De examens zijn achter de rug, de punten nog niet gekend. Nog net iets minder dan een maand voor de première van Dracula. Na een verse lading sneeuw zetten we het voorlopige decor op in de grote turnzaal. Niemand kan het echt warm krijgen. De leerlingen kruipen tegen de radiators aan.
De regels voor onze vakantierepetities worden duidelijk gemaakt: op tijd zijn, niet ziek worden, tekst kennen en je amuseren. Al snel wordt duidelijk dat deze laatste regel niet altijd de makkelijkste is. Toneel spelen is ook vaak wachten tot het jouw beurt is, lang wachten. De Roemenen hebben inderdaad de grootste portie geduld nodig tussen de kleine stukjes waarin ze op het toneel verschijnen.
Een doorloop van het stuk op dit moment in het repetitieproces is dan ook een en al chaos. Niemand is geconcentreerd, de akoestiek van de turnzaal is rampzalig en wat moesten we nu ook weeral doen bij dit stukje tekst. Ik noteer alle gebreken die het stuk nog vertoont, en dat is een hele waslijst. Als de collegas me vragen hoe het staat met toneel, zeg ik altijd: ik wacht op de mirakels in de kerstvakantie.
Er is nog heel wat werk aan de winkel. Het einde van het stuk heb ik ook deze week pas op papier gezet. Daar is heel wat getwijfel over heen gegaan. Het einde van het boek is nogal rechttoe rechtaan en niet meteen hoe ik mijn toneelstuk wil laten eindigen. Terwijl ik dit neerschrijf begin ik zelfs opnieuw te twijfelen. De spelers waren niet meteen enthousiast toen ze het onder hun neus kregen. Is dit het? Ja en nee. Dit is het op papier. Wat het wordt, is hopelijk spectaculairder. Vorig jaar was het zo mooi toen iedereen danste. Ja, vorig jaar was het ook een heel ander stuk. Daar waar het vorig jaar luchtig, lieflijk, grappig en zomers was, is het nu donker, duister, ernstig(er) en winters.
Die ernst moet eigenlijk wel gerelativeerd worden. Het boek is een thriller, maar het zou mijn stuk niet zijn als er niet wat humor in zou zitten. De spelers zien de humor er niet (meer) in, omdat ze het al gewoon zijn. Verschillende rolletjes worden grappig gebracht. Er moet een beetje lucht in zitten om het verteerbaar te maken. Hoewel het ook oppassen geblazen is om de rol van Dracula even griezelig en angstaanjagend te brengen als eind 19de eeuw de bedoeling was. Twilight is voor watjes. Dat moet het publiek ook begrepen hebben.
Met deze bedenkingen sloten we vandaag het vragenrondje op het einde van de repetitie af. Ik neem de vraag mee naar huis hoe ik het de spelers, en dan vooral de Roemenen, nog iets aangenamer kan maken tijdens de repetities en in het stuk. Ik heb zo al enkele ideetjes
Voor de rest ondanks de vele minder positieve opmerkingen, staan we waar we moeten staan op dit moment. Ik geloof erin en we gaan ervoor.