Ik verbleef in een bos, een beetje verder woonde een oude heel serieuze tante met een klein kindje (zonder geslacht). Verderop aan de rand van het bos was een grote autoparking en een groot kasteel dat altijd in de zon lag. Eigenlijk waren het ruïnes.
Ik ging er dagelijks naartoe, maar mocht er niet binnen. Was gekleed met boombladeren en wat je in het bos kan vinden en op blote voeten en verward haar.
Op een dag wandelde ik weer eens het pad af en viel in slaap voor het kasteel op de autoparking. Plots raasde een gele taxi naar me toe die piepend probeerde te draaien en te parkeren. Ik was niet bang en zag de onderkant van de auto die eigenlijk proper was. Ik stond rustig op en zag mijn oude serieuze tante afkomen met het kind en een oudere man. Ze was boos op de taxi, maar voor de rest zag ze mij niet. Ze ging binnen in het kasteel en ik sloop er achteraan. Er was een soort amfi theater en er waren muzikanten aan het spelen in de zon. Zalig en raar. Plots zag ik ook mijn jongste zoontje daar aanhuppelen. Ik ging naar hem toe en we hadden leuke gesprekken. Hij is de enige met wie ik praatte en de enige die me kon zien. Toen kwam oude serieuze tante op hem af en nam hem mee. Ik was blijkbaar weer onzichtbaar geworden