Het filosofisch café is een laagdrempelig initiatief van Elcker-ik centrum waar u elke laatste dinsdag van de maand welkom bent om met ons van gedachten te wisselen over een onderwerp dat vooraf democratisch werd afgesproken.
We proberen dat op een filosofische manier te doen. Dat betekent niet dat u een volleerd en belezen filosoof moet zijn of dat we het enkel over ingewikkelde stellingen, grote namen en wijsgerige stromingen gaan hebben. Iedereen die het woord vraagt, krijgt de kans om zijn of haar stelling uit de doeken te doen mits een duidelijke argumentatie.
Wij gaan er van uit dat filosofie een competentie is die je kunt leren en waar geen gewichtigdoenerij bij nodig is. Dat houdt echter niet in dat je om het even wat kunt poneren om die stelling dan te 'bewijzen' met een voorbeeld van een hoogstpersoonlijke anekdote.
Wij zijn niet zozeer geïnteresseerd in uw meningen, maar des te meer in de argumenten waarom die standpunten correct zouden zijn. Als het een beetje meezit gaan wij niet naar huis met oplossingen en antwoorden op al onze vragen, maar wel verrijkt met een aantal inzichten en invalshoeken waar we zelf misschien nog niet aan gedacht hadden. Materiaal waar we het niet mee eens hoeven te zijn, maar waar we onze eigen standpunten kunnen aan toetsen, up to date houden, eventueel bijsturen of vorm geven.
01-02-2013
Agenda lezingen
Lezingenreeks Levenseind Door o.a. Wim Distelmans / E. Vermeersch / Paul Schotsmans / Dirk Verhofstadt / Jacinta De Roeck
Uit studies blijkt: Kinderen die tijdens een lange periode honger lijden en
meestal als er eten is, zeer eenzijdig eten, daar als volwassene negatieve
gevolgen van dragen op mentaal en psychisch vlak. Zo'n studie is nooit een
zwart wit verhaal, maar geeft veeleer een tendens aan. Ik kan omtrent deze
studies geen publicaties vermelden. Ik meen het gelezen te hebben in de
krant.
Mijn vraag is: 'Zou deze problematiek geen impact kunnen hebben op
het denken en handelen van vele Afrikanen, want honger is er her en der al
generaties na mekaar ?
Voorzet ivm ons volgende onderwerp: ONTWIKKELINGSHULP
Beste Filokes,
Volgend onderwerp is ontwikkelingshulp . Prima, maar zeer breed natuurlijk. Er zijn
gewoon teveel invalshoeken. Best even kadreren om te voorkomen dat we door de
bomen het bos niet meer zien. Weerhoud u niet om nog vooraf te reageren op het
blog als je vindt dat ik iets over het hoofd zie dat er toch echt wel bij moet.
Hoewel je natuurlijk alles kunt ontwikkelen door hulp te
bieden, hebben we het wel degelijk over de klassieke vorm: Steun ( vooral
financieel ) van het rijke Westen (wij) aan het arme Zuiden (zij).
Is
dat een goede zaak ? Moeten wij ons daartoe ethisch verplicht voelen? Is het
geen bodemloos vat? Hebben wij door de kolonisatie geen schuld aan hun
achterstand? Dat lokale hongerende kind kan er toch niet aan doen dat de leiders
corrupt zijn? Hebben wij de voorbije +/- 40 jaar goed werk geleverd ter zake?
Zit de islam er voor iets tussen? Valt
er überhaupt wel iets te ontwikkelen op die manier door de structuur van het
tribalisme? Hoe komt het dat het in sommige regios wel lukt ( type Azië) en in
ander absoluut niet (type Afrika)? Enz
enz
Het
blijft breed. Ik neem daarom een voorschotje op jullie inbreng en ga er
gemakshalve even van uit ( corrigeer mij indien nodig) dat we het toch min of
meer eens zijn over het volgende:
Zelfs de meest overtuigde voorstander van
ontwikkelingshulp zal toch min of meer
akkoord zijn met de volgende stellingen:
Ook
als we aannemen dat het onze plicht was en dat de meeste initiatieven goed
bedoeld waren, moeten we vaststellen dat in zeer veel gevallen ( in feite de
meeste) de resultaten pover zijn in verhouding met de geleverde inbreng, ook al
zou je vinden dat er meer had moeten gedaan worden. We kunnen over het algemeen
niet van een successtory spreken. Dit wordt bevestigd door Afrikaanse economen.
Die spreken zelfs , niet van een gebrek aan succes, maar van
contraproductiviteit. We doen dus soms meer kwaad dan goed. Mogelijke oorzaken
van het falen zijn er voldoende en je kan debatteren tot je blauw ziet over
welke nu de ergste miskleunen waren, maar laten we even in willekeurige volgorde
van het volgende lijstje uitgaan:
· In oorsprong werd al te vaak uitgegaan van het eigen
westers belang.( Vb Onze firmas gingen daar hoogspanningsleidingen
aanleggen)
· Manifest corrupte heersers werden toch ontzien omwille van westerse commerciële belangen (
Wilfied Martens : Ik hou van dit land, zijn volk en haar leiders)
· Strategische belangen (uranium, kobalt enz )
· Er werd teveel en te vaak geïnvesteerd in ad hoc en niet
in structurele oplossingen, gevolg, dweilen met de kraan open +
hongersnoodcameras weg, hulp ook weg.
· De opbrengsten die er zonder twijfel waren uit bv.
grondstoffen zijn zo goed als nooit bij de lokale bevolking terecht
gekomen.
· Op t einde van de kolonisatie werden de landen verlaten
met een soms vrij goede infrastructuur,
maar met een absoluut gebrek aan know-how om daar mee om te
gaan.
· Onze hulpgoederen doen daar de landbouwprijzen dalen
zodat de lokale boeren beter stoppen en hun hand ophouden.
· De ontwikkelingshulp wordt stilaan een industrie met
eigen belangen en ettelijke duizenden medewerkers. Dat begint een eigen
zelfbestendigende en selffulfilling
logica te volgen, zelfs al gaat het niet altijd om bewust misbruik.
Tot
zover ( naar believen uit te breiden ) enkele uit een reeks mogelijke oorzaken
waar het Westen minstens gedeeltelijk in de fout is gegaan. We kunnen dat
dinsdag nog eens allemaal herhalen en erop drukken hoe erg we dat vinden, maar
in feite zeggen we dan niets nieuws. Wij weten dat, de ontwikkelingshelpers
weten dat en onze overheden weten dat. Als daar
geen verandering in komt moet het dus gaan om dieperliggende oorzaken.
Daar zijn een aantal mogelijke oorzaken bij die tot voor kort ( en in feite tot
op heden ) niet mochten vernoemd worden wegens politiek niet correct of zelfs
wegens shhhhttttt het R-woord.
Ik
vermoed dat het filosofisch boeiender is om over die nieuwe reeks te spreken.
Nieuw met dien verstande dat die oorzaken er altijd geweest zijn, maar nooit
mochten vernoemd worden.
Andere oorzaken:
· Het blijkt een onhaalbare kaart te zijn (hoe goedbedoeld
ook) om een westerse democratie, laat staan een westers economisch systeem
zondermeer over te planten naar een cultuur die daar de nodige voorgeschiedenis
niet voor heeft. Onze westerse systemen zijn er niet van vandaag op morgen en
ook niet zonder slag of stoor gekomen. Waarom dan veronderstellen dat het daar
meteen moet lukken omdat wij het hen komen vertellen.
· Uit een complex amalgaam van oorzaken licht ik er twee
uit. Het zijn waarschijnlijk niet de enige, maar alleszins volgens mij zeer
belangrijke. In wat we maar gemakshalve het arme Zuiden zullen noemen zijn in de
loop van ettelijke eeuwen maatschappelijke systemen ontstaan die vaak gebaseerd
zijn op 1 chef die aan het hoofd staat van een uitgebreide familievorm of stam (
vandaar tribalisme ) met een zeer grote druk op de stamleden en/of familieleden
om elkaar te helpen indien nodig. Dit
heeft waarschijnlijk prima gewerkt sinds mensenheugenis, maar nu die stammen
volksstammen geworden zijn met (honderd)duizenden leden heeft dat een aantal
ongewenste neveneffecten.
Opnieuw zeer complex, maar laten we er schematisch twee
uithalen:
1) Iemand die om één of andere reden een succesvolle zaak
heeft opgebouwd is zedelijk verplicht neefjes, nichtjes en familie tot in het zesendertigste knoopsgat
verder te helpen ook als die bij wijze van spreken geen st onder hun .waard zijn. Gevolg,
er blijft niets over om te herinvesteren in de uitbreiding van zijn succesvolle
zaak. Iets waarop onze westerse rijkdom gebaseerd is.
2) Iemand die om één of andere reden macht bezit (lokaal op
nationaal, kleine of grote potentaat) heeft er absoluut geen moeite mee om die
macht te gebruiken voor giften allerhande. Het is trouwens vaak de enige methode
om hoe dan ook aan een in komen te geraken. De gedupeerden zullen exact
hetzelfde doen van zodra ze de kans krijgen. Vooral als het geld of de middelen
komen van iemand buiten de eigen stam. Zij hebben dus niet de indruk dat daar
iets verkeerd gebeurt.
3) Honderdduizenden mensen die op één of andere manier
creperen, dat is in feite niet zo erg als ze niet tot je eigen stam of familie
behoren.
Drie voorbeelden uit een reeks van vele. Wij kunnen dat
verwerpelijk vinden, maar dat systeem is bij manier van spreken logisch en automatisch
voortgevloeid uit de vroegere stammeneconomie. Opnieuw, een stammeneconomie die
natuurlijk ontstaan is en toen ook uitstekend werkte in de toenmalige
klimatologische en aardrijkskundige situatie.
Laten we ook niet terugschrikken voor vragen die tot
voor kort absoluut verboden waren door de politieke correctheidspolitie, zoals:
· Hoe komt het dat de miserie zich vooral afspeelt in
Afrika? En bv niet of toch veel minder in andere landen die toch ook
gekoloniseerd zijn geweest?
· Hoe komt het dat
10 jaar nadat de Aziatische bootvluchtelingen ( toch ook geen groep met
enorme rijkdom en kansen ) zo goed als allemaal een min of meer succesvol
bestaan hebben opgebouwd met kleine handeltjes allerhande in de USA terwijl dat
met de meerderheid van de African Americans veel minder wil lukken?
· Hoe komt het dat +/- 50 jaar na Mao
Enz enz .enfin, u begrijpt mijn punt.
Een
filosoof moet ook die vragen durven stellen. Is zelfs verplicht die te stellen
als we willen aantonen dat racisme een onheilzame weg is om wat dan ook op te
lossen.
Waar wij naartoe willen als filosofen is dus niet naar de vraag of we die X euro nu
het best spenderen aan medische hulp of aan voedsel of aan nog iets anders. Dat
zijn technische beslissingen waar wij toch te weinig inside informatie over
hebben, maar hoe zit het ethisch met de vraag of we überhaupt moeten verder doen
met de hulp die a) blijkt niet echt te helpen b) zelfs contraproductief blijkt
te zijn c) hoe dan ook zelden aankomt waar ze moet aankomen enz enz .
Uiteraard zijn er nog vele andere vragen en invalshoeken
, maar het vorige dient om ons er toe aan te zetten filosofische vragen te
stellen en geen technische .
Zoals gewoonlijk hieronder het verslag van "onze" Swa. Je hoeft het daar helemaal niet mee eens te zijn. Reageren door onderaan rechts te klikken.
VERSLAG VAN DE DIALOOG OP
18-12-2012
Onderwerp :ZELFBEDROG
-Eigenlijk is het leven een georganiseerde vorm van
zelfbedrog.
Zoals eveneens al die religies die ons een hiernamaals
beloven. Hoelang zijn we hier nog? Zelfbedrog
is het thema van het leven. Het zinloze staat centraal.
-Er is sprake van onbewust zelfbedrog als we misleid
worden door de cultuur waarin we leven.
Denk aan Amerika :
een wapen in de handtas is een garantie voor vrijheid . Dit kan
beschouwd worden
als een waanidee , zelfs als een ziekte. Bewust en onbewust maken
nu eenmaal deel
uit van de groepscohesie .
-Voor uzelf een modus vivendi aannemen om te kunnen
leven is geen zelfbedrog..
-Ik ken mezelf niet. Ik heb en ik ken wel mijn ego dat
er op uit is te bedriegen, maar
dat kan eventueel
aan de kant worden geschoven.
-Om het zelfbedrog tegen te gaan is een leerproces
noodzakelijk betreffende de mens
In de samenleving
. De eigen cultuur is niet altijd de aangewezen weg om het
zelfbedrog te
onderkennen.
-Rekening houden
met de realiteit, objectieve waarneming en herkenning van het
eigen ego en de
slechte voornemens , zullen het zelfbedrog minimaliseren.
-Het is ONzin te geloven in het ZINloze van ons aards bestaan. Het leven dient beschouwd te worden als een
voortdurend leerproces voor het individu
en zijn medemens ,op die wijze
Is er een bijdrage
in het belang van de samenleving. (Hoe minimaal die bijdrage van het
Individu ook moge
lijken.)
Zelfbedrog kan niet begrepen worden als een vorm van
overleven. In vele gevallen ,zowel
van bewust of
onbewust zelfbedrog , doen zich situaties voor die zeer bezwarend kunnen
zijn voor het
individu.
-Voor sommigen is het zelfbedrog een middel om zich los
te maken van bepaalde gevoelens en
toestanden. Freud
benoemt dat als afweermiddel t.o.v.
een soms pijnlijke praktijk
situatie.
Iemand uit de
groep geeft een voorbeeld vanuit een zelf beleefde situatie, een voorbeeld dat
de stelling van
Freud ,uit de vorige tussenkomst bevestigt en nog verder verduidelijkt via een
drie staps
beseffen :
1 Alles ten dienste van de partner tot
alles bereid , eigen behoefte onderdrukt ,beperking van
het eigen
ego
2_ Het gevoel van
die beperkingen trachten te onderdrukken door zich volledig aan werkzaamheden
over te geven
3- Het besef dat deze toestanden een vorm zijn
van zelfbedrog zorgt voor ondraaglijke
spanningen.
Na deze
bewustwording , deze bezinning, is er radicaal afstand genomen van die situatie
het is als een
bevrijding aangevoeld , die de vaardigheid met zich brengt om voor u zelf te
leven. Een Bijbels
gezegde: de waarheid zal u redden was hier van toepassing als afrekening
met het
zelfbedrog.
Als overdreven voorbeeld, verwijst iemand naar de Engelse
reeks
op televisie :
schone schijn waarin de hoofdrol speelster voortdurend prachtige voorbeelden
geeft van zelfbedrog.
-Onbewust zelfbedrog is een onvolmaaktheid, maar daarom
nog geen bedrog, een fout of
misvatting is geen bedrog.
-Godsdiensten en georganiseerde religies worden door vele
wetenschappers nog altijd
aanzien als vormen
van zelfbedrog.
-Het is zeer aan te raden religie en godsdiensten niet te
benoemen als vormen van
zelfbedrog. Een
dergelijke benadering i s al eeuwen lang
aanleiding geweest tot
spanningen en
agressie : - Tussen godsdiensten
onderling
-Tussen Godsdienst en Wetenschap.
-Tussen Godsdienst en Staat
NABESCHOUWINGEN :
-De eerste tussenkomst heeft even verrast door haar negativisme . Ik vermoed alleen
dat hier sprake
was van een bewuste uitdaging om de andere filokes uit hun tent te
lokken.
-Toch een opmerking van mij in de ruimste betekenis:
Diegene , voor wie het leven
zinloos lijkt,
beleeft soms ellendige periodes . Niet vergeten : ellende is een narcoticum
voor het leven ,
het kan leiden tot onverschilligheid , waar uiteraard NIEMAND mee
gediend is.
-In verband met de waarheid verwees iemand naar de
bijbel : de waarheid zal u redden
Weliswaar daar aan
toevoegende : uw bijbel
Enkel ter informatie het volgende : Aan
de American Jewish Univ. spreekt een Rabbi
:
Waarheid van de Bijbel is wel levenswaarheid die we anders niet weten en niet kunnen
Bewijzen Is de Bijbel dan misschien toch niet zo onbelangrijk ?
Enkele deelnemers beschouwden een leerproces als
zingevend voor het leven.
In dat verband het
gezegde :
Om te
genieten van het leven , leef iedere dag alsof het je laatste is.
Om te
leren en begrijpen , beschouw de tijd die overblijft als de eeuwigheid
Tot slot : In verband
met de laatste dialoog ,toch iets over het verschil tussen
Kennisoverdracht
en filosoferen .
Sommige sprekers en
vele leraars verwachten nog steeds dat iedereen zal
Luisteren en aanvaarden. Kennisoverdracht is en blijft
noodzakelijk , maar een kritische
Ingesteldheid van de toehoorders mag nooit ontbreken .
Bij het filosoferen is het de bedoeling
om de kritische vrije mening tot uiting te brengen , echter niet onder vorm
van een
debat. Het is de start van een leerproces , waarbij
iedereen de kans heeft , via samenspraak
op een respectvolle wijze , de eigen mening te herzien of
beter te onderbouwen.
Daardoor ontstaat bij sommigen de behoefte om meer info, meer kennis op te nemen
over een bepaald thema . Aan die behoefte kan niet
voldaan worden tijdens het filosoferen.
Als dat toch gebeurt
is dat voor sommige deelnemers eerder verwarrend. Anderen kunnen
zich eventueel richten op specifieke lezingen .
Filosoferen en kennisoverdracht kunnen
niet gelijktijdig worden aangeboden . In dat verband
vermeld het boek Filosofie als
levensbeschouwing : Filosoferen
is als het ware een inleiding in de feitelijke levenservaring ,
als een manier
waarop men het feitelijke leven vorm geeft (prof. Verhaeghe en
Verrijcken)
Dus Filokes .. we
zijn GOE BEZIG.
Voor wie meer wil weten over filosoferen: Plato , Menon, pocket uitgave
( schoolvoorbeelden van filosoferen ,nog te verkrijgen
bij DE SLEGTE)
-Moderne benadering : Martha Nussbaum , Niet voor de winst , Waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig
heeft, 2011, Ambo (speciale
aandacht voor het Socratisch gesprek)
Steeds bereikbaar voor mogelijke reacties ,
Swa Schoeters
Categorie:ONDERWERPEN Tags:verslag , zelfbedrog, december 2012,
11-12-2012
Voorzet ivm ons volgende onderwerp: ZELFBEDROG
Beste filokes, Ons volgende onderwerp van dinsdag 18/12 is ZELFBEDROG
Ik had mezelf bedrogen door mezelf wijs te maken dat ik nog tijd genoeg had om de inleiding op het blog te zetten. Daardoor is jullie cafégenoot Dirk mij voor met een uitstekende voorzet waar ik niets meer aan toe te voegen heb. Hij stelt alle relevante vragen waar jullie ruim voldoende beet zult aan hebben.
Het wordt boeiend.
Tot dinsdag 18/12
Max
Een engeltje op je rechterschouder zegt: je bent te
dronken om te rijden, terwijl een duiveltje op je linkerschouder volhoudt dat je
er nog perfect toe in staat bent. Vandaar de paradox: hoe kun je tegelijkertijd
weten dat je wel en niet in staat bent met veilig een auto te besturen. Alsof er
twee zelven zijn, waarvan de ene de andere bedriegt. Meestal gebruiken we de
truc van een bewust en een onbewust zelf om deze paradox op te lossen, maar
klopt dat wel? Kunnen we tegelijk iets weten en niet weten?
Hiermee samenhangend volgende vragen:
Wat betekent iemand misleiden? Is bedrog hetzelfde
in het woord zelfbedrog en bedrog in interpersoonlijke relaties?
Kunnen we onszelf wel misleiden? Vereist zelfbedrog
dat we vallen voor een bedrieglijke strategie waarvan we weten dat het bedrog
is? Hoe en waarom bedriegen we onszelf?
In hoeverre kunnen we iets voor onszelf verborgen
houden? Is zelfbedrog opzettelijk (bewust) of niet?
Is zelfbedrog meer dan een gunstig zelfbeeld?
Zelfbedrog is niet noodzakelijk een zwakte van de
wil of onbewuste neiging, maar kan simpelweg veroorzaakt zijn door vergissingen,
foutieve waarnemingen (illusies of zinsbegoochelingen), onwetendheid, luiheid of
cognitieve incompetentie.
Bewustzijn hangt samen met bedrog. Alleen bewustzijn
heeft belang bij bedrog.
Zelfbedrog is niet altijd fout en kan soms zelfs
voordelig zijn. Men zegt soms dat we zonder zelfbedrog constant in een depressie
zouden zijn. Is zelfbedrog louter defensief of wordt het ook offensief ingezet?
Als we té eerlijk en objectief zouden zijn over onze eigen vaardigheden en over
het leven in het algemeen, dan zouden we snel depressief worden of zelfmoord
plegen. Absolute waarheid en eerlijkheid zijn waarschijnlijk even nefast als
leven in absolute illusie. We dienen een evenwicht (twijfel) te vinden tussen de
twee. Ontstaat zelfbedrog als een puur defensief zelfverdedigings-mechanisme om
ons beter te doen voelen?
Wat zijn de ethische/morele implicaties van
zelfbedrog, m.a.w. in hoeverre zijn we verantwoordelijk voor daden als gevolg
van zelfbedrog?
Zelfbedrog rechtvaardigt vals geloof. Meestal
beschouwen we daarom zelfbedrog als iets slechts waartegen je je moet wapenen of
verdedigen. Het zijn vaak onbewuste mechanismen die te maken hebben met
overleven, eigenbelang, vooroordeel, verlangen, onzekerheid, angst, verwachting.
We kunnen kiezen voor zelfbedrog of ertegen ingaan. Waar kies jij voor? Waar
lukt het je en waar niet?
Zelfbedrog kan ook meespelen om niet het
eigenbelang, maar het belang van iemand of iets anders te dienen. Dit is een
heel belangrijk en algemeen mechanisme omdat we zeer gevoelig zijn voor anderen,
hun meningen, verwachtingen en handelingen. We kunnen gemanipuleerd en
gedomineerd zonder dat we ons daarvan bewust zijn of ons er zelfs tegen kunnen
verweren. Voorbeelden genoeg: denk aan het Stockholm syndroom, sociaal
conformisme (het succes van de iPad?), seksueel misbruik (schuldgevoelens bij
slachtoffers), relaties: schaamte en angst voor verlies houdt relaties in
stand.
Het feit dat bedrog en zelfbedrog zo universeel zijn
betekent dat ze een evolutionair voordeel opleveren. Wat zijn de kostprijs en de
winst van zelfbedrog, waarbij de winst ultiem gedefinieerd en gemeten wordt in
termen van overleven en reproduceren. Robert Trivers stelt dat we zelfbedrog
gebruiken om des te beter anderen te kunnen misleiden.
Waarom zijn we zo goed in liegen maar zo slecht in
het detecteren van leugens?
Bibliografie
Burton, Neel, 2012, HIDE AND SEEK, the psychology of
self-deception, Archeron Press
Burton, Robert A., 2010, ZEKER WETEN? Overtuigd zijn
van je gelijk, ook al heb je ongelijk, uitg. Luster, Antwerpen
Chabris, Christopher en Daniel Simons, 2011, THE
INVISIBLE GORILLA, and other ways our intuition deceives us, HarperCollins
publishers, London
Cialdini, Robert B., 2007, INFLUENCE, the psychology
of persuasion, Collins Business, an imprint of HarperCollins publishers,
London
Dutton, Kevin, 2010, FLIPNOSIS, the art of
split-second persuasion, William Heinemann London
Fingarette, Herbert, 2000, SELF-DECEPTION,
University of California Press
Gianetti, Eduardo, 2001, DE KUNST VAN HET
ZELFBEDROG, Ambo/Anthos, Amsterdam
Goleman, Daniel, 1998, LIEGEN OM TE LEVEN, de
strategie van zelfbedrog, uitg. Contact, Amsterdam
Jensen, Stine, 2011, IK LIEG, DUS IK BEN,
Lemniscaat, Amsterdam
Kahneman, Daniel, 2012, ONS FEILBARE DENKEN, uitg.
Business Contact, Amsterdam
Leslie, Ian, 2011, BORN LIARS, why we cant live
without deceit, Quercus, London
Palmarini, Massimo P., 1996, ONVERMIJDELIJKE
ILLUSIES, hoe beredeneringsfouten ons denken beheersen, Het Spectrum,
Utrecht
Randall, Jason, 1982, THE PSYCHOLGY OF DECEPTION,
Why Magic works, Top Secret Productions Inc., Venice, California
Taleb, Nassim Nicholas, 2008, DE ZWARTE ZWAAN, de
impact van het hoogst onwaarschijnlijke, uitg. Nieuwezijds, Amsterdam
Tavris, Carol and Elliot Aronson, 2008, MISTAKES
WERE MADE (but not by me), why we justify foolish beliefs, bad decisions and
hurtful acts, Pinter and Martin Ltd. London
Trivers, Robert, 2011, DECEIT & SELFDECEPTION,
fooling yourself the better to fool others, Allen Lane (an imprint of Penguin
Books)
Er zijn weinig filosofische onderwerpen die zoveel publieke discussie uitlokken als het al dan niet bestaan van de vrije wil. Dat komt omdat steeds meer neuropsychologen zich over deze kwestie buigen en op basis van onderzoeken aantonen dat de menselijke handelingen enkele milliseconden voor een eigenlijke beweging al in de hersenen beslist worden. Anders gezegd, de vrije wil is een illusie want mensen zouden worden gedreven door onbewuste impulsen. Dat is alvast de stelling van onderzoekers zoals Dick Swaab in zijn boek Wij zijn ons brein en Victor Lamme in zijn boek De vrije wil bestaat niet. Mensen zouden dus willoze wezens zijn en daarom niet echt verantwoordelijk kunnen gehouden worden voor hun daden. Dat is een revolutionaire stelling, want dat zou betekenen dat het begrip schuld geen enkele betekenis meer heeft en dat misstanden niet langer kunnen toegewezen worden aan de persoonlijke verantwoordelijkheid van het individu.
In zijn boek Vrije wil is geen illusie biedt de Nederlandse neuropsycholoog Herman Kolk weerwerk tegenover deze visie, door aan te tonen hoe onze hersenen ons wel degelijk vrijheid verschaffen om deze of gene keuze te maken. Hij ontkent niet dat mensen vaak onbewust of automatisch handelingen stellen, maar toont aan dat onze hersenen ons in de loop van de jaren aanleren wat belangrijk is en ervoor zorgen dat ons gedrag hierop afgestemd is. In die zin zou volgens Kolk ons bewustzijn een veel grotere rol spelen dan wat de ontkenners van de vrije wil zeggen, en dat we dus wel degelijk verantwoordelijk zijn voor onze daden. Dat is zeker het geval voor alle mogelijke vrijwillige daden die we stellen, daden waarvoor we de tijd kunnen nemen om te beslissen. Maar ook het feit dat een groot aantal van onze handelingen onbewust tot stand komen, neemt niet weg dat we ook bewust kunnen handelen. Dat laatste lijkt contradictorisch maar met een eenvoudig voorbeeld toont Kolk aan dat hij een sterke hypothese verdedigt.
Neem iemand die met de auto rijdt langs de autostrade. Die zal automatisch rijden, gas geven, iemand passeren en stoppen, zonder dat die zich daar ten volle van bewust is. Het kan zijn dat zijn of haar aandacht in grote mate gaat naar een radiobericht of een gesprek met een medepassagier. Toch stopt, versnelt of passeert de chauffeur keurig met zijn wagen. Hij of zij hoeft hiervoor niet alle andere impulsen uit te sluiten om die noodzakelijke acties behoorlijk uit te voeren. Waar het op aankomt, aldus Kolk, is aandacht. Of, om het met een meer gespecialiseerd begrip te omschrijven, het gaat hier om cognitieve controle. Aandacht versterkt alle gedragspatronen, afhankelijk van hun toegevoegde waarde, aldus Kolk. Als die toegevoegde waarde klein is zal een geautomatiseerd patroon overheersen, maar als ze groter wordt neemt het bewustzijn toe. In die zin is het afremmen door duizenden automobilisten die in een file staan omdat de bestuurder voor hen vaart mindert, een vorm van bewustzijn dat men best op de rempedaal duwt om op die manier een aanrijding te vermijden. Aandacht maakt dat we wel degelijk in staat zijn tot vrijwillig gedrag.
Natuurlijk zijn er handelingen die we quasi blindelings kunnen uitvoeren omdat we uit een leerproces geleerd hebben dat we daarbij geen fouten maken. Maar zodra zich iets ongewoon voordoet, schakelen we over naar ons bewustzijn en maken we keuzes. In die zin kan een aanrijding na een totaal onverwachte stop door een voorligger leiden tot een botsing waarna we stellen dat we het niet zagen aankomen en waarvoor we ons niet echt verantwoordelijk voelen. Maar in heel wat meer gevallen stoppen we wel als een voorligger op de rem staat en schakelen we in de modus bewustzijn. Deze voorbeelden die ik hier aanhaal staan niet in het boek, maar leid ik af uit de gedachtegang van Kolk waarin aandacht een grote rol speelt. Ik denk dat hij gelijk heeft, en dan hebben we het nog maar alleen gehad over de gevallen van een bijzonder kort beslissingsmoment. Want bij langere beslissingsmomenten lijkt de rol van de vrije wil me nog veel groter en dwingender. Neem de aankoop van een huis door een jong gezin. Dat is een beslissing die verregaande gevolgen heeft en doorgaans lang overwogen wordt. Hier kent de vrije wil weinig of geen onbewuste remmingen.
Maar terug naar de korte termijnbeslissingen. Naast aandacht is er ook het element verbeelding als middel om te ontsnappen aan automatismen. Verbeelding stelt mensen in staat om over de toekomst na te denken. Mensen hebben, aldus Kolk, ook de neiging om hun onbewuste processen te sturen door innerlijke spraak (een vorm van sociale verbeelding) als een probleem te ingewikkeld wordt. Hierdoor kunnen we niet alleen ons gedrag aansturen maar ook onbewuste hersenprocessen interpreteren. Dit lijkt contra intuïtief maar dat is niet zo. Ook hier gaat het om het leerproces dat we als mens hebben doorgemaakt en waarbij we afwegingen hebben gemaakt over wat voor onszelf belangrijk en onbelangrijk is. Je wilde iets leren. Dat leerproces heeft geleid tot automatisch gedrag. Maar in dat automatisch gedrag zijn jouw persoonlijke waarden en belangen nog steeds verdisconteerd. Ofwel: veel van ons gedrag is weliswaar automatisch, maar daarmee nog niet per se onvrij, aldus Kolk. Onze hersenen volgen dus geen eigen weg, maar staan op een soort automatische piloot waarbij ze wel rekening houden met de instructies en beperkingen die op voorhand werden ingebouwd door ons leerproces, onderwijs en opvoeding.
Het menselijk gedrag is derhalve niet vastgelegd bij de geboorte, zoals Swaab ons voorhoudt. Natuurlijk spelen onze genen een belangrijke rol en zijn we voor een deel voorbestemd om te leven zoals we leven, maar onze vrijheid bestaat wel degelijk en kan ons op een hoogte brengen die men zich vooraf niet kon voorstellen. Dat is goed nieuws voor al wie zijn talent wil ontwikkelen, maar nefast voor al wie het begrip verantwoordelijkheid wou buiten kieperen. Natuurlijk kan het zijn dat men weinig of niet toerekeningsvatbaar is voor een bepaalde negatieve handeling omwille van een neurale storing, ziekte of plotse zinsverbijstering, maar vaak gaat het om een daad die ingaat tegen een moreel aanvaard en aangeleerd proces. In die zin kan men verklaren waarom de Einsatzgrüppen die honderdduizenden Joden hebben vermoord, zo schaamteloos handelden. Hun leerproces was compleet anders. Zij gingen ervan uit dat hun moordpartijen juist maatschappelijk gewenst en zelfs noodzakelijk waren voor het voortbestaan van het Duitse ras.
Hiermee wil ik een laatste steunpilaar onder de visie dat de vrije wil niet bestaat, wegslaan. Stel dat de vrije wil niet bestaat. Stel dat al onze handelingen het gevolg zijn van onze onbewuste, automatische of intuïtieve overwegingen. Stel dat we niet echt weten wat we doen. Dan heeft de ethiek geen enkel houvast meer. Dan spreken we niet meer over het juiste handelen, maar over het onvermijdelijke handelen. Beide visies zijn moeilijk objectiveerbaar. Maar terwijl we in de eerste visie nog afwegingen kunnen maken over wat slecht, goed en beter is, zullen we in het tweede louter afgaan op onbewuste motieven van mensen waarin geen enkel onderscheid meer bestaat tussen goed en kwaad.
Volgens mij is elke mens in staat tot het goede en tot het kwade. Het feit dat er gevangenen waren in Auschwitz die een deel van hun schamele rantsoen wilden delen met een medemens bewijst het eerste. Het feit dat er priesters waren en zijn die geen enkel schuldbesef hebben over het misbruik van kinderen binnen de kerk, maar dat toeschrijven aan een goddelijke wil, bewijst het tweede. In elk geval bestaat er een onderscheid. En juist dat bewijst dat er een vrije wil bestaat.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Herman Kolk, Vrije wil is geen illusie, Bert Bakker, 2012
De usual suspects
liggen voor de hand: de media, de overheid, de reclame, de politiek, de
populisten en uiteraard, niet te vergeten, de banken. De smeerlappen!! Goed,
dat hebben we dan weer gehad. Een rondje klagen en fulmineren.
Mijn vragen liggen dan natuurlijk ook weer voor de hand: En
wij¸ manipuleren wij ook in ons privéleven? Doen we dat vaak niet onbewust? Als
we het bewust doen, doen we het dan zogenaamd omdat het om bestwil is?
Maar vooral, waarom làten wij ons manipuleren? Ideetjes rond
de vrije wil. Of gebeurt dat bij jou niet. Want tenslotte, meestal worden
beslissingen allerhande boven, ver boven onze hoofden genomen, maar als er nu
één beslissing is waar wij als individu toch een beetje aan kunnen doen is het manipulatie.
Zijn we niet stilaan oud genoeg om te weten dat een industrieel dessertje niet NIEUW is en je in één klap supergezond zal
maken omdat er toch wel XY29C in zit zeker? Die onzin werkt nochtans of dacht
je dat die kerels dat zouden blijven doen als het in de praktijk niet bleek te
werken? Werkt dat niet bij jou? Zeker weten?
Sterker nog, we doen er zèlf nog een schepje bovenop. Mocht
je alle verkiezingsretoriek van de laatste verkiezingen kunnen herbekijken, dan
zal je vaststellen dat er niemand gezegd heeft dat hij alle, werkelijk àlle
problemen in één klap ten gronde en voor altijd zal oplossen. Toch trappen we weer
iedere keer massaal in de retorische vallen.
Hoe dan ook, het lijkt me een uitstekend onderwerp om ons te
doen inzien dat iedereen die ook maar een beetje filosofisch probeert te denken
maar één slogan moet onthouden: IS DAT OOK ZO ??? .
tStaat in de gazet, autoriteit X heeft gezegd, iedereen
wéét toch dat enz Laten we de Schotse Verlichtingsfilosoof David Hume volgen
met wat hij noemde de systematische twijfel .
De Waarheid gaan we waarschijnlijk niet vinden, maar met
graden van waarschijnlijkheid komen we al een heel eind.
Sinds de Britse psychiater Theodore Dalrymple besloot zijn ervaringen als gevangenisdokter en psychiater in onder andere Oost-Londen op te schrijven, heeft hij veel stof doen opwaaien. In het grimmige Life at the Bottom: The Worldview That Makes the Underclass trok hij van leer tegen de afhankelijke en weke Britse onderklasse. Met Our Culture: or what's Left of it: The Mandarins and the masses begon Dalrymple een aanval op de banale cultuur van de moderne samenleving een cultuur die gekarakteriseerd wordt door egoïsme, ongevoeligheid sentimentaliteit tiert echter welig in de publieke ruimte, stelt Dalrymple in Spoilt Rotten: The Toxic Cult of Sentimentality - gebrek aan verbeeldingskracht en een overmaat aan oppervlakkig uiterlijk vertoon.
Buiten het Verenigd Koninkrijk veel interesse voor zijn ideeën. In oktober presenteerde Dalrymple zijn 'idee voor Nederland' in het Amsterdamse debatcentrum De Balie. In België sympathiseert NV-A-voorman Bart de Wever met Dalrymple's denkbeelden, zoals ook te lezen is in de bundel Vrijheid en oprechtheid, dat naar aanleiding van de prijs die Dalrymple van de denktank Libera! kreeg, verscheen. Dalrymple's werken zijn polemisch, wars van welke politieke correctheid dan ook en bovenal, zo stelt hij zelf, realiteitsgetrouw. De boodschap is gitzwart en geeft weinig perspectief. Toch biedt Dalrymple enigszins houvast. Hij spreekt namelijk één groep in het bijzonder aan: de intellectuelen. Zij moeten hun mentaliteit veranderen en hun rol in de samenleving opnieuw onder de loep nemen. Interview door Daniël Boomsma.
Ziet u uzelf als een optimist of een pessimist?
Theodore Dalrymple: In persoonlijk opzicht een optimist. Ik ben zeer tevreden met mijn eigen leven. Aan de andere kant ben ik een pessimist simpelweg omdat ik Brits ben. In het Verenigd Koninkrijk staan de zaken er slechter voor dan waar dan ook in (West-)Europa. Zij die schrijven kunnen echter nooit complete pessimisten zijn, omdat een schrijver altijd hoopt dat zijn schrijfsels iets teweeg kunnen brengen, tenzij hij alleen schrijft voor geld. Het is wellicht een dwaze hoop. In mijn eigen land zie ik namelijk geen tekenen van verandering. Maar ik geloof niet dat de bestaande situatie onvermijdelijk is geweest. In die zin ben ik ook een optimist: ik geloof dat het anders kan. Daar is echter wel een bepaald bewustzijn bij de meerderheid van de mensen nodig. Je kan niet op elke straathoek een politieman zetten of mensen wettelijk verplichten zich fatsoenlijk te gedragen.
Toen u in 2005 met pensioen ging schreef u een artikel in de Sunday Telegraph waarin u het volgende schreef: ''Retired at last! Retired at last! Thank God almighty, retired at last!'' Heeft er een bepaald breekpunt plaatsgevonden waarna u besloot om te gaan schrijven?
Theodore Dalrymple: Nee, zo'n moment heb ik niet gehad. Ik hield van mijn werk maar ik kon de bemoeienis van de overheid niet aanzien. Ik zag hoe bureaucratische controle, die ook steeds absurder werd, geleidelijk aan toenam. Wat me echter het meest beïnvloedde was het dagelijks contact met patiënten. Het luisteren naar hun verhalen zette me aan het denken over de zaken waar ik over geschreven heb. De diepe malaise waarin de samenleving in het Verenigd Koninkrijk verkeert, maakte ik toen dagelijks mee. In Frankrijk zijn de sociale problemen bijvoorbeeld geografisch bepaald, denk aan de banlieues. Of dat beter is weet ik niet, maar in het Verenigd Koninkrijk is de malaise die ik in onder andere Life at the Bottom en Our Culture: or what's left of it beschrijf, overal. Egoïsme, zelfverheerlijking, het uitgangspunt dat de samenleving een soort supermarkt is waarin je uit kunt kiezen wat je leuk vindt; je kunt er niet aan ontsnappen.
Er is echter een verschil in wat u in bijvoorbeeld 1983 schreef, en de boeken die u nu publiceert.
Theodore Dalrymple: Ik denk dat het zien van zoveel patiënten tijdens mijn werk als psychiater ervoor heeft gezorgd dat mijn visie op de maatschappij langzaam aan veel duisterder is geworden. Zonder die ervaring had ik denk ik niet geschreven wat ik nu schrijf, ook al was er geen breekpunt.
U spreekt vaak van restoration, herstel. Dat impliceert dat we betere tijden hebben gekend.
Theodore Dalrymple: Mensen zeggen vaak dat ik schrijf over een soort ´gouden eeuw´ die er ooit zou zijn geweest. Een dergelijke periode is er echter nooit geweest. Elke eeuw heeft zijn eigen problemen. Maar als je bijvoorbeeld kijkt naar de criminaliteit in Engeland die de afgelopen decennia enorm is gestegen (één van de hoogste in West-Europa) dan kun je zeker stellen dat het vijftig jaar, of zelfs honderd jaar geleden beter was. In het Verenigd Koninkrijk staat we er het slechtst voor, al komt Nederland dichtbij.
Kunt u een voorbeeld geven van hoe ons dagelijks gedrag is verslechterd?
Theodore Dalrymple: De laatste twintig jaar ligt er in het Verenigd Koninkrijk - ik weet niet hoe dat in andere landen is - veel meer afval op straat. Dat laat zien dat mensen geen respect hebben voor de publieke ruimte en zich niets van andere mensen aantrekken. Hetzelfde geldt voor kauwgom op de stoep. Als je kijkt naar de hoeveelheid dan is de logische conclusie dat honderdduizenden, zo niet miljoenen mensen zich hier schuldig aan maken. Dat is vroeger anders geweest.
Denk u dat dit kwalen zijn die specifiek de moderne samenleving karakteriseren?
Theodore Dalrymple: Als het slechts een gevolg zou zijn van de menselijke natuur dan hadden we de problemen overal gezien. Dat is echter niet zo. Als je mensen toelaat om alcohol te drinken dan is massale dronkenschap niet het onvermijdelijke gevolg.
Identificeert u zich met hedendaagse cultuurcritici of cultuurcritici uit het verleden?
Theodore Dalrymple: Nee, en ik zie mezelf niet als een vertegenwoordiger van een bepaalde academische of filosofische school. Ik houd bijvoorbeeld wel van het werk van Michael Oakeshott (1901-1990), vooral zijnRationalism in Politics, dat onverminderd actueel blijft. Een rechtbank in Keulen stelde afgelopen zomer (juli) dat besnijdenis indruist tegen mensenrechten. Er werd gesteld dat het een verminking van het lichaam van het kind is, en dat dat zwaarder weegt dan de rechten van een grote groep geloven. Dit is precies het probleem waar Oakeshott op wijst: men problematiseert bepaalde onderwerpen door er een matter of first principles, dat wil zeggen een strijd tussen rechten, van te maken. Vervolgens wordt het 'probleem' door middel van een afweging 'opgelost'.
Is het liberalisme in deze de boosdoener?
In veel opzichten ben ik zelf een liberaal. Ik geloof dat iedereen zelf moet kunnen bepalen hoe hij binnen bepaalde grenzen invulling geeft aan zijn leven. Het is denk ik meer een probleem van de moderniteit. We hebben de neiging om onze problemen op een Cartesiaanse wijze op te lossen. We beginnen met het onweerlegbare punt, de aanname waar niemand aan kan twijfelen. Vanaf dat punt proberen we door middel van syllogismen tot een 'oplossing' te komen. Het uiteindelijke motief is dat mensen hun rechten steeds meer willen uitbreiden. Ik moet zeggen: een wereld waarin mensen alleen maar aan hun 'rechten' denken is verschrikkelijk. Daarbij komt dat de meeste rechten in abstracte zin complete nonsens zijn. Naar mijn mening heeft niemand bijvoorbeeld recht op gezondheidszorg. Als iemand dat recht heeft, dan vloeit daaruit voort dat iemand ook een plicht heeft om er voor te zorgen. Dat is absurd. Stel dat iemand op straat ligt. Denk je dat ik diegene help omdat hij een 'recht op gezondheidszorg' heeft? Je biedt iemand hulp aan op basis van menselijke waardigheid! Mensen die in termen van rechten spreken, sluiten alle andere overwegingen uit. Zaken als fatsoen, liefdadigheid en grootmoedigheid komen niet voor in hun verbeelding en vocabulaire.
Zou je niet kunnen stellen dat de staat uit empathie en menselijke waardigheid gezondheidszorg aanbiedt?
Theodore Dalrymple: Ik heb genoeg van de staat in de praktijk gezien, althans in het Verenigd Koninkrijk, om te kunnen zeggen dat het idee van een 'meelevende staat' bespottelijk is.
Het zijn deze abstracte gedachten die u afwijst?
Theodore Dalrymple: Je moet geen fetisj maken van abstract denken, ook al kunnen we er uiteraard niet zonder. Zelfs het idee dat je niet abstract zou moeten denken is uiteraard een abstracte gedachte.
Is ons moreel bewustzijn tanende?
Theodore Dalrymple: Zeker. Mensen hebben wel een moreel bewustzijn maar dat is vaak geperverteerd. Als je mensen vraagt waarom ze zich op een bepaalde manier gedragen dan krijgt je altijd een morele rechtvaardiging als antwoord. Als ik bijvoorbeeld iemand die dronken is om een uitleg vraag waarom hij of zij zich zo gedraagt dan stellen ze dat ze daar recht op hebben. Het probleem is dat ze precies hetzelfde zeggen als ze sober zijn.
Is er een schuldige aan te wijzen voor deze afbrokkeling van de moreel bewustzijn? Theodore Dalrymple: Uiteindelijk is het de schuld van de intellectuelen aan de linkerzijde en de libertarische rechterflank. Links is te politiek correct om de grote problemen te benoemen en te libertair als het gaat om cultuur. Aan de rechterzijde stellen intellectuelen dat je je mag gedragen zoals je wilt zolang je geen schade aan een ander toebrengt. Ik wil niet in een samenleving leven waarin dat het 'eerste principe' is. Het probleem is namelijk dat het concept stoelt op je morele uitgangspunten. Ik heb mensen gesproken die geen problemen hebben met mensen die dronken en wel overgeven op straat. Ze stellen dat er geen meetbare schade is aan anderen om er iets tegen te doen. Dergelijke uitgangspunten voeren rechtstreeks naar de hel.
Zijn de boeken, essays en artikelen van intellectuelen zo invloedrijk? Theodore Dalrymple: Ja, ik geloof dat ideeën een grote invloed hebben om mensen, inclusief de sociale onderklasse. Overigens is het een misvatting, wat betreft die laatste groep, om te zeggen dat er niets omgaat in hun hoofd. Maar intellectuelen hebben er een grote invloed op. In The Guardian schreef Tanya Gold, ongetwijfeld hoog opgeleid, een artikel getiteld Minimum alcohol pricing? Blame those vomitting girls (15 mei, 2012). In haar stuk stelde ze impliciet dat het prima is als vrouwen, en dit zijn haar woorden, get shit-faced drunk. Ten eerste moet ik niets hebben van de vulgariteit van haar woordkeuze. Daarnaast verwerp ik het idee dat vrouwen toegestaan is om en plein public om op de door haar omschreven wijze dronken worden. Dit soort artikelen zijn niet zonder gevolgen.
Tot slot: zijn er oplossingen voor de niet geringe problemen die u schetst?
Theodore Dalrymple: Ik heb geen blauwdruk. In mijn eigen dorp op het platteland in Engeland zou ik voorstellen om de kroeg om 11 uur te sluiten. Over het algemeen is het echter geen praktisch vraagstuk maar een kwestie van mentaliteit en cultuur. Degene aan de top van de maatschappelijke ladder moeten hun mentaliteit veranderen, omdat ze zoveel invloed uitoefenen op de samenleving. Dat is de grote uitdaging.
In ons filocafé doen wij in principe niet aan politiek en ik wil dat ook zo houden. Maar achter de politiek zitten natuurlijk allerlei ideeën waar wel over kan gefilosofeerd worden.
Iedereen heeft een mening over de nieuwe burgemeester van de " Schoonste stad ter wereld", maar weten we ook waar hij de mosterd haalt voor zijn denkbeelden?
Dat is gedeeltelijk bij de Engelse dokter en auteur Dalrymple maar ook bij de Britse filosoof Roger Scruton dé spreekbuis van het hedendaagse wijsgerig conservatisme en erfgenaam van Edmund Burke.
Roger Scruton geeft een lezing op maandag 5/11 om 19 h in de Universiteit Antwerpen Rodestraat aula R002
Schrik niet van de inrichters en het publiek want dat is het KVHV de Vlaams Nationalistische, zeer rechtse studentenvereniging
Misschien is dit een uitstekende gelegenheid om te achterhalen wat het verschil is tussen wijsgerig conservatisme en het reactionaire conservatisme van extreem Rechts.
Menselijk embryo gemaakt uit twee eicellen en een zaadcel
In Amerika realiseerden onderzoekers een doorbraak die een halt kan toeroepen aan bepaalde erfelijke ziektes die via de moeder worden doorgegeven.
Ze zijn er in geslaagd om met behulp van niet één, maar van twee eicellen een embryo te creëren. Onderzoekers haalden de celkern uit een eicel en transplanteerden die naar een andere eicel, en bevruchtten vervolgens de eicel via IVF. Op deze manier kunnen mitochondriale ziekten worden voorkomen.
Mitochondrieën (nummertje 9 op de afbeelding) zijn energiefabriekjes in de cel, ze produceren de energie die een cel nodig heeft om in leven te blijven. Als ze niet goed werken kunnen ze zorgen voor verlamming of een hartziekte. Enkel het DNA uit de mitochondriën van de moeder wordt overgeërfd, niet van de vader. Met deze techniek wordt voorkomen dat het kind zieke mitochondriën van zijn of haar moeder overerft.
De techniek lijkt veelbelovend, maar verder onderzoek is nodig. Het zal nog een hele tijd duren vooraleer effectief de eerste baby wordt geboren uit twee eicellen en een zaadcel.
Bron: Controversiële IVF-doorbraak: twee vrouwen maken één eicel, De Morgen, 26/10/2012. Afbeelding: Wikimedia.
4. Studiedag over demografie en humanistische waarden
Het Fonds Lucien De Coninck, in samenwerking met de Maakbare Mens vzw en de Vakgroep Wijsbegeerte & Moraalwetenschap van de Universiteit Gent, organiseert op zaterdag 17 november een studiedag over de problemen van de bevolkingstoename:
"Demografie en humanistische waarden"
Sprekers:
Johan Braeckman: Inleiding Etienne Vermeersch: Onbeperkte voortplanting, een mensenrecht? Luc Bonneux: De demografische toekomst is mooi. School en gezondheidszorg voor iedereen vormen de sleutel. Dirk Van Braeckel: Bevolking en ontwikkeling: honger lijden om een mondje meer. Robert Cliquet: Demografische waarden: van kwantiteit naar kwaliteit; van diversiteit naar uniformiteit.
Plaats: Universiteit Gent, Blandijnberg 2, auditorium C. Aanvangsuur: 14u. Einde voorzien rond 17u.30
De inkom is gratis en iedereen is welkom. Inschrijven is niet nodig.
Verslag van gesprek oktober (Verantwoordelijkheid)2012 door Swa
Opnieuw een uitstekend verslag van onze cafégenoot Swa. Je hoeft het daar niet mee eens te zijn. Aarzel niet te reageren door onderaan rechts te klikken .
VERSLAG VAN DE DIALOOG OP 23-10-2012
Onderwerp:
verantwoordelijkheid
Voorzet Max: Om dit
ruime thema toch enigszins te beperken lijkt het mij
aangewezen geen
gebruik te maken van de terminologie van de overheid
zoals: bestraffen;
beschermen; preventief en dergelijke, waardoor we het risico
lopen in een vorm van
betutteling te belanden die niet direct met de
persoonlijke
verantwoordelijkheid te maken heeft.
Laat ons dus nadenken
over de verantwoordelijkheid van het individu in onze
cultuur, t.o.v. uzelf
en de anderen en dit vanuit verschillende invalshoeken.
Reacties vanuit de
groep :
-Voor sommige mensen
wordt de verantwoordelijkheid als een LAST beschouwd
maar het is een taak een PLICHT,zonder dat
heeft het leven geen zin.
-Het is gedeeltelijk genetisch bepaald, de
rest kan via de ouders de opvoeding en
de school
-De mens heeft de capaciteit tot
verantwoordelijkheid, wij kunnen dat doorgeven
een dier NIET.
Persoonlijke
belevenissen vanuit de groep worden besproken .
via deze reflecties
krijgt men een inzicht van bepaalde data (basisgegevens)die
een belangrijke rol
spelen bij het bespreken van verantwoordelijkheid,.
De lijst van data die
aldus kan opgemaakt worden verwijst onder meer naar:
Persoonlijkheid
Opvoeding
Gemeenschap
Empathie
Kleine
gebeurtenissen
Angst
Verkeerde inschatting
Verdere bespreking
wijst op de noodzaak zichzelf in vraag te stellen en dat bij een
beoordeling in
bepaalde gevallen , enige mildheid is aangewezen.
Vanuit dat schema
komen volgende overwegingen uit de groep :
- zelfkennis: uzelf leren kennen is
belangrijk bij de overweging van verantwoordelijkheid
- Zonder empathie geen verantwoordelijkheid
- Opvoeding speelt een belangrijke rol.
- Onverantwoordelijkheid kan een gevolg zijn
van onwetendheid, dat wijst
op de
noodzaak van leerprocessen die variabel zijn naargelang de beleefde
situaties,eventueel kleine gebeurtenissen.
- Bij de keuze van handelen : Ken uw
verantwoordelijkheid, maar vergeet niet
de situatie rationeel in te schatten.
- In geval van angst: Het gevaar van
overreactie verplicht u tot nadenken,oordeel
niet te vlug, let op de grenzen van
verantwoordelijkheid.
Max besluit : vanuit
die basis data komen we uiteraard bij onderwerpen als moraal
en ethiek.
NABESCHOUWINGEN :
Tijdens de vorige
dialoog merkte iemand op :We moeten onze eigen verantwoordelijkheid opnemen in
bepaalde gevallen Uit het voorgaande blijkt dat het niet zo eenvoudig is
maar toch sluit die
opmerking aan bij een reeks overwegingen van Kierkegaard
Deens filosoof
(1813-1855) zo ondermeer:
Subjectieve existentie(het persoonlijk bestaan)is belangrijker dan elke abstracte theorie,
belangrijker omdat men leert daadwerkelijk te
bestaan als mens tegenover zijn medemens
(en voor de gelovige) als mens tegenover God
Van een echt
individu spreekt Kierkegaard Wanneer een
mens bewust kiest om zijn
leven vorm en inhoud te geven,zich niet
verschuilt achter regels,omdat het nu eenmaal
zo hoort, maar zich verantwoordelijk gaat voelen voor zijn daden
Afsluiting
#MvdS2012 Met het einde van oktober in zicht, nadert ook het slot
van de Maand van de Spiritualiteit 2012. Helemaal eindigen we pas op 31 oktober
want tot dan staan er nog initiatieven op de kalender. Maar dit is voorlopig de laatste nieuwsbrief over de
MvdS van dit jaar. Wij kijken terug op een geslaagde editie, omdat het
initiatief en het thema leefde in Vlaanderen.
In de eerste plaats door de
bijna 120 boeiende initiatieven in de kalender, waarbij men zich kon laten
inspireren door diverse vormen van spiritualiteit. Er bewoog wat rond
spiritualiteit in Vlaanderen en laat dat de belangrijkse doelstelling zijn van
ons project. Het was fijn om te zien hoeveel initiatieven het thema 'echt' of
'authenticiteit' tot onderwerp hadden en speciaal voor de Maand werden
opgezet. Daarnaast was er veel aandacht voor het thema-essay 'echt' door
Guillaume Van der Stighelen. Tot op vandaag ontvangen we zowel van de pers als
van het brede publiek ontzettend veel positieve reacties. Het boek is momenteel
in tweede druk. De eerste druk was op enkele weken de deur uit.
Het zou
oneerlijk zijn te negeren dat we ook kritiek ontvingen op ons project of
onderdelen ervan. We menen het als we zeggen dat we dit waarderen. Door deze
feedback kunnen we het positieve meenemen naar volgend jaar en bijsturen waar
nodig. We zijn ons ervan bewust dat spiritualiteit een thema is dat mensen na
aan het hart ligt. Wat het natuurlijk ook moeilijk maakt om iedereen helemaal
tevreden te stellen. Wie een evenement indiende zal in de komende weken een
bevraging over hun initiatief ontvangen. Anderen kunnen hun opmerkingen of
suggesties doorgeven op info@maandvandespiritualiteit.be of ze delen op Twitter
met de hashtag #mvds2012.
Bijzonder veel dank voor uw betrokkenheid. We
houden u verder op de hoogte via deze nieuwsbrief, onze facebookpagina en Twitteraccount (@mvds2012). Wie 'm nog niet
ontvangt, kan zich aanmelden op onze website:
Sprokkels -
De Maand van de Spiritualiteit is ontstaan in Nederland. In januari gaat de
volgende editie van start rond het thema 'stilte' met ex-voetballer Jan
Mulder als auteur van het essay. Zie www.maandvandespiritualiteit.nl. - Yves Desmet
interviewt Guillaume Van der Stighelen over
authenticiteit en zijn essay op 1 november op de boekenbeurs. Lees Meer. - Jochanan Eynikel schreef ter
afsluiting van de MvdS een persoonlijke reflectie op de thema's echtheid en
spiritualiteit in een column genaamd 'Echter'.
Een
authentieke, spirituele opvoeding? Hoe kunnen we een spirituele
opvoeding geven die aangepast is aan het huidige, geëvolueerde bewustzijn van de
mens? Wij nodigen u uit op deze studiedag van 27 oktober om
hierover van gedachten te wisselen. Lees Meer
De
Stilte van het Labyrint VitaNova doet mee aan Dag van de stilte op
zondag 28 oktober. Ervaar de stilte in jezelf tijdens het lopen
van het Chartres-labyrint in de tuin van VitaNova. Je komt, je loopt en je
ervaart. Lees Meer
Inspiratiedagen:
'In welke wereld willen wij leven?' Hoe kunnen we vanuit
zelfbewustzijn, liefde en verbondenheid vorm geven aan een betere samenleving?
Dat is de centrale vraag tijdens de inspiratiedagen van La Verna dit jaar van
29 tot 31 oktober. Lees Meer
De wereld is nog steeds op zoek naar een uitweg uit de crisis
een crisis die meer dan tien jaren zal vergen om te verwerken, omdat ze in de
financiële sector geworteld is en omwille van de private en publieke
schuldophoping. Ondertussen mogen de traditionele crisissen op vlak van
demografie, energie, milieu en voedsel al naar de achtergrond zijn verdrongen,
dit betekent niet dat ze niet reëel meer zouden zijn, integendeel. De
vergrijzing van de bevolking zet zich verder door in de westerse wereld, een
tekort aan energie, voedsel en water zal de nabije toekomst tekenen en de
klimaatverandering breidt uit. Wij leven inderdaad in een onzekere wereld. Het
panel zal deze en andere uitdagingen en mogelijke uitwegen
bespreken.
Arjen Witteloostuijn (Universiteit Antwerpen)
modereert het debat tussen:
·
Adam Burgess (sociologie van de risicomaatschappij,
Universiteit van Kent)
·
Hans Bruyninckx (globaal milieubeleid, KU
Leuven)
·
Lex Hoogduin (financiële economie, Duisenberg School
of Finance)
Het debat vindt plaats op woensdag 21 november 2012 van 19
uur tot 20.30 uur in het Hof van Liere (Stadscampus
Universiteit Antwerpen, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen). Deelname is gratis,
maar online inschrijvenis verplicht.
Het onderwerp voor onze volgende bijeenkomst op 23/10 is
verantwoordelijkheid. Dat geeft inderdaad een aantal mogelijkheden en
invalshoeken. Na de introductieronde zal wel via onze beslisboom op het bord blijken
welk aspect we het best verder uitdiepen. Want alles wat er over het onderwerp
te zeggen valt zullen we uiteraard niet kunnen behappen.
Laten we echter toch maar niet teveel tijd spenderen aan
stoere uitspraken als: De mensen nemen tegenwoordig geen eigen
verantwoordelijkheid meer op en vinden dat alles maar door de overheid moet
geregeld worden. Of iets van die strekking.
De mensen: welke mensen? Jij wel dan?
Tegenwoordig: vroeger wel?
Eigen verantwoordelijkheid: zijn wij zelf voor alles
verantwoordelijk? Waarvoor wel en waarvoor niet?
Overheid: welke overheid? Onze verkozenen? De directie van
De Lijn?
Zoek in het brede scala van mogelijkheden die invalshoek uit
waar jij iets van vindt en maak ons zo helder mogelijk duidelijk wat die
invalshoek is, wat je daarvan vindt en VOORAL waarom dat een juist standpunt
zou zijn.
Misschien leent dit onderwerp er zich toe om eens te vertrekken
vanuit iets persoonlijks. Het hoeven niet altijd grote maatschappelijke
fenomenen te zijn waar wij uiteindelijk toch maar weinig vat op hebben. Is er
bij jullie al een Griekse minister langsgekomen om te vragen hoe zij zijn
problemen zou oplossen? Ik heb nog niemand gezien.
Je hebt zus of zo meegemaakt ( één casus als voorbeeld, als
vertrekbasis ) en je bent er zus en zo mee omgegaan en het heeft je zus of zo
geraakt. Zo iets ? De casus is op zich niet de kern van de zaak, maar de
situatie waarvan je vertrekt om iets onderliggend samen te onderzoeken.
Fictief verzonnen voorbeeld: Ik zit op de tram en iemand
wordt lastiggevallen of erger en ik laat dit uit angst gebeuren. Ik voel me er
nadien niet goed bij maar wat had ik moeten doen op mijn leeftijd en met mijn
gezondheidsproblemen? Ben ik nu verkeerd geweest? Het blijft knagen. Ben ik de enige.
Stel dat dit een openingszin zou zijn, dan moeten we het
NIET over agressie op de tram hebben en moeten we al helemaal niet proberen een
middag te vullen met voorbeelden van variaties op die gebeurtenis want we wéten
dat die voorbeelden dagelijkse kost zijn.
Dat is slechts een mogelijkheid. Aan jullie om de zaak
interessant te maken.
Met een filosoof als Roger Scruton ben je nooit klaar. Hij polariseert graag. Waarom je mening halfbakken formuleren, als je de zaken ook op scherp kunt stellen? Hij lijkt eveneens van alle markten thuis te zijn. Hij laat graag zijn licht schijnen over allerhande onderwerpen. Nu heeft hij in Groene filosofie zijn blik laten vallen op de verhitting van onze planeet en het leefmilieu. De ondertitel luidt Verstandig nadenken over onze planeet. Nu is op dit boek wel het een en ander aan te merken. Er wordt soms gesteld dat schrijven en schrappen synoniemen zijn. De auteur had beter deze raad ter harte genomen en wat in zijn geschriften gewied. Het minste wat je kunt zeggen, is dat hij zich uitgebreid in de materie heeft verdiept. Dat merk je alleen al aan de zeer omvangrijke literatuurlijst op het einde van het boek. Milieu, natuur en klimaat zijn onderwerpen die niet bepaald tot de specialismen van Roger Scruton behoren. Hij is vooral vermaard om zijn cultuurkritiek. Een euvel dat je dan wel eens merkt bij mensen die zich op een nieuw topic storten, is dat ze moeilijk de neiging kunnen onderdrukken om te laten zien hoe goed ze de materie (denken te) beheersen.
Gevolg: sommige hoofdstukken lijken onnodig of hadden een heel stuk minder lang mogen zijn. Neem bijvoorbeeld het tweede hoofdstuk. Is er nu wel degelijk sprake van klimaatopwarming of niet? Daar weidt hij lang over uit. Daarbij laat hij veel ruimte aan de sceptici, dusnaan diegenen die geen geloof hechten aan de opwarming van de aarde. Ten slotte eindigt hij met de gedachte dat het misschien toch beter is om op veilig te spelen en na te denken hoe de opwarming het best kan worden aangepakt. Wat is nu de toegevoegde waarde van deze bladzijden? Hetzelfde kan worden gezegd over het negende hoofdstuk. Dat is een ellenlange en ronduit saaie opsomming van allerhande burgerinitiatieven in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten die zich bekommeren om de natuur en de schoonheid van het landschap. Dergelijke passages maken op tijd en stond van het lezen van het boek een corvee.
Verder lijkt Roger Scruton veel vertrouwen te stellen in geo-engineering, het bewust ingrijpen in het functioneren van de aarde, hier met het doel om de klimaatopwarming tegen te gaan of de gevolgen ervan te onderdrukken. Is dit vertrouwen niet misplaatst? Over veel klimaatfenomenen weet men nog niet het fijne. En als we dan toch zouden weten hoe alles klimaatgewijs in elkaar steekt, eigent de mens zich met geo-engineering toch niet te veel de rol toe van leerling-tovenaar? Dan hebben we het nog niet eens gehad over de politieke en juridische risicos. Stel dat bijvoorbeeld de VS of China zich eenzijdig aan geo-engineering zouden wagen, dan zouden de poppetjes al gauw aan het dansen gaan. En wat als de interventies verkeerd blijken uit te draaien? Welk juridisch kluwen van rechtszaken zou dat dan niet met zich brengen? Daarnaast hoeft het niet te verwonderen dat Roger Scruton op verschillende plaatsen uithaalt naar de Europese Unie en de Verenigde Naties. Samen met vele andere Britse conservatieven deelt hij een diepgeworteld wantrouwen in deze internationale instellingen. Toch moet ook hij schoorvoetend toegeven dat de klimaatopwarming een probleem is dat de landsgrenzen overstijgt en een internationale aanpak behoeft. Dit vereist dat landen onderhandelingen met elkaar voeren om tot bindende verdragen te komen. Om dit onderhandelingsproces op gang te brengen en in goede banen te leiden, daarvoor heb je toch juist organisaties als de Europese Unie en de Verenigde Naties nodig?
Tevens had Roger Scruton sommige bronnen beter mogen checken. Om de Europese Unie nog maar eens een veeg uit de pan te geven, verwijst hij naar de politieke situatie in België (blz. 216): Er zijn alleen bureaucraten, werkend vanuit een land (België), dat berucht is om zijn onvermogen een gevoel van nationale eenheid voort te brengen, en dat nu op het punt staat uiteen te vallen. Dan kijk je naar de voetnoot om te achterhalen waar hij deze uitspraak vandaan haalt. Dat blijkt te gaan om een boek van Paul Belien, de halve trouwboek van Vlaams Belang-kamerlid Alexandra Colen. Waarlijk een heel objectieve bron dus. Tot slot beginnen je tenen te krommen als Roger Scruton de aloude dadas van het conservatisme ten allen prijze aan de milieuproblematiek wil linken, met de volgende variant van Eigen volk eerst als voorbeeld: Desondanks mag het duidelijk zijn dat een conservatief milieubeleid dat geen grenzen zou stellen aan de immigratie geen enkele kans op succes zou hebben.
En toch kan niet ontkend worden dat Scrutons observaties vaak hout snijden. Ondanks alle druk vanuit de publieke opinie, hebben de grote internationale milieuconferenties bitter weinig opgeleverd. Als er al bindende verdragen uit voortgekomen zijn, dan hebben die in de praktijk niet veel verschil gemaakt. Blijkbaar slagen de staatshoofden en regeringsleiders er niet in om een vergelijk te vinden waar het milieu bij wint. Van de politieke top is schijnbaar niet veel te verwachten. Moet dan deze top-down aanpak niet beter worden verlaten? Daarnaast kan men zich eveneens de vraag stellen of het voorzorgsbeginsel niet te ver is doorgeschoten. Het is zeker een goede zaak om stil te staan bij de risicos die bepaalde producten of bepaalde projecten met zich kunnen brengen. Maar nu lijkt het erop alsof nieuwe initiatieven absoluut geen enkel risico mogen stellen. Zodra er ook maar iets fout zou kunnen gaan, is de reflex al gauw: Niet doen! Zo dreigt men iedere innovatie in de kiem te smoren. Tevens bekritiseert Roger Scruton terecht de tendens om het milieudebat in economische termen te voeren. Dan wordt er op zaken zoals een gezond leefmilieu een bedrag in euro of dollar geplakt. Zo zou men de milieu-impact van een maatregel beter kunnen vergelijken met de economische repercussies van dezelfde maatregel. Maar is het überhaupt wel mogelijk om in alle objectiviteit een monetaire waardering op een schoon landschap te plakken? En stel nog dat je dit zou kunnen doen en dat je op basis van de cijfers zou kunnen besluiten dat het verlies van een schoon landschap niet opweegt tegen het economisch nut van een project. Dan is het landschap natuurlijk wel definitief verknoeid.
Je moet eveneens durven toegeven dat Roger Scruton een echte vrije denker is en blijft. Groene filosofie is mee tot stand gekomen met steun van het American Enterprise Institute, een oerconservatieve denktank. Dat Scruton af en toe zijn pijlen richt op niet-gouvernementele organisaties (NGOs) zoals Greenpeace, is dan ook niet te verwonderen. Niettemin neemt hij eveneens standpunten in die zijn Amerikaanse broodheren zeker niet zo welgevallig zijn. Zo verwijt hij zijn Amerikaanse conservatieve medebroeders dat ze de vrije markt te kritiekloos hebben omarmd. Nochtans werkt de vrije markt niet altijd perfect. Zo worden de negatieve externaliteiten van een product, dit zijn de negatieve gevolgen zoals milieuvervuiling die door de productie ervan worden teweeggebracht, niet of onvoldoende in de prijs ervan verrekend. Daardoor wordt dit product eigenlijk te goedkoop op de markt gezet.
Wat is nu de andere aanpak die Roger Scruton voorstaat? Op de eerste plaats zou men zich moeten concentreren op concrete milieuproblemen die relatief eenvoudig op te lossen zijn. Dit zou snelle resultaten kunnen opleveren. Dit zou eveneens ontmoediging voorkomen. Men ziet namelijk dat de inspanningen die men zich getroost om tot een beter leefmilieu te komen vrucht dragen. Als voorbeeld schuift Roger Scruton de vervuiling door plastic naar voren. Er zijn niet alleen de plastic zakken die moeilijk afbreekbaar zijn en die nog decennia de boel vervuilen. Een gedeelte van de Stille Oceaan dat twee keer zo groot is als Texas, is inmiddels bedekt met plastic afval, wat leidt tot een onnoemelijk aantal slachtoffers onder vissen, zeevogels en ander zeeleven. Een maatregel waarvoor Roger Scruton pleit is een ecoheffing. Daardoor zou de belangrijke milieuvervuiling die erdoor veroorzaakt wordt, de negatieve externaliteit dus, alsnog in de prijs van de plastic zakken worden verrekend. Als men zo plastic helemaal zou kunnen bannen, dan zou men een belangrijke bron van milieuverontreiniging uit de weg ruimen.
Op de tweede plaats zou men de huidige top-down benadering kunnen vervangen door een bottom-up methode. Daarbij nemen burgers zelf het heft in eigen handen door zich te groeperen in burgerinitiatieven of verenigingen. Burgers zijn tot dergelijk handelen te pramen vanuit een diep gevoel dat Roger Scruton aanduidt met de Griekse term oikofilie. Dat kan worden omschreven als een liefde voor de eigen heimat, een betrokkenheid op het eigen huis, voor de lokale omgeving en voor de generaties die er hebben gewoond en er nog zullen wonen. Dit is een emotie die door veel auteurs en filosofen beschreven is. Door hun gezamenlijk optreden kunnen burgers eigendommen verwerven om de schoonheid van het landschap te vrijwaren. Ze kunnen rechtszaken aanspannen om op te komen tegen milieuvervuiling. Ze kunnen er bij de politici op aandringen om maatregelen te nemen. Door deze pressie vanuit de publieke opinie zouden de Verenigde Staten uiteindelijk in actie kunnen komen en druk uitoefenen op China en de andere opkomende economieën om werk te maken van de strijd tegen de klimaatopwarming.
Groene filosofie toont aan dat het milieu geen links of rechts thema is. Het milieu kan wel vanuit een linkse of rechtse invalshoek bekeken worden. In het Verenigd Koninkrijk heeft dit boek alvast gezorgd voor een boeiende botsing van meningen. Een discussie mag evenwel niet alleen omwille van de discussie zelf worden gevoerd. Een debat zou tot resultaten moeten leiden. Zelf schrijft Roger Scruton ook dat hij een brug wil bouwen tussen conservatieven en ecologisten. Of zijn scherpe toon hierbij de zaken vooruithelpt, is echter maar de vraag. Zo noemt hij mensen die zijn standpunt niet delen oikofoben, vijanden van het eigen huis en thuis dus. Net alsof deze personen alles zouden willen platgooien onder het beton en het liefst van al de boel zouden willen doen verloederen.
Voorts kan men zich de vraag stellen of Scrutons visie niet te elitair is. Ze doet denken aan dorpjes op het Engelse platteland, die van de Midsommer Murders, waar heren en dames van stand rustig wonen in een kast van een huis met een grote mooie tuin. Deze heren en dames hebben zeeën van tijd te vullen. Waarom dan niet die tijd wijden aan de zorg voor een mooie leefomgeving in plaats van anders elkaar naar het leven te staan zoals in dezelfde Midsommer Murders? Roger Scruton woont ten andere zelf in het lieflijke Engelse graafschap Wiltshire. Misschien heeft hij zich toch iets te veel door zijn eigen leefomgeving laten beïnvloeden.
Groene filosofie maakt bovenal duidelijk wat liberalen en conservatieven met elkaar gemeen hebben en waar ze van elkaar verschillen. Zo delen ze een groot wantrouwen in denkrichtingen die pretenderen een antwoord op alle vragen te bevatten en alle problemen eenvoudig te regelen. Zij gaan ervan uit dat de maatschappij door middel van een grote revolutie in de juiste plooi kan worden gebracht. Liberalen en conservatieven brengen hiertegen de zienswijze van Karl Popper in: de kennis en de wereld kunnen maar stapje voor stapje vooruitgaan door dingen één voor één uit te testen en uit te proberen om na te gaan of ze werken of niet. Beiden koesteren dan ook een groot wantrouwen in ideologieën die menen een antwoord te hebben op alle mogelijke vragen.
Ook willen liberalen en conservatieven veel vrijheid aan de mensen zelf laten, om hun eigen lot in handen te nemen en door eigen initiatief problemen op te lossen in plaats van steeds bij de overheid aan te kloppen voor een oplossing. Beide stromingen hebben dan ook een boontje voor individualisten, mensen die op zoek zijn naar kansen en mogelijkheden en bereid zijn risicos te nemen. Zij doen immers de samenleving vooruitgaan.
Liberalen verschillen echter van conservatieven wat de rol van de politiek betreft. Voor Roger Scruton moet de politiek zich beperken tot het verzoenen van de verschillende belangen en het goed op de winkel passen. De rol van politicus is wezenlijk die van een manager. Politici moeten niet een of ander politiek ideaal najagen. Ze moeten niet een bepaalde visie op de maatschappij ontwikkelen en die door middel van politieke actie, deelname aan verkiezingen bijvoorbeeld, gestalte geven. Ze moeten alleen maar de boel beheren en op de kleintjes passen. Voor liberalen mag het toch meer zijn. Voor een liberaal moet de vrijheid aan de basis van een samenleving staan. Daarbij mag het niet volstaan dat mensen de kans krijgen om vrij te zijn en hun leven naar eigen inzicht te kunnen leiden. Mensen moeten ook effectief in staat worden gesteld om van deze kans, van de vrijheid gebruik te kunnen maken. Aan de mensen die een duwtje in de rug nodig hebben, moet de samenleving bijgevolg dat steuntje geven, onder andere via het onderwijs en de sociale zekerheid.
Liberalen zijn eveneens beducht voor gemeenschappen die het individu negeren. Misschien kan de oikofilie, de liefde voor de eigen gemeenschap, een goede basis voor een groene filosofie vormen. Maar bestaat dan niet het gevaar dat die gemeenschap dan allerhande zaken aan het individu gaat opleggen, waardoor er uiteindelijk geen ruimte meer is voor de individuele vrijheid en die inhoudsloos wordt? Waar trek je de lijn tussen gerechtvaardigd optreden en verdrukking van het individu? Zo kun je perfect bepalen dat er nergens meer gebouwd mag worden om het landschap te bewaren. Maar ga je dan niet te ver wanneer mensen hierdoor nergens meer een eigen woonst kunnen vinden? Waar leg je met andere woorden de juiste balans? Op dergelijke vragen geeft Roger Scruton jammer genoeg geen antwoord.
Recensie door Lieven Monserez
Roger Scruton, Groene filosofie, vertaald door Frans van Zetten, Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam, 2012, 320 blz.
Van 5 tot 15 november 2012 kan u in de Lange Sint Annastraat
7 (Stadscampus) de fototentoonstelling Een tweede blik. Armoede door
kinderogen bezoeken. Naar aanleiding van die tentoonstelling organiseert de
Vrijzinnige Dienst een lezingencyclus waar we u van harte op uitnodigen. Het
programma is als volgt:
23 oktober 2012 Dr. Jord Hanus
(Universiteit Antwerpen)
Een filosofische en historische visie
op armoede en armoedebestrijding
De beeldvorming die zich rond
het fenomeen armoede heeft ontwikkeld, is van de late
middeleeuwen tot de negentiende eeuw sterk geëvolueerd. Daardoor is ook
de visie op armoedebestrijding doorheen de tijd aan veranderingen onderhevig
geweest.
30 oktober 2012 Christel
Augustijnen
Een persoonlijke getuigenis over leven
in armoede
Christel Augustijnen weet wat het
betekent om in armoede te leven. Vanuit die persoonlijke ervaring, probeert ze
vandaag als ervaringsdeskundige bij te dragen aan een samenleving waar minder
mensen ten prooi vallen aan de vicieuze cirkel die tot armoede leidt.
6 november 2012 Isolde Vandevelde
(Vlaams Centrum Schuldenlast)
Armoedepreventie bij
jongeren
Jongeren bewegen zich al op jonge
leeftijd als consument in de samenleving. De verlokkingen van de huidige
consumptiemaatschappij vergt van de jongeren echter heel wat vaardigheden. De
stijging van het aantal mensen met schuldenproblemen geeft het belang aan om
reeds op jonge leeftijd preventief te gaan werken.
Alle lezingen zijn gratis en starten om
20u
Plaats van afspraak is telkens de Aula
R004, Rodestraat 14, 2000 Antwerpen
De
Maakbare Mens Nieuwsbrief Nr. 107 donderdag 11
oktober 2012
Indien deze
nieuwsbrief niet correct wordt weergegeven, klik
hier.
In het 107de nummer van de elektronische nieuwsbrief van De
Maakbare Mens vzw:
1.
Orgaandonatie na euthanasie is mogelijk in België
In België stonden al negen patiënten hun organen af
na euthanasie. De mogelijkheid om euthanasie en orgaandonatie te combineren is
echter nog weinig bekend. Het roept ook vele vragen op.
Daarom organiseerden we op 29 september een
symposium over euthanasie en orgaandonatie. Dankzij de brede
belangstelling en de media-aandacht voor dit onderwerp staan we weeral een stap
verder.
Een Deense spermadonor gaf een zeldzame erfelijke
aandoening door aan minstens vijf donorkinderen. Ondanks alle onderzoeken en
screening is het niet uit te sluiten dat er via donorsperma een aandoening wordt
doorgegeven.
Met deze nieuwsbrief willen we u op de
hoogte houden van de nieuwste informatie over onze centrale thema's en
activiteiten. We informeren u over boeken, brochures, symposia, film, tv- en
radio-uitzendingen, kranten- en tijdschriftartikels, enzovoort die te maken
hebben met de maakbaarheid van de mens. Ook willen we ethische standpunten
formuleren over de nieuwe medische en biotechnologische
ontwikkelingen.
U
ontvangt De Maakbare Mens nieuwsbrief omdat uw e-mail-adres ingeschreven werd op
onze mailinglist. Mocht u deze elektronische informatie liever niet meer
ontvangen, stuur dan een e-mail naar info@demaakbaremens.org.