1202 Waltherus de Oppem, sacerdos trad op
als getuige in een giftbrief van Grimbergen.
Ook hij was een seculiere priester te Oppem.
1249 Nikolaas, bisschop van Kamerijk, gaf op 8 december toestemming en het
recht om een kloosterling te benoemen van de abdij van Grimbergen als pastoor
ook van Amelgem en Oppem
1619 Geeraert De Bock of De Boeck, pastoor van Meise, gaf zijn pastoraat
vrijwillig op om als kapelaan naar Oppem te gaan en later terug naar de abdij
van Grimbergen waar hij op 21 maart 1626 stierf.
1664 Op 12 maart stierf Adami Franciscus, pastoor van Oppem.
1705 Jean-Baptist Bourgeois onderpastoor te Oppem-Amelgem
1734 Op 9 september werd Malium Ludovicus pastoor te Oppem (+ 24.2.1756).
1776 Herman Jozef De Vadder was onderpastoor te Oppem van 1776 tot 1803
(+26.6.1803). De parochie Oppem zou pas
onafhankelijk worden van Meise in 1806.
|