erfgoedrode
Inhoud blog
  • 905 Persoonlijk archief
  • 906 Berla 143
  • 103 Bijnamen
  • 21 Herbergen
  • 701 Birrebeek

    Zoeken in blog



    Foto

    09-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.307 K.W.B.

    Voorzitters

    1966 Jef Van den Broeck
    1968 Maurits Peeters


    09-07-2014, 09:59 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.306 K.A.V.

    1966 Simonne Peeters


    09-07-2014, 09:58 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.305 Duivenmaatschappij Eerlijk duurt het langst

    305 Duivenmaatschappij Eerlijk duurt het langst

    In Eversem
    Voorzitters
    1967 J. Van Doorslaer


    09-07-2014, 09:57 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.304 K.A.J.

    304 K.A.J.

    De pioniers Alex Ooms, Edwig De Valck, G. Maes, F. Van de Voorde , Jos Voet en Jean Pierre Wijns stichten deze groep.

    1968 Alex Ooms
    Edwig De Valck


    09-07-2014, 09:55 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.303 K.L.J.

    303 Katholieke Landelijke Jeugd

    In de jaren 60 was deze vereniging actief onder het voorzitterschap van Marie Jeanne Van Hoeck.

    Waar zijn de archieven ?

    09-07-2014, 09:55 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    07-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.100 Gemeente

    Tot de fusie van gemeenten in 1976 bestond de gemeente Meise uit 2 parochies : St.-Martinus Meise en St.- Brixius Rode.

    Daarom wordt deze rubriek behandeld onder ErfgoedMeise.

    07-05-2014, 09:56 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.902 Tijdschrift Berla

    902 Tijdschrift Berla  :

                    Thema        Nr.   Titel                                                                                        Auteur                               Jg/Nr./Pag.

    ROD

    17

    Den heylighen Brixius

    83.04.04

    ROD

    48

    50 jaar geleden winkel

    85.09.09

    ROD

    erf

    49

    De school van Rode

    85.09.11

    ROD

    erf

    59

    De school van Sint - Brixius Rode

    M.R.

    85.12.04

    ROD

    top

    91

    Een stukje Leembosch, Linbosch, Limbos

    Cornelissen Julia

    87.18.12

    ROD

    140

    Sint - Brixius

    De Pauw Marcel

    92.29.22

    ROD

    160

    Stoet

    Cornelissen Julia

    93.32.11

    ROD

    170

    Had St.-Brixius Rode ook zijn priester Daens

    De Pauw Marcel

    94.35.12

    ROD

    ver

    203

    Drie eeuwen geschiedenis van St.-Sebastiaansgilde Rode

    Van Hoeck Frans

    95.41.21

    ROD

    ver

    207

    St.-Sebastiaansgilde St.-Brixius Rode 2

    Van Hoeck Frans

    95.42.11

    ROD

    276

    Gestolen koe gedijt niet

    Van Hemeldonck E.

    98.51.16

    ROD

    par

    347

    Kroniek van St.- Brixius Rode

    Van den Broeck Michel

    01.64.04

    ROD

    ond

    352

    De gemeenteschool van Rode

    Van den Broeck Michel

    01.65.09

    ROD

    360

    Rode had een statie

    Van den Broeck Michel

    01.66.07

    ROD

    erf

    388

    De Mariakapel te Rode

    Jacobs Achiel

    03.71.12

    ROD

    gen

    398

    De familie Van den Broeck - Dierickx

    03.73.03

    ROD

    451

    Een blauwe vogel, gebroken in het korenveld

    Van Humbeeck F.

    06.83.05

    ROD

    463

    Vonnis Raede van Brabant 1714

    06.85.13

    ROD

    gen

    502

    Cockaert vanaf 1695

    Bogaerts Jan

    07.89.09

    ROD

    par

    503

    Historische nota's over St.-Brixius - Rode

    Stallaert C.

    07.89.15

    ROD

    erf

    509

    Over de gerestaureerde glasramen van St.-Brixius - Rode

    Stallaert Carine

    07.90.21


    08-02-2014, 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    24-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.302 KVLV St.-Brixius-Rode

    302 KVLV St.-Brixius-Rode

    1 oktober : Jubelviering 75-jarig bestaan.
    In 1925 kwam een afgevaardigde van de Boerinnengilde voor een eerste stichtingsvergadering naar Rode.  De eerwaarde Heer Pastoor Kilsdonk was onze eerste proost en steun bij het oprichten van onze gilde.  Voor het eerst werd er een bestuur gekozen van toegewijde mensen.
    De eerste voorzitster was mevrouw Van Reckem, met bestuursleden mevrouw Van Campenhout en mevrouw Van den Boeynants.  De eerste secretaresse was mevrouw Van Nieuwenhoven.
    In 1926 volgde juffrouw Louise Van Campenhout de eerste secretaresse op, die in 1932  op haar beurt werd opgevolgd door haar zuster, Maria Van Campenhout.  Hierna werd juffrouw Stuyck secretaresse van onze gilde.
    In 1932 stierf mevrouw Van Reckem, onze eerste voorzitster en sindsdien tot in 1946 nam de vernoemde secretaresse dit werk over.  Hierna werd juffrouw Stuyck secretaresse van onze gilde.
    In 1946 Voorzitster mevrouw Verhaegen, bestuursleden mevrouw Van Lint, Van den TroostDe Valck, Maes, Voet en secretaresse juffrouw Stuyck.
    Na het vertrek van E.H.Kilsdonk werd E.H. De Belder proost in 1947.
    In 1965 werd mevrouw Voet voorzitster, bestuursleden Maes, Van Lint, De Valck en secretaresse mevrouw Stuyck.
    In 1969 gaf juffrouw Stuyck haar ontslag en zij werd opgevolgd door mevrouw Winteroy.  Mevrouw Voet bleef voorzitster en als bestuursleden kregen wij Bogaerts-De Smedt, De Smedt-Jacobs, Van Campenhout, Valckenborgh-Bogaerts en Van den Troost-De Meuter.
    In 1974 gaf mvrouw Winteroy ontslag als secretaressen en zij werd opgevolgd door mevrouw Van Campenhout.
    In 1980 kwam mevrouw Verrezen-Van Aken als bestuurslid in de plaats van mevrouw Valckenborgh.
    Vanaf 1980 : voorzitster Van Buggenhout Rosalie, secretaresse Paris Gusta, bestuursleden Van Aken Ivonne, De Smedt Coleta, De Meuter Eliza en Jacobs Julienne.
    In 1986 gaven De Smedt Coleta en Paris Augusta ontslag.  Secretaresse werd Van Aken Yvonne.
    In 1987 bestond het bestuur uit Van Buggenhout Rosalie als voorzitster,, Van Aken Yvonne secretaresse en bestuursleden De Meuter Eliza, Jacobs Julienne en Paris Gusta.
    In 1989 kwamen er 2 bestuursleden bij : De Wit Viviane en Voet Monique.
    In 1990 gaf Van Aken Ivonne ontslag als secretaresse.  Cranshof Annemie nam het van haar over.
    In 1992 werden er verkiezingen gehouden : voorzitster Van Buggenhout Rosalie, secretaresse Voet Monique en als bestuursleden Van den Eede Josephine, Cluts Magda en Colson Fernanda.

    Activiteiten :

    Vanaf 1931 tot de jaren 60 werd er ondanks de oorlogsjaren (1940-45) elk jaar een feestvergadering gehouden met als hoofdattractie een toneelopvoering van de B.J.B..  Naast de feestvergadering hadden er per jaar nog drie gewone vergaderingen plaats, waar voordrachten gehouden werden.
    Elk jaar werden er 2 Lourdesreizen verloot, wat voor ons klein aantal leden een enorme prestatie is.  Om dit te kunnen financieren zijn wij vanaf 1981 begonnen met pannekoekenbak elk jaar en met groot sucdces.
    De vier vergaderingen zijn in de jaren 70 uitgegroeid tot 6 vergaderingen per jaar en de laatste jaren tot 8.
    In de vergaderingen worden alle soorten problemen besproken en onze kooklessen zijn heel leerrijk.
    De jubeldag 2000 is geen eindpunt voor onze gilde, maar een dag van vernieuwd verenigingsleven, om met een grotere wilskracht deze taak voort te zetten.

    Het bestuur.

    Voorzitster Van Buggenhout Rosalie

    Sinds 1946 is ze bestuurslid, dus 54 jaar (in 2000) en sinds 1965 voorzitster dus 35 jaar (in 2000).
    Steeds stond ze voor iedereen klaar, deed me aan alle activiteiten van de parochie.
    Wie Rosalie kent weet dat wij onmogelijk alles kunnen opsommen wat ze gedaan heeft.  Wij zouden veel vergeten.
    Daarvoor Rosalie danken wij u en benoemen je als Erevoorzitster van onze KVLV St.-Brixius-Rode.

    Proosten :

    Konfrator Willibrord Kilsdonk
    E.H.Gilbert, Louis De Belder
    Pater Leonard Pluymers
    Pastoor Marcel De Pauw
    Priester Jan Arnalsteen

    24-10-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.301 Koninklijke St.-Sebastiaansgilde-Rode

    301 (368) De Koninklijke Sint-Sebastiaansgilde van Sint-Brixius-Rode

    In het beiaardboekje “ Meise” (1951) lees ik deze overweging : “De  Sint-Sebastiaansgilde van Rode is wellicht van iets jongere datum” (dan die van Meise).
    Ik durf dit niet te beweren, want het ontstaan van beide gildenzoals van vele andere ligt nog in het duister.  De geschiedschrijver  Gramaye verklaart in zijn “Antiquitates Belgicae” : “Sint-Brixius-Rode is beroemd wegens zijn oude schuttersvereniging” – deze tekst is verschenen in 1606.
    Uit een verslag opgemaakt door Frans Van Hoeck kunnen we zeer interessante gegevens plukken. (Deze tekst werd op P.C. gezet door ondergetekende en door de huidige secretaris Van den Troost bijgewerkt).
    De stichting van de gilde zou dateren uit de XVde eeuw – hij zet het jaar 1412 voorop, maar met een vraagteken.
    “Vermoedelijk werd onze Sint-Sebastiaansgilde gesticht in de jaren 1400 of 1500 door de “Edele Prins de Berghes” die in die tijd een kasteel bewoonde in onze parochie.  Het kasteel behoorde bij het “Hof te Rode”.
    In 1549 was de gilde aanwezig in de processie te Wolvertem.  In 1559, 1760, 1764, 1773 staat dezelfde vermelding, doch doorgehaald : de deelname was dus voorzien doch heeft niet plaats gehad.
    Ook in augustus 1565 trok de gilde van Sint-Brixius naar het haagspel te Brussel en behaalde er prijzen.
    De gilde kocht een weide, genaamd “Achterste Broeck”, groot een half bunder en een grond van vijftig roeden voor het bouwen van een gildenhuis (in de nabijheid van de wip staande op de eigendom van Leemans).
    In de XVIIde eeuw werd het hoofdmanschap waargenomen door de heren die te Wolvertem woonden, namelijk de “La-Tour-Taxis”.
    De ledenlijst is gekend tot 24.7.1655 toen E.Bulens de ouderman was.  Dit wil zeggen, het oudste lid van de gilde.
    In het jaar 1911 hebben de leden de statuten van de gilde, die dateren van1620 volledig herzien en aangepast aan de behoeften van deze tijd.
    De godsdienstige grondslag en het parochiaal karakter van de gilde is duidelijk omschreven in art.1 : “De Sint-Sebastiaansgilde heeft tot doel de Eerwachtuit te maken in de jaarlijkse processies en in de processie alle eerste zondagen der maand, in de kerk na de Hoogmis”.

    369 De schatten van de gilde

    Braak : Deze halsketen, ereteken van de Koning van de Gilde, werd verfraaid dank zij de steun van Lodewijk de Albert, heer van Grimbergen, erfrechtelijke voorzitter van de gilde.
    In het vermeld verslag deze bewering : “De braak van de Sint-Sebastiaansgilde van Sint-Brixius-Rode dateert van het einde der XVIde eeuw en is wellicht een van de oudste van heel de streek, eveneens de gilde”.  Hier moet een parallel getrokken worden met de braak van de gilde van Meise, die een erepenning heeft met het jaartal 1597.
    Vlaggen : De gilde bezit twee vlaggen.  De oudste dateert van 1854, de andere van 1905.
    Beker : draagt het wapenschild van de schenker Baron Vander Linden d’ Hoogvorst en het beeld van een hert met stralend kruis tussen het gewei.
    Een andere beker met inschrift : Koning van Brabant Gooiek september 1958.
    Oud gildenboekje, tinnen pot, wandschotel en gedenkpenningen.  Op 11 juli 1960 werd de titel van Koninklijke Maatschappij verleend aan onze oude gilde.
    In genoemd verslag lees ik deze plezierige anekdote :
    De kermis van Rode in 1798, verteld door pastoor Heylen : In augustus 1798 is er overal afgekondigd (door het bezettende Franse revolutiebestuur) dat men op zondagen geen “Speelman mocht houden en niet mocht dansen”.  Ondanks het vermeld verbod hebben we de “speelman” doen komen en ’s achternoens is men daar lustig aan ’t dansen gevallen.
    Half achternoen heeft de Commissaris van Grimbergen “Bresson” zes soldaten naar Rode gezonden.
    In de eerste herberg waar ze aankwamen was men “snarig” bezig met dansen.  Men gaf de soldaten te drinken.  Zij droegen hen geen dansen aan.Vandaar gingen ze naar de andere herbergen, wierden daar ook wel gedaan en lieten alles passeren.  Tegen de avond waren ze goed “besnoven”, keerden terug naar de eerste herberg en wilden het dansen beletten en dan kwam er ruzie zonder erge gevolgen.
    Eveneens uit voornoemd verslag : verkoop van kerkmeubelen in 1799.
    In november 1799 werden de kloosters en kapellen verkocht (niet de parochiekerken), zo lezen we in de geschriften van pastoor Heylen – Grimbergen.
    “Kapel van Rode heeft ook geplekt gestaen en met voorwaarde van voor drie maand afgebroken te worden.  Die van Rode hebben dan een verzoekschrift opgestuurd zeggende dat hun kerke geen kapel was, maar gelijk een parochiekerk, hebbende een kerkhof, een afzonderlijke koster en inkomsten en goederen voor de armen die afgescheiden zijn van die van Meise.  Dit verzoekschrift werd ingewilligd en de kerk van Rode is blijven bestaan.  Het was veilig te Rode.
    “Wij hebben kunnen vaststellen dat het te Rode gedurende de Franse revolutie tamelijk veilig was.  Het bewijs : hier waren verschillende priesters verscholen wanneer de kerkvervolging het hevigst was en ook de vrouw van de commissaris Bresson vluchtte naar Rode wanneer de jongens van de Boerenkrijg te Grimbergen aan de slag waren in 1798”.
    Deze laatste rubrieken hebben niets te maken met het gildeleven maar vermits ze overgenomen werden uit het verslag van de secretaris Frans Van Hoeck, hebben we geroordeeld dat, om elke verwarring te voorkomen, het best was deze gegevens hier in te lassen.

    23-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 Bijnamen Rode

    En last but not least Rode met zijn “schutters” (4), blijft ook verweesd achter.

    Maar wij vonden zelfs twee bijnamen voor Eversem (een deel van de parochie Rode).  De Humbekenaren noemden de nabije inwoners van Eversem de “slijkstampers” (1) omdat ze door de slijkerige wegen naar Eversem moesten.  Bij hun waren de wegen waarschijnlijk reeds verhard.  Maar moest ik toen geleefd hebben zou ik de Humbekenaren de “hobbeltrappers” noemen.  De tweede bijnaam is dezelfde als deze van Meise dorp : “ de klotteboeren” (1).

    16-05-2013, 14:22 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 De dorpskom Rode

    De dorpskom is niet gegroeid in een cirkel rondom de kerk maar heeft zich ontwikkeld langs de drie belangrijkste wegen : de Plasstraat met verlenging van de heirbaan ook in de richting van de steenweg naar Temse, de Hoekstraat en dan naar het actuele Hof te Rode, de Broekstraat.  Deze ontwikkelingsgang doet ons van de veronderstelling uitgaan dat een aantal boerderijen en huizen reeds vroeger dan de kerk waren gebouwd.  Het verliep meestal op die wijze in een ontginningsgebied, in tegenstelling met het centrumwaar de ontginning en de evangelisatie van een gebied worden ingezet. – Daar werd eerst de kerk gebouwd en daarna de huizen van de dorpskom – vb. Sint – Martinus – Meise.
    Deze wegen leiden alle naar het centrum van de dorpskom – de parochiekerk.  In Rode hebben we twee oude pachthoeven op ruime afstand van elkaar gelegen als twee polen.  Ze kunnen beschouwd worden als de kernen van de parochiale ontwikkeling.
    De benaming “Hof te Rode” werd oorspronkelijk gegeven aan de hoeve rechtover de kerk, in het midden van de dorpskom.  Dit complex met ruim binnenplein werd beheerst door een historisch gebouw met trapgevels, daterend uit de periode van de Brabantse bak- en bergsteenarchitectuur.
    Het had veel gelijkenis met het pastorijgebouw van Meise.
    Dit prachtstuk paste zeer goed in dit stille, landelijke kader en vormde met de kerk het historisch centrum van de dorpskom.
    Dit esthetisch gebouw werd verkocht aan een kasteelheer uit Vilvoorde, die het steen voor steen liet afbreken, voorzichtig om niets te schenden, en daarbij een merkcijfer elk stuk plaatste om het in zijn oorspronkelijke toestand te herbouwen.  Dit geeft een idee van de kunstwaarde.
    Het wegnemen van dit historisch gebouw heeft de dorpskom van Rode lelijk verminkt en de gemeente van een kunststuk beroofd.  Nu zou zo’n verplaatsing van dergelijke getuige van vroegere kunst niet meer worden toegelaten; want de kunststukken, de historische gebouwenvormen het cultureel erfgoed van de gemeenschap.
    Dit centraal gelegen hof was zo belangrijk dat de cijnshouder van rechtswege schepen van de gemeente was.
    Aan de hoge inrijpoort met rondboog ( nu Merckx) stond een eeuwenoude lindenboom met wijd open gespreide kruin.  In het verleden speelde de linde een rol in het volksleven. Onder de linde werden volksvergaderingen gehouden en godsdienstplechtigheden en ook werd er recht gesproken door de schepenbank.
    Het recht toegekend aan de cijnshouder van dit hof kan wel de erkenning zijn vaneen “wijkrecht”.  Nu het precies de cijnshouder is, doet dit vermoeden ontstaan dat dit schepenambt hem werd verleend omdat de linde, waar de schepen als rechter fungeerde zo dicht bij zijn woning stond. 
    Het gebouw met verdieping, vlak nabij de linde, zou tot eerste pastorij gediend hebben.
    in latere tijden werd de naam “Hof te Rode” overgedragen op het hof gelegen aan de rand van een wildrijk bosgebied (tegenover de vroegere gemeenteschool).  Deze hoeve draagt ook de naam “De borcht”.  Ze heeft geen historische betekenis maar wel het aanpalende eilandje – een motte, aangelegd in de XIIde eeuw.  Dr. Verbesselt schrijft dienaangaande : “Door zijn ligging tussen twee beken en aan de rand van het uitgestrekt bosgebied en vlak bij de grens van Wolvertem merkt men onmiddellijk dat het een verdedigingspost was op de rand van het landbouwland en het bosgebied, dat gans het noordelijk deel van Meise en Wolvertem tot laat in de Middeleeuwen bedekte en reikte tot in Smal – Brabant.
    Op dezze motte stond een kasteeltje met torengebouw dat meest gebruikt werd tijdens de jachtperiode.  Naar alle waarschijnlijkheid heeft Margareta van Beierenin het jaar 1427 daar verbleven.  Eveneens de prinsen de Berghes.  Men vertelt dat deze prinsen daar grote klopjachten op everzwijnen organiseerden in de bossen van Eversem.
    Renaat Martens schrijft in “Meise” : Het gehucht
    verwierf een zeker belang toen de heren van Grimbergen – stamboom der Aa’s – er een kasteel bouwden.
    De amman Pepenpoy begaf er zich, op 18 juli 1427, met 40 ruiters en 200 infanteristen om er Margareta van Beieren af te halen en teg begeleiden tot aan het Hellegat, onder Ruisbroek aan de Zenne, waar zij inscheepte.
    Ik kan dze rubriek niet afsluiten zonder iets te schrijven over de oorsprong van het woord “Eversem”.
    Het staat vast dat in 1717 het grondgebied van Eversem zeer bebost was.  Aan weerszijden van de Wandelstraat, langs de Birrebeek tot aan de Schriekkouter, de hoek Nieuwenrode – Humbeek – Beigem en aan beide zijden van de Bosstraat en de Prinsendreef was overal bos met hoogstammige bomen.  Slechts een strook van de Eversem bossen, aan de grens Wolvertem – Nieuwenrode, werd niet gerooid, blijvende getuigen van een voormalig woud.
    In de volksmond wordt de  naam “Eversem” afgeleid van “everzwijn” – streek van de everzwijnen, waarschijnlijk naar aanleiding van het verblijf van dit wild in de bossen van Eversem.
    Meer aanvaardbaar is de verklaring dat het woord “Ever”  zou terugslaan op een familienaam en “sem” betekent hoeve, boerderij, verblijfplaats.
    Voor de naam van het gehucht “Limbos” is de uitleg zeer eenvoudig, het is de smantrekking van Lindenbos.
    Op het grondgebied van Rode ligt ook een Heerstraat.  Wanneer we dat horen denken we aan Romeinse banen.  De uitleg van dr. Verbesselt heeft ook waarde ”Zij (de heirstraat) loopt dood en nabij het hof te Rode, en nabij Limbos.Wel is het een rechtlijnige straat die het middelveld en het meutercomplex scheidt, maar een andere betekenis heeft ze niet”.
    Wij menen ze te mogen herleiden tot een herenstraat – straat gevolgd door een heer wanneer hij op jacht kwam en naar zijn jachthuis te Rode toog.

    16-05-2013, 14:21 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 Hof te Rode

    Het oorspronkelijke hof te Rode lag en ligt tegenover de kerk.  Dit hof en de aanpalende hofsteden zijn ooit kerkgoed geweest.  "Dat het steeds een belangrijk hof is geweest, blijkt ook uit de cijnshouders, die steeds tot de schepenen van Meise zelf hebben behoord en de plaatselijke vertegenwoordigers waren van de bevolking van dit deel van Meise"[1].  "Dit kompleks met ruim binnenplein werd eertijds beheerst door een historisch gebouw met trapgevels, daterend uit de periode van de Brabantse bak - en bergsteenarchitektuur. Het had veel gelijkenis met de oude pastorij van Meise. Dit prachtstuk paste zeer goed in dit stille landelijke kader, en vormde samen met de kerk het historisch centrum van de dorpskom.  Dit aestetisch gebouw werd verkocht aan een kasteelheer uit Vilvoorde die het steen per steen liet afbreken (...)
    Aan de hoge inrijpoort met rondboog, stond een eeuwenoude Lindeboom met wijdopenge­sperde kruin.  In het verleden speelde de linde een rol in het volksleven.  Onder de linde werden volksvergaderingen gehouden en godsdienstplechtigheden en ook recht gesproken door de schepenrechtbank.  Het recht toegekend aan de cijnshouder van dit hof kan wel de erkenning zijn van een 'wijkrecht'.
    Nu het precies die cijnshouder is, doet dit het vermoeden ontstaan dat dit schepenambt hem werd verleend omdat de linde waar de schepen als rechter fungeerde zo dicht bij zijn woning stond.  Het gebouw met verdieping vlak nabij de linde zou tot eerste pastorij gediend hebben"[2].
    In Rode ligt een veldencomplex - tussen de Birrebeek, de Wandelstraat, de Kapellelaan, Heikant en de Potaardestraat - waarover we het tot nu toe niet hebben gehad.  In dit geheel van velden ligt het Borchtveld en ook het veld genaamd Dagwanden.  Dit geheel valt buiten de veldenkomplexen van Rode en hoort bij wat wij vandaag het Hof te Rode noemen.  Deze naam spreekt bovendien slechts de halve waarheid.  Want bij het hof hoort de 'motte'.
    Dit is "een kunstmatig opgehoogde heuvel, meestal in een moerassige plaats of met water omgeven ten dienste van een versterkte hoeve of een burcht"[3].

    Het gaat dus om een motte met een hof, een traditi­o­neel dub­beltype.  Burcht en hof waren van elkaar door water geschei­den en ook het geheel was door een gracht omwald. 
    "Door zijn ligging tussen twee beken en aan de rand van het uitgestrekte bosgebied en vlak bij de grens van Wolvertem, merkt men onmiddellijk dat het een verdedigingspost was op de rand van het landbouwgebied en het bosgebied..."[4].  In de 12e eeuw sloot deze versterking  de reeds ontgonnen gebieden duidelijk af van het nog te winnen noordelijke deel[5]. 
    Later werd de versterking door de heren van Grimbergen ingericht ­als jachtpaviljoen dat zij via de 's Herenweg bereikten.  In 1427 werd Marga­reta van Beieren hier door de amman van Brussel opgewacht op haar doortocht naar Ruisbroek. Het kasteel met de toren temidden van de motte verdween in de tijd van de Fransen, rond 1800.  In 1855 was dit hof nog volledig omwald en was toen eigendom van de Merodes[6].

     

        [1]. Verbesselt, p. 156.

        [1]. Verbesselt, p. 153.

        [1]. VDE, p. 54v. Zie ook: Orel. Volgens Wauters, 5, p.236 dateert het heren­huis bij het eerste hof te Rode uit de 16e eeuw.

        [1]. Delestré, deel 2, p. 225 noot 263.

        [1]. Verbesselt, p. 152.



        [1]. Verbesselt, p. 153.

        [2]. VDE, p. 54v. Zie ook: Orel. Volgens Wauters, 5, p.236 dateert het heren­huis bij het eerste hof te Rode uit de 16e eeuw.

     

     

     

     

    16-05-2013, 14:18 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 Pastorij Rode

    Het rechtssta­tuut van Rode.(...) Eerst in vorige eeuw werd de parochie Rode onafhanke­lijk, na herhaalde pogingen in de 17e en de 18e eeuw.(...)
    Van ouds had de parochie een eigen bedienaar, die recht had van doopsel, huwelijken en begrafenissen.  Zij had een eigen tiendegoed en een eigen patrimonium, bediend door eigen kerk- en armenmeesters.  Bovendien had ze ook een eigen omschrijving die b.v. Hasselt niet had.
    De oudst gekende pastoor van Rode is Henricus de Rode, sacerdos,  die getuigt in een schenkingsbrief ten voordele van de abdij Grimbergen in 1202. Deze was nog een seculier priester.  Eerst in 1258 wanneer bisschop Niklaas van Kamerijk aan de abdij Grimbergen de bediening door eigen volk in haar onderhorige parochies overdraagt, volgt ook Rode.
    In 1283 wordt een plebanus de Rode Sanctus Brixius vermeld in het testament van Lodewijk van Leefdaal, heer van Wolvertem"[1].  Tijdens de Franse bezetting deed pastoor Norbert Heylen dienst te Sint-Brixius-Rode, waar hij op 13 februari 1825 overleed nadat hij er van 1818 verbleef als rustend priester.
    Na het concordaat (1801) tot 1814 was er een pastoor te Rode.  Van 1814 tot 1838 werd de dienst waargenomen door de onderpastoor van Meise.
    Vanaf 1838 was er op vraag van de parochianen weer een inwonende pastoor. Toen werd ook een pastorie gebouwd op kosten van de inwoners zoals dat reeds eerder gebeurd was met de pastorie die ten tijde van de Fransen verkocht werd[2].  Samenvattend komen we tot volgende namen:
    H. van Rode (1200); B. Gijsens (1649); F. Adams (1663);
    J. E. Motmans (1667); N. Heylen (1794); L. B. de la Montagne (1803). Volgens het huwelijksboek begonnen in 1839 waren achtereenvol­gens pastoor: P. Boven (1839-1867); J. M. Van Pelcom (1868-1882);
    D. Meert (1883-1916); G. Kilsdonk (1917-1947); L. De Belder (1948-1973); L. Pluymers (1974-1986); M. De Pauw (1987-1997)[3].



    St.-Laurentiuskerk, het kasteel van Imde, de watermolen, de Oude Kam, het Imdehof, de St.-Kwintenskerk, het hof te Elderen, de boskapel O.L.V.Behoudenis der Kranken, het O.L.V.-hof, de St.-Medardus en Gildarduskerk, het O.L.V. van de Rozenkranskerkje, het kasteel Hennin de Boussu – Walcourt en het domein Neromhof.

     

     

     

     

     

     

    16-05-2013, 14:17 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.903 Sib-publicaties Rode

    In “Meise, van onder de toren van St.-Brixius – Rode” slopen ook enkele fouten.
    De foto op pag. 28  moet vervangen worden.  Want hierop staat Raf Van Campenhout, met op de achtergrond de Hazenbos (verdwenen) van Meise. Deze foto hoort huis in “Meise, onder de toren van St.-Martinus”. Ik zal een recente foto maken van jeugdschrijver Herman Van Campenhout die op deze plaats kan geplakt worden.
    De volledige pagina 63 mag weg, want deze twee foto’s zijn in dubbel gebruik.  Recent gekregen oude foto’s kunnen hier aangebracht worden.

     Rode206.1
    Benoit Emmerechts,., Jef Moyson, Jean Boegaerts, Louis Peremans, . , Petrus Van Opstal,  Caroline Van Opstal en Jeanne Versaen.

    Rode197.1
    De Greef, Petrus Van Opstal, Caroline De Greef,
    Zittend : Domien en Pauline Van Opstal en . De Greef

    Deze foto’s kun je vinden op mijn fotoblog .

    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.201 De parochie St.-Brixius-Rode

    Database A.Bettesone :

    IXde – Xde eeuw
    Het centrum van St.-Bixius-Rode dateert uit deze periode.
    Het steunpunt en vertrekpunt van de rode- en bosstreek is het Borchtveld met het Hof te Rode, een oude versterkte motte omgeven door water en waarschijnlijk gebouwd door de Aa’s uit Grimbergen in de XIIIde eeuw


    Het woord rode betekent gerooid bos, een ontginning.
    Deze parochie is ontstaan en tot ontwikkeling gekomen in een onontgonnen gebied en dateert uit de eerste helft van de XIde eeuw.
    Heel het gebied langs de Bierbeek behoudt nog restanten, de sporen van een beboste streek.
    Pastoor Heylen schrijft met betrekking tot deze parochie : “Reeds voor 1132 werd Sint – Brixius – Rode bediend door de parochiegeestelijkheid van Meise”.
    In 1803 werd tot pastoor aangesteld, Leopold Barnard de Montagne, Norbertijner.
    Deze parochie is ouder dan de andere parochies gelegen ten Noorden van Meise.  Een ander feit : op 6.4.1267 treedt een Walter van Sint – Brixius – Rode op als getuige   en leenman van Leo van Aa.
    Hebben we hier een bewijs dat de ontginning en de evangelisatie, vanuit Meise in Noordelijke richting georiënteerd waren?
    Nu rijst de vraag : waarom werd Sint – Brixius tot beschermheilige genomen ?  Een familie uit Doornik bezat eigendommen te Rode.  Sint – Brixius is de patroon van de oude dekenij Doornik.  Het is best mogelijk dat deze grondeigenaarzijn invloed heeft doen doorwegen om Sint – Brixius als patroon te nemen.
    De oudst gekende pastoor van deze parochie is Henricus van Rode (1200).  Het vorige kerkgebouw in romaanse bouwtrant werd in de XVIde eeuw verbouwd naar de voorschriften van de gotiek.  In het metselwerk van de toren, werd nog een vroeg gotisch raam behouden.  Het torengebouw is geschraagd door twee steunberen.  In de voorgevel een wapenschild van de familie de Berghes’s.
    De middenbeuk is veel ouder dan de zijbeuken.  Het verliep doorgaans zo met de bouw van oude kerken.  Eerst het middenschip om een bedehuis te hebben en later vergroten met zijbeuken (omtrent het jaar 1655).
    De middenbeuk zou dateren uit de XIIIde eeuw.
    Ten einde verdere beschadiging te voorkomen werd in 1907 de kerk volledig gerestaureerd, maar in tegenstelling met de parochiekerk Sint – Martinus werd hier eikenhouten lambrizering behouden waarop in medaillon de twaalf apostelen en de H.Jozef en Franciscus zijn uitgebeeld.  Ook het koorgestoelte waarin de beelden van de vier kerkleraars gebeiteld staan, werd gerestaureerd.  Het gewelf is in hout.
    Onder de kunstschatten kunnen we vermelden de doopvont (1587), een oud gepolychromeerd beeld van de H. Anna in de stijl van Faid’herbe en een in palmenhout gesneden Kristus op het kruis, een beeld van O.L.Vrouw met kindje Jezus op de arm.

    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.901 Archief Sint-Brixius-Rode

    1.    Bibliografie

    WAUTERS, Environs de Bruxelles, d.II, p. 304-306; GOETSCHALCKX, Album pastorum, p. 132-133; VERBESSELT, Het parochiewezen, d.II, p. 147-158.

     

              2.    Inlichtingen betreffende het archief

    Bestand Kerkarchief Brabant

    documenten van 1700 tot 1777 (0,30 strekkende meter) nummers 24.473Bis, 24.479-24.480, 24.483, 24.514-24.515.

    Het archief van de kapel van Sint-Brixius-Rode werd samen met het archief van de kerk  van Meise in bewaring gegeven overeenkomstig de Archiefwet van 1955.

    24.473bis: atlas van de eigendommen van de kerk en de Armentafelvan Meise en van Sint-Brixius-Rode, 1776

    24.479-24.480, 24.483: staat van de goederen van de kerk en de Armen van Meise en Sint-Brixius-Rode (1775-1777)

    24.514-24.515: rekeningen van de kerk en de Armen (1725-1728)

    3.    Archieftoegangen

    Inventaris: -  Inv. (XII) van E. PERSOONS voor de hierboven beschreven nummers.

    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 Kerk Sint-Brixius-Rode

    De geschiedenis van deze parochie werd grondig beschreven door pastoor Pauwels.  Hij was zo vriendelijk mij deze tekst op P.C. ter beschikking te stellen.
    Mijn streekboek “Meise, van onder de toren van St.-Brixius – Rode” Sib 2004, is een andere benadering, maar mag als complementair aanzien worden.  Achiel Bettesone reikt in “Meise” V.g.1997 een aantal feiten aan, want toen was Meise maar twee parochies rijk.
    IX – Xde eeuw Het centrum van Rode dateert uit die periode.
    1007 afhankelijkheid van Meise en ontstaan door toedoen van ene Everardus Rudolphus Tornacensis, een heer uit Doornik
    XIIde eeuw : Meise kreeg er toen een parochiekerk bij : St.-Brixius-Rode
    1106 De Bourbough’s waren zeer rijk en waren afkomstig uit het doornikse.  Zij hadden grote belangen in Meise-Rode.  Everardus  tornacensis (d.w.z. doornikenaar) speelde een grote rol in de geschiedenis van St.-Brixius-Rode.
    Pas na de XIXde eeuw werd deze parochie onafhankelijk van Meise
    1132 Door de overdracht van de eigendommen van de heren van Grimbergen aan de abdij van Grimbergen kwamen de parochies Meise, Rode, Oppem en Strombeek onder de jurisdictie van de abdij.
    1132 bediening door geestelijkheid van Meise
    Door de overdracht van de eigendommen van de heren van Grimbergen aan de abdij van Grimbergen kwamen de parochies Meise, Rode, Oppem en Strombeek onder de jurisdictie van deze abdij
    1163 Te Meise bestond er een pastorijgoed vermeld onder de naam "Papenmorte" langs de "Midbeke" (bestaat thans niet meer).  Volgens berekeningen had de Papen-meuter oorspronkelijk een oppervlakte van 12 bunders of deze van de traditionele en verplichte mansus vermeld in ‘liber dotis’ van de kerk bij haar stichting.
    1202 Henricus de Rode, sacerdos, is de oudst gekende priester van St.-Brixius-Rode.  Hij getuigde in een schenkingsbrief ten voordele van de abdij van Grimbergen.  Het was een seculiere priester.  Eerst in 1228, wanneer bisschop Niklaas van Kamerijk aan de abdij van Grimbergen de bediening gaf in de onderhorige parochies volgde ook rode en werd het een reguliere priester of witheer Norbertijn van de abdij van Grimbergen.
    1267 Op 6 april trad ene Walter van de parochie St.-Brixius-Rode op als getuige  en leenman van Leo van AA.
    1283 In het testament van Lodewijk van Leefdaal, heer van Wolvertem, werd een pastoor “plebanus de rode, Santus Brixius” vermeld.
    1587 De sokkel van de doopvont draagt dit jaartal.
    1597 Er was een kelk in verguld zilver, met ronde voet, versierd met regelmatig renaissance loofwerk, de knop en kuip versierd met gevleugelde engelenkopjes met inscriptie onder de voet : “+ ex vedastino Anno 1597. auctus anno 1612. I.Martyr +”  De 4 stempelwerken nog zeer duidelijk H.27,50n.  Deze kelk werd nog te Grimbergen tentoon gesteld onder nummer 193 bij de kelken van de abdij

    1655 een gedeelte van de kerk in Romaanse stijl van toen
    1750-1816 De rekeningen van de H.Geesttafel over deze periode werden opgenomen in het rijksarchief van Brussel onder de nrs 24.473 tot 24.532
    1799 Waardevolle zaken van de abdij van Grimbergen werden als zwart goed verkocht.  In de archieven van de abdij berust het dagboek van Norbertijn Heylen , onderpastoor in Meise en dichter (ca 1800) Hij schreef : "de kapel van Rode heeft ook geplekt gestan en met voorwaarde van voor drie maanden afgebroken te worden. Die van Rode hebben dan een verzoekschrift opgestuurd, zeggende dat hun kerke geen kapel was maar gelijk een parochiekerk hebbende kerkhof, een afzonderlijke koster en inkomsten en goederen voor de armen en die afgescheiden zijn van die van Meise.  dit verzoekschrift werd ingewilligd en de kerk van rode bleef bestaan."
    1838 Petrus Boven pastoor tot 1862.  De parochie zou toen zelfstandig geworden zijn, los van de pastoor van Meise.  De parochianen bouwden toen op eigen kosten een pastorij voor hun eigen inwonende pastoor.
    1907 volledige restauratie van de kerk.  Op de gedenksteen vinden wij :"kerk gebouwd in de XIIIde eeuw, vergroot in de XVde en XVIIde eeuw, hersteld in 1907.  Pastoor Daniël Meert, Bouwkundige Ferdinand Symons te Brussel, aannemers gebroeders Coucke te Denderleeuw.
    1943 In het boek van Wauters vinden wij binnenzichten van de St.-Brixiuskerk.
    1973 E.H. De Belder pastoor van St.-Brixius-Rode overleed.
    1987 Marcel De Pauw werd pastoor tot einde 1996
    1989 De Marnixring Drijpikkel schonk aan de kerk twee XVIde eeuwse schilderijen
    2007 viering van Brixius 100 en aankoop van nieuwe glasramen

     

    Met veel belangstelling las ik de info over Sint-Brixius. Als Rodenaar sedert 1977 is dat voor de hand liggend. Dat de verrijking van het kunstpatrimonium van de kerk van Sint-Brixius me interesseert is eveneens voor de hand liggend. Het is inderdaad de serviceclub Marnixring Drijpikkel die ervoor gezorgd heeft dat het diptiek rond de figuur van Sint-Brixius in deze parochiekerk is terecht gekomen. Deze schilderijen werden toevallig door Wim Pas bij een partikulier gevonden en als iconografie van Sint-Brixius herkend. De herkenning van de mirakelen van Sint-Brixius ('gij zijt mijn vader niet'; de hete kolen in het kleed van Sint-Brixius...) waren de sleutels tot de herkenning. Korte tijd voordien had Wim Pas voor het tijdschrift van Berla een zeventiende eeuwse tekst over Sint-Brixius uitgetikt. Het toeval heeft bijgevolg een mooie rol gespeeld bij de herkenning... en bij de plaatsing van deze diptiek in de parochiekerk van Sint-Brixius. Het lijkt me wenselijk aan de informatie van de site toe te voegen dat de geschonken schilderijen Sint-Brixius betreffen; dat de initiatiefnemer de Rodenaar Wim Pas was en dat partikulieren en de Dorpsraad van Meise de sponsors waren voor de verwerving van deze kunstwerken. Ten overvloede: De overhandiging van deze schilderijen aan de kerk gebeurde tijdens een plechtige zitting in de kerk met toespraken door de initiatiefnemer en inspirator, de pastor en met voorlezing, van de oude tekst waarnaar hierboven wordt gerefereerd, door de Rodenaar Jef Burm. Dit feestelijk gebeuren werd muzikaal opgeluisterd. De initiatiefnemer denkt er met genoegen aan terug. Graag bezorg ik verdere info over dit gebeuren. Met vriendelijke groeten en dank bij voorbaat voor uw reactie, Wim Pas

    Ingegeven op dinsdag 9 oktober 2007 om 19:50:29, door Wim Pas, IP-adres: 81.242.187.118

    We hebben het nu nog niet over de (onafhankelijke) parochie Sint-Brixius-Rode. Wanneer wij echter de ontstaansgeschiedenis van Rode overzien dan rijst wel de vraag: wanneer is hier de eerste (houten) kerk gebouwd ?
    Normaal gezien wanneer er voldoende mensen woonden.  Wanneer we aannemen dat het dorp Rode in de loop van bijna 3 eeuwen (grosso modo tussen 800 en 1100) zijn grondvorm heeft gekregen, is het dan overmoedig te veronderstel­len dat reeds voor het jaar 1000 hier een bidplaats geweest is ? Is het denkbaar dat het dorp Rode 150 à 200 jaar heeft bestaan alvorens hier een kerk was ?  Ondanks het feit dat de kerstening van het platteland vòòr het jaar 1000 geen eenvoudige zaak was[1], bleken toch reeds in de Karolingische periode (rond 800) onze streken het vertrekpunt van meer noordelijk gerichte missionering.
    Op deze vragen zal wel nooit een antwoord komen.  Wat we wel weten, is ook al merkwaardig genoeg.  Een samenvatting van de bouwgeschiedenis van de kerk vinden we op de gedenksteen naast de hoofdingang:" 'Kerk gebouwd in den XIII eeuw / Vergroot in den XV en XVII eeuwen / Hersteld in 1907 / Heere Pastoor Daniel Meert / Bouwkundige Ferdinand Symons te Brussel / Aannemers / Gebroeders Couckte (sic!) te Denderleeuw'"[2].  Hieruit leren wij dus dat "Het vorige kerkgebouw in romaanse bouwtrant in de 16e eeuw (werd) verbouwd naar de voorschriften van de Gotiek. - De middenbeuk is veel ouder dan de zijbeuken. 
    Het verliep doorgaans zo met de bouw van de oude kerken.  Eerst het middenschip om een bedehuis te hebben en later vergroten met zijbeuken (omtrent het jaar 1655). De middenbeuk zou dateren uit de 13e eeuw"[3].
    "Boven de druiplijst van de Romaanse deur staat een voetstuk, dat waarschijnlijk op een beeld van St. Brixius, de patroonheilige van de parochie, wacht"[4].  In 1855 droeg de buitenmuur van het koor nog ankers met het jaartal 1749[5].  Bij K.B. van 23 maart 1938 werd de kerk als monument geklasseerd.  Het heeft echter aan een zijden draadje gehangen of Rode had geen kerk meer.
    "In november 1799 werden de kloosters en kapellen verkocht (niet de parochiekerken), zo lezen wij in de geschriften van Pastoor Heylen...
    'Kapel van Rode heeft ook geplekt gestaen en met voorwaarde van vòòr drie maand afgebroken te worden.  Die van Rode hebben dan een verzoekschrift opgestuurd, zeggende dat hun kerke geen kapel was, maar gelijk een parochiekerk, hebbende een kerkhof, een afzonderlijke koster, en inkomsten en goederen voor de armen die afgescheiden zijn van die van Meise.
    Dit verzoekschrift werd ingewilligd en de kerk van Rode is blijven staan"[6].
    Onder de kunstschatten worden vermeld: de eikenhouten lambrizering waarop in medaillon de twaalf apostelen en de hh.  Jozef en Franciscus; het koorge­stoelte waarin de beelden van vier kerkleraars gebeiteld staan.
    Dit houtwerk dateert uit de 18e eeuw.  Men twijfelt eraan of het afkomstig is uit een kerk te Boom.  De biechtstoelen zijn Barok uit de 17e eeuw.

    Ook is er een baroktafeltje gedateerd 1666 F.(rans) A.(dams).
    De doopvont is volgens de datum in de sokkel uit 1587.  De schilderijen zijn uit de 16e, 17e en 18e eeuw, met o.m. twee pannelen over het leven van St. Brixius. Deze kunstwerken werden op 15 december 1989 aan de kerk geschonken door Marnixring Drijpikkel m.m.v. de dorpsraad en milde schenkers uit de parochie en van daarbuiten.
    Het beeldhouwwerk is uit de 16e en 17e eeuw[7].



        [1]. WP, 82, 94, 106.

        [2]. BDE, p. 388. Op p. 389 staat de opmerking: "De restau­ra­tie heeft dus een zware stempel gedrukt op het gebouw, ook op het interieur".

        [3]. VDE, p. 52. In vele teksten over de kerk van S. Brixi­us-Rode wordt gezegd dat de "zij"-beuken in 1655 werden ge­bouwd. Mijn indruk is dat men dan meestal de "dwars"-beuken bedoelt. Het feit dat BDE, 388 zegt dat de zijbeuken voor de restaura­tie van 1907, rondboog vensters hadden, wijst er naar mijn mening op dat heel het middenschip met de zijbeuken laat-Ro­maans of vroeg-Gotisch was.

        [4]. Martens, p. 36.

        [5]. Zie: Wauters, 5, p. 237.

        [6]. VDE, p. 70 die hier citeert uit een verslag van Frans Van Hoeck, secreta­ris van de Koninklijke Gilde Sint-Sebastiaan van Sint-Brixius-Rode.

        [7]. Zie: BDE, p. 389.

    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.0 Inventaris

    001 - 99    Zichten - Monumenten - Gebouwen

    101 - 199 Gemeente

    201 - 299 Parochie

    301 - 399 Verenigingen

    401 - 499 Mensen

    501 - 599 Cultuur en Kunst

    601 - 699 Oorlogen

    701 - 799 Tochten

    801 - 899 Natuur

    901 - 999 Bibliografie 

    16-05-2013, 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - ( Stemmen)
    Archief per week
  • 07/11-13/11 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 04/08-10/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 21/10-27/10 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs