een snelheid van 10km/u te snel. U moet dus een boete
betalen van 60 euro. Uw zuurverdiende centjes moeten dus naar deze
boete gaan, waardoor u die nieuwe keukentafel die u dringend nodig
heeft niet kunt betalen. Intussen werd u tijdens het flitsen
ingehaald door een dure Porsche. Deze Porsche werd geflitst tegen een
snelheid die 35km/u boven de maximumsnelheid ligt. De bestuurder van
deze Porsche heeft een inkomen van 100.000 euro per jaar en moet een
boete betalen van 150 euro. Denkt u dat die bestuurder wakker ligt
van 150 euro boete? En dat terwijl u voor die 60 euro die u moet
betalen zeer hard moet werken.
Strafrechtelijke overtredingen komen
natuurlijk ook voor de rechtbank. Kleine overtredingen kunnen niet
bestraft worden met een gevangenisstraf. Dit wil zeggen dat mensen
die voor minder dan 1000 euro hebben gestolen hebben of een niet echt
schadelijke fout hebben gemaakt enkel een boete of maatschappelijke
taak kunnen krijgen als straf. Zwaardere overtredingen kunnen wel
bestraft worden met een gevangenisstraf. Er is geen enkele
mogelijkheid om vervroegd vrij te komen. Levenslang is ook
levenslang. Deze persoon komt NOOIT meer vrij.
Voor moordenaars, verkrachters en
pedofielen bestaat de mogelijkheid om een castratie of een
isolatiestraf krijgen. De isolatiestraf houdt in dat de gedetineerde
moet overleven op water en brood en enkel een wc en stenen bed heeft.
Ook is een raam in de cel niet toegelaten. Deze straf heeft een
maximumduur van 1 jaar. De castratie is een chemische castratie
waardoor de gedetineerde geen erectie meer kan krijgen of in geval
van een vrouw geen genot meer heeft aan seks.
De gevangenis is geen complex gebouw.
Het gebouw bestaat uit cellen van 9m² met een bed, een stoel, een
bureau en een toilet. Er is een grote eetzaal waar de gevangenen 3
maaltijden per dag krijgen. De ochtendmaaltijd is brood met
confituur, choco, kaas of hesp. Als drank krijgen zij melk of water.
De middagmaaltijd is hetzelfde als de ochtendmaaltijd. De
avondmaaltijd is een beetje meer uitgebreid. Dan krijgen zij
aardappelen of rijst met goedkope groenten en vlees. De drank blijft
hetzelfde de gehele dag door. Ontspanning is er niet voor de
gevangenen. Zij hebben wel de mogelijkheid om te werken tijdens hun
periode in de gevangenis. Deze jobs bestaan uit het kweken van vlees
en groenten binnen de gevangenis, maar ook productie van producten
door een overheidsbedrijf. De bedrijven waar de gevangenen voor
werken liggen binnen de gevangenismuren.
Indien een minderjarige persoon een
misdaad begaat zijn er dezelfde straffen als bij volwassenen, maar
worden zij tot de leeftijd van 18 jaar in een jeugdgevangenis
opgesloten waar werk wordt vervangen door school. Indien de persoon
minderjarig was tijdens de overtreding, maar de leeftijd van 18 jaar
heeft bereikt wanneer de straf wordt uitgesproken, wordt deze straf
automatisch een straf voor volwassenen. Het is niet omdat een jongere
zich misdraagt, dat hij/zij kan ontsnappen aan zijn/haar straf.
De isoleercellen bevinden zich niet in
een gebouw, maar op een oud werkschip. Op die manier wordt er plaats
bespaard op het land en heeft er niemand een probleem mee als dit
schip zinkt.
Koning auto moet worden gedegradeerd.
Iedereen beschikt over een wagen en in Vlaanderen gebruikt men deze
meer dan een andere manier van transport. En ik moet toegeven, ikzelf
gebruik ook voor elke verplaatsing mijn wagen. Ik woon dan ook in een
godvergeten boerendorpje waar zelfs de bus nog moet worden
uitgevonden. Daarom is het van uiterst belang dat het openbaar
vervoer hervormd wordt.
Elke woning moet binnen een straal van
500 meter een bushalte hebben die elk uur tussen 5 uur en 22 uur
bediend wordt. Ook moet er gecontroleerd worden of dat deze lange en
grote bussen wel effectief zijn. Indien men de rit gemakkelijk kan
uitvoeren met een bus ter grootte van een belbus, moeten deze bussen
ingeschakeld worden in plaats van de 100+ bussen. Deze grote bussen
moeten zelfs zo veel mogelijk worden verdwijnen. Men moet gebruik
maken van kleinere bussen. Ook de ritten van de bussen moeten
nagekeken worden. Zo is het absurd dat de bussen letterlijk naast het
treinspoor rijden. Indien uw dorp een treinhalte heeft, moet er één
bus zijn die heel het dorp doorkruist en als begin- en vertrekhalte
het station heeft, zodat u uw reis met de trein verder kunt zetten.
Indien er geen treinstation in de buurt is, moet de bus naar een
centrale plaats rijden waar u kan overstappen naar de nodige bus.
Vooral in grotere steden moet er meer
ingezet worden op nuttig openbaar vervoer. Daarom moeten ook hier
zeker de ritten van de bussen en trams hertekend worden. Ook moeten
voertuigen met een cilinderinhoud groter dan 2000cc of
vierwielaandrijving verboden worden in steden. Het is in een stad
niet nodig om met een terreinwagen rond te rijden. Wil u toch
rondrijden met een terreinwagen, dan is daar het platteland de
geschikte omgeving voor.
Al deze maatregelen moeten bijdragen
aan een betere doorstroming van verkeer, maar ook voor een groener
mobiliteitsbeleid. Maar voor een groener mobiliteitsbeleid zijn meer
aanpassingen nodig. Zo moet er meer ingezet worden op
milieuvriendelijke brandstoffen zoals bio-ethanol, biogas, lucht en
water(stof). Elektriciteit is geen optie vanwege de
milieu-onvriendelijkheid van de batterijen in de wagens. Daarom mogen
hybride wagens die een elektrische tweede bron hebben geen kortingen
krijgen wegens groener. Deze wagens hadden zelfs nooit als
milieuvriendelijk bestempeld mogen worden.
Maar wat is een mobiliteitsplan zonder
een goede infrastructuur? Niets natuurlijk. Daarom is het ook zeer
belangrijk dat de infrastructuur verbetert wordt. Momenteel zijn
belangrijke overheidsplaatsen nog veel te veel verspreid. Daarom moet
ten eerste Brandweer en Politie verenigd worden op één locatie.
Ook gemeentelijke diensten bij elkaar blijven. Alle diensten in het
gemeentehuis moeten samen blijven, maar hier moeten ook OCMW-diensten
te vinden zijn. Ook de hoofdbibliotheken van gemeentes moeten in het
gemeentehuis gevestigd zijn. En aangezien de gemeentebesturen
opgeheven worden is er extra ruimte dat er vrijkomt om deze diensten
ruimte te bieden. Alle overheidsbedrijven moeten ook in het
gemeentehuis te bereiken zijn.
Ook zal het puntenrijbewijs ingevoerd
worden. Wie betrapt wordt op te snel rijden met minder dan 30km/u te
snel, krijgt twee punten. Wie meer dan 30km/u te snel rijdt, krijgt
vijf punten. Indien u meer dan 50km/u te snel rijdt, krijgt u 10
punten en verliest u uw rijbewijs voor 14 dagen. Kleine
overtredingen zoals het niet dragen van de gordel zijn goed voor twee
punten. Middelgrote overtredingen krijgen vijf punten, en zware
overtredingen hebben tien punten.
De punten zijn bovenop de boetes voor
de overtreding. Wie 15 punten heeft, is verplicht om zijn theoretisch
examen opnieuw af te leggen. Bij 25 punten moet u theorie en praktijk
opnieuw behalen alvorens u uw rijbewijs terugkrijgt. Indien u zonder
geldig rijbewijs rijdt, en hierop betrapt wordt, riskeert u een
gevangenisstraf van 1 tot 5 jaar. De punten worden 5 jaar na de
laatste overtreding weer op nul gezet.
Jongeren worden te weinig voorbereid op
het harde leven van volwassenen. Op school leren zij enkel een
beroep, maar niets over het leven. Dit moet veranderen. Daarom is een
hervorming van het onderwijs nodig. Om te beginnen moet het onderwijs
in twee delen gesplitst worden. Een algemeen gedeelte en een
beroepsspecifiek gedeelte. Maar hoe gaan we dit in de praktijk
omzetten? Wel heel simpel. Van hun 3 tot 6 jaar blijft de
kleuterschool. Hier leren zij spelenderwijs te tellen, maar ook
kleuren, samen spelen en delen en vriendschappen opbouwen.
Na de kleuterschool, in het jaar dat
het kind 6 jaar wordt, gaat het naar het eerste leerjaar van het
lager onderwijs. Hier leren zij de basis zoals nu al het geval is.
Maar dit moet uitgebreid worden. Behalve de moedertaal leren zij ook
Engels vanaf het eerste leerjaar aangezien Engels de voertaal van
Europa is. Maar ook moet er minstens één uur per week aan
sociologie en één uur per week aan economie gespendeerd worden. Dit
moet niet tot in detail worden besproken, maar de leerlingen moeten
leren hoe om te gaan met geld, wat belangrijk is in de omgang met
andere personen, hoe zij mensen kunnen helpen en problemen bij
personen kunnen opmerken. Het basisonderwijs wordt 2 jaar langer. Ook
moet er vanaf de lagere school voldoende tijd gespendeerd worden aan
relationele vorming, seksualiteit en hoe er mee om te gaan en
veiligheid op het internet.
Vanaf het secundair onderwijs is er pas
een grondige hervorming. In de eerste twee jaar van het secundair
onderwijs staat vooral de basistheorie vooraan. Tijdens deze twee
jaar krijgt de leerling de basistheorie die te maken heeft met het
beroep dat zij verder willen studeren. Hiervoor hebben ze 14 uur per
week tijd. De overige 20 uur wordt gespendeerd aan algemene zaken
zoals de talen, basiswiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde,
sociologie en basiseconomie. Ook veiligheid in het verkeer moet
deftig bestudeerd worden. De gevaren van alcohol en gsm-gebruik
achter het stuur van eender welk voertuig moet al op tijd worden
aangeleerd om te vermijden dat men dit zal uitvoeren vanaf zij hun
rijbewijs halen.
Vanaf het derde jaar van het secundair
onderwijs is er een verschuiving in het aantal uren. De leerlingen
krijgen 14 uur per week de basisvakken en 20 uur praktische
opleiding. Deze praktische opleiding is te vergelijken met een
leercontract. De leerling kan tijdens deze 20 uur gaan werken om zo
zijn of haar vak tijdens het werk te leren. Deze vorm van opleiding
heeft veel meer nut in de toekomst voor het kind. Maar aangezien dit
niet voor elke opleiding mogelijk is, wordt er voor de richtingen
waarvoor dit niet mogelijk is gewerkt met projecten, zoals
mini-ondernemingen. Deze ondernemingen op één jaar tijd oprichten
en alle aspecten leren op één jaar is veel te kort, daarom wordt er
uitgebreid en gestart vanaf 14 jaar.
Natuurlijk lijkt het dan dat de
specifieke opleiding is ingekort voor de jongeren, maar door het
verschuiven van het grootste deel van de basiskennis naar het
basisonderwijs, kan er meer tijd vrijgemaakt worden in het secundair
onderwijs voor de beroepsspecifieke opleiding.
De vakantieregeling voor het onderwijs
is als volgt: - Zomervakantie: 1 Juli tot en met 15 augustus -
Wintervakantie: De laatste week van december en de eerste week van
Januari. - Herfstvakantie: De eerste week van november -
Krokusvakantie: De week van carnaval - Lentevakantie: De week voor
Pasen en de week na Pasen.
Feestdagen vallen weg aangezien
godsdienstvrijheid van kracht is in Europa. Wel kan een school 10
dagen sluiten vanwege een feestdag indien een groot deel van de
leerlingen die dag de feestdag viert. Indien er elke keer te weinig
leerlingen zijn om te sluiten vanwege een feestdag, kan de school
deze 10 dagen vrijwillig kiezen. Ook krijgt elke leerling 4
afwezigheidsbriefjes waarmee zij gebruik van kunnen maken zonder
doktersattest. Deze briefjes gelden niet op belangrijke projectdagen,
maar kunnen wel op voorhand ingediend worden voor bijvoorbeeld de
laatste dag van het schooljaar al op vakantie te kunnen vertrekken.
Maar niet alleen onderwijs is
belangrijk voor de jongeren. Er zijn nog veel meer zaken waar zij mee
te maken krijgen. Ook seksualiteit, uitgaan, het behalen van het
rijbewijs, roken, drugs en kattenkwaad zijn belangrijke punten die
zij tegenkomen in het leven. Daar moeten dus ook regels voor zijn.
Voor drugs en alcohol is het zeer
gemakkelijk. Dit is algemeen verboden voor -18-jarigen. Vanaf de
leeftijd van 18 jaar mag men wel alcoholische dranken nuttigen en is
het roken van marihuana in privéomgeving zonder minderjarigen in de
buurt toegelaten. Wie deze regel niet respecteert krijgt een sanctie
van minimaal 100 uur maatschappelijk werk in een omgeving met
minderjarigen en/of alcohol- en drugsverslaafden.
Seksualiteit is een moeilijker aspect.
Omdat niet iedere persoon tegelijk klaar is voor een relatie of seks
moeten we hier zeer voorzichtig mee omspringen. Seksuele handelingen
tussen kinderen jonger dan 13 jaar kunnen niet gerechtelijk bestraft
worden, enkel indien er duidelijk sprake is van dwang. Vanaf de
leeftijd van 13 jaar is het wel mogelijk om gerechtelijk bestraft te
worden. Iemand ouder dan 13 jaar heeft geen toelating om seksuele
betrekkingen te hebben met een persoon jonger dan 13 jaar. Jongeren
tussen 13 en 18 jaar kunnen onbestraft seksuele handelingen met
elkaar uitvoeren, maar dit mag niet onder dwang zijn. Indien dit toch
onder dwang gebeurt, zal de persoon die de andere persoon gedwongen
heeft bestraft worden met een gevangenisstraf van minstens 10
maanden. Indien een persoon ouder dan 18 jaar seksuele handelingen
wil uitvoeren met een persoon tussen de 13 en 18 jaar, is dit
toegelaten, mits er een leeftijdsverschil van minder dan 5 jaar is
tussen de twee personen en de handelingen met wederzijdse toestemming
gebeuren. Een persoon waarmee het leeftijdsverschil groter is dan 5
jaar, wordt gestraft als een pedofiel.
Wat ook belangrijk is, is opvang voor
jongeren met problemen. Honderden kinderen, misschien zelfs
duizenden, leven in de miserie of armoede. En er moet een groot deel
leven bij ouders die hen mishandelen. Ook zijn er kinderen die thuis
gaan lopen vanwege de problemen of de strenge opvoeding. Wat gebeurt
er met deze kinderen? Ze worden in opvangcentra gedropt. Daar worden
ze behandeld alsof ze zware psychologische problemen of zelfs
misdadigers zijn. Tijd om daar verandering in te brengen. Er zijn
betere manieren om deze kinderen op te vangen.
Natuurlijk is niet elk kind hetzelfde,
en zeker moet er ook gekeken worden naar de leeftijd. Een kind van 10
jaar kan niet op dezelfde manier opgevangen worden als een 16-jarige.
Maar wel moeten zij individueel hulp krijgen. En dat is mogelijk.
Om te beginnen zijn er de 16- tot
21-jarigen. Zij zijn het grootste deel van de puberteit al door, maar
moeten nog beschermd worden tegen zichzelf dat ze geen stommiteiten
begaan. Toch moet ook hun zelfstandigheid gestimuleerd worden. Daar
kan een vorm van zelfstandig wonen bij helpen. Een soort service
flats voor jongeren. De jongere kan, ofwel op eigen kosten of op
kosten van de ouders, afhankelijk van de situatie, een bemeubeld
appartement of huis huren tegen een voordelig tarief van maximaal
250,00 inclusief gas en elektriciteit. Telefoon en internet wordt
gratis ter beschikking gesteld. Voor het onderhoud en het huishouden
kunnen zij rekenen op hulp van professionele mensen. Deze mensen
kunnen simpelweg door een bel in de woning opgeroepen worden. Maar
ook op financieel vlak verdienen zij de benodigde hulp.
Indien de
jongere zelf werkt, is hij of zij verplicht al haar inkomsten af te
geven aan de 'opvoeder'. Deze opvoeder bekijkt het budget van de
jongere en helpt hem of haar hier zuinig mee om te gaan. Het
huurbedrag wordt automatisch afgehouden van de inkomsten, maar
natuurlijk heeft de jongere meer kosten. Voor voedingsproducten
krijgt de jongere 30,00 per week, voor kuis-, was- en
onderhoudsproducten krijgt de jongere 50,00 per maand. Voor extra
kosten zoals kleding en gsm-kosten krijgt de jongere een budget van
60,00 per maand. En als laatste heeft de jongere nog recht op
30,00 zakgeld per week.
Wat we niet
mogen vergeten is dat de jongere vervoer heeft. Indien hij of zij
over een rijbewijs en auto beschikt, worden de kosten van dit
voertuig voor 25% opgevangen door het opvangtehuis. De overige kosten
worden betaald met de inkomsten van de jongere zelf, waar hij of zij
60,00 per week voor krijgt.
Op het einde van
de maand heeft de jongere dus een uitgave van maximaal 840,00.
Wat de reden ook is dat de jongere de opvang gekregen heeft, zijn de
ouders verplicht om 25% van deze kosten te dragen, waardoor de
jongere zelf maximaal 630,00 heeft te betalen. Als de jongere
niet werkt, wordt de volledige kost gedragen door de ouders. Een
werkende jongere heeft het voordeel dat de overige inkomsten allemaal
integraal naar de spaarrekening van de jongere gaan zodat hij of zij
een mooi bedrag opzij heeft staan als ze besluiten om alleen te gaan
wonen.
Indien de
jongere besluit om op zichzelf te gaan wonen of terug naar huis te
keren heeft hij of zij het recht om de opvoeder maximaal 2x per maand
te contacteren voor hulp in verband met financiële zaken of
psychologische zaken.
Terwijl de
jongeren in het opvangtehuis wonen kunnen zij ten allen tijde beroep
doen op een opvoeder die hen helpt met huiswerk en psychologische
problemen.
Maar wat met de
kinderen die nog geen 16 jaar zijn en niet kunnen genieten van deze
mogelijkheid? Wel, daar is een andere oplossing voor. In plaats van
grote opvangtehuizen, worden zij opgevangen in kleinere groepen van
maximaal 8 personen. Zij komen terecht in een normale gezinssituatie,
maar met twee opvoeders in plaats van ouders, en maximaal 6 kinderen.
De kinderen krijgen zoveel mogelijk een eigen kamer vanaf de leeftijd
van 12 jaar. Indien de kinderen jonger dan 12 jaar zijn, kan het
gebeuren dat ze met twee op een kamer liggen. Alle kosten van de
kinderen worden teruggehaald bij de ouders of familie in het geval
van weeskinderen zonder familiale opvang.
De bedoeling is
dat de kinderen en jongeren maximaal 3 jaar worden opgevangen en
nadien kunnen overgeplaatst worden naar een pleeggezin, terugkeren
naar hun eigen gezin of op zichzelf gaan wonen. Wat absoluut niet mag
gebeuren is dat gezinnen uit elkaar getrokken worden. Dus indien
meerdere kinderen van één gezin in de opvangcentra terecht komen
moeten zij bij dezelfde opvoeders belanden, behalve in het geval van
misbruik door broers en/of zussen.
De opvoeders
moeten natuurlijk wel aan een aantal eisen voldoen:
Een
foutloos document van goed gedrag en zeden voorleggen
Bewijzen
dat zij weten hoe ze met kinderen en jongeren moeten omgaan (d.m.v.
Voorgaande ervaringen of diploma's, maar ook zonder de correcte
papieren door een test te slagen)
Bereid zijn
om hun eigen woning ter beschikking te stellen of in te trekken in
een woning van het opvangcentrum. Alle kosten worden gedekt.
24/24, 7/7
beschikbaar zijn voor de jongeren, of voor vervanging zorgen indien
zij op vakantie gaan. Het is mogelijk voor de opvoeders die kinderen
in huis nemen om de kinderen mee te nemen op vakantie, op kosten van
de ouders.
Hoewel het vroeger populairder was, zijn er nog steeds veel jongeren die uitkijken naar de dag dat ze hun rijbewijs kunnen behalen. De dag dat ze 17 jaar worden kunnen ze hun theoretisch examen afleggen, om dan een jaar rond te rijden met een L en op hun 18de verjaardag te slagen in het praktisch rijexamen. Ze kopen een auto, sommige auto's wat krachtiger dan anderen, of wat duurder, en komen in de jungle van de wegen terecht. Een goede rijopleiding is dus een noodzaak.
Op dit moment is de rijopleiding in België niet slecht, maar ook geen topopleiding. Daarom zijn aanpassingen nodig aan de opleiding:
1. De opleiding is te kort
2. Het examen is ouderwets
3. Er wordt te weinig aandacht besteed aan zwakkere weggebruikers
4. Er zijn te weinig manoeuvres die beheerst worden
Om te beginnen is de opleiding te kort. Wie zijn rijbewijs snel wil halen neemt 20 uur rijles en gaat na 3 maanden zijn examen doen. In die 3 maanden mag hij of zij alleen rondrijden. Levensgevaarlijk soms. Op die 20 uur wordt er gemiddeld 4 uur besteed aan het inparkeren en terugdraaien, en de eerste 4 uur kunnen ook niet meegeteld worden aangezien dit wagenbeheersing is, waardoor er dus in totaal 12 uur echt gereden wordt door de kersverse chauffeur. Gemiddeld kan de chauffeur 60km op een uur afleggen, wat dus wil zeggen 720km gereden met een begeleider. Is dat wel voldoende? Volgens mij niet.
Daarom moet dit aangepast worden. Men moet verplicht 1 jaar rijden met een begeleider. Op die manier is er meer kans dat de chauffeur inzicht kan creëren in het verkeer bij zichzelf. Als de chauffeur elke week 1 uur rijd, zo'n 50km per uur, is dit al ineens 1100km. Nog te weinig in mijn ogen, maar toch al beter. Maar op aantal kilometer kan niet gecontroleerd worden.
Ten tweede zitten we met een zeer raar examen. Ikzelf woon in een kleine gemeente, maar heb mijn examen moeten afleggen in Deurne. Een plaats waar ik nooit kom, maar heb geen enkele kleine gemeente gehad waar ik door reed. Daarom moet meer gefocust worden op diversiteit. Om een voorbeeld te geven. Men vertrekt in Deurne, rijdt daar een half uur rond, rijdt dan via de snelweg naar Wommelgem of Ranst en terug naar Deurne. Het examen zal dan 2 uur duren in plaats van 1 uur, maar er is meer evaluatie en meer diversiteit.
Ook de manoeuvres zijn belachelijk. Achteruit inparkeren bijvoorbeeld. Men kiest een plaats met zoveel mogelijk ruimte, terwijl ik nog nooit van mijn leven het geluk heb gehad op zo'n plaats achteruit in te moeten parkeren. Meestal zijn het plaatsen waar net voldoende ruimte is waar ik tussen moet kruipen. Daarom zou men beter de manoeuvres terug op het oefenterrein uitvoeren. Op die manier kan men kleinere ruimte simuleren om in te parkeren. Het zelfde geldt trouwens voor het terugdraaien. De plaatsen waar teruggedraaid moet worden kan ik de helft van de tijd in 1 keer terugdraaien, zonder extra achteruit rijden. Wat voor nut heeft dat dan? Daarom zou men dit ook beter op een oefenterrein laten doen.
Ook vertrekken op een helling zowel omhoog als omlaag kan dan gesimuleerd worden op het terrein, zodat ook dit zeker beheerst wordt.
Tijdens het rijexamen kom ik geen enkele motard tegen. Weet ik dan hoe ik moet reageren op motards in het verkeer? Het kan van wel, maar dat weet de examinator niet. Weet ik überhaupt wel wat een motor is? Enkel motards weten wat een motor is, waardoor dit gevaar veroorzaakt. Daarom ben ik ervan overtuigd dat men meer aandacht hieraan moet besteed worden. Laat de aspirant-chauffeur twee uur op een motor rijden, zodat hij of zij weet wat het inhoudt om met een motor te rijden, en meer besef heeft van bepaalde acties van een motard, want niet enkel voetgangers en fietsers zijn een risico.
Als laatste ben ik van mening dat er niet voldoende manoeuvres zijn die men moet beheersen. Achteruit inparkeren, terugdraaien in een straat, vertrekken en stoppen op een helling. Ik weet het niet, het is belangrijk om dit te kunnen, maar het is onvoldoende. Een noodstop maken bijvoorbeeld? Dat moet ook kunnen zonder te slippen. Met een motor moet dat toch ook getest worden of de bestuurder de machine onder controle houdt? Waarom dan niet bij auto's?
Ook achteruit rijden in een smalle straat, het komt misschien niet vaak voor, maar het is ook belangrijk om te kunnen. Vaak genoeg zie ik auto's achteruit af een oprit komen zonder goed uit te kijken. Levensgevaarlijk! Laat de chauffeur een afstand van 50 meter achteruit rijden, en op het einde achteruit een andere straat in draaien, of beter, simuleer dit op een oefenterrein.
Deze zaken kunnen de opleiding een boost geven, zonder de mensen op kosten te jagen om die belachelijke 20 uur rijschool te volgen, want de fout ligt niet bij de begeleider van thuis uit, maar de slechte rijopleiding van de rijscholen.
Als laatste punt, dit valt niet binnen de rijopleiding maar het vervolg, zou men net zoals bij motards een stappenplan moeten invoeren. Niet met extra examens, maar wel een klasse-indeling. Als ik nu kijk naar auto's van 18 tot 25-jarigen zijn er verschillende wagens zeer geliefd, doch levensgevaarlijk voor onervaren chauffeurs. Nissan Skyline, Mitsubishi Lancer EVO, Subaru Impreza WRX, BMW M1 en M3, Ford Focus ST, VW Golf GTI... Tweedehands allemaal zeer betaalbaar maar echte racemonsters. Dit zou niet mogen. Daarom pleit ik voor een stappenplan.
Klasse 1: De eerste 2 jaar dat men het rijbewijs heeft, mogen chauffeurs een wagen met maximaal 120pk besturen. In sommige wagens is dit al zeer veel, kijk maar naar de Ford Fiesta, Fiat 500 Abarth, VW Polo..., maar toch nog doenbaar. Op die manier kan de jongere ook nog steeds een auto met een aanhangwagen besturen.
Klasse 2: De volgende 3 jaar mag men maximaal 170pk hebben. Dit is al veel, maar op die manier wordt toch vermeden dat een jongere met nog te weinig ervaring voor de echte racemonsters zichzelf doodrijdt.
Klasse 3: Elke auto mag bestuurd worden na 5 jaar het rijbewijs te bezitten.
Dit zal natuurlijk niet warm onthaald worden door jongeren, maar het zal wel levens redden. En om nog strenger op te treden tegen overtredingen. Wie zijn rijbewijs verliest door een overtreding, wordt een klasse achteruit gezet. Bij een tweede overtreding wordt men weer in klasse 1 gezet. De tijd van deze beperking wordt bepaald naargelang de overtreding.
Dit is veel efficiënter dan een geldboete of gevangenisstraf.
Elke burger is verplicht om in zijn
leven te werken indien hij wil overleven in deze maatschappij. Als we
de werkgevers hun gang laten gaan, zullen zij de werknemer uitpersen
tot er niets van overschiet. Ja, ik bedoel hiermee dat werkgevers
enkel maar egoïstische, egotrippende kapitalisten zijn. Dit is niet
leefbaar voor de gemiddelde werknemer, en daarom zullen we streng
moeten zijn voor de werkgever.
Om te beginnen zijn er een aantal
regels die algemeen zijn voor elke werkgever. Deze regels zorgen voor
een werkvloer waar het werken aangenaam is en respect belangrijk is.
Ook gezondheid is een belangrijk aspect in een onderneming waar nu en
dan al eens minder naar gekeken wordt. En als laatste punt moeten we
zorgen voor een veilige werkplaats vooraleer we tevreden zijn.
Elke voltijdse werknemer werkt minimaal
36 uur en maximaal 60 per week. Per dag mag er maximaal 12 uur aan
een stuk gewerkt worden. Tussen de 12 uur van de eerste dag en de 12
uur van de volgende dag moet de werknemer minstens 8 uur thuis zijn,
exclusief reistijd. Ook mag een werknemer maximaal 6 dagen op een rij
werken. Natuurlijk mogen voltijdse werknemers een speciale
uurregeling (4/5) aanvragen waarbij zij 8 uur minder mogen werken.
Elke werknemer heeft recht op 3 dagen vakantie per gewerkte maand in
een werkweek van 40 uur, of 36 dagen per jaar. Indien de werkweek
langer duurt, komt er per 20 uur een halve dag extra bij. Indien u
dus een werkweek van 60 uur heeft, krijgt u 3,5 dagen per gewerkte
maand, wat neerkomt op 42 vakantiedagen. Dit zijn enkel de betaalde
vakantiedagen. Een werkgever kan beslissen om extra dagen te geven.
Een deeltijdse werknemer mag 10 tot 20
uur per week werken. Het maximaal aantal uur per dag is vier. Ook
voor hen geldt dat zij maximaal 6 dagen op rij mogen werken. Een
deeltijdse werknemer krijgt per maand één vakantiedag. Voor de rest
gelden dezelfde regels voor deeltijdse werknemer als voor voltijdse
werknemers.
Werknemers die op hoogte, in een
stoffige omgeving, in hoge (+26°c) of lage (minder dan 8°c)
temperaturen werken hebben recht op minimaal 10 minuten rustpauze om
de twee uur. Ook heeft deze werknemer recht op een vergoeding van
minimaal 2 euro per dag per categorie. Wie dus in alle categorieën
valt, krijgt 6 euro per dag extra.
Natuurlijk is het allemaal mooi om over
werkuren en vergoedingen te spreken, maar wat met het minimumloon?
Wel, dat is heel simpel. Welke job u ook beoefent, u wordt per uur
betaald. Geen maandlonen meer, zoals momenteel de wet is voor
bedienden. Het minimum uurloon ligt vast op 10 euro per uur. Of u nu
hooggeschoold, laaggeschoold,diplomaloos of doctor bent, uw loon zal
nooit onder de 10 euro per uur mogen dalen.
Vanwege gezondheidsredenen is een
bedrijf verplicht om met zo modern mogelijk materiaal te werken.
Indien men kan werken met een kraan, bulldozer, hijskraan, vorklift
of bobcat, moet men dit doen. Men kan niet verplichten aan de
werknemers om met de hand te scheppen indien er andere mogelijkheden
zijn. Dat geldt ook bij kuisopdrachten. Deze moeten verplicht met een
machine indien voor handen. Ook vanwege de gezondheid en
veiligheid mag men maximaal een gewicht van 25 kilo dragen, onder
welke omstandigheden dan ook.
Op zich is het gemakkelijk om allemaal
regels op te stellen voor de werkgever, maar ook de werknemer moet
zijn verantwoordelijkheden nemen. Indien de werknemer van baan wil
veranderen is hij verplicht om een opzegtermijn te doen. Deze termijn
is 2 weken indien het ontslag binnen de vijf jaar valt. Nadien komt
er per twee jaar 2 weken bij, met een maximum van 6 maanden. Maar ook
als een werkgever het ontslag geeft is er een opzegtermijn. Deze
bedraagt één maand per jaar dat de werknemer in dienst is, met een
maximum van 6 maanden.
Om tijdelijke werkkrachten te besparen
van uitbuiting, is men verplicht na 6 maanden een vast contract aan
te bieden. Indien de werkgever geen vast contract aanbiedt, mag hij
de werknemer 18 maanden niet meer in dienst nemen. Als hij de termijn
overschrijdt, moet de werkgever een bonus van 100 euro per week
betalen.
Natuurlijk betekent een werkende
bevolking ook dat sommige mensen uit de boot vallen en zonder werk
zitten. Dit is altijd mogelijk in een maatschappij als de onze. Niet
iedereen is geschikt voor eender welke functie. Daarom moet er ook
een vangnet zijn voor werklozen. Werklozen krijgen 6 maanden lang de
tijd om een nieuwe job te zoeken. Hiervoor kunnen ze rekenen op hulp
van gespecialiseerde organisaties. Voor dat deze organisaties mensen
mogen oproepen om een job te zoeken, mogen deze mensen ook niet via
interim aan de slag zijn, en moet men eerst telefonisch of via e-mail
contact opnemen met de persoon in kwestie. Indien deze persoon kan
bewijzen dat hij nog volop aan het werk is, hoeft hij of zij niet in
te gaan op de uitnodiging van de bevoegde instelling. De
werkloosheidsuitkering is zeer strikt. Elke werkloze krijgt een
minimumuitkering die 80% van het loon bedraagt dat hij of zij de
laatste drie maanden verdiende met een maximum van 1800 euro netto.
Dit voor een periode van minimum 1 maand en maximum 1 jaar. Per
gewerkt half jaar komt er een extra maand bij. Indien de werkloze na
deze periode nog steeds geen ander werk gevonden heeft, zal de
werkloosheid afgebouwd worden met 10% per maand naar een
minimumuitkering van 1000 euro netto per maand. Ook zal de werkloze
uitgenodigd worden om in aanmerking te komen voor een gratis
opleiding om een knelpuntberoep uit te kunnen oefenen.
Op een bepaalde leeftijd zijn we te oud
om nog functioneel te zijn in het werkleven. Deze beperking is voor
ieder van ons hetzelfde. Een pensioen kan bekomen worden vanaf 45
werkende jaren of 40 werkende jaren mits een vermindering van het
pensioen met 20%. De basis om het pensioen op te berekenen is het
maandloon van de laatste 5 jaar. Hier neemt men 75% van als pensioen,
met een maximum van 1750 euro. Omdat sommige mensen aan een
minimumloon werken, is er ook een minimum van 1100 euro als pensioen.