Van de deelstaat Rajasthan (hoofdstad Jaipur) naar de deelstaat Uttar Pradesh.
Maandag 20 juli: we checken uit in het hotel. We laten er ons opleggen door een riksja chauffeur die ons vanaf het hotel naar het busstation zou brengen maar ons een private bus ipv gouvernment bus doet boeken en dit omdat ze om 12u ipv 13u15 zouden vertrekken. Die 12u bleek natuurlijk indisch uur en de volgende 6u mochten we 'genieten' van een afgedankte smerige autocar die bij ons nooit door de keuring zou geraken. Daarenboven had ik genoeg van alle drukte en getoeter langs de drukke wegen. Ik besluit mijn ogen te sluiten en deed ze pas terug open bij een stopplaats, waar we zoals gewoonlijk tot vervelens toe alle ogen en GSM's met ingebouwd fototoestel op ons gericht krijgen. We doen er onze inkopen: bananen, koeken, chips en water. Terug op de bus leg ik mijn witte, ondertussen grauwe niet meer naar Dash ruikende, linnen sjaal op mijn gezicht en slaap verder tot we aankomen. Vanuit het raam regel ik een riksja die ons naar verschillende hotels brengt tot we een deftige slaapplaats vinden. En ja hoor, ook hier lukt het ons om tegen een belachelijk lage prijs in een deftig hotel te slapen, dit weliswaar met inbegrip van het afbieden van 50% van de overnachtingsprijs. De airco maakt er een hels lawaai maar in India mag je niet te veeleisend zijn. Ik spring onmiddellijk in de douche want voel me zo vies van die vuile busreis en kom het hotel niet meer uit.
Dinsdag 21 juli: 6u zonsopgang Taj Mahal. Prachtig. We hebben geluk, het is vandaag toch wel de 354e verjaardag van de dood van Mumtaz Mahal, de geliefde van de keizer die voor haar dit prachtige zwit marmeren mausoleum liet bouwen. Grote feesten en gratis toegang. Rond 10u werd het gloeiend heet en gaan we naar het hotel. In de namiddag fikse monsoon bui en het koelt af. We trekken opnieuw naar dit prachtig gebouw en nemen opnieuw foto's en gaan eten in de drukke buurt rond de Taj. Een jongetje van 9 bedient ons en werkt als een volwassene in het restaurant. Ik denk aan Ruben die op ditzelfde ogenblik waarschijnlijk in zijn lederen relax voor zijn reuze LCD scherm naar een of andere favoriete DVD kijkt. Ik kijk naar de andere kant, de straat en zie een oude man die een poging doet om bananen te verkopen. Mensen leven hier niet, maar overleven. We trekken voor de 3e maar naar de Taj. Ik blijf tot zonsondergang de Taj fotograferen en ga naar buiten met 200 foto's. Ik geniet van het prachtige monument en wil eventjes het vuile en onmenselijke wat er zich achter de muren afspeelt vergeten.
Woensdag 22 juli: bezoek rode fort Gezien we gisteren een batje gedaan hebben, 3x toegansprijs van 12 euro gewonnen, besluiten we om extra veel souvernirs te kopen ter compensatie :). De toegansprijzen liggen hier voor buitenlanders 20x hoger dan voor indiers. Misschien een van de redenen waarom 80% van de bezoekers indisch is en slechts 20% vreemdelingen. Inderdaad, ik koop weeral juwelen (neemt weinig plaats in de rugzak). Een zalig kindje met een onschuldig stemmetje zoals in 'Slumdog Millionaire' haalt zijn beste verkooptechnieken boven langs de straat. 'Look madam, very beuatifull' en doet mij een met nepstenen bekleefde armband om. 't Was afschuwelijk maar door het enthousiasme en het vuur in zijn ogen waarmee hij me aansprak geloof ik bijna dat het mooi is. Ik koop 4 (wel mooie) setjes oorringen, armbanden, halskettingen en dan nog een handtasje omdat het volgens 'Raoul' zo beautifull was :). Ik wandel weg en hij wandelt mee. Ik vraag hoe oud hij is (10 jaar), of hij naar school gaat (2e jaar in het hindisch) en waar hij woont. Gelukkig heeft hij een huis. Hij vergezelt me tot aan mijn hotel want de avond valt en ik ben dan wel een beetje bang, hij niet. Ik moet nog water kopen en koekjes voor op de bus morgen. Gezien ze in india alle vreemdelingen erop leggen en ons altijd meer aanrekenen doet Raoul mijn aankopen van de avond. We amuseren ons. Ik moet altijd 10 m verder dan straatwinkel wachten want ze mogen mij niet zien of de prijzen schieten de hoogte in. Ondertussen zijn we vergezeld van nog zo'n 5 straatkinderen. Mannen van op straat jagen de kinderen van me weg omdat ze denken dat ze me lastig valen want de meeste onder hen worden ingeschakeld om vanalles te verkopen aan toeristen. Maar deze toerist schakelt hen in om vanalles aan te kopen. Haha. Ik zeg tegen de man: 'No, they don't disturb me, they protect me against all of you.' Ik stond natuurlijk op 40 m van mijn hotel anders had ik zo geen grote mond gehad. De hotelwachter jaagt opnieuw de kinderen weg maar ik zeg hem dat het OK is, dat ze hier moeten wachten want ik heb nog vanalles op mijn kamer dat ik hen kan geven. Voila, mooi afscheid van Agra. In het hotel staat de manager mij aan te staren met een blik alsof ik een zonde aangegaan ben door met die kinderen te praten. Het kastensysteem komt voor het eerst duidelijk naar boven en doet me denken aan het westerse dikke nekke gedoe.