Heksen & Bezemstelen (originele titel Bedknobs and Broomsticks) is een Amerikaanse musicalfilm uit 1971, geproduceerd door Walt Disney Productions. De film combineert live-action en animatie. Het verhaal is gebaseerd op de boeken The Magic Bed Knob; or, How to Become a Witch in Ten Easy Lessons en Bonfires and Broomsticks, van Mary Norton. De hoofdrolspelers zijn Angela Lansbury en David Tomlinson.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden drie Londense kinderen Carrie, Paul en Charlie ondergebracht in een klein dorpje bij een humeurige dame genaamd Eglantine Price. Price is totaal niet gesteld op de drie, maar ze heeft geen keus daar de overheid heeft besloten alle kinderen te evacueren uit Londen. Price is in het geheim bezig een schriftelijke cursus tot heks te volgen, in de hoop dat haar magie de Britse soldaten kan helpen in de oorlog. De drie kinderen ontdekken al snel het geheim van Price. Om ze stil te houden betovert ze een bed zodat de kinderen hiermee naar elke plaats ter wereld kunnen reizen.
Price is bijna klaar met haar opleiding, maar mist nog een belangrijke spreuk: substitutiary locomotion, waarmee ze levenloze voorwerpen uit zichzelf kan laten bewegen. Omdat de aanbieder van de cursus, professor Emelius Browne, plotseling is opgehouden haar nieuwe lessen toe te sturen, zoeken Price en de kinderen hem op in Londen. Al snel blijkt Browne een oplichter te zijn die spreuken uit een oud toverboek kopieert en verkoopt als cursus. Hij is dan ook stomverbaasd dat de spreuken bij Price echt blijken te werken. Hij heeft echter niet de spreuk waar Price naar zoekt.
In een poging deze spreuk te vinden reizen Price, Browne en de kinderen de wereld over. De spreuk blijkt uiteindelijk op een mediallon te staan dat verstopt is op het eiland Naboombu; een eiland bewoond door getekende antropomorfe dieren. Met veel moeite slagen ze erin de spreuk te bemachtigen.
Eenmaal thuis is de groep getuige van hoe een aantal Duitse soldaten aan land komen als voorhoede voor een invasie. Price gebruikt de nieuwe spreuk om een groot aantal harnassen en oude wapens in een museum tot leven te brengen en de Duitsers te verslaan. De Duitsers blazen echter wel Prices huis op, waar al haar spreuken opgeslagen lagen. Price besluit hierop om haar cursus tot heks te laten voor wat het is.
De film was oorspronkelijk gepland als een groots opgezette film voor de feestdagen, vergelijkbaar met Mary Poppins, maar kort na uitgave werd de film ingekort naar een speelduur van twee uur. Hiervoor moesten een subplot omtrent Roddy McDowall's personage en drie liedjes uit de film worden geknipt. Deze verkorte versie werd in 1979 opnieuw in de bioscoop uitgebracht. In 1996 werd de film grotendeels in de oude vorm hersteld.
De Aristokatten (Engels: The Aristocats) is een Amerikaanse tekenfilm van Walt Disney Pictures uit 1970. Het was de eerste animatiefilm gemaakt na het overlijden van Walt Disney. Het script van de film was echter nog wel door Disney goedgekeurd voor zijn overlijden. De film is geregisseerd door Wolfgang Reitherman.
Het verhaal gaat over een aristocratische kattenfamilie die door de butler wordt ontvoerd om de erfenis van zijn bazin te verkrijgen. Een straatkat helpt hen om naar huis terug te keren.
Het oorspronkelijke idee, een geanimeerde romantische komediemusical over pratende Franse katten, werd gebruikt voor de film Gay Purr-ee.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
In het Parijs van 1910 wonen een moederkat Duchess en haar drie kittens, dochter Marie en de zonen Berlioz en Toulouse, in het grote huis van de gepensioneerde operazangeres Adelaide Madame Bonfamille, samen met de butler Edgar Mietzelfeld, het paard Frou Frou en Roquefort de muis, die goede vrienden is met de katten.
Op een dag laat Madame haar testament opmaken. Ze wil dat al haar bezittingen naar haar katten gaan daar ze zelf geen familie heeft. Edgar hoort dit en is razend. Hij had namelijk verwacht dat hij alles zou erven. Om zijn erfenis veilig te stellen, besluit hij zich van de katten te ontdoen. Hij doet slaappillen in hun melk. Die nacht neemt hij de slapende katten in een mand mee naar het platteland. Hij wordt echter aangevallen door twee honden, Napoleon en Lafayette, en verliest de mand bij een brug. Later die nacht ontdekt Madame dat haar katten weg zijn.
De katten ontwaken door een onweersbui uit hun slaap en besluiten weer richting Parijs terug te keren, alhoewel ze geen idee hebben waar ze zijn achtergelaten. De katten worden goed bevriend met straatkat Thomas O'Malley, die besluit hen op weg te helpen. Zo helpt hij hen een lift te krijgen van een melkboer. Ze krijgen onderweg ook hulp van twee Britse ganzen. Eenmaal in Parijs brengen ze de nacht door bij enkele vrienden van OMally, een groep straatkatten die jazzmuziek spelen.
Terug bij Madame worden de katten opgewacht door Edgar. Hij probeert nogmaals de katten weg te werken. Ditmaal stopt hij ze in een kist die naar Timboektoe zal worden gebracht. OMalley en de jazzkatten schieten te hulp. Door hun toedoen en die van Frou Frou belandt Edgar zelf in de kist en wordt afgevoerd naar Timboektoe.
Na de plotselinge verdwijning van Edgar verandert Madame Bonfamille voor de laatste keer haar testament: Haar erfenis gaat naar haar kattenopvanghuis waar Jazzkat met zijn band en Thomas O'Malley ook mogen wonen.
De film verscheen voor het eerst in de bioscoop op 11 december 1970, en is nadien opnieuw uitgebracht op 19 december 1981 en 10 april 1987. Op 1 januari 1990 verscheen de film op VHS.
"The Aristocats" - Maurice Chevalier. De titelsong van de film. Het nummer werd geschreven door Robert & Richard Sherman aan het eind van hun achtjarige contract met Disney. Zanger Maurice Chevalier was eigenlijk al met pensioen toen hij instemde het nummer in te zingen voor de film.
Er stond een direct-naar-video vervolgfilm gepland getiteld de Aristokatten II, maar de productie hiervan werd in 2005 gestopt.
De stem van het personage Jazzkat zou oorspronkelijk gedaan worden door Louis Armstrong. Om die reden werd het personage gemodelleerd naar Armstrong, waaronder de manier waarop hij op de trompet speelt. Op het laatste moment trok Armstrong zich echter terug.
De rol van het personage Oom Waldo was de laatste rol van acteur Bill Thompson. Hij stierf kort na uitkomst van de film aan een hartaanval.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Het verhaal speelt zich af in de jungle van India. Op een dag vindt de zwarte panter Bagheera een verlaten mensenbaby in een mandje. Omdat het dichtstbijzijnde mensendorp te ver weg is, brengt hij de baby naar een roedel wolven. Het kind wordt door hen geaccepteerd en opgevoed. Ze geven hem de naam Mowgli.
Jaren later komt aan Mowglis onbezorgde leven bij de wolven een einde wanneer de tijger Shere Khan terugkeert in de jungle. Shere Khan heeft een gruwelijke hekel aan mensen en wil Mowgli vermoorden. Voor zowel Mowglis eigen veiligheid als die van de roedel wordt besloten dat hij terug moet naar de mensen. Bagheera biedt aan om Mowgli naar een mensendorp te brengen.
Mowgli is echter niet van plan de jungle te verlaten, zelfs niet na een bijna fatale ontmoeting met de slang Kaa. Wanneer Bagheera er op den duur genoeg van heeft en Mowgli achterlaat, loopt deze de beer Baloe tegen het lijf. Die besluit Mowgli onder zijn hoede te nemen en hem te leren als een beer te leven. Het gaat fout wanneer Mowgli wordt ontvoerd door een groep apen onder leiding van Koning Louie. Louie wil dat Mowgli hem het geheim om vuur te maken leert. Bagheera en Baloe spannen samen om Mowgli te redden. Nadien overtuigt Bagheera Baloe dat het voor Mowgli echt beter is als hij de jungle verlaat.
Wanneer Mowgli hoort dat ook Baloe hem terug naar de mensen wil brengen, voelt hij zich verraden en vlucht weg. Hij belandt in een kaal landschap waar hij een groep gieren ontmoet. Hier komt hij tevens oog in oog te staan met Shere Khan. Baloe arriveert net op tijd om Mowgli van Shere Khan te redden. Mowgli kan Shere Khan uiteindelijk verjagen met een brandende tak.
Nadien brengt Baloe Mowgli naar het mensendorp. Mowlis eerdere opvattingen over het verlaten van de jungle veranderen spontaan wanneer hij een meisje uit het dorp ziet, en verliefd op haar wordt. Hij volgt haar terug het dorp in.
Omdat hij ontevreden was over het succes van zijn vorige film, Merlijn de Tovenaar, besloot Disney zijn tekenaars de kans te geven optimaal hun best te doen voor Jungle Boek.[1] Hij maakte Larry Clemons tot een van de vier scenarioschrijvers voor de film. Naar verluidt zou hij Clemons een kopie van Kiplings boek hebben gegeven, met het advies dit boek vooral niet te lezen alvorens aan het script te beginnen.[1]
Walt Disney speelde zelf een actieve rol in het maken van de film.[1] Het was de laatste film waar hij zelf bij betrokken was. Hij rekende voor het succes van Jungle Boek vooral op de personages. Voor het eerst in de geschiedenis van Disney werden bovendien bekende acteurs ingehuurd om de stemmen van de personages in te spreken.[2] De tekenaars lieten zich inspireren door deze acteurs en soms ook muzikanten om de personages te ontwikkelen.[2] Zo lijken de gieren uit de climax van de film qua uiterlijk sterk op The Beatles. De reden dat gekozen werd om de vogels naar hen te modelleren was omdat het er even naar uitzag dat The Beatles de liedjes voor de film zouden inzingen en de stemmen voor de gieren zouden doen. Manager Brian Epstein (die twee maanden voor de film uitkwam stierf aan de gevolgen van drugs) had Disney zelf benaderd met het verzoek of The Beatles aan de film mee mochten werken. Epstein vergat echter om zijn plannen eerst met de bandleden zelf te bespreken. John Lennon was tegen het idee, en keurde het dan ook af toen hij het hoorde.[3]
Disney liet het verhaal van Kipling aanpassen om het geschikter te maken voor een film voor alle leeftijden. Enkele belangrijke verschillen zijn:
Mowglis wolfvader draagt in de film de naam Rama, maar in het boek is dit de naam van een stier uit het mensendorp.
In het boek wordt Mowgli door de wolven gevonden, niet door Bagheera.
De persoonlijkheden van Bagheera en Baloe zijn in de film vrijwel tegenovergesteld aan het boek. In het boek is juist Baloe de serieuze leraar die Mowgli de lessen van de jungle bijbrengt, terwijl Bagheera het allemaal wat minder nauw neemt en Mowgli meer zijn gang laat gaan.
In het boek wordt Shere Khan gedood door Mowgli en een groep vee. In de film wordt hij enkel verjaagd.
In het boek is Kaa juist een van de protagonisten en een goede vriend van Mowgli.
In de film hypnotiseert Kaa iemand met zijn ogen; iets waar alleen Shere Khan immuun voor is. In het boek gebruikt hij een soort dans, en is alleen Mowgli hier immuun voor.
In het boek is Hathi een wijze heerser van de jungle. Bovendien heeft hij in het boek drie kinderen, tegen maar een in de film.
De apen zijn in het boek een stuk kwaadaardiger dan in de film.
Koning Louie en de gieren zijn er voor de film bijbedacht.
Personages uit het boek die juist ontbreken in de film zijn Tabaqui de jakhals en Chil de wouw.
De wolven hebben een grotere rol in het boek dan in de film.
In het boek beseft Mowgli zelf het belang van zijn terugkeer naar de mensen. In de film wil hij tot het eind in de jungle blijven.
De soundtrack van de film bevat de volgende nummers:
"Jungle Book Overture" - (instrumentaal)
"Colonel Hathi's March"
"The Bare Necessities"
"I Wan'na Be Like You"
"Trust in Me"
"That's What Friends Are For"
"My Own Home"
Origineel zouden alle liedjes voor Jungle Book door Terry Gilkyson geschreven worden. Echter, Walt Disney vond de liedjes ongepast en huurde de Sherman Brothers in om andere liedjes te schrijven. Echter, er was één nummer welke de Sherman Brothers er in hebben gelaten, namelijk "The Bare Necessities". De score van de film werd gecomponeerd door George Bruns.
Enkele nummers die niet in de film zijn verwerkt zijn:
De film kreeg vooral goede kritieken, maar deze waren mogelijk grotendeels beïnvloed door het feit dat Walt Disney was gestorven tijdens de productie van de film.[2] In Amerika alleen al bracht de film bij de originele uitgave 13 miljoen dollar op.
In 1968 werd Jungle Boek genomineerd voor een Academy Award in de categorie beste lied. Datzelfde jaar won de film de Young Audience Award voor beste kinderfilm op het Gijón International Film Festival
Mary Poppins is een boekenreeks van de Australische schrijfster Pamela Lyndon Travers, alsmede de hoofdpersoon in deze boekenreeks. De boeken werden vanaf 1934 gepubliceerd, en zijn meerdere malen bewerkt voor onder andere film en toneel.
Mary Poppins is een kinderjuffrouw in Londen, anno 1930. Mary Poppins is vrij conventioneel van uiterlijk, buitenshuis altijd met paraplu, maar onderscheidt zich door de magische krachten die ze vooral inzet bij de uitoefening van haar functie als kinderjuffrouw. Overigens dient haar paraplu ook als magisch transportmiddel. Ze houdt van kinderen, maar kan als dat nodig is streng optreden. Ze is, zoals in de boeken wordt omschreven, perfect in elke zin van het woord.
De manier waarop Mary Poppins wordt neergezet varieert per medium. In de boeken is ze vrij streng en recht voor zijn raap. Ze is ook vrij ijdel. Ze toont haar vriendelijkere kant alleen in de buurt van vrienden en kennissen, zoals de straatartiest en klusjesman Bert. In de Disneyfilm uit 1964 is ze een stuk vriendelijker en sympathieker. In de musical wordt meer ingespeeld op haar bovennatuurlijke en mysterieuze kant.
Mary Poppins' magische vaardigheden worden in de boeken omschreven als overblijfselen uit haar kindertijd. Veel jonge kinderen beschikken over vaardigheden die voor volwassenen onbegrijpelijk lijken, zoals de mogelijkheid met dieren te spreken. De meeste mensen verliezen deze vaardigheden wanneer ze ouder worden en ze vergeten, maar Mary Poppins heeft ze altijd behouden.
In de boekenserie heeft Mary Poppins een groot aantal familieleden, elk met hun eigen bovennatuurlijke krachten. Verder lijkt ze bekend te zijn met een groot aantal magische figuren zoals tovenaars en pratende dieren. Sommige van hen staan op goede voet met haar, maar anderen zijn bang of juist vijandig tegenover haar. Haar bekendste vriend is Bert, een manusje-van-alles.
Er zijn in totaal acht boeken verschenen over Mary Poppins. Deze boeken zijn allemaal geschreven door Travers, en oorspronkelijk geïllustreerd door Mary Shepard. De boeken in de reeks zijn:
In 1983 werd in de Sovjet-Unie een film van Mary Poppins gemaakt door de studio Mosfilm. De film is buiten de Sovjet-Unie uitgebracht onder de titel Mary Poppins, Goodbye.
Merlijn de Tovenaar (Engels: The Sword in the Stone) is een Amerikaansetekenfilm uit 1963 van Walt Disney. Het is de 18de speelfilm van Disney en de laatste film die Walt Disney produceerde.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Het verhaal speelt zich af in het middeleeuwse Engeland. Er heerst alom chaos sinds de koning is overleden daar hij geen erfgenaam had. Diegene die een behekst zwaard uit een grote steen kan trekken wordt de nieuwe Koning van Engeland. Velen proberen het zwaard tevergeefs uit de steen te trekken. Niemand lukt het en uiteindelijk besluit men dan maar een riddertoernooi te houden om het koningschap.
Inmiddels woont in een afgelegen kasteel een verlegen onhandige weesjongen, genaamd Wart (afkorting voor Arthur). Hij wordt getraind om schildknaap te worden van de arrogante Kay, de zoon van Warts pleegvader Sir Ector. Kay bereidt zich voor op deelname aan het grote toernooi in Londen. Wanneer Wart de oude tovenaar Merlijn tegen het lijf loopt, ziet deze wel wat in hem en besluit hem te trainen.
Merlijn neemt zijn intrek in een vervallen toren en leert Wart via een aantal levenslessen het belang van kennis en intelligentie. Zo verandert hij Wart in o.a. een vis, een eekhoorn en een vogel. In deze gedaantes moet hij zich verweren tegen grotere en sterkere dieren, respectievelijk een snoek, een wolf en een havik. Door zijn hersens te gebruiken, én met hulp van Merlijns chagrijnige uil Archimedes, weet Wart de roofdieren te slim af te zijn. Sir Ector is daarentegen minder blij met Merlijn en Wart mag nu niet meer Kays schildknaap zijn, omdat Merlijn hem met 'zwarte magie' corrumpeert.
Als vogel wordt Wart gevangen door Madam Mikmak. Zij is een heks en een concurrente van Merlijn, en probeert Wart ervan te overtuigen dat haar magie, gebaseerd op hebzucht, beter is dan die van Merlijn, gebaseerd op kennis. Wanneer Wart weigert haar te volgen probeert Mikmak hem te doden door zich in een kat te veranderen. Wart, nog steeds in vogelgedaante, wordt het hele huis doorgejaagd.
Wanneer Mikmak Wart te pakken heeft pikt Wart (uit boosheid) Mikmak in het gezicht waardoor ze haar ware gedaante in een oogwenk weer aan neemt en ze zo boos wordt dat ze Warts nek om wil draaien, maar gelukig arriveert Merlijn net op tijd en Mikmak daagt hem uit tot een toverduel en die uitdaging neemt Merlijn meteen aan. Dit houdt in dat beiden elkaar proberen te vernietigen door zich in verschillende gedaantes te veranderen. Wel worden regels afgesproken: men mag niet verdwijnen, en men mag zich alleen in dieren veranderen, dus niet in fantasiewezens zoals roze draken. Een episch duel volgt waarin Mikmak zich telkens in grote en sterke dieren verandert terwijl Merlijn telkens Mikmak te slim af is door een gedaante te kiezen die hem in staat stelt een zwakheid van Mikmaks gedaante uit te buiten, bijvoorbeeld door zich in een muis te veranderen als Mikmak een olifant is. Tenslotte verandert Mikmak zich tegen de regels in toch in een draak en beweert dat ze niks hadden afgesproken over paarse draken. Merlijn verslaat haar echter door zich in een bacterie te veranderen en haar te besmetten met een ziekte.
Thuisgekomen blijkt de positie van schildknaap weer open te staan en Sir Ector benoemt Wart opnieuw tot Kay's schildknaap. Wanneer hij dit blij aan Merlijn vertelt wordt Merlijn woest omdat Wart alsnog wapengekletter boven kennis kiest en 'nu niets anders is dan het sloofje van die luie Kay'. Wart gaat met hem in discussie en zegt dat dit voor hem al heel wat is en dat Merlijn de werkelijkheid niet onder ogen ziet. Merlijn is buiten zichzelf van woede en lanceert zichzelf naar Bermuda.
Wart gaat als schildknaap met Kay en Sir Ector mee naar Londen, waar het toernooi in volle gang is. In een onbewaakt ogenblik trekt Wart het zwaard uit de steen. De mensen zien hem met het zwaard en geloven niet dat Wart het uit de steen getrokken kan hebben, maar als het zwaard wordt teruggestoken, herhaalt Wart het kunststukje terwijl grotere en sterkere mannen (waaronder Kay) falen. Wart wordt nu tot koning gekroond.
Wart zit verdwaasd en bang in de troonzaal met Archimedes de uil, wanneer Merlijn plotsklaps terugkeert van het 20e eeuwse Bermuda. Wart klaagt tegen Merlijn dat hij nu koning is. Merlijn antwoordt dat dit zijn bestemming is en dat Merlijn hem met dit doel had getraind. De film eindigt met een wat dapperdere Arthur op de troon met een enthousiast pratende Merlijn aan zijn zijde.
De film recycled enkele scènes uit eerdere Disneyfilms. Zo is het hert waar Kay in het begin van de film op probeert te schieten gerecycled beeldmateriaal van Bambis moeder uit de film Bambi. Een scène waarin Sir Ector Kay per ongeluk neerslaat is qua opzet identiek aan hoe Jasper en Horace elkaar neerslaan in een scène uit de film 101 Dalmatiërs.
Beeldmateriaal uit deze film werd later eveneens hergebruikt in andere films. Zo is de scène waarin Wart wordt gelikt door de kasteelhonden ook gebruikt in Jungle Boek. De scène waarin Wart als eekhoorn van boom naar boom springt werd opnieuw gebruikt in Frank en Frey.
De film was fincancieel een groot succes. Het was de op vijf na best verkochte film van 1963.[1] Britse critici waren meer te spreken over de film dan Amerikaanse critici, die van mening waren dat het verhaal teveel humor bevatte en een dun verhaal.[2] Toch hadden ook Britse critici enkele punten van kritiek, zoals het feit dat Merlijn teveel als een stuntelaar zou zijn uitgebeeld en dat Wart een wel erg Amerikaanse tongval zou hebben.
Op Rotten Tomatoes scoort de film 69% aan goede reviews.[3]
101 Dalmatiërs (originele titel One Hundred and One Dalmatians of 101 Dalmatians) is een Amerikaanse tekenfilm uit 1961, gebaseerd op het gelijknamige boek van Dodie Smith. Het is de zeventiende tekenfilm van Walt Disney Productions, en werd gedistribueerd door Buena Vista. Later kwam er een stripboek uit, gebaseerd op de tekenfilm.
In 2008 verscheen deze tekenfilm op dvd in een speciale 2-disc Platinum Editie, met nieuw bonusmateriaal waaronder het spel "Virtuele Dalmatiërs".En een geheel digitale restauratie.
De Engelse stemmen zijn onder andere ingesproken door Rod Taylor (Pongo) en Betty Loub Gerson (Cruella De Vill).
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Het verhaal begint in Londen, waar songwriter Roger Radcliffe met zijn dalmatiër Pongo in een flatje woont. Pongo vindt het vrijgezellenbestaan van hem en zijn baasje maar niks. Wanneer hij op een dag een vrouw, Anita genaamd, en haar vrouwelijke dalmatiër Perdita ziet, zorgt hij ervoor dat Roger en Anita elkaar ontmoeten. De twee worden verliefd en trouwen. Ook Pongo en Perdita worden verliefd. De vier vestigen zich in een nieuw huis.
Wanneer Perdita in verwachting raakt, krijgen Roger en Anita bezoek van Anitas oude vriendin Cruella de Vil. Ze is zeer geïnteresseerd in de puppies. Nadat de 15 puppies geboren zijn, wil ze ze - kost wat kost - kopen, maar Roger weigert elk aanbod en wijst haar de deur. Cruella laat het er niet bij zitten en huurt Jasper en Horace, twee inbrekers, in om de puppies te stelen. Scotland Yard start een onderzoek, maar zonder succes. Ten einde raad vragen Pongo en Perdita andere honden om hulp.
Het nieuws van de gestolen puppies bereikt ook het platteland en komt terecht bij een oude hond, de Kolonel genaamd. Hij stuurt zijn handlanger sergeant Tibbs, een kat, op onderzoek uit. Tibbs vindt de gestolen puppies, samen met een groot aantal andere puppies uit de dierenwinkel, in een verlaten huis. Ze worden bewaakt door Jasper en Horace. De Kolonel laat Pongo en Perdita waarschuwen, die meteen vertrekken.
Wanneer blijkt dat Cruella de in totaal 99 puppies wil laten afmaken om van hun vacht een bontmantel te maken, organiseert Tibbs een reddingsactie. Hij, Pongo en Perdita halen alle puppies uit het huis, waarna een gevaarlijke terugtocht naar Londen begint. Ze worden op de hielen gezeten door Cruella, Jasper en Horace. Pongo, Perdita en de puppies bereiken een plaatsje waar ze proberen liftend in een vrachtwagen Londen te bereiken. Cruella ontdekt het plan en probeert in een wilde achtervolging de vrachtwagen van de weg te rijden. Ze wordt zelf geschept door de wagen van Jasper en Horace, en belandt in een ravijn. In de ravijn scheldt Cruella haar handlangers uit voor 'mislukkelingen'.
De honden bereiken veilig het huis van Roger en Anita, die besluiten de overige puppies allemaal te houden. Omdat hun huidige huis te klein is, verhuizen ze naar het platteland.
Roger: Eigenaar van Pongo, en schrijft songteksten
Anita: Eigenaar van Perdita en de echtgenote van Roger
Cruella De Vil: Een rijke vrouw die dalmatiërbont wil hebben voor haar kledinglijn
Jasper & Horace Badun: De twee handlangers van Cruella de Vil. Jasper is lang en dun terwijl Horace kort en vet is. Beide kidnapten de puppies.
Nanny: De huishoudster in het huis van Roger en Anita
Patch(Vlek) & Lucky: Twee van de 99 dalmatiër puppies. Patch (Vlek) heeft een zwart oog, Lucky heeft een obsessie voor televisie.
Rolly/Dicky: Eveneens een dalmatiër puppy, die erg houdt van eten.
The Colonel (de Kolonel), the Captain (de Kapitein), and Sargeant Tibbs (Sergeant Tibbs): respectievelijk een hond, een paard en een kat die Pongo en Perdita helpen de puppies te laten ontsnappen uit het huis van Cruella de Vil.
De eerste Nederlandse nasynchronisatie van Disney's 101 Dalmatiers komt uit 1961. Met Tonny Huurdeman als stem van Cruella. Deze Nederlandse versie is in de bioscopen te zien geweest in 1969, 1979, 1985, en in 1991. In de jaren 90 is hij opnieuw nagesynchroniseerd, ditmaal met Gerrie van der Klei als stem van Cruella. Deze nieuwe versie is in de jaren 90 ook op vhs en dvd verschenen. Op de special edition dvd uit 2008 staat echter weer de originele Nederlandse nasynchronisatie.
101 Dalmatiërs betekende een mijlpaal in de geschiedenis van Disneyfilms. Het was de eerste Disneyfilm die zich afspeelde in de hedendaagse echte wereld. Ook was het de eerste film waarvan het verhaal geheel door een iemand werd geschreven; Bill Peet.[1]
De productie van de film luidde ook het begin in van veranderingen in de grafische stijl van Disneyanimatie. Ub Iwerks, die verantwoordelijk was voor het animatieproces, was al een tijdje aan het experimenteren met xeroxfotografie.[2] In 1959 was hij erin geslaagd om een xeroxcamera zo aan te passen dat de tekeningen van de tekenaars direct op cellen konden worden overgebracht. Hierdoor werd het handmatig inkleuren overbodig.[1][2]
De introductie van xerografie maakte de productie van de film simpeler, maar maakte dat de tekeningen een wat ruwer uiterlijk kregen.[2] Tekenaars waren namelijk gewend om ruwe schetsen te maken die werden bijgeschaafd wanneer de tekeningen van papier werden overgebracht op cellen, maar dat gebeurde nu niet meer.
Volgens Chuck Jones zou de film zeker twee keer zo duur zijn geworden als alles op de ouderwetse manier getekend had moeten worden. Omdat de vorige Disneyfilm, Doornroosje, een van de duurste Disneyfilms ooit was, had Disney flink bezuinigd op de animatieafdeling. Van de 500 werknemers waren er nog maar 100 over.
Net als bij eerdere films, huurde Disney acteurs in om de scènes na te spelen zodat de tekenaars dit als uitgangspunt konden gebruiken. Actrice Helene Stanley speelde de rol van Anita.[3] Volgens Christopher Finch ging Disney ditmaal zelfs een stapje verder door alle geplande scènes geheel in live-action op te laten nemen en te beoordelen alvorens te beslissen of de tekenaars de scène in de film mochten verwerken.[4][2]
De film bevatte voor een Disneyfim opvallend weinig liedjes. Er komen maar drie liedjes in de film voor, waarvan alleen het nummer "Cruella De Vil" (gezongen door Rodger) een belangrijke rol speelt. Dit nummer wordt bovendien ook niet in een keer gezongen, maar in twee helften. Rodger begint met het lied wanneer Cruella hun huis nadert en vertrekt dan naar de zolder. Pas nadat Cruella is vertrokken komt hij weer naar beneden en zingt de rest van het lied.
De andere twee nummers in de film zijn de jingle voor "Kanine Krunchies" en "Dalmatian Plantation", welke gezongen wordt aan het eind van de film.
101 Dalmatiërs was de op negen na meest succesvolle film van 1961. De opbrengst bij de originele bioscoopuitgave bedroeg $6.400.000.[5] Tevens werd het een van de populairste Disneyfilms ooit.
De film werd opnieuw in bioscopen uitgebracht in 1969, 1979, 1985, en 1991. De versie uit 1991 was de op 19 na best verkochte film van dat jaar.[6]
Na het uitkomen van de speelfilm van 101 Dalmatiërs, werden dalmatiërs populairder als huisdier. De dalmatiërs in de film waren echter goed getraind. Een dergelijk verschijnsel werd ook waargenomen na de première van Finding Nemo. Clownvissen werden toen populairder.
De naam Cruella de Vil lijkt sterk op de Engelse woorden Cruel Devil, dat zoiets Wrede Duivel.
In het oorspronkelijke boek heet de vrouw van Pongo "Froukje" of "Mevrouw Pongo"; Perdita is een andere Dalmatiër die helpt bij het zogen van de grote hoeveelheid pups. In de film is zij gepromoveerd tot de echtgenote van Pongo.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
De film speelt zich af in een niet bij naam genoemd koninkrijk tijdens de 14e eeuw. Koning Stefan en zijn vrouw de Koningin regeren al vele jaren over dit koninkrijk, maar hebben nog steeds geen troonopvolger. De vreugde in het land is dan ook zeer groot als hun dochter, Aurora, geboren wordt. Er wordt een groot feest gehouden. Ook aanwezig op dit feest is Hugo, de koning van het buurland van Stefan. Zijn zoon, Phillip, wordt uitgehuwelijkt aan Aurora zodat hun twee koninkrijken ooit een groot rijk zullen worden. Aurora wordt tevens bezocht door de drie goede feeën, Flora, Fauna en Mooiweertje die haar elk een speciale gave willen schenken.
Na de gaven van Flora en Fauna komt overwacht de boze fee Malafide, die in de verboden bergen woont, binnen. Kwaad dat ze niet was uitgenodigd op het feest, spreekt ze een vloek uit over Aurora: op haar zestiende verjaardag zal ze sterven wanneer ze zich prikt aan de spoel van een spinnewiel. Mooiweertje, de blauwe goede fee, die haar gave nog niet aan Aurora had geschonken, maakt met haar magie de vloek echter wat milder: in plaats van te sterven zal Aurora in een diepe slaap belanden en weer gewekt kunnen worden door een echte liefdeskus.
Stefan laat alle spinnewielen in het land verbranden, maar de feeën zijn bang dat dit niet voldoende zal zijn om de vloek tegen te houden. Ze komen met het plan om met Aurora onder te duiken in een huisje in het bos, en haar daar verborgen te houden tot haar zestiende verjaardag. Om te zorgen dat Malafide niks doorkrijgt, geven ze hun magie op en leven al die zestien jaar als gewone mensen. Het plan lijkt te slagen want tot de dag van Auroras zestiende verjaardag vindt Malafide haar niet. Het had ook een keerzijde. Koning Stefan gaf Aurora als vermist op. De feeën geven Aurora de schuilnaam Doornroosje.
Op de dag dat de feeën eindelijk zullen onthullen wie ze werkelijk is, ontmoet Aurora prins Phillip. Geen van beiden weet wie de ander werkelijk is, maar ze worden op slag verliefd. Die avond onthullen de feeën de waarheid aan Aurora en brengen haar terug naar het kasteel. Buiten hun weten om heeft Malafides raaf het gesprek gehoord. Malafide gaat ook naar het kasteel en op de valreep laat ze de vloek toch nog uitkomen.
De feeën beseffen dat de man die Aurora in het bos had ontmoet prins Phillip is, en dat hij de vloek kan verbreken omdat hij haar ware liefde is. Ze laten alle mensen in het kasteel in slaap vallen zodat niemand iets zal merken, en haasten zich terug naar het huisje omdat Aurora daar met Phillip had afgesproken. Malafide is hen echter voor en laat de prins gevangennemen. De feeën gaan met gevaar voor eigen leven naar de verboden bergen en bevrijden de prins.
Wanneer Malafide Phillips ontsnapping opmerkt, probeert ze hem op elke mogelijke manier tegen te houden. Eerst legt ze een enorme haag van doornstruiken aan rond het kasteel, en daarna verandert ze zichzelf in een draak om de prins eigenhandig te bevechten. Phillip slaagt erin haar te doden. Daarna haast hij zich het kasteel in en kust Aurora. De vloek wordt verbroken en iedereen in het kasteel wordt weer wakker.
De film verscheen oorspronkelijk in het Engels, en is nadien tweemaal nagesychroniseerd voor de Nederlandstalige markt. De originele Nederlandse nasynchronisatie komt uit de jaren 50. Deze versie is ook in de bioscoop te zien geweest in 1970, 1979 en in 1986. Ook is deze versie in 1986 op VHS verschenen. In de jaren 90 is de Nederlandse versie opnieuw ingesproken.
In de Nederlandstalige versie hebben veel van de personages andere namen gekregen dan in de Engelstalige versie. Soms kregen ze bij de tweede nasynchronisatie een andere nieuwe naam dan bij de eerste nasynchronisatie.
Personage
Engelstalige versie
2e Nederlandstalige nasynchronisatie uit 1996
Princess Aurora/Briar Rose (Prinses Aurora/Doornroosje)
Doornroosje was bijna de gehele jaren 50 van de 20e eeuw in productie. Het werk aan de film begon reeds in 1951. De eerste stemmen werden al opgenomen in 1952. Van 1953 tot 1958 werd het tekenwerk verricht, en de muziek werd gecomponeerd in 1957. De film is de laatste die gemaakt is met cellen die met de hand werden ingekleurd. Beginnend met de volgende film, 101 Dalmatiërs, werd gebruikgemaakt van xerografie.
Omdat Disney al twee keer eerder een film had gemaakt gebaseerd op een sprookje, Sneeuwwitje en Assepoester, wilde hij dat deze film zich visueel goed zou kunnen onderscheiden van de vorige twee. De achtergronden kregen meer gedetailleerd en complexer tekenwerk dan in vorige films. While Disney's vaste productieontwerper Ken Anderson had de leiding over het project. Eyvind Earle mocht de decors voor de film ontwerpen, en kreeg hierin van Disney veel vrijheid. Het schilderen van de gedetailleerde achtergronden in de film duurde dikwijls meer dan een week.
De naam van de protagonist, Aurora, is afkomstig uit het originele ballet van Tchaikovsky.[1] Haar schuilnaam, Doornroosje, is de naam waaronder het sprookje en de protagonist uit dit sprookje tegenwoordig beter bekend zijn.[2] De naam van de prins, Phillip, was een naam die in het Amerika van de jaren 50 het meest bekend was.
Oorspronkelijk zouden er zeven goede feeën voorkomen in de film, gelijk aan in het sprookje. Dit werd later teruggebracht tot drie. Walt Disney wilde eerst dat de drie feeën sterk op elkaar zouden lijken, maar tekenaars Frank Thomas en Ollie Johnston waren tegen dit plan omdat volgens hen dit niet interessant zou zijn voor het publiek.
Enkele scènes uit de film, zoals hoe Phillip gevangen wordt en later ontsnapt uit Malafides kasteel, waren oorspronkelijk al uitgedacht voor de film Sneeuwwitje. De reden dat destijds besloten werd deze scènes niet te gebruiken was omdat volgens Disney zijn tekenaars destijds nog geen mannelijk personage realistisch genoeg konden tekenen. De slotscène waarin men Aurora en Phillip samen ziet dansen in de wolken was oorspronkelijk gepland voor Assepoester.
Voordat het tekenwerk begon, werd elke scène uit de film nagespeeld door acteurs om zo de tekenaars een goed uitgangspunt te geven van hoe de personages moesten bewegen. Voor de rol van prins Phillip speelde Ed Kemmer de scenes na. Helene Stanley was de live-action referentie voor prinses Aurora.
Het kasteel van Doornroosje is gebaseerd op Slot Neuschwanstein. Er werden onder andere castagnetten en een vlammenwerper gebruikt om het geluid van de vuurspuwende draak te creëren.
Bij de originele uitgave bracht de film 48 miljoen dollar op, waarmee het na Ben-Hur de meest succesvolle film van 1959 was.[3] Ondanks het financiële succes werd de film met gemengde reacties ontvangen door critici. De film zou volgens hen te langzaam op gang komen, en maar weinig karakterontwikkeling kennen.
De film werd opnieuw uitgebracht in 1970, 1986, 1993, 1995 en in beperkte oplage in 2008. De totale opbrengst kwam uit op $478.22 miljoen.[4]
Het kasteel uit de film is nadien een icon geworden voor Disney. Het is nagebouwd in drie Disney parken: Disneyland (in Californië), Hong Kong Disneyland en in Disneyland Parijs. Het kasteel van het originele Disneyland had een ingebouwde atteactie, namelijk een "walktrough" door verschillende scenes uit de film. Het grappige hierbij was dat deze attractie vóór het uitbrengen van de film geopend werd, omdat de Disney Imagineers er zeker van waren dat de film een succes zou worden. De attractie heeft daarna een turbulente geschiedenis gehad: verbouwd in 1977, gesloten in 2001 om vervolgens in 2008 weer in originele staat te heropenen. Het kasteel in Disneyland Parijs heeft op de eerste verdieping een galerij die het verhaal van de film vertelt met behulp van glas in lood ramen, wandkleden en beelden.
Lady en de Vagebond (Engelse titel Lady and the Tramp) is een Amerikaanse animatiefilm uit 1955, geproduceerd door Walt Disney. Het is de 15e grote animatiefilm van Disney.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
De film begint met kerstmis, in het huis van een jong koppel. Lady, een Amerikaanse cockerspaniël, wordt door Jim geschonken als kerstcadeau aan zijn vrouw (die in de film niet bij naam wordt genoemd). In de zes maanden erop is ze het middelpunt van de aandacht in het huis. Tevens wordt ze vrienden met Jock en Snuffel (Trusty in de Engelstalige versie), twee honden uit de buurt.
Dingen veranderen wanneer Jim en zijn vrouw hun eerste kind verwachten. Lady ontmoet een zwerfhond die enkel bekend staat als de Vagebond (the Tramp in de Engelstalige versie). Hij voorspelt haar dat als de baby er eenmaal is, de hond het huis uit wordt gezet. Hij lijkt gelijk te hebben daar Jim en zijn vrouw minder aandacht aan Lady schenken. Wanneer de baby er eenmaal is, moeten Jim en zijn vrouw enkele dagen weg. Jims oudere tante Saar (Sarah in de Engelstalige versie) komt zolang oppassen.
Hoewel Saar dol is op haar nieuwe neefje, mag ze Lady totaal niet. Haar katten Si en Am maken het er ook niet makkelijker op. Wanneer Saar voor Lady een muilkorf wil kopen, gaat ze ervandoor. Al snel wordt ze opgejaagd door een groep zwerfhonden, maar Vagebond komt haar te hulp. Samen maken ze een rondje door de stad, waarbij Vagebond haar dingen bijbrengt over het leven op straat. Hij nodigt haar uit voor een etentje bij een Italiaans restaurant, waarvan hij de eigenaar blijkbaar kent.
De volgende dag gaat het mis wanneer Lady wordt gevangen door de hondenvanger. In het asiel leert ze van de daar aanwezige honden een andere kant van Vagebond kennen: hij heeft blijkbaar al veel vriendinnen gehad. Omdat Lady een halsband met haar adres draagt, wordt ze opgehaald door Saar. Thuis wordt Lady aan de ketting gelegd in de tuin. Vagebond zoekt haar op, maar ze confronteert hem met het nieuws over zijn andere vriendinnen. Hun ruzie wordt onderbroken wanneer Lady ziet hoe een grote rat de slaapkamer van de baby binnendringt. De twee honden dringen het huis binnen en Vagebond kan de rat doden. Het lawaai wekt Saar, die Lady opsluit in de kelder en de hondenvanger belt om Vagebond op te halen.
Net als de hondenvanger vertrekt, keren Jim en zijn vrouw terug. Lady toont hen de dode rat, waardoor alles duidelijk wordt. Jock en Snuffel zetten de achtervolging in en kunnen de wagen van de hondenvanger lang genoeg ophouden tot Jim en co arriveren met een taxi. Vagebond wordt vrijgelaten, maar Snuffel wordt overreden en brak een poot.
De film eindigt wederom met kerstmis. Vagebond is inmiddels geadopteerd door Jim en zijn vrouw. Lady en Vagebond hebben inmiddels zelf vier puppies. Drie vrouwelijke puppies(Fifi, Lili en Mimi) lijken sprekend op hun moeder, terwijl het enige jongetje sprekend op zijn vader lijkt. Dit is Rakker (Scamp).
Het verhaal van de film is gebaseerd op een kort verhaal van Ward Greene getiteld Happy Dan, The Cynical Dog. Joe Grant werkte dit verhaal uiteindelijk uit tot het script voor de film. Toen Disney besloot inderdaad een film te maken, gebaseerd op dit script, vroegen ze Greene om alvast een boekversie van het script te schrijven zodat het publiek bekend zou zijn met het verhaal.
Tijdens productie onderging het script nog een aantal veranderingen. Zo stond Vagebond (Tramp) eerst bekend als Homer, Rags en Bozo. Het personage tante Saar was in het oorspronkelijke script een stereotype bazige schoonmoeder. De hele film wordt gezien vanuit het perspectief van de honden, waardoor de gezichten van de menselijke personages maar zelden in beeld komen.
Het is de enige Disneyfilm waarin twee van de bijpersonages, Jock en Snuffel, de helden zijn in de climax.
Peter Pan is een Amerikaanse animatiefilm uit 1953, geproduceerd door Walt Disney. Het is een van Disneys populairste films. Het verhaal is gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van de Schotse auteur en dramaturgJames Barrie.
De film begint in Londen, in het huis van de familie Van Dalen. George van Dalen en zijn vrouw Mary zijn zich aan het klaarmaken voor een feest. Hun kinderen, Wendy, Michiel en Jan, zijn in de kamer aan 't spelen. Michiel en Jan spelen zoals gewoonlijk 'Peter Pan', hun grote held waar Wendy hen geregeld verhalen over vertelt. George vindt echter dat Wendy zich een tikkeltje volwassener moet gaan gedragen en haar (kinderlijke) fantasie dient te beperken.
Als het echtpaar Van Dalen net naar het feest vertrokken zijn en de kinderen in slaap gevallen zijn, begint het avontuur. Opeens klapt het raam open en verschijnt er de gedaante van een jongen en een klein lichtje: Peter Pan en Tinkerbell. Ze zijn op zoek naar de schaduw van Peter, die hij bij een vorig bezoek aan het huis is verloren en die toen door Wendy is gevonden. Wendy wordt wakker en helpt Peter zijn schaduw terug te krijgen. Wanneer Peter hoort dat Wendy volwassen moet worden van haar vader, besluit hij haar en haar broers mee te nemen naar Nooitgedachtland. Hij leert ze vliegen en samen vliegen ze weg over Londen.
Aangekomen in Nooitgedachtland worden ze meteen aangevallen door Kapitein Haak. Peter leidt Haak af terwijl hij Tinkerbell opdracht geeft om Wendy en de jongens naar zijn schuilplaats te brengen. Tinkerbell, die een grote jaloezie koestert tegen Wendy, maakt van de gelegenheid gebruik om de Slimme Jongens (Peters bende) tegen Wendy op te zetten. Peter redt Wendy en verbant Tinkerbell voor een week.
Jan en Michiel gaan met de Slimme Jongens op pad. Ze worden echter gevangen door een groep Indianen. Ondertussen neemt Peter Wendy mee naar de zeemeermin. Daar ontmoet Wendy Kapitein Haak en meneer Smee in levende lijve. Zij en Peter zien hoe die twee Tijgerlelie, de dochter van de indianenhoofdman, hebben ontvoerd omdat ze willen dat zij hen de schuilplaats van Peter Pan vertelt. Peter redt Tijgerlelie en brengt haar terug naar haar stam. Uit dank voor haar redding laat het opperhoofd de Slimme Jongens gaan en organiseert een groot feest.
Ondertussen verneemt Haak op zijn schip dat Tinkerbell verbannen is. Hij laat haar vangen door meneer Smee. Door te doen alsof hij Wendy gevangen wil nemen, krijgt Haak Tinkerbell zover dat ze de schuilplaats van Peter verraadt. Hij en zijn piraten zetten een val bij de schuilplaats en vangen Wendy, Jan, Michiel en alle Slimme Jongens. Voor Peter laat Haak een pakje achter met een bom erin. Dankzij Tinkerbell ontsnapt Peter aan de aanslag.
Peter haast zich naar het schip en bevrijdt de kinderen. Daarna volgt een laatste gevecht tussen hem en Haak, waarbij Haak in zee valt. Daar wordt hij opgewacht door een krokodil. Peter en de kinderen nemen het schip over. Met het schip varen ze terug naar Londen om Wendy, Michiel en Jan terug thuis te brengen.
Disney had al langer plannen om het toneelstuk van James Barrie te verfilmen. Sinds 1935 probeerde hij de filmrechten te kopen. Dat lukte uiteindelijk vier jaar later. Al begin jaren 40 begonnen de Disneystudios met het schrijven van een script en uitwerken van de personages. De Tweede Wereldoorlog legde het project echter lange tijd stil. Na de oorlog werd het project weer opgepakt.
Disney bracht een aantal veranderingen aan in het verhaal, zoals de keuze om Haak niet om te laten komen aan het einde van de film. Wel hield Disney de traditie in stand om de rol van Wendys vader en die van Kapitein Haak te laten vertolken door dezelfde acteur. In de Nederlandstalige nasynchronisatie worden de stemmen van de twee personages echter wel door twee verschillende acteurs gedaan.
Van een moraal of wijze les die normaal vaak verwerkt is in een Disneyfilm is hier echter geen sprake. Normaliter hebben de films (vrij algemene) boodschappen als 'je moet je niet voor jezelf schamen' (De leeuwenkoning, Dumbo) of 'ware liefde overwint alle hindernissen' (Belle en het beest, De kleine zeemeermin), maar bij Peter Pan is geen boodschap te vinden. Wel duidelijk aanwezig zijn een aantal vooroordelen uit de jaren vijftig.
Racisme en rolpatroonbevestiging komen relatief sterk voor in de film. Het Amerikaanse Imperium is zelfs aangeklaagd omdat het liedje What Makes a Red Man Red? politiek incorrect zou zijn. De Indianen worden afgeschilderd als domme roodhuiden die niet meer kunnen zeggen dan how en ugh. Het meisje Wendy leert kinderen van haar leeftijd dat er voor vrouwen maar één recht is, de kinderkamer. Moeders moeten ze worden. Het liedje Your Mother and Mine is voor deze tijd veel te zoetsappig en braaf.
Ondanks de slechte, in sommige gevallen zelfs vijandige kritieken die de film oorspronkelijk kreeg van voornamelijk critici uit het Verenigd Koninkrijk, wordt de film vandaag de dag gezien als één van de betere films die Disney ooit heeft gemaakt.
De film begint op het platteland van Engeland, waar Alice, een jong meisje, luistert naar wat haar grotere zus voorleest uit een geschiedenisboek. Ze heeft duidelijk geen interesse in wat haar zus allemaal vertelt. Wanneer ze een wit konijn ziet, ontsnapt ze aan de aandacht van haar zus en volgt het dier een hol onder de grond in. Ze valt in een diep gat en komt terecht bij een deur met een pratende deurknop.
Deze deur geeft toegang tot een wonderlijke wereld, waar niets is wat het lijkt. Alice belandt van de ene bizarre situatie in de andere. Het feit dat vrijwel alles wat ze eet of drinkt ervoor zorgt dat ze groter of kleiner wordt, maakt de situatie alleen maar lastiger. Het enige wezen dat haar nog enigszins lijkt te willen helpen is een pratende kat.
Uiteindelijk belandt Alice bij de hartenkoningin, die de scepter zwaait in dit vreemde land. Ze haalt zich de woede van de koningin op de hals en wordt na een rechtszaak ter dood veroordeeld. Ze kan ontkomen en vlucht terug naar de deur. Dan blijkt dat alles wat ze tot nu toe heeft meegemaakt slechts een droom was. Net op tijd wordt ze door haar zus gewekt en ontsnapt ze zo aan de koningin en haar leger.
Alice is een meisje dat houdt van dagdromen en sprookjes. Uiteindelijk komt ze via het Witte Konijn terecht in een wonderlijke wereld, waar ze de andere personages ontmoet.
Deurknop
na het Witte Konijn is de pratende deurknop het eerste wonderlijke figuur dat Alice ontmoet in Wonderland. Via een schrompeldrank verdrinkt Alice bijna in haar eigen plas met tranen en kan ze zodoende door het slot van de pratende deurknop heen die op slot zit.
Dinah
Dinah is de naam van de kat van Alice in de echte wereld. Hij komt dan ook alleen in het begin en op het einde in de tekenfilm voor. Dinah wordt tijdens het theepartijtje bij de Maartse Haas en de Gekke Hoedenmaker nog even aangehaald. Dit resulteert in het feit dat (Alice legt uit dat Dinah haar KAT is) de Zevenslaper wakker wordt en hysterisch gaat lopen schreeuwen.
Dodo
Alice ontmoet op een van haar bizarre avonturen de pijprokende Dodo. De dodo is overigens een uitgestorven dier, dat ooit rondliep op het eiland Mauritius.
Gekke Hoedenmaker
een hoedenmaker die samen met zijn vriend, de Maartse Haas, elke dag onjaardag (de wonderlandversie van een verjaardag) viert onder het genot van een bizar theekransje.
Hartenkoningin
de hartenkoningin is de baas in Wonderland, en regeert met ijzeren vuist. Ze laat mensen om het minste of geringste onthoofden. Ze heeft een heel leger bestaande uit soldaten die lijken op speelkaarten.
Hartenkoning
de Hartenkoning heeft een duidelijke ondergeschikte positie ten opzichte van "zijn vrouw", de Hartenkoningin. Als de Hartenkoningin weer eens vréselijk boos wordt (en daarna eventueel poeslief) of als er een bevel wordt gegeven, zegt hij heel stilletjes en blij: "... En de koning.". Hij neemt het ook een keer op voor Alice: wanneer de Hartenkoningin vindt dat het hoofd van Alice eraf moet, verdedigt de Hartenkoning haar door te zeggen: "Geef haar nog een klein rechtspraakje...".
Kolderkat
als iemand het Alice op het einde van de tekenfilm moeilijk maakt, dan is het de kolderkat wel die Alice halverwege de tekenfilm een aantal malen in het donker in het bos tegenkomt. Op het einde, tijdens een spelletje crocket, zorgt hij ervoor dat de Hartenkoningin zo boos wordt op Alice dat ze haar wil onthoofden. Deze mysterieuze kat speelt wel een grote rol in het verhaal.
Maartse Haas
een antropomorfe haas, en een vriend van de gekke hoedenmaker.
Tweedle-Dum en Tweedle-Dee
zijn tweelingbroertjes. Alice ontmoet ze in het midden van het verhaal. Zij helpen haar ook tijdens de rechtspraak.
Witte Konijn
het Witte Konijn komt direct bij aanvang van alle avonturen in beeld en hij brengt Alice via een konijnenhol in Wonderland. Hij komt overigens de gehele tekenfilm steeds voor. Zo groeit Alice zijn huis uit door middel van een magische wortel waar ze groter en kleiner van wordt; tijdens een crocketspelletje met de Hartenkoning en tijdens de rechtszaak. Maar steeds is het Witte Konijn eigenlijk de aanleiding voor Alice om weer in een nieuw avontuur te stappen.
Zevenslaper
de Zevenslaper is een echte zevenslaper (ook wel Relmuis genoemd). Bij het woord kat "flipt" de Zevenslaper helemaal en wordt pas rustig als er jam op zijn neus wordt gesmeerd. De Zevenslaper komt 2 keer voor in de tekenfilm : één keer bij de Maartse Haas en de Gekke Hoedenmaker op het theepartijtje en één keer tijdens de rechtszaak. Wanneer hij opkomt en een of ander slaapliedje gaat zingen, noemt de hartenkoningin dit het belangrijkste bewijs in de zaak tegen Alice.
Alices zus
Alice heeft een stijvere, oudere zus die probeert Alice geschiedenis bij te brengen. Alice is echter helemaal niet geïnteresseerd en heeft bij voorkeur boeken met plaatjes, waarop haar zus zegt: "Mijn lieve kind, er zijn heel veel goede boeken in de wereld zonder platen." Ze komt in het begin van de tekenfilm voor en ook op het einde. Ze maakt ook de laatste "quote" van het toneelstuk door te zeggen tegen de in slaap gevallen Alice: "Alice kom mee, het is tijd voor de thee." Hieruit valt goed op te maken dat het Groot-Brittannië moet voorstellen waar de tekenfilm begint en eindigt. De zus van Alice symboliseert het serieuze en goede, maar wel saaie en verstandige in het leven. Ze legt Alice overigens geen moraal op.
De geschiedenis van Alice in Wonderland is terug te voeren naar 1923, toen Disney nog bezig was naam te maken voor zichzelf. Hij maakte toen een filmpje getiteld Alice's Wonderland, waarin een live-action meisje te zien was tussen getekende beelden. Het filmpje sloeg niet aan en Disney liet het project voor wat het was.
Na een onsuccesvolle poging om als filmregisseur aan de slag te gaan in Hollywood, begon Disney samen met zijn broer Roy Disney een animatiestudio. Walts originele Alice filmpje werd onder andere gebruikt als promotiefilmpje voor deze nieuwe studio. Ditmaal had Disney meer succes, en hij kreeg opdracht een reeks soortgelijke filmpjes te maken die gezamenlijk bekend kwamen te staan als Alice Comedies. In totaal werden er 50 van deze filmpjes gemaakt.
Sinds hij plannen begon te maken voor het produceren van lange speelfilms, koesterde Disney al plannen voor een lange film over Alice in Wonderland. Net als in de korte filmpjes moest deze film een combinatie van live-action en animatie worden. Door uiteenlopende redenen weden deze plannen steeds op de lange baan geschoven. Na het enorme succes van Sneeuwwitje en de zeven dwergen begon Disney in 1938 met Warner Bros. de mogelijkheden te bespreken voor een Alice in Wonderland-film. De productie kwam niet van de grond door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en het feit dat Disney al had ingestemd met het maken van de film Pinokkio.
Eind jaren 40 pakte Disney de draad voor de film weer op. Inmiddels had hij zijn plannen voor een combinatie van live-action en animatie laten varen, en wilde van de film geheel een animatiefilm maken. Ook moest de nadruk komen te liggen op komedie en muziek.
De uiteindelijke versie van de film volgt de tradities die eerder te zien waren in Fantasia en The Three Caballeros; muziek en beelden staan central en het verhaal verdwijnt hierdoor een beetje naar de achtergrond. Lewis Carroll's boek had ook niet echt een duidelijke plot.
In plaats van de beroemde illustraties van Sir John Tenniel als voorbeeld te nemen, liet Disney minder complexe en meer gestroomlijnde versies ontwerpen van de personages. Tekenaar Mary Blair ontwierp de decors voor de film. Een van de grootste kenmerken van haar tekeningen is het grote gebruik van kleuren.
Om enkele van de bekende versen en gedichten uit het boek te behouden, huurde Disney componisten en songwriters in om deze teksten om te zetten tot liedjes. Er werden meer dan 30 mogelijke liedjes geschreven voor de film, waarvan veel voor een klein deel in de film zijn verwerkt. In totaal bevat Alice in Wonderland het grootste aantal liedjes voor een Disneyfilm, maar sommigen ervan duren slechts enkele seconden. De titelsong werd gecomponeerd door Sammy Fain.
De veranderingen die Disney had aangebracht in het verhaal vormden een vast punt van kritiek. Zo beschuldigden Brite critici Disney ervan dat hij het boek, wat tot de bekendere Britse literatuur wordt gerekend, had geamerikaniseerd.
De film deed het maar matig in de box office. Bij de oorspronkelijke uitgave in 1951 was de opbrengst dan ook teleurstellend.[1]. Mede hierdoor werd de film tijdens Walt Disneys leven niet meer opnieuw in de bioscoop uitgebracht. Wel werd de film af en toe vertoond op tv, maar altijd in een sterk aangepaste versie van minder dan een uur. Volgens Walt was de film een mislukking omdat het personage Alice een lastig personage was voor het publiek om te leren begrijpen.[2]
De film viel uiteindelijk niet echt goed in de prijzen. Wel leverde ze een paar memorabele nominaties op, waaronder een Oscar in 1952 voor Best Music, Scoring of a Musical Picture door Oliver Wallace en een nominatie voor het prestigieuze filmfestival van Venetië, een Gouden Leeuw voor Clyde Geronimi, Wilfred Jackson en Hamilton Lusk
Assepoester (originele titel Cinderella) is een Amerikaanse animatiefilm van Walt Disney, die op 15 februari1950 in première ging. Het was Disneys 12de avondvullende film, en tevens de eerste Disneyfilm in lange tijd die weer uit een lang verhaal bestond. De vorige zes films waren allemaal opgebouwd uit twee of meer kleinere verhalen. Het verhaal van de film is gebaseerd op het gelijknamige sprookje. De film kreeg een vervolg genaamd Assepoester II: Dromen Komen Uit (Engels: Cinderella II: Dreams Come True). Een tweede vervolg met de naam Assepoester: Terug in de Tijd (Engels: Cinderella III: A Twist in Time) kwam er in 2007.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Het verhaal gaat over Assepoester, een jong meisje. De film begint met een introductie over haar leven : Haar vader was weduwnaar, maar trouwde voor een tweede keer omdat hij zijn dochter graag een moeder wilde geven. Zijn tweede vrouw, waarvan in de film enkel haar achternaam bekend wordt (Tremaine), had zelf ook al twee dochters, Anastasia en Drizella. Toen korte tijd na het huwelijk de vader van Assepoester stierf, bleek haar stiefmoeder in werkelijkheid erg gemeen en jaloers. Zij en haar dochters dwongen Assepoester om hun dienstmeid te worden. Vervolgens ziet men hoe Assepoester die ochtend alle huishoudelijke klusjes doet met behulp van een groep muizen die in het huis wonen.
In het koninklijk paleis zit ondertussen de koning van het land met zijn eigen problemen. Hij wil graag dat zijn zoon in het huwelijk treedt en een gezin sticht. De prins komt die dag weer thuis en dus besluit de koning deze gelegenheid aan te grijpen om een bal te organiseren waarbij tevens alle jonge, ongehuwde meisjes uit zijn rijk zijn uitgenodigd. Hij hoopt dat de prins zo de vrouw van zijn dromen zal ontmoeten.
Assepoester en haar stieffamilie krijgen ook een uitnodiging maar mevrouw Tremaine wil haar niet laten gaan. Ze zorgt ervoor dat Assepoester door haar werk niet toekomt aan het maken van een geschikte jurk voor het bal. De muizen proberen haar te helpen door zelf een jurk voor haar te maken maar Anastasia en Drizella verscheuren deze vlak voordat ze naar het bal gaan.
Assepoester krijgt echter hulp uit onverwachte hoek : een goede fee tovert voor haar een baljurk met glazen muiltjes. Tevens verandert ze een pompoen in een koets en de muizen in paarden. Assepoester gaat naar het bal, alwaar ze al snel de aandacht van de prins trekt. Ze charmeert de prins uitermate, doch niemand herkent Assepoester. Om middernacht wordt de betovering verbroken en moet ze noodgedwongen het paleis ontvluchten. Bij haar vlucht verliest ze één van de muiltjes. De prins vindt het muiltje en zweert dat hij haar zal vinden om met haar te trouwen.
De koning geeft de hertog de opdracht om alle meisjes in het land dit muiltje te laten passen om zo de identiteit van de geliefde van de prins te achterhalen. Wanneer de hertog het huis van Assepoester bezoekt, sluit mevrouw Tremaine Assepoester op in haar kamer. Terwijl zij en haar dochters proberen het muiltje te passen, stelen de muizen de sleutel van de deur en bevrijden Assepoester. Ze komt net op tijd beneden om het muiltje ook te passen. Even lijkt het nog mis te gaan wanneer, door toedoen van mevrouw Tremaine, het muiltje breekt, maar dan onthult Assepoester dat ze het andere muiltje nog bij zich heeft.
De film eindigt met het huwelijk tussen Assepoester en de prins.
De eerste Nederlandse nasynchronisatie van Disney's Assepoester komt uit 1950. Deze Nederlandse versie is in de bioscopen te zien geweest in 1957, 1965, 1973, 1981, en in 1987. In de jaren 90 is hij opnieuw nagesynchroniseerd, ditmaal met Joke de Kruijf als stem van Assepoester. Er was ook een langspeelplaat verkrijgbaar, die later ook op cassette is verschenen. Hierop stond het luisterverhaal in het kort met enkele liedjes. Deze liedjes hadden andere arrangementen en toonsoorten dan de liedjes in de film. Onder andere Greetje Kauffeld en Piet Ekel verleenden hier hun stemmen aan. Dit wordt vaak verward met de eerste nasynchronisatie van de film.
Assepoester was de eerste film met een lang verhaal sinds Bambi uit 1942. In de tussenliggende periode maakten de Tweede Wereldoorlog en de nasleep hiervan het voor Disney financieel onmogelijk om grote films te produceren, dus verschenen er enkel films die waren opgebouwd uit meerdere korte stukken.
Voor de personages uit de film werden modellen als voorbeeld gebruikt. Helene Stanley stond model voor Assepoester. Zowel zij als Ilene Woods (Assepoesters stemacteur, gekozen uit 400 kandidaten) waren van grote invloed op hoe Assepoester er in de film uitziet en zich gedraagt.[1] De gekozen modellen moesten vaak ook scènes uit de film naspelen zodat de tekenaars dit als voorbeeld konden gebruiken. Lucifer, de kat van de boze stiefmoeder, werd getekend naar het voorbeeld van Ward Kimball's kat.
In eerdere versies van het script had de prins een grotere rol, en meer karakterontwikkeling. Zo werd onder andere een scène gepland waarin men de prins op een hert kon zien jagen. Ook was een scène gepland waarin Assepoester na het succesvol passen van het muiltje terug zou worden gebracht naar het paleis om opnieuw te worden voorgesteld aan de prins.
De transformatie van Assepoester's stukgemaakte jurk naar haar balkleed, was Walt Disney's favoriete stukje animatie.
Ilene Woods had aanvankelijk geen idee dat ze auditie deed voor de stem van Assepoester. Ze maakte aanvankelijk wat opnames van haar stem voor vrienden, die de opnames vervolgens doorstuurden naar Disney. Disney was dermate onder de indruk van met name haar zangstem dat hij contact met haar zocht.
Voor de eerste keer wendde Disney zich tot de liedjesschrijvers van Tin Pan Alley om de liedjes voor de film te componeren. De muziek van Tin Pan Alley zou later een vast thema worden in Disneyfilms. Assepoester was ook de eerste Disneyfilms waarvan de liedjes werden uitgebracht als soundtrackalbum.
De liedjes in de film zijn:
"Cinderella" - Koor
"A Dream Is a Wish Your Heart Makes" - Assepoester
"Oh, Sing Sweet Nightingale" - Drizella, Assepoester
"The Work Song" De muizen
"Bibbidi-Bobbidi-Boo" De fee
"So This Is Love" - Assepoester en de prins
"So This Is Love (reprise)" - Assepoester
"A Dream Is a Wish Your Heart Makes (reprise)" - koor
De film werd uitgebracht met veel promotie en merchandising. Het werd Disneys eerste grote hit sinds Sneeuwwitje en de zeven dwergen. De opbrengsten van Assepoester stelden Disney in staat om een eigen distributiebedrijf te beginnen en te beginnen met de bouw van Disneyland.[2]
De film was geproduceerd met een budget van 3 miljoen dollar, en werd om die reden gezien als een grote gok. Volgens medewerkers van Disney zou het bedrijf zeker failliet zijn gegaan als de film was geflopt.[3]
Assepoester is in de loop der jaren meerder malen opnieuw uitgebracht. De film werd in 2008 verkozen tot 9de beste animatiefilm door het American Film Institute.
De Avonturen van Ichabod en meneer Pad (Engels: The Adventures of Ichabod and Mr. Toad) is een Amerikaansetekenfilm uit 1949 van Walt Disney. Het is de elfde speelfilm van Disney.
Meneer Pad is gek op auto's, en besteed hier zoveel tijd aan dat hij nauwelijks meer aandacht heeft voor anderen. Zijn vrienden Mol, Rat en Desiderius Das proberen hem ertoe te bewegen een andere hobby te kiezen. Hij luistert niet, wat hem duur komt te staan. Door zijn automanie verliest hij de eigendomsakte van zijn huis, en komt in de gevangenis terecht. Hij kan ontsnappen en zoekt zijn heil bij Mol, Rat en Desiderius. Samen ontdekken ze dat Pads huis nu in bezit is van een groep criminele wezels. Met behulp van zijn vrienden slaagt Pad erin om zijn huis terug te krijgen. Hij zweert zijn liefde voor autos af, maar amper een jaar later heeft hij alweer en nieuwe hobby: vliegtuigen.
De klungelige schoolmeester Ichabod Crane vertrekt naar het dorpje Sleepy Hollow om les te geven aan kinderen. Hij wordt verliefd op de mooie Katrina maar de pestkop van het dorp Brom Bones heeft ook een oogje op Katrina.
Ondanks zijn vreemde voorkomen blijkt Ichabod goed overweg te kunnen met de dames, en lijkt daarom ook de meeste kans te hebben bij Katrina. Brom besluit gebruik te maken van Ichabods sterke bijgeloof om hem weg te jagen. Hij verteld Ichabod het verhaal van de ruiter zonder hoofd, die rond Halloween in de bossen van Sleepy Hollow zou rondspoken. Wanneer Ichabod later die avond naar huis rijdt, wordt hij aangevallen door de ruiter. Een lange achtervolging volgt. Ichabod kan de ruiter voorblijven tot aan de brug naar het kerkhof, waar de ruiter volgens de legende niet overheen kan. De ruiter gooit zijn hoofd, die hij tot dusver onder zijn arm droeg, naar Ichabod alvorens rechtsomkeer te maken.
De volgende dag vind men bij de brug een kapotte pompoen. Het is duidelijk dat het hoofd van de ruiter slechts een Jack-o'-lantern was. Voor de kijker is het duidelijk dat Brom de ruiter zonder hoofd was. Zijn plan is echter geslaagd: Ichabod is weg en Brom trouwt met Katrina. Er zijn geruchten dat Ichabod later getrouwd is met een rijke vrouw. Maar de dorpelingen weten wel beter
Vanaf de jaren 40 was het gebruikelijk voor Disney om films uit te brengen die bestonden uit kortere stukjes. De eerste was Saludos Amigos in 1943. De reden dat Disney tijdelijk afzag van lange films met een verhaals was vanwege de hoge productiekosten van deze films.
De twee verhalen uit de film zijn ook los van elkaar uitgebracht op video.
Melody Time is een Amerikaansetekenfilm uit 1948 van Walt Disney. Het is de 10e speelfilm van Disney. De film bestaat uit acht korte tekenfilms waarin muziek centraal staat.
Na de oorlog was Disney gedwongen om korte filmpjes te maken omdat er niet genoeg geld was voor lange speelfims. Disney wilde met muziek weer vrolijkheid en entertainment brengen in de moeilijke naoorloogse periode.
Vrij en vrolijk is een Amerikaansetekenfilm van Walt Disney, die uitkwam op 27 september1947. Het was een van de zogenaamde package films (films opgebouwd uit meerdere losse stukjes in plaats van een groot verhaal) die Disney maakte in de jaren 40.
De tekenfilm bestaat uit twee korte verhalen, die beide ingeleid worden door Japie Krekel (bekend uit de film Pinokkio: Bongo de circusbeer en Mickey en de bonenstaak. Deze twee verhalen werden aanvankelijk bedacht voor lange speelfilms, maar door de omstandigheden waarin de Disneystudio verkeerde werden ze ingekort en samengevoegd tot een film.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
In Bongo de circusbeer vertelt Japie Krekel dat hij een langspeelplaat heeft gevonden met het verhaal van Bongo de circusbeer. Hij voelt zich niet zo gelukkig in het circus. Hij besluit te ontsnappen en in de bossen te wonen. Maar hij is het niet gewend zelf voor zijn voeding te zorgen en te overleven. Hij wordt daarenboven verliefd op een mooie berin maar hij weet niet goed hoe hij haar moet versieren.
In Mickey en de bonenstaak hoort Japie Krekel op een feest het verhaal van Mickey en de bonenstaak. Mickey Mouse, Donald Duck en Goofy hebben niets meer te eten en ze besluiten de koe van Mickey te verkopen. Op de markt krijgen ze, in ruil voor de koe, drie magische bonen. Als ze de bonen bij volle maan planten gebeurt er iets wonderbaarlijks: een enorme bonenstaak rijst op uit de grond tot aan de hemel. De drie vrienden gaan op zoek naar geluk boven de wolken.
Dit is de laatste film waarin Walt Disney zelf de stem insprak van Mickey Mouse.
Als het verhaal van Bongo wel tot een volledige film was uitgewerkt, dan zou dit een prequel op de film Dombo zijn geworden. Voor de film werden onder andere achtergronden uit Dombo hergebruikt.
Net als de vorige twee films, Saludos Amigos en De Drie Caballeros, bevat de film geen centraal verhaal, maar bestaat uit een reeks van losse filmpjes. Dit was gedaan omdat Disney het tijdens de Tweede Wereldoorlog met klein aantal tekenaars moest doen; veel van zijn tekenaars waren opgeroepen voor dienstplicht of moesten van de overheid meewerken aan propagandafilmpjes. Om de studio die verantwoordelijk was voor de grote speelfilms toch op de been te houden werden een paar films gemaakt die eigenlijk uit kortere filmpjes bestonden.
The Martins and the Coys: Gaat over een familieruzie tussen de Martin-familie en de Coy-familie.
Blue Bayou: De kraanvogel sluit zich aan bij een groep kraanvogels om samen naar de maan te vliegen.
All the Cats Join In: Enkele jongeren dansen op het ritme van Benny Goodman en zijn orkest.
Without You: Een liefdesballade gezongen door Andy Russell.
Casey at the Bat: Jerry Colonna presenteert een gedicht over een baseballspeler die opeens slecht speelt.
Two Silhouettes: Dinah Shore zingt terwijl twee balletdansers op het ritme van de muziek dansen.
Peter en de wolf: Peter gaat een wolf vangen samen met een kat, een eend en een vogel.
After You've Gone: Muziekinstrumenten gedragen zich als mensen.
Johnnie Fedora and Alice Blue Bonnett: De Andrews Sisters zingen over een herenhoed en een dameshoed die verliefd worden op elkaar.
Willie de zingende walvis: Nelson Eddy vertelt het verhaal van een walvis die ervan droomt operazanger te worden maar ervan beschuldigd wordt een operazanger ingeslikt te hebben.
The Martins and the Coys: Gaat over een familieruzie tussen de Martin-familie en de Coy-familie.
Blue Bayou: De kraanvogel sluit zich aan bij een groep kraanvogels om samen naar de maan te vliegen.
All the Cats Join In: Enkele jongeren dansen op het ritme van Benny Goodman en zijn orkest.
Without You: Een liefdesballade gezongen door Andy Russell.
Casey at the Bat: Jerry Colonna presenteert een gedicht over een baseballspeler die opeens slecht speelt.
Two Silhouettes: Dinah Shore zingt terwijl twee balletdansers op het ritme van de muziek dansen.
Peter en de wolf: Peter gaat een wolf vangen samen met een kat, een eend en een vogel.
After You've Gone: Muziekinstrumenten gedragen zich als mensen.
Johnnie Fedora and Alice Blue Bonnett: De Andrews Sisters zingen over een herenhoed en een dameshoed die verliefd worden op elkaar.
Willie de zingende walvis: Nelson Eddy vertelt het verhaal van een walvis die ervan droomt operazanger te worden maar ervan beschuldigd wordt een operazanger ingeslikt te hebben.
De film verscheen op 13 augustus1942, maar men was al in 1937 bezig met de voorbereidingen voor deze film. De film was gebaseerd op het boek Bambi, ein Leben im Walde (1923) van de Oostenrijks-Hongaarse auteur Felix Salten. Een vervolg op de tekenfilm, Bambi II, werd uitgebracht in 2006.
In de film is Bambi een witstaarthert, in het boek dat de basis vormt voor de film is hij een ree. Bambi wordt bij zijn geboorte uitgeroepen tot "Prins van het Bos". Wanneer hij ouder wordt raakt Bambi bevriend met andere dieren in het bos, maar zijn geluk slaat al gauw om als zijn moeder doodgeschoten wordt door jagers (die overigens nooit in beeld te zien zijn). Bambi leert overleven en wordt verliefd. Op een dag komen er echter jagers langs, en wordt Bambi gedwongen om net zo moedig te zijn als zijn vader, en om de andere herten in
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Bambi, het kleine hertje, maakt de eerste jaren kennis met alles wat los en vast zit in het grote woud waarin hij samen met vele andere dieren woont. Hij ontmoet het konijn Stampertje waarmee hij vrienden wordt en met wie hij vele avonturen beleeft, en Bloempje, een stinkdier dat zich zo laat noemen omdat Bambi in zijn kinderjaren slechts enkele woorden kende, waaronder "bloempje". Nadat het gedeelte in het woud is ontdekt, mag Bambi met zijn moeder naar de grote weide. Als het jonge hertje het vele gras ziet en erop af wil rennen, houdt zijn moeder hem snel tegen. "De weide is groot en open en er is weinig groen om je achter te verstoppen. Er wordt daarnaast gejaagd, door de mens..." Alles blijkt veilig te zijn en Bambi ontmoet Feline, een jong meisjeshert. Bambi is erg verlegen, terwijl zij juist met hem wil spelen. Als ze uiteindelijk lol met elkaar hebben komt er een groep herten aangerend. Ze stoppen allemaal voor de "Grote Prins", het oudste hert van het woud, en de slimste. Maar dan zit het gevaar op de loer: de mens is in het bos! Razendsnel vluchten de herten het bos in naar hun veilige schuilplaats. Het scheelt niet veel of een van de herten overleeft het niet.
Als de winter is aangebroken beleeft Bambi avonturen op het ijs met Stampertje en maakt hij kennis met "sneeuw". Het eten raakt op en er is bijna niets meer te vinden in het bos. Op een dag ziet zijn moeder een beetje gras in een open veld. Maar de jagers zijn weer in het bos en Bambi en zijn moeder vluchtten. Bambi mag in geen geval omkijken en moet zo snel mogelijk naar hun schuilplaats. Dan klinkt er een schot... Niet veel later is Bambi in veiligheid, maar zijn moeder is er niet. Als hij begint te roepen en gaat kijken, begint het te sneeuwen en komt hij oog in oog te staan met de Grote Prins die zegt dat zijn moeder door de jagers is meegenomen. Hij moet nu dapper zijn en voor zichzelf leren te zorgen.
Inmiddels is Bambi opgegroeid tot een volwassen hert en ook Stampertje en Bloempje zijn volwassener geworden. De uil in het bos maakt hen er attent op dat het lente is, de tijd van de zogenoemde "lentekolder": een jongen ontmoet een meisje en wordt zo verliefd op haar dat hij zijn hoofd niet meer van haar af kan houden. Alle drie menen ze dat hen dat niet overkomt, en ze lopen weg. Uiteindelijk blijkt Bloempje een meisje tegen te komen en even later haakt ook Stampertje af als hij een lief meisje tegenkomt. Bambi loopt verder en komt Feline tegen. Eerst moet hij niets van haar hebben, maar later ziet hij wel iets in haar. Dan worden ze bedreigd door een ander hert, en Bambi probeert Feline te beschermen door het hert te verjagen dat, na een lang gevecht, besluit te vluchten.
Opnieuw zijn de jagers in het bos, maar nu met meer. Dieren vluchten verder het bos in, maar velen ontkomen niet aan de schoten. Vogels en andere dieren sneuvelen al snel. Een nagloeiend kampvuur in het kamp van de jagers en de harde wind zorgen ervoor dat het bos binnen de kortste keren in lichter laaie staat. Bambi komt de Grote Prins tegen en met hem vlucht hij naar een veiliger plek die nauwelijks te vinden is: het vuur grijpt razendsnel om zich heen. De jagers hebben honden ingezet die Feline in het nauw hebben gedreven. Bambi schiet haar te hulp en probeert de honden van zich af te schudden, wat na een snel gevecht lukt. Uiteindelijk ontkomen de meeste dieren aan de verwoestende brand.
De volgende lente bevalt Feline van een tweeling. Het hele bos is komen kijken en geniet van de twee kleine hertjes. Vanaf een hoge berg staat Bambi samen met zijn vader trots toe te kijken.
Omdat het verhaal Bambi verschillende levensfasen beschrijft, veranderen de stemmen van de jonge personages regelmatig. Hierdoor zijn soms meerdere stemacteurs actief geweest voor het inspreken van één personage. De tabel hieronder toont de stemacteurs van de originele versie uit 1942 en de Nederlandse stemacteurs van de tweede nasynchronisatie. De Nederlandse regie voor de tweede nasynchronisatie werd gedaan door Maria Lindes en Aart Staartjes.
Toen Disney nog geen naam verzonnen had voor Stampertje, stond het konijn bekend als "Bobo".
Bambi was de eerste tekenfilm in de geschiedenis waarbij natuurgetrouwheid werd nagestreefd. Om het gedrag en de bewegingen van herten goed te kunnen bestuderen werden zelfs herten gehouden in de studio, tot ze te tam werden.
In de originele versie van de animatiefilm komen veel fouten voor, variërend van kleurfouten tot de manier waarop de personages bewegen. In de platinum-dvd's zijn deze fouten allemaal hersteld. Een voorbeeld van zo'n herstelde fout was de kleur van de vacht van de moeder van Stamper, die in de film drie keer veranderde, van grijs naar perzikachtig.
Een andere fout zat in de wandeling die Bambi door het bos maakt. In het begin lopen er vijf konijnen met hem mee, waaronder Stamper. De kleur van Stampers zussen verandert van perzikachtig naar bruin en soms zijn er twee perzikachtige konijnen of drie bruine. Daarnaast varieert het aantal zussen van vier tot zes gedurende deze scène.
Verder zijn er nog een vijftal andere fouten waarbij personages van kleur veranderen of vreemd bewegen.
Ook zul je merken dat bij de eindscene een wasbeer zijn jong schoonlikt. Plotseling gaat het jong in rook op. En de moeder likt door.
De film Bambi staat bij velen bekend onder de "triestige huilfilm waar Bambi's moeder dood gaat". Regisseur Steven Spielberg vindt Bambi de "biggest crying movie of all time". Als kind stond hij midden in de nacht op om te kijken of zijn ouders nog wel leefden.
Volgens sommigen werd de moeder van Bambi geschoten door Gaston uit Belle en het Beest omdat er een kop van een hert aan de muur in de taverne hangt wanneer Gaston zijn solo liedje zingt.
Dombo (Engels: Dumbo) is een Amerikaansetekenfilm van Walt Disney, die uitkwam op 23 oktober1941. Het is de vierde van de klassieke Disney-films. Het verhaal is gebaseerd op het gelijknamige kinderboek van Helen Aberson en Harold Perl.
De film werd vooral gemaakt om te proberen de teleurstellende opbrengst van de vorige film, Fantasia, goed te maken. De film werd gemaakt met een klein budget, en is relatief kort voor een Disneyfilm. De film wordt desondanks gezien als een van Disneys hoogtepunten.
Plot
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Bij aanvang van de film ziet men hoe ooievaars jonge dieren naar hun ouders, die in een circus werken, brengen. De laatste, een babyolifantje bestemd voor mevrouw Jumbo, arriveert pas de volgende dag wanneer het circus per trein op weg is naar zn volgende locatie. Het jonge olifantje blijkt gigantische oren te hebben; iets waar de andere olifanten flink de spot mee drijven. Ze geven hem zelfs de bijnaam Dombo.
Eenmaal op locatie is Dombo met zn enorme oren ook het mikpunt van spot door het circuspubliek. Wanneer mevrouw Jumbo haar kind verdedigt tegen een groep baldadige jongens, denkt de circusdirecteur dat ze dol is geworden en laat haar opsluiten. Dombo blijft zonder zn moeder en verstoten door de andere olifanten achter. Hij krijgt onverwacht gezelschap van een muis genaamd Timmie, die zijn vriend en mentor wordt.
Timmie probeert Dombos status in het circus te verbeteren door de directeur over te halen hem tot toppunt van een act te maken. Dit mislukt gigantisch en Dombo wordt in plaats daarvan gedegradeerd tot clown. Op een avond, na een bezoekje aan Dombos moeder, drinken Dombo en Timothy beide van een vat water waar, zonder dat ze het weten, een fles champagne in is gevallen. Ze worden beide dronken en krijgen hallucinaties van roze olifanten.
De volgende ochtend worden de twee wakker in een boom. Ze hebben geen idee hoe ze daar gekomen zijn. Een groep kraaien komt met de theorie dat Dombo wellicht naar boven is gevlogen. Met hun hulp slaagt Dombo erin om opnieuw te vliegen. Met zijn nieuw verworven talent steelt Dombo de show tijdens het volgende optreden, en neemt hij op gepaste wijze wraak op de andere olifanten. Eindelijk ziet men hem als een ster, en hij wordt de topattractie van het circus.
Geen van de stemacteurs werd vermeld op de aftiteling. Voor de Nederlandse versie sprak Cruys Voorbergh de stem in van de kraaien en de ooievaar en Harry Bronk de stem van Timmie Muis.
Nadat zowel Pinokkio als Fantasia financieel een flop waren geworden bij gebrek aan steun door de Europese en Aziatische markten, probeerde Disney met Dombo zijn studio voor faillissement te behoeden. Dick Huemer en Joe Grant kregen de taak om het scenario te schrijven. Het boek dat ze als basis gebruikten telde slechts acht paginas en een minimale hoeveelheid tekst. Hoe Disney ooit op het idee kwam om dit boek te gebruiken is niet bekend.
De film ging begin 1941 in productie. Ben Sharpsteen kreeg de taak om de productie simpel en zo goedkoop mogelijk te houden. Als gevolg hiervan zijn de tekeningen in Dombo duidelijk minder gedetailleerd dan in voorgaande Disneyfilms. Voor het inkleuren van de achtergronden werd waterverf gebruikt. De gebroeders Disney vonden het echter wel nodig twee olifanten naar de studio laten komen om het gedrag en de gelaatstrekken van de dieren beter te kunnen bestuderen zodat ze realistischer konden worden getekend.
De simpele tekeningen maakten dat de tekenaars zich minder druk hoefden te maken om details, en zich meer konden focussen op hoe de personages moesten acteren in de film. Veel critici zagen Dombo als een van de beste voorbeelden van traditionele animatie.
Op 29 mei 1941 gingen veel tekenaars van Disney in staking. Enkele van deze stakende tekenaars werden in de film bespot door ze als model te gebruiken voor de clowns.
De film werd met slechts 64 minuten de kortste Disneyfilm ooit. RKO eiste aanvankelijk dat Disney de film langer zo maken, maar ging met tegenzin akkoord de film in zijn huidige vorm uit te brengen.
Ondanks dat Dombo net als Pinokkio en Fantasia niet uit gebracht kon worden in Europa en Azië vanwege de Tweede Wereldoorlog, werd het een van de succesvolste films van Disney gedurende de jaren 40. Het was ook een van de eerste Disneyfilms die, zij het in aangepaste vorm, op tv te zien was.
Financieel was de film een opsteker voor Disney. De productie kostte slechts 813,000 dollar, slechts de helft van het budget van Sneeuwwitje en de zeven dwergen, maar de opbrengst liep op tot 1,6 miljoen dollar bij de originele uitgave.
De film kreeg aanvankelijk kritieken dat er vormen van racisme in zouden zitten. Zo zouden de kraaien zijn gebaseerd op stereotype Afro-Amerikanen. De stemmen van de kraaien werden allemaal gedaan door Afro-Amerikaanse acteurs, en de leider van de kraaien draagt in het script zelfs de naam Jim Crow. Tegenstanders van deze kritiek wezen er juist op dat de kraaien een positieve rol hebben in de film, daar zij Dombo juist helpen.
Fantasia (werktitel: The Concert Feature) is de derde film van Walt Disney Productions en een experimentele animatiefilm uit 1940. Gevisualiseerde animatie wordt op maat van klassieke muziek gepresenteerd. Voor ieder onderdeel is er een inleidende tekst. Vervolgens ziet men de animatiefilm met daarbij de bijpassende muziek, gespeeld door het Philadelphia Orchestra onder leiding van Leopold Stokowski. Fantasia kwam uit in 1940 en opnieuw in 1985 en 1990. Een vervolg op de film is verschenen in december1999 onder de naam Fantasia 2000, geïnitieerd door Roy E. Disney.
Ondanks de aanvankelijk lage opbrengst, wordt de film tegenwoordig gezien als een klassieker.
Elk stuk wordt ingeleid door Deem Taylor, die de kijker wat achtergrondinformatie verschaft over het muziekstuk dat ze gaan horen, en wat voor aanpassingen er eventueel gemaakt zijn aan de muziek. Sommige van de muziekstukken zijn namelijk ingekort voor de film.
De film opent zonder openingstitel of logos. Men ziet een gordijn opengaan, en het orkest begint te spelen.
Het eerste stuk van de Toccata en Fuga is in live-action, en draait om het orkest dat het stuk speelt. De muziek wordt begeleid door abstracte lichtpatronen. Daarna gaat het beeld over op een abstracte tekenfilm, gebaseerd op de werken van de Duitse kunstenaar Oskar Fischinger. Voor het slotstuk wordt weer live-action beeldmateriaal gebruikt.
Dit filmpje draait om het veranderen van de seizoenen. Het begint met de zomer, en doorloopt dan de overige seizoenen tot de lente. Er komen veel dansstukken in voor. Centraal staan dieren en fantasiewezens zoals feeën.
Voorafgaand aan het stuk verteld Taylor het publiek dat het ballet De Notenkraker niet meer wordt opgevoerd; iets dat in 1940 wellicht het geval was maar inmiddels niet meer.
Het bekendste stuk van de film, en tevens een van de bekendste Mickey Mouse-filmpjes. Het filmpje volgt het verhaal uit Johann Wolfgang von Goethes gedicht, met Mickey in de hoofdrol van de tovenaarsleerling. Hij probeert een bezemsteel zo te betoveren dat deze voor hem water gaat halen. De bezem gaat echter door met zijn werk tot de hele kamer overstroomt, en Mickey is niet meer in staat hem te stoppen. Hij hakt in paniek de bezem aan stukken, maar elk stuk wordt een nieuwe bezem die weer water gaat halen. Uiteindelijk lost de tovenaar het probleem op.
Na afloop van het filmpje ziet men Mickey en dirrigent Leopold Stokowski, beide in silhouet, die elkaar de hand schudden.
Mickey in zijn rol als de tovenaarsleerling is door het succes van dit filmpje, dat hij in deze gedaante een icoon is geworden voor Disney.
Tijdens dit filmpje ziet men de geschiedenis van de prehistorische aarde. De planeet wordt gevormd, de eerste levensvormen verschijnen, en de dinosauriërs ontstaan. De film eindigt met het uitsterven van de dinos.
Het filmpje bevat zeker voor die tijd zeer realistisch getekende prehistorische dieren zoals Apatosaurus, Triceratops, Stegosaurus, en Dimetrodon. Tevens werden complexe technieken toegepast om vulkanen, kokende lava en aardbevingen weer te geven.
Dit filmpje speelt zich af in een wereld gebaseerd op de Griekse mythologie. Deze wereld wordt bewoond door centauren, de Olympische Goden, Saters en andere mythologische wezens. Deze wezens houden een festival ter ere van Bacchus, de god van de wijn. Het feest wordt verstoord door Zeus, die een groot onweer loslaat op het feestvierders.
Dit stuk film werd bekritiseerd vanwege de korte naaktscènes met de vrouwelijke centauren. Ook werden enkele centauren gezien als racistisch, zoals twee vrouwelijke centauren die bestaan uit het bovenlichaam van een negroïde vrouw en het onderlichaam van een zebra.[1]
Men ziet vier dansuitvoeringen van respectievelijk de ochtend, middag, avond en nacht. De dansers van de ochtend zijn struisvogels, die van de middag nijlpaarden, die van de avond olifanten, en die van de nacht krokodillen.
In het Night on Bald Mountain ziet men hoe op een bergtop de demon Chernabog ontwaakt. Het is Walpurgisnacht. Hij roept een groot aantal rusteloze zielen en andere monsters op, en houd met hen flink huis in het landschap. Aan dit alles komt abrupt een einde wanneer het geluid van een kerkklok hem verjaagd. Deze kerkklok luidt meteen het volgende stuk van het filmpje in: Ave Maria, waarin men een optocht met lampionnen te zien krijgt. De film eindigt met een beeld van de opkomende zon.
Acteur Béla Lugosi diende als live-action model voor Chernabog, en bracht enkele dagen in de studio door om te poseren voor de tekenaars.
Eind jaren 30 begon de populariteit van Walt Disney's Mickey Mouse te dalen. Om het personage weer populairder te maken, maakte hij het filmpje De Tovenaarsleerling. Dit filmpje werd gemaakt als een speciale productie, waarin het personage niet zou spreken en de beelden werden begeleid door muziek van Paul Dukas, L'apprenti sorcier (1897).
Terwijl het werk aan De Tovenaarsleerling in volle gang was, ontmoette Disney de beroemde dirigent Leopold Stokowski.[2] Hij bood aan als dirigent op te treden voor het filmpje, en stelde een orkest van 100 muzikanten samen om de muziek op te nemen.[3][4] Met een lengte van negen minuten werd het filmpje 2 minuten langer dan een gemiddeld Mickey Mouse-filmpje.
De productiekosten van het filmpje liepen echter op tot $125,000, een bedrag waarvan Walt Disney wist dat hij het nooit terug zou kunnen verdienen als hij niet met iets groters kwam. Op aandringen van Stokowski besloot hij het concept van De Tovenaarsleerling uit te breiden, en meer muziekstukken van animatiebeelden te voorzien. Disney huurde componist en muziekcriticus Deems Taylor in om als verteller de filmpjes aan elkaar te praten. Stokowski kwam met de naam Fantasia.[5] en dit werd zijn definitieve titel. De werktitel van deze film was "The Concert Feature".
Hoewel het Philadelphisch Orkest de muziek voor de film heeft opgenomen, zijn ze niet in de film te zien. Het orkest dat men in de film ziet spelen bestaat uit lokale muzikanten uit Los Angeles en medewerkers van Disney.
Walt Disney wilde dat Fantasia geen gewone film zou worden, maar meer een getekend concert. Hij liet speciale programmaboekjes maken voor de voorstelling. Elke bioscoop waar de film te zien was werd voorzien van 30 of meer speakers om de kijker het geluid optimaal te laten horen.
Fantasia had oorspronkelijk geen introstuk of aftiteling. Er was enkel een titelkaart te zien tijdens het pauzestuk van de film. Deze titelkaart werd voor latere uitgaven naar het begin van de film geschoven.
Pinokkio (Pinocchio) is een Amerikaanse animatiefilm uit 1940 van Walt Disney Pictures. De film is de tweede Disney classic van de Disney-animatiefilms na het grote succes van Sneeuwwitje. Het scenario is gebaseerd op het gelijknamige boek van Carlo Collodi.
Verhaal
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Pinokkio samen met Gepetto, Pinokkio, Magic Kingdom, Orlando.
De film begint met Japie, een krekel, die op een nacht opduikt in een klein Italiaans dorpje. Hier is hij getuige hoe de speelgoedmaker Gepetto een houten pop maakt die hij Pinokkio noemt. Voor hij die nacht naar bed gaat, wenst hij dat zijn creatie een echte jongen zou zijn.
Die nacht wordt het huis bezocht door een fee. Ze wil Gepettos wens vervullen, maar in plaats van Pinokkio gelijk tot een echte jongen te maken, brengt ze hem enkel tot leven. Ze vertelt hem dat hij met goede daden het recht zal moeten verdienen om een echte jongen te worden. Japie biedt zich aan om dienst te doen als Pinokkis geweten en hem op het rechte pad te houden. Kort nadat de fee weg is, ontdekt Gepetto wat er is gebeurd en is dolgelukkig.
De volgende dag moet Pinokkio naar school maar onderweg komt hij een stel oplichters tegen : de antropomorfe vos Jantje Fatsoen en zijn helper, de kat Gideon. Hij laat zich, tegen Japie's advies in, door hen overhalen om deel te nemen in het poppentheater van een zekere Stromboli, in plaats van naar school gaan. Die avond geeft Pinokkio zijn eerste optreden en blijkt een groot succes te zijn. Stromboli toont nadien echter snel zijn ware aard: van het verdiende geld krijgt Pinokkio niets en hij wordt door Stromboli in een kooi gestopt. Japie en de Blauwe Fee bevrijden Pinokkio (na een paar leugens) uit de kooi, waarna Pinokkio wegvlucht uit de wagen van Stromboli.
Jantje Fatsoen en Gideon worden ondertussen ingehuurd door een koetsier, die wil dat ze voor hem op zoek gaan naar ongehoorzame jongens. Ze moeten hen overhalen mee te gaan naar Pleziereiland. De twee komen Pinokkio tegen die op weg is naar huis en sturen ook hem met de koetsier mee. Aangekomen op het eiland, dat bestaat uit een groot attractiepark waar iedereen mag doen en laten wat hij wil, blijkt dat er een addertje onder het gras zit: door hun gedrag veranderen de kinderen allemaal in ezels. Pinokkio begint ook te veranderen, maar kan het eiland ontvluchten voor hij geheel een ezel wordt. Hij houdt aan zijn avontuur enkel ezelsoren en een staart over.
Na een lange zwemtocht geraken Pinokkio en Japie terug op het vasteland. Ze haasten zich naar de werkplaats van Gepetto maar daar blijkt niemand thuis te zijn. Een duif (waarschijnlijk de Blauwe Fee in vermomming) brengt Pinokkio een brief waarin staat dat Gepetto de zee is opgegaan om Pinokkio te zoeken maar verslonden is door de walvis Monstro. Pinokkio en Japie gaan ook de zee op. Ze vinden Monstro en worden eveneens door hem verslonden. In zijn maag worden de twee herenigd met Gepetto, waarna ze samen een ontsnapping plannen. Door een vuurtje te stoken laten ze Monstro niezen zodat hij de boot met hen erop uitspuwt. Monstro zet de achtervolging op het groepje in. Pinokkio kan Gepetto en Japie in veiligheid brengen door hen door een gat in de rotsen te loodsen waar Monstro niet doorkan, maar komt hierbij blijkbaar om het leven.
Japie en Gepetto keren met Pinokkios lichaam terug naar huis. Daar brengt de blauwe fee Pinokkio weer tot leven en verandert hem in een echte jongen.
Het verhaal voor de film onderging een groot aantal wijzigingen tijdens de productie. Aanvankelijk bevatte het script veel meer personages en gebeurtenissen uit het originele verhaal van Carlo Collodi. Disney was echter ontevreden over deze versie van het script en liet het project halverwege de productie stilleggen om alles te herschrijven.
Disney liet tevens de personages opnieuw ontwerpen. Oorspronkelijk zou Pinokkio qua gedrag veel meer lijken op de sarcastische pop uit Collodis verhaal, en had zijn uiterlijk meer weg van dat van een marionet. Disney vreesde dat niemand een dergelijk personage sympathiek zou vinden als protagonist. Dus liet hij de het personage zo aanpassen dat hij vanaf het begin al meer leek op een echt mens, en qua gedrag een stuk sympathieker overkwam. Alleen Pinokkios armen en benen lijken in de uiteindelijke versie nog duidelijk op die van een marionet.
Het personage Japie Krekel stond aanvankelijk helemaal niet gepland voor de film vanwege zijn minimale rol in het originele verhaal. Disney maakte van hem een centraal personage.
Mel Blanc (vooral bekend als stemacteur voor veel Looney Tunes-personages) werd oorspronkelijk ingehuurd om de stem van Sluw de kater te gaan doen, maar Disney besloot uiteindelijk om dit personage geen tekst te geven; gelijk aan het personage Dopey uit Sneeuwwitje en de zeven dwergen. Alle reeds opgenomen dialogen van Blanc werden uit de film geknipt.
Net als bij zijn vorige film liet Disney nieuwe tekentechnieken ontwikkelen om de kwaliteit te verhogen. Tekenaar Oskar Fischinger ontwierp bijvoorbeeld de tekenstijl voor de toverstaf van de blauwe fee.[1]
Pinokkio verscheen voor het eerst in 1940. Gezien de traditie om een Dinseyfilm ongeveer elke zeven tot tien jaar opnieuw uit te brengen werd de film heruitgebracht in 1945, 1954, 1962, 1971, 1978, 1984, en 1992. De versie uit 1992 was digitaal opgepoetst.
Pinocchio werd bij de originele uitgave in 1940 een groot succes in Amerika, en bracht daar 39 miljoen dollar op.[2]. Vanwege de Tweede Wereldoorlog kon Disney de film echter niet datzelfde jaar ook uitbrengen in Europa en Azië. Hierdoor kwam het grote succes van de film pas laat op gang.[3].
De film kreeg beter kritieken dan zijn voorganger. In juni 2008 werd de film door het American Film Institute erkend als de op een na beste animatiefilm, net achter zijn voorganger.[4]