Net als de vorige twee films, Saludos Amigos en De Drie Caballeros, bevat de film geen centraal verhaal, maar bestaat uit een reeks van losse filmpjes. Dit was gedaan omdat Disney het tijdens de Tweede Wereldoorlog met klein aantal tekenaars moest doen; veel van zijn tekenaars waren opgeroepen voor dienstplicht of moesten van de overheid meewerken aan propagandafilmpjes. Om de studio die verantwoordelijk was voor de grote speelfilms toch op de been te houden werden een paar films gemaakt die eigenlijk uit kortere filmpjes bestonden.
The Martins and the Coys: Gaat over een familieruzie tussen de Martin-familie en de Coy-familie.
Blue Bayou: De kraanvogel sluit zich aan bij een groep kraanvogels om samen naar de maan te vliegen.
All the Cats Join In: Enkele jongeren dansen op het ritme van Benny Goodman en zijn orkest.
Without You: Een liefdesballade gezongen door Andy Russell.
Casey at the Bat: Jerry Colonna presenteert een gedicht over een baseballspeler die opeens slecht speelt.
Two Silhouettes: Dinah Shore zingt terwijl twee balletdansers op het ritme van de muziek dansen.
Peter en de wolf: Peter gaat een wolf vangen samen met een kat, een eend en een vogel.
After You've Gone: Muziekinstrumenten gedragen zich als mensen.
Johnnie Fedora and Alice Blue Bonnett: De Andrews Sisters zingen over een herenhoed en een dameshoed die verliefd worden op elkaar.
Willie de zingende walvis: Nelson Eddy vertelt het verhaal van een walvis die ervan droomt operazanger te worden maar ervan beschuldigd wordt een operazanger ingeslikt te hebben.
The Martins and the Coys: Gaat over een familieruzie tussen de Martin-familie en de Coy-familie.
Blue Bayou: De kraanvogel sluit zich aan bij een groep kraanvogels om samen naar de maan te vliegen.
All the Cats Join In: Enkele jongeren dansen op het ritme van Benny Goodman en zijn orkest.
Without You: Een liefdesballade gezongen door Andy Russell.
Casey at the Bat: Jerry Colonna presenteert een gedicht over een baseballspeler die opeens slecht speelt.
Two Silhouettes: Dinah Shore zingt terwijl twee balletdansers op het ritme van de muziek dansen.
Peter en de wolf: Peter gaat een wolf vangen samen met een kat, een eend en een vogel.
After You've Gone: Muziekinstrumenten gedragen zich als mensen.
Johnnie Fedora and Alice Blue Bonnett: De Andrews Sisters zingen over een herenhoed en een dameshoed die verliefd worden op elkaar.
Willie de zingende walvis: Nelson Eddy vertelt het verhaal van een walvis die ervan droomt operazanger te worden maar ervan beschuldigd wordt een operazanger ingeslikt te hebben.
De film verscheen op 13 augustus1942, maar men was al in 1937 bezig met de voorbereidingen voor deze film. De film was gebaseerd op het boek Bambi, ein Leben im Walde (1923) van de Oostenrijks-Hongaarse auteur Felix Salten. Een vervolg op de tekenfilm, Bambi II, werd uitgebracht in 2006.
In de film is Bambi een witstaarthert, in het boek dat de basis vormt voor de film is hij een ree. Bambi wordt bij zijn geboorte uitgeroepen tot "Prins van het Bos". Wanneer hij ouder wordt raakt Bambi bevriend met andere dieren in het bos, maar zijn geluk slaat al gauw om als zijn moeder doodgeschoten wordt door jagers (die overigens nooit in beeld te zien zijn). Bambi leert overleven en wordt verliefd. Op een dag komen er echter jagers langs, en wordt Bambi gedwongen om net zo moedig te zijn als zijn vader, en om de andere herten in
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Bambi, het kleine hertje, maakt de eerste jaren kennis met alles wat los en vast zit in het grote woud waarin hij samen met vele andere dieren woont. Hij ontmoet het konijn Stampertje waarmee hij vrienden wordt en met wie hij vele avonturen beleeft, en Bloempje, een stinkdier dat zich zo laat noemen omdat Bambi in zijn kinderjaren slechts enkele woorden kende, waaronder "bloempje". Nadat het gedeelte in het woud is ontdekt, mag Bambi met zijn moeder naar de grote weide. Als het jonge hertje het vele gras ziet en erop af wil rennen, houdt zijn moeder hem snel tegen. "De weide is groot en open en er is weinig groen om je achter te verstoppen. Er wordt daarnaast gejaagd, door de mens..." Alles blijkt veilig te zijn en Bambi ontmoet Feline, een jong meisjeshert. Bambi is erg verlegen, terwijl zij juist met hem wil spelen. Als ze uiteindelijk lol met elkaar hebben komt er een groep herten aangerend. Ze stoppen allemaal voor de "Grote Prins", het oudste hert van het woud, en de slimste. Maar dan zit het gevaar op de loer: de mens is in het bos! Razendsnel vluchten de herten het bos in naar hun veilige schuilplaats. Het scheelt niet veel of een van de herten overleeft het niet.
Als de winter is aangebroken beleeft Bambi avonturen op het ijs met Stampertje en maakt hij kennis met "sneeuw". Het eten raakt op en er is bijna niets meer te vinden in het bos. Op een dag ziet zijn moeder een beetje gras in een open veld. Maar de jagers zijn weer in het bos en Bambi en zijn moeder vluchtten. Bambi mag in geen geval omkijken en moet zo snel mogelijk naar hun schuilplaats. Dan klinkt er een schot... Niet veel later is Bambi in veiligheid, maar zijn moeder is er niet. Als hij begint te roepen en gaat kijken, begint het te sneeuwen en komt hij oog in oog te staan met de Grote Prins die zegt dat zijn moeder door de jagers is meegenomen. Hij moet nu dapper zijn en voor zichzelf leren te zorgen.
Inmiddels is Bambi opgegroeid tot een volwassen hert en ook Stampertje en Bloempje zijn volwassener geworden. De uil in het bos maakt hen er attent op dat het lente is, de tijd van de zogenoemde "lentekolder": een jongen ontmoet een meisje en wordt zo verliefd op haar dat hij zijn hoofd niet meer van haar af kan houden. Alle drie menen ze dat hen dat niet overkomt, en ze lopen weg. Uiteindelijk blijkt Bloempje een meisje tegen te komen en even later haakt ook Stampertje af als hij een lief meisje tegenkomt. Bambi loopt verder en komt Feline tegen. Eerst moet hij niets van haar hebben, maar later ziet hij wel iets in haar. Dan worden ze bedreigd door een ander hert, en Bambi probeert Feline te beschermen door het hert te verjagen dat, na een lang gevecht, besluit te vluchten.
Opnieuw zijn de jagers in het bos, maar nu met meer. Dieren vluchten verder het bos in, maar velen ontkomen niet aan de schoten. Vogels en andere dieren sneuvelen al snel. Een nagloeiend kampvuur in het kamp van de jagers en de harde wind zorgen ervoor dat het bos binnen de kortste keren in lichter laaie staat. Bambi komt de Grote Prins tegen en met hem vlucht hij naar een veiliger plek die nauwelijks te vinden is: het vuur grijpt razendsnel om zich heen. De jagers hebben honden ingezet die Feline in het nauw hebben gedreven. Bambi schiet haar te hulp en probeert de honden van zich af te schudden, wat na een snel gevecht lukt. Uiteindelijk ontkomen de meeste dieren aan de verwoestende brand.
De volgende lente bevalt Feline van een tweeling. Het hele bos is komen kijken en geniet van de twee kleine hertjes. Vanaf een hoge berg staat Bambi samen met zijn vader trots toe te kijken.
Omdat het verhaal Bambi verschillende levensfasen beschrijft, veranderen de stemmen van de jonge personages regelmatig. Hierdoor zijn soms meerdere stemacteurs actief geweest voor het inspreken van één personage. De tabel hieronder toont de stemacteurs van de originele versie uit 1942 en de Nederlandse stemacteurs van de tweede nasynchronisatie. De Nederlandse regie voor de tweede nasynchronisatie werd gedaan door Maria Lindes en Aart Staartjes.
Toen Disney nog geen naam verzonnen had voor Stampertje, stond het konijn bekend als "Bobo".
Bambi was de eerste tekenfilm in de geschiedenis waarbij natuurgetrouwheid werd nagestreefd. Om het gedrag en de bewegingen van herten goed te kunnen bestuderen werden zelfs herten gehouden in de studio, tot ze te tam werden.
In de originele versie van de animatiefilm komen veel fouten voor, variërend van kleurfouten tot de manier waarop de personages bewegen. In de platinum-dvd's zijn deze fouten allemaal hersteld. Een voorbeeld van zo'n herstelde fout was de kleur van de vacht van de moeder van Stamper, die in de film drie keer veranderde, van grijs naar perzikachtig.
Een andere fout zat in de wandeling die Bambi door het bos maakt. In het begin lopen er vijf konijnen met hem mee, waaronder Stamper. De kleur van Stampers zussen verandert van perzikachtig naar bruin en soms zijn er twee perzikachtige konijnen of drie bruine. Daarnaast varieert het aantal zussen van vier tot zes gedurende deze scène.
Verder zijn er nog een vijftal andere fouten waarbij personages van kleur veranderen of vreemd bewegen.
Ook zul je merken dat bij de eindscene een wasbeer zijn jong schoonlikt. Plotseling gaat het jong in rook op. En de moeder likt door.
De film Bambi staat bij velen bekend onder de "triestige huilfilm waar Bambi's moeder dood gaat". Regisseur Steven Spielberg vindt Bambi de "biggest crying movie of all time". Als kind stond hij midden in de nacht op om te kijken of zijn ouders nog wel leefden.
Volgens sommigen werd de moeder van Bambi geschoten door Gaston uit Belle en het Beest omdat er een kop van een hert aan de muur in de taverne hangt wanneer Gaston zijn solo liedje zingt.
Dombo (Engels: Dumbo) is een Amerikaansetekenfilm van Walt Disney, die uitkwam op 23 oktober1941. Het is de vierde van de klassieke Disney-films. Het verhaal is gebaseerd op het gelijknamige kinderboek van Helen Aberson en Harold Perl.
De film werd vooral gemaakt om te proberen de teleurstellende opbrengst van de vorige film, Fantasia, goed te maken. De film werd gemaakt met een klein budget, en is relatief kort voor een Disneyfilm. De film wordt desondanks gezien als een van Disneys hoogtepunten.
Plot
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Bij aanvang van de film ziet men hoe ooievaars jonge dieren naar hun ouders, die in een circus werken, brengen. De laatste, een babyolifantje bestemd voor mevrouw Jumbo, arriveert pas de volgende dag wanneer het circus per trein op weg is naar zn volgende locatie. Het jonge olifantje blijkt gigantische oren te hebben; iets waar de andere olifanten flink de spot mee drijven. Ze geven hem zelfs de bijnaam Dombo.
Eenmaal op locatie is Dombo met zn enorme oren ook het mikpunt van spot door het circuspubliek. Wanneer mevrouw Jumbo haar kind verdedigt tegen een groep baldadige jongens, denkt de circusdirecteur dat ze dol is geworden en laat haar opsluiten. Dombo blijft zonder zn moeder en verstoten door de andere olifanten achter. Hij krijgt onverwacht gezelschap van een muis genaamd Timmie, die zijn vriend en mentor wordt.
Timmie probeert Dombos status in het circus te verbeteren door de directeur over te halen hem tot toppunt van een act te maken. Dit mislukt gigantisch en Dombo wordt in plaats daarvan gedegradeerd tot clown. Op een avond, na een bezoekje aan Dombos moeder, drinken Dombo en Timothy beide van een vat water waar, zonder dat ze het weten, een fles champagne in is gevallen. Ze worden beide dronken en krijgen hallucinaties van roze olifanten.
De volgende ochtend worden de twee wakker in een boom. Ze hebben geen idee hoe ze daar gekomen zijn. Een groep kraaien komt met de theorie dat Dombo wellicht naar boven is gevlogen. Met hun hulp slaagt Dombo erin om opnieuw te vliegen. Met zijn nieuw verworven talent steelt Dombo de show tijdens het volgende optreden, en neemt hij op gepaste wijze wraak op de andere olifanten. Eindelijk ziet men hem als een ster, en hij wordt de topattractie van het circus.
Geen van de stemacteurs werd vermeld op de aftiteling. Voor de Nederlandse versie sprak Cruys Voorbergh de stem in van de kraaien en de ooievaar en Harry Bronk de stem van Timmie Muis.
Nadat zowel Pinokkio als Fantasia financieel een flop waren geworden bij gebrek aan steun door de Europese en Aziatische markten, probeerde Disney met Dombo zijn studio voor faillissement te behoeden. Dick Huemer en Joe Grant kregen de taak om het scenario te schrijven. Het boek dat ze als basis gebruikten telde slechts acht paginas en een minimale hoeveelheid tekst. Hoe Disney ooit op het idee kwam om dit boek te gebruiken is niet bekend.
De film ging begin 1941 in productie. Ben Sharpsteen kreeg de taak om de productie simpel en zo goedkoop mogelijk te houden. Als gevolg hiervan zijn de tekeningen in Dombo duidelijk minder gedetailleerd dan in voorgaande Disneyfilms. Voor het inkleuren van de achtergronden werd waterverf gebruikt. De gebroeders Disney vonden het echter wel nodig twee olifanten naar de studio laten komen om het gedrag en de gelaatstrekken van de dieren beter te kunnen bestuderen zodat ze realistischer konden worden getekend.
De simpele tekeningen maakten dat de tekenaars zich minder druk hoefden te maken om details, en zich meer konden focussen op hoe de personages moesten acteren in de film. Veel critici zagen Dombo als een van de beste voorbeelden van traditionele animatie.
Op 29 mei 1941 gingen veel tekenaars van Disney in staking. Enkele van deze stakende tekenaars werden in de film bespot door ze als model te gebruiken voor de clowns.
De film werd met slechts 64 minuten de kortste Disneyfilm ooit. RKO eiste aanvankelijk dat Disney de film langer zo maken, maar ging met tegenzin akkoord de film in zijn huidige vorm uit te brengen.
Ondanks dat Dombo net als Pinokkio en Fantasia niet uit gebracht kon worden in Europa en Azië vanwege de Tweede Wereldoorlog, werd het een van de succesvolste films van Disney gedurende de jaren 40. Het was ook een van de eerste Disneyfilms die, zij het in aangepaste vorm, op tv te zien was.
Financieel was de film een opsteker voor Disney. De productie kostte slechts 813,000 dollar, slechts de helft van het budget van Sneeuwwitje en de zeven dwergen, maar de opbrengst liep op tot 1,6 miljoen dollar bij de originele uitgave.
De film kreeg aanvankelijk kritieken dat er vormen van racisme in zouden zitten. Zo zouden de kraaien zijn gebaseerd op stereotype Afro-Amerikanen. De stemmen van de kraaien werden allemaal gedaan door Afro-Amerikaanse acteurs, en de leider van de kraaien draagt in het script zelfs de naam Jim Crow. Tegenstanders van deze kritiek wezen er juist op dat de kraaien een positieve rol hebben in de film, daar zij Dombo juist helpen.
Fantasia (werktitel: The Concert Feature) is de derde film van Walt Disney Productions en een experimentele animatiefilm uit 1940. Gevisualiseerde animatie wordt op maat van klassieke muziek gepresenteerd. Voor ieder onderdeel is er een inleidende tekst. Vervolgens ziet men de animatiefilm met daarbij de bijpassende muziek, gespeeld door het Philadelphia Orchestra onder leiding van Leopold Stokowski. Fantasia kwam uit in 1940 en opnieuw in 1985 en 1990. Een vervolg op de film is verschenen in december1999 onder de naam Fantasia 2000, geïnitieerd door Roy E. Disney.
Ondanks de aanvankelijk lage opbrengst, wordt de film tegenwoordig gezien als een klassieker.
Elk stuk wordt ingeleid door Deem Taylor, die de kijker wat achtergrondinformatie verschaft over het muziekstuk dat ze gaan horen, en wat voor aanpassingen er eventueel gemaakt zijn aan de muziek. Sommige van de muziekstukken zijn namelijk ingekort voor de film.
De film opent zonder openingstitel of logos. Men ziet een gordijn opengaan, en het orkest begint te spelen.
Het eerste stuk van de Toccata en Fuga is in live-action, en draait om het orkest dat het stuk speelt. De muziek wordt begeleid door abstracte lichtpatronen. Daarna gaat het beeld over op een abstracte tekenfilm, gebaseerd op de werken van de Duitse kunstenaar Oskar Fischinger. Voor het slotstuk wordt weer live-action beeldmateriaal gebruikt.
Dit filmpje draait om het veranderen van de seizoenen. Het begint met de zomer, en doorloopt dan de overige seizoenen tot de lente. Er komen veel dansstukken in voor. Centraal staan dieren en fantasiewezens zoals feeën.
Voorafgaand aan het stuk verteld Taylor het publiek dat het ballet De Notenkraker niet meer wordt opgevoerd; iets dat in 1940 wellicht het geval was maar inmiddels niet meer.
Het bekendste stuk van de film, en tevens een van de bekendste Mickey Mouse-filmpjes. Het filmpje volgt het verhaal uit Johann Wolfgang von Goethes gedicht, met Mickey in de hoofdrol van de tovenaarsleerling. Hij probeert een bezemsteel zo te betoveren dat deze voor hem water gaat halen. De bezem gaat echter door met zijn werk tot de hele kamer overstroomt, en Mickey is niet meer in staat hem te stoppen. Hij hakt in paniek de bezem aan stukken, maar elk stuk wordt een nieuwe bezem die weer water gaat halen. Uiteindelijk lost de tovenaar het probleem op.
Na afloop van het filmpje ziet men Mickey en dirrigent Leopold Stokowski, beide in silhouet, die elkaar de hand schudden.
Mickey in zijn rol als de tovenaarsleerling is door het succes van dit filmpje, dat hij in deze gedaante een icoon is geworden voor Disney.
Tijdens dit filmpje ziet men de geschiedenis van de prehistorische aarde. De planeet wordt gevormd, de eerste levensvormen verschijnen, en de dinosauriërs ontstaan. De film eindigt met het uitsterven van de dinos.
Het filmpje bevat zeker voor die tijd zeer realistisch getekende prehistorische dieren zoals Apatosaurus, Triceratops, Stegosaurus, en Dimetrodon. Tevens werden complexe technieken toegepast om vulkanen, kokende lava en aardbevingen weer te geven.
Dit filmpje speelt zich af in een wereld gebaseerd op de Griekse mythologie. Deze wereld wordt bewoond door centauren, de Olympische Goden, Saters en andere mythologische wezens. Deze wezens houden een festival ter ere van Bacchus, de god van de wijn. Het feest wordt verstoord door Zeus, die een groot onweer loslaat op het feestvierders.
Dit stuk film werd bekritiseerd vanwege de korte naaktscènes met de vrouwelijke centauren. Ook werden enkele centauren gezien als racistisch, zoals twee vrouwelijke centauren die bestaan uit het bovenlichaam van een negroïde vrouw en het onderlichaam van een zebra.[1]
Men ziet vier dansuitvoeringen van respectievelijk de ochtend, middag, avond en nacht. De dansers van de ochtend zijn struisvogels, die van de middag nijlpaarden, die van de avond olifanten, en die van de nacht krokodillen.
In het Night on Bald Mountain ziet men hoe op een bergtop de demon Chernabog ontwaakt. Het is Walpurgisnacht. Hij roept een groot aantal rusteloze zielen en andere monsters op, en houd met hen flink huis in het landschap. Aan dit alles komt abrupt een einde wanneer het geluid van een kerkklok hem verjaagd. Deze kerkklok luidt meteen het volgende stuk van het filmpje in: Ave Maria, waarin men een optocht met lampionnen te zien krijgt. De film eindigt met een beeld van de opkomende zon.
Acteur Béla Lugosi diende als live-action model voor Chernabog, en bracht enkele dagen in de studio door om te poseren voor de tekenaars.
Eind jaren 30 begon de populariteit van Walt Disney's Mickey Mouse te dalen. Om het personage weer populairder te maken, maakte hij het filmpje De Tovenaarsleerling. Dit filmpje werd gemaakt als een speciale productie, waarin het personage niet zou spreken en de beelden werden begeleid door muziek van Paul Dukas, L'apprenti sorcier (1897).
Terwijl het werk aan De Tovenaarsleerling in volle gang was, ontmoette Disney de beroemde dirigent Leopold Stokowski.[2] Hij bood aan als dirigent op te treden voor het filmpje, en stelde een orkest van 100 muzikanten samen om de muziek op te nemen.[3][4] Met een lengte van negen minuten werd het filmpje 2 minuten langer dan een gemiddeld Mickey Mouse-filmpje.
De productiekosten van het filmpje liepen echter op tot $125,000, een bedrag waarvan Walt Disney wist dat hij het nooit terug zou kunnen verdienen als hij niet met iets groters kwam. Op aandringen van Stokowski besloot hij het concept van De Tovenaarsleerling uit te breiden, en meer muziekstukken van animatiebeelden te voorzien. Disney huurde componist en muziekcriticus Deems Taylor in om als verteller de filmpjes aan elkaar te praten. Stokowski kwam met de naam Fantasia.[5] en dit werd zijn definitieve titel. De werktitel van deze film was "The Concert Feature".
Hoewel het Philadelphisch Orkest de muziek voor de film heeft opgenomen, zijn ze niet in de film te zien. Het orkest dat men in de film ziet spelen bestaat uit lokale muzikanten uit Los Angeles en medewerkers van Disney.
Walt Disney wilde dat Fantasia geen gewone film zou worden, maar meer een getekend concert. Hij liet speciale programmaboekjes maken voor de voorstelling. Elke bioscoop waar de film te zien was werd voorzien van 30 of meer speakers om de kijker het geluid optimaal te laten horen.
Fantasia had oorspronkelijk geen introstuk of aftiteling. Er was enkel een titelkaart te zien tijdens het pauzestuk van de film. Deze titelkaart werd voor latere uitgaven naar het begin van de film geschoven.
Pinokkio (Pinocchio) is een Amerikaanse animatiefilm uit 1940 van Walt Disney Pictures. De film is de tweede Disney classic van de Disney-animatiefilms na het grote succes van Sneeuwwitje. Het scenario is gebaseerd op het gelijknamige boek van Carlo Collodi.
Verhaal
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Pinokkio samen met Gepetto, Pinokkio, Magic Kingdom, Orlando.
De film begint met Japie, een krekel, die op een nacht opduikt in een klein Italiaans dorpje. Hier is hij getuige hoe de speelgoedmaker Gepetto een houten pop maakt die hij Pinokkio noemt. Voor hij die nacht naar bed gaat, wenst hij dat zijn creatie een echte jongen zou zijn.
Die nacht wordt het huis bezocht door een fee. Ze wil Gepettos wens vervullen, maar in plaats van Pinokkio gelijk tot een echte jongen te maken, brengt ze hem enkel tot leven. Ze vertelt hem dat hij met goede daden het recht zal moeten verdienen om een echte jongen te worden. Japie biedt zich aan om dienst te doen als Pinokkis geweten en hem op het rechte pad te houden. Kort nadat de fee weg is, ontdekt Gepetto wat er is gebeurd en is dolgelukkig.
De volgende dag moet Pinokkio naar school maar onderweg komt hij een stel oplichters tegen : de antropomorfe vos Jantje Fatsoen en zijn helper, de kat Gideon. Hij laat zich, tegen Japie's advies in, door hen overhalen om deel te nemen in het poppentheater van een zekere Stromboli, in plaats van naar school gaan. Die avond geeft Pinokkio zijn eerste optreden en blijkt een groot succes te zijn. Stromboli toont nadien echter snel zijn ware aard: van het verdiende geld krijgt Pinokkio niets en hij wordt door Stromboli in een kooi gestopt. Japie en de Blauwe Fee bevrijden Pinokkio (na een paar leugens) uit de kooi, waarna Pinokkio wegvlucht uit de wagen van Stromboli.
Jantje Fatsoen en Gideon worden ondertussen ingehuurd door een koetsier, die wil dat ze voor hem op zoek gaan naar ongehoorzame jongens. Ze moeten hen overhalen mee te gaan naar Pleziereiland. De twee komen Pinokkio tegen die op weg is naar huis en sturen ook hem met de koetsier mee. Aangekomen op het eiland, dat bestaat uit een groot attractiepark waar iedereen mag doen en laten wat hij wil, blijkt dat er een addertje onder het gras zit: door hun gedrag veranderen de kinderen allemaal in ezels. Pinokkio begint ook te veranderen, maar kan het eiland ontvluchten voor hij geheel een ezel wordt. Hij houdt aan zijn avontuur enkel ezelsoren en een staart over.
Na een lange zwemtocht geraken Pinokkio en Japie terug op het vasteland. Ze haasten zich naar de werkplaats van Gepetto maar daar blijkt niemand thuis te zijn. Een duif (waarschijnlijk de Blauwe Fee in vermomming) brengt Pinokkio een brief waarin staat dat Gepetto de zee is opgegaan om Pinokkio te zoeken maar verslonden is door de walvis Monstro. Pinokkio en Japie gaan ook de zee op. Ze vinden Monstro en worden eveneens door hem verslonden. In zijn maag worden de twee herenigd met Gepetto, waarna ze samen een ontsnapping plannen. Door een vuurtje te stoken laten ze Monstro niezen zodat hij de boot met hen erop uitspuwt. Monstro zet de achtervolging op het groepje in. Pinokkio kan Gepetto en Japie in veiligheid brengen door hen door een gat in de rotsen te loodsen waar Monstro niet doorkan, maar komt hierbij blijkbaar om het leven.
Japie en Gepetto keren met Pinokkios lichaam terug naar huis. Daar brengt de blauwe fee Pinokkio weer tot leven en verandert hem in een echte jongen.
Het verhaal voor de film onderging een groot aantal wijzigingen tijdens de productie. Aanvankelijk bevatte het script veel meer personages en gebeurtenissen uit het originele verhaal van Carlo Collodi. Disney was echter ontevreden over deze versie van het script en liet het project halverwege de productie stilleggen om alles te herschrijven.
Disney liet tevens de personages opnieuw ontwerpen. Oorspronkelijk zou Pinokkio qua gedrag veel meer lijken op de sarcastische pop uit Collodis verhaal, en had zijn uiterlijk meer weg van dat van een marionet. Disney vreesde dat niemand een dergelijk personage sympathiek zou vinden als protagonist. Dus liet hij de het personage zo aanpassen dat hij vanaf het begin al meer leek op een echt mens, en qua gedrag een stuk sympathieker overkwam. Alleen Pinokkios armen en benen lijken in de uiteindelijke versie nog duidelijk op die van een marionet.
Het personage Japie Krekel stond aanvankelijk helemaal niet gepland voor de film vanwege zijn minimale rol in het originele verhaal. Disney maakte van hem een centraal personage.
Mel Blanc (vooral bekend als stemacteur voor veel Looney Tunes-personages) werd oorspronkelijk ingehuurd om de stem van Sluw de kater te gaan doen, maar Disney besloot uiteindelijk om dit personage geen tekst te geven; gelijk aan het personage Dopey uit Sneeuwwitje en de zeven dwergen. Alle reeds opgenomen dialogen van Blanc werden uit de film geknipt.
Net als bij zijn vorige film liet Disney nieuwe tekentechnieken ontwikkelen om de kwaliteit te verhogen. Tekenaar Oskar Fischinger ontwierp bijvoorbeeld de tekenstijl voor de toverstaf van de blauwe fee.[1]
Pinokkio verscheen voor het eerst in 1940. Gezien de traditie om een Dinseyfilm ongeveer elke zeven tot tien jaar opnieuw uit te brengen werd de film heruitgebracht in 1945, 1954, 1962, 1971, 1978, 1984, en 1992. De versie uit 1992 was digitaal opgepoetst.
Pinocchio werd bij de originele uitgave in 1940 een groot succes in Amerika, en bracht daar 39 miljoen dollar op.[2]. Vanwege de Tweede Wereldoorlog kon Disney de film echter niet datzelfde jaar ook uitbrengen in Europa en Azië. Hierdoor kwam het grote succes van de film pas laat op gang.[3].
De film kreeg beter kritieken dan zijn voorganger. In juni 2008 werd de film door het American Film Institute erkend als de op een na beste animatiefilm, net achter zijn voorganger.[4]
Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen (originele titel Snow White and the Seven Dwarfs) is een Amerikaanse animatiefilm uit 1937, geproduceerd door Walt Disney. Het verhaal van de film is gebaseerd op het gelijknamige sprookje van de Gebroeders Grimm.
De film betekent voor zowel Disney als animatiefilms in het algemeen een mijlpaal. Het was de allereerste Amerikaanse animatiefilm die langer dan een uur duurde, en de eerste in de lange reeks films van Disney. De film werd uitgebracht door RKO Radio Pictures. De film was een van slechts twee animatiefilms die in 1997 werd opgenomen in American Film Institutes lijst van 100 beste films. In 1989 werd de film opgenomen in het National Film Registry.
De film volgt het verhaal uit het sprookjeSneeuwwitje. De film wordt ingeleid door een verteller die de huidige situatie uitlegt: Sneeuwwitje, een prinses, woont bij haar jaloerse en uitermate ijdele stiefmoeder, die in de film enkel wordt omschreven als de koningin. Bang dat Sneeuwwitje op een dag mooier zal worden dan zij, laat de koningin haar altijd vuil werk opknappen. Via een magische spiegel controleert de koningin dagelijks of zij nog altijd de mooiste van het land is.
Op een dag wordt de angst van de koningin toch werkelijkheid: Sneeuwwitje is mooier dan zij. Onmiddellijk geeft ze een jager het bevel om Sneeuwwitje naar het bos te brengen, en daar te vermoorden. Als bewijs moet hij haar hart terugbrengen. De jager kan dit echter niet over zijn hart verkrijgen en adviseert Sneeuwwitje in plaats daarvan om te vluchten. Om de koningin te laten denken dat ze wel dood is geeft hij haar het hart van een varken.
De dwergen keren huiswaarts
Na enkele omzwervingen belandt Sneeuwwitje in een huisje, dat blijkt te worden bewoond door zeven dwergen. Doordat de dwergen elke dag de hele dag aan het werk zijn komen ze thuis nooit toe aan zaken als schoonmaken. Het huis is dan ook een enorme bende. Op voorwaarde dat ze voortaan voor hen kookt en schoonmaakt mag Sneeuwwitje blijven.
Door haar magische spiegel ontdekt de koningin echter het bedrog van de jager en de locatie van Sneeuwwitje. Ze besluit de situatie zelf op te lossen. Ze vermomt zich met een toverdrank als een oude dame en maakt een giftige appel die degene die ervan eet in een diepe, schijndode slaap zal doen belanden. Ze bezoekt de nietsvermoedende Sneeuwwitje bij het huisje van de dwergen en zorgt ervoor dat ze van de appel eet. De dieren in de buurt van het huisje doorzien de vermomming van de koningin en waarschuwen de dwergen, maar die komen te laat om de koningin tegen te houden. Uit woede voor wat ze gedaan heeft volgen de dwergen haar naar de rand van een steile klif. De koningin probeert een groot rotsblok naar beneden te duwen om de dwergen af te schudden, maar voor ze hierin slaagt slaat de bliksem naast haar in en valt ze van de klif haar dood tegemoet.
De dwergen kunnen het niet aan om de dode Sneeuwwitje te begraven. In plaats daarvan maken ze een glazen kist waarin ze kan rusten. Seizoenen gaan voorbij. Zo lang dat de verteller de film moet onderbreken om de huidige situatie te vertellen. Tot op een dag een prins, die aan het begin van de film al kennis had gemaakt met Sneeuwwitje, het huisje bezoekt. Hij kust haar en verbreekt zo de vloek. Ze trouwen en leven samen nog lang en gelukkig.
Sneeuwwitje: ze is het hoofdpersonage van de film. Ze heeft zwart haar, en een sneeuwwitte huid. Volgens de toverspiegel is ze de mooiste van het land, daarom wil de koningin haar vermoorden.
Koningin: deze jaloerse dame vindt zichzelf de mooiste van het land. Ze heeft een toverspiegel, en zo ontstaan de legendarische woorden "Spiegeltje, Spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land?" Wanneer de spiegel antwoordt dat Sneeuwwitje de mooiste is, geeft ze de jager de opdracht om Sneeuwwitje te vermoorden.
Prins: heeft een heel belangrijke rol in het verhaal. In het begin van de film leert hij Sneeuwwitje kennen en wordt hij verliefd op haar, op het einde ziet hij Sneeuwwitje in een glazen kist en geeft haar een kus, waardoor Sneeuwwitje weer tot leven komt. Hierna rijdt de prins samen met Sneeuwwitje weg op een paard en leven ze nog lang en gelukkig.
Jager: heeft niet echt een belangrijke rol. Hij krijgt de opdracht om Sneeuwwitje te vermoorden, maar hij komt terug met een varkenshart. Wat er daarna met hem gebeurd is, weet niemand.
De Zeven Dwergen
Doc: de hoofddwerg, hij verspreekt zich vaak en kan de zegswijzen niet uit elkaar houden. Hij is ook degene die de diamanten test in de mijn.
Stoetel: waarschijnlijk de grappigste dwerg, hij kan niet praten en is altijd het slachtoffer van de andere dwergen.
Giechel: blijft meer op de achtergrond en houdt van lachen.
Grumpie: deze kwade en chagrijnige dwerg verandert in de loop van het verhaal tot een lieve en meelevende dwerg, zijn mening over vrouwen is niet voor de poes.
Niezel: blijft meer op de achtergrond, maar wordt wel gekenmerkt door zijn genies
Bloosje: blijft meer op de achtergrond; als men hem aanspreekt, begint hij spontaan te blozen.
Dommel: blijft meer op de achtergrond, hij valt overal in slaap en wordt ook gekenmerkt door de vlieg die steeds om zijn neus zoemt.
De film verscheen oorspronkelijk in het Engels, en is in de loop der jaren meerdere malen nagesynchroniseerd voor de Nederlandstalige markt. Een overzicht van de verschillende stemacteurs:
In grote lijnen volgt de film het sprookje zoals de Gebroeders Grimm dat oorspronkelijk hadden opgetekend. Er zijn echter een paar verschillen:
In het sprookje komt ook Sneeuwwitjes echte moeder voor. Zij wordt in de film niet gezien, noch wordt er over haar gesproken.
In het sprookje bezoekt de koningin het huisje drie keer, maar de eerste twee keer mislukt haar aanslag. In de film komt ze maar een keer langs.
In het sprookje wordt de betovering niet verbroken door de kus, maar doordat tijdens het transport van de glazen kist naar het kasteel van de prins het stukje appel losschiet uit Sneeuwwitjes keel.
In het sprookje ontmoeten Sneeuwwitje en haar stiefmoeder elkaar nog een keer op de bruiloft tussen Sneeuwwitje en de prins. Ze wordt gearresteerd en veroordeeld tot het dragen van hete ijzeren schoenen tot haar dood, terwijl ze in de film wegvluchtte nadat de dwergen te weten kwamen dat ze Sneeuwwitje doodde. Ze klom op een hoge rots om een grote steen over de dwergen te laten rollen maar door de bliksem brak het stuk rots waar ze opstond en viel ze naar beneden en de rots die ze op de dwergen wilde laten rollen volgde haar naar beneden. Met haar dood als gevolg.
Walt Disney stelt elk van de zeven dwergen voor aan het publiek in een scène uit de originele uitgave van de film.
De voorproductie van de film begon al in 1934. In juni 1934 onthulde Walt Disney voor het eerst aan de New York Times dat hij bezig was met de film.[2] Voor de productie van de film was Disney vooral bekend van korte animatiefilmpjes. Met de film hoopte Disney zijn markt uit te kunnen breiden.[3] Hij rekende voor de film een budget van $250.000, ongeveer 10 keer zoveel als het productiebudget voor de korte filmpjes.[2][2]
Walt Disney kwam flink wat problemen tegen bij het produceren van de film. Zowel zijn broer/zakenpartner Roy Disney en zijn vrouw Lillian zagen niks in de productie van een lange speelfilm.[3] Ook de filmindustrie van Hollywood was sceptisch over Disneys plan. Disney kreeg nauwelijks financiële steun, en moest een hypotheek op zijn huis nemen om de film te kunnen financieren. De kosten voor de film bleken veel groter dan gepland, en stegen tot $1.488.422,74[4], destijds een recordbedrag voor een film.
De film was drie jaar in productie, mede omdat Disney de kwaliteit van de film hoog in het vaandel had staan. Veel tekentechnieken die later standaard werden voor animatiefilms moesten speciaal voor de productie van Sneeuwwitje worden uitgevonden, zoals een manier om menselijke personages realistisch te tekenen.
In het sprookje worden de dwergen niet bij naam genoemd. De namen voor de dwergen werden tijdens de productie door Disney gekozen uit een lijst van 50 mogelijke namen. Alleen de naam Grumpy was al ruim van tevoren bedacht door Disney.[5]
De liedjes in de film werden gecomponeerd door Frank Churchill en Larry Morey. Paul J. Smith en Leigh Harline componeerden de overige achtergrondmuziek. Omdat Disney ten tijde van de productie nog niet beschikte over zijn eigen muziekstudio, werden de auteursrechten op de liedjes geregeld via de studio Bourne Co.. Deze studio behield de rechten tot Disney ze later terug wist te krijgen.
Sneeuwwitje en de zeven dwergen ging in première in het Carthay Circle Theater op 21 december 1937, en werd in tegenstelling tot wat veel critici vooraf hadden verwacht een groot succes. Zelfs veel mensen die aanvankelijk tegen Disneys plan waren om de film te maken feliciteerden hem nadien met het resultaat. Het tijdschrift Time bestede een groot artikel aan de film, en ook in de New York Times verscheen een artikel getiteld "Thank you very much, Mr. Disney.".
Bij de originele uitgave bracht de film wereldwijd acht miljoen dollar op. Door de vele heruitgaven en verkoop van videos in de loop der jaren is de opbrengst inmiddels gestegen naar $184.925.486.
Disney ontving voor deze eerste tekenfilm die langer dan één uur duurt, een specialeAcademy Award, de Honorary Award. Voor de gelegenheid werd het traditionele beeldje van de Oscar hiervoor vervangen door een groot beeld en zeven kleintjes.
Ook werd de film nog genomineerd voor een Oscar voor de beste muziek (Leigh Harline).
De film won in 2002 de Amerikaanse prijs voor Academy of Science Fiction, Fantasy & Horror FilmsSaturn Award voor beste DVD Klassieke Film Release.
Bij de DVD Exclusive Awards won ze in 2001 de Video Premiere Award in de categorie Best overall new extra features en Library Title die naar David Jessen ging. Tévens werd Sneeuwwitje hierbij genomineerd voor twee ander Video Premiere Awards in de categorieën Best DVD Menu Design en Best New, Enhanced or Reconstructed Movie Scenes (voor respectievelijk: Jeff Kurtti (producer) en Michael Pellerin (producer) (Buena Vista)).
Sneeuwwitje staat ook op de Walk of Fame. Er staat wel bij dat er sprake is van een "motion picture". Vanaf welk jaar is niet bekend, maar hij is te zien bij 6912 Hollywood Blvd.
De eerste Nederlandse nasynchronisatie van Disneys Sneeuwwitje kwam uit 1938 met Cecilia Bach als stem van Sneeuwwitje. De stemmenregie werd gedaan door Max Tak en Kurt Gerron.[6] In 1984 is hij opnieuw nagesynchroniseerd, ditmaal door Harrie Geelen. In de jaren 90 zijn enkele stemmen voor de 3e nasynchronisatie vervangen. Er was ook een langspeelplaat verkrijgbaar, die later ook op cassette is verschenen. Hierop stond het luisterverhaal in het kort met enkele liedjes. Deze liedjes hadden andere arrangementen en toonsoorten dan de liedjes in de film. Onder andere Helen Shepherd en Piet Ekel verleenden hier hun stemmen aan. Dit wordt vaak verward met de eerste nasynchronisatie van de film.
Bij de productie loofde Disney een speciale bonus uit voor visuele grapjes. Elke tekenaar die een goede visuele grap bedacht kon daarmee 5 dollar verdienen.
Als je eens een iets wilt weten ga dan maar eens kijken op deze site: http://www.disney.be/Films/Nederlands/portal/ Daar kan je zoal: spelletjes spelen, alles ontdekken over de Disney films,...
Paniek op de Prairie Première: 21 maart2004 (Home on the Range ) Opmerking: laatste traditioneel-geanimeerde Disney-animatiefilm, en laatste officiële classic. d.d.
-Hoe dit allemaal begon? Op een dag zat ik in mijn huis en ik verveelde mij toen dacht ik wat kan ik doen. Ik typte op google in ' Wat kan je doen als je je verveelt?'. Toen kwam ik op een blog uit van 2 meisjes en ik was aan het lezen op hen blog. Opeens schiet me iets te binnen ! Waarom maak je zelf geen blog? En zo ben ik dan aan mijn blog begonnen !