Reeds een tweetal jaren hebben wij een probleem met de belastingscontroleur.
Reeds twee jaar geeft hij onregelmatige uitleg betreft onze hypothecaire lening. Uitleg die hij ons schriftelijk zou moeten meedelen, maar wij nooit hebben ontvangen. Uiterst eigenaardig.
Noch de bank, noch onze boekhoudster begreep zijn reactie.
Dus dan maar een afspraak gemaakt met die "vriendelijke" mijnheer.
Onze aankomst werd allerminst hartelijk ontvangen.
Het viel ons meteen op dat mijnheer de controleur heel zenuwachtig was. Eigenaardig extreem zenuwachtig.
Naar beleefdheidsnormen vroegen wij om meer uitleg en om bewijs waarom hij onze hypothecaire lening niet als volwaardig kon aanschouwen.
In plaats van een respectvol duidelijk antwoord kregen wij een paar verwijten en beledigende woorden naar ons hoofd.
Eigenaardig, hij is controleur.
Het ging me een stap te ver toen hij aan het dreigen ging. Dus ik beloofde hem een rechtzaak.
Wat was ik toen geschrokken van zijn reactie. Het blad in zijn handen trilde aan 100/h Hij geraakte niet meer uit zijn woorden en begon versterking te vragen.
En jawel hoor. Een andere mijnheer én de hoofdcontroleur kwamen hem versterken.
Ze wilden ons duidelijk maken dat onze bank frauduleuze praktijken boekt.
Onze bankdirecteur kon er niet om lachen. Schakelde de juridische dienst in en de bal gaat nu nog harder aan het rollen.
We weten wat er aan de hand is. We moeten het nu alleen nog bewijzen.
Maar over een tijdspanne van 2 jaar is een klein bedrag van 5000 euro ergens ten velde verdwenen.
Verdwenen. We hebben het moeten betalen. Maar de wet spreekt anders. Een wet die de controleurs niet konden voorleggen. Eigenaardig want ook hun praktijken konden ze niet hardmaken aan de hand van de wet.
Andere controleurs begrijpen het niet. Andere boekhouders fronsen bij het voorleggen van ons probleem. Andere bankdirecteur lachen het weg, want zoiets kan niet.
Maar wij zitten er toch maar mee.
Ze zijn dan wel controleur. Maar of ze te betrouwen zijn is wat anders.
En misschien is het zoals het dreigement die we te horen kregen... "Ik kan nog vanalles tegenkomen in de toekomst" doelende op onze aangifte.
De grijns op zijn gezicht zal ik niet vergeten. De vernederingen dat we geestelijk niet genoeg capaciteit bezaten om het te begrijpen én vooral zijn trillende lichaam, blijft in onze gedachten.
Maar een wet naleven die nergens beschreven staat, waarvan ze niets op papier willen zetten is waarschijnlijk een verregaande aktie die een eerlijke geest niet begrijpt.
We zullen zien. Maar opgeven? Nooit. Al moet ik er een krant bijhalen om de mensen te waarschuwen! En misschien vallen ze daar zo wel door de mand.
Met dank aan onze boekhoudster en bankdirecteur die dergelijke praktijken niet aanvaarden!