Ze is ziek. Snotverkouden. Ik breng haar een bezoek, maar ze spreekt wartaal en herkent mij zelfs niet. Ik laat haar daar en zoek de melk. Opa en oma zijn er, we zorgen wel voor haar.
Het is altijd grappig daar waar ze is, ze lijkt er zo gelukkig. Ze komt me vertellen dat de aardappelen in de lucht hangen aan een lange stengel. Ik vraag hoe ze smaken en ze begint hartelijk, uit volle borst te lachen. "Zotje toch zonder lichaam kan je toch niet eten!" Verontwaardigd vraag ik waarom ze t dan verteld?
Ze komt me waarschuwen. Vergeet niet mijn familie uit te nodigen, laat ze niet links liggen. Eten in overvloed, ik vraag me af wie daar nu allemaal voor zorgde.... schalen vol! Speciaal! Iedereen gaat weg en ik word uitgenodigd met de verwittiging dat zij er niet zal zijn en ik vraag of ze uit elkaar gaan. Ze zegt niets. Misschien sterft ze ook.
Zij en ik op het kerkhof. Hij ook; haar graf a t verzorgen. Zij wou lang gras erop en errond. Ze gaf me een spa en stapte naar t graf. Delven! Hij kwam zeggen dat het t verkeerde graf was, bij haar graf botste ik steeds op beton. Hij deed ongestoord verder. Hij zag haar niet. Misschien heeft ze graag duinengras rondom rond dat haar herinnert aan haar jeugd.
Vreemd zo met haar bij dat graf voor haar werken en haar wensen uitvoeren....